Persoonlijke instellingen

Terugmelding en/of bezetmelding: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
(Terugmelding)
Regel 96: Regel 96:
 
De andere, steeds populairdere vorm van aansluiten, is middels Loconet. Loconet is een door Digitrax ontwikkeld protocol, waarbij je vrijwel elke structuur mag implementeren behalve een ring netwerk. Deze manier van aansluiten kenmerkt zich door een zeer betrouwbaar functioneren waarbij het grote voordeel is dat op het Loconet veel meer als alleen bezetmelders aangesloten kunnen worden.
 
De andere, steeds populairdere vorm van aansluiten, is middels Loconet. Loconet is een door Digitrax ontwikkeld protocol, waarbij je vrijwel elke structuur mag implementeren behalve een ring netwerk. Deze manier van aansluiten kenmerkt zich door een zeer betrouwbaar functioneren waarbij het grote voordeel is dat op het Loconet veel meer als alleen bezetmelders aangesloten kunnen worden.
  
Het nadeel van Loconet is eigenlijk alleen de prijs, gemiddeld genomen betaal je het dubbele voor Loconet melders. Voor verdere informatie verwijs ik graag naar het hoofdstuk over Loconet.
+
Het nadeel van Loconet is eigenlijk alleen de prijs, gemiddeld genomen betaal je het dubbele voor Loconet melders.  
  
 
Na enkele zelfbouw initiatieven door handige hobbyisten is door Uhlenbrock ook onderkent dat er markt is voor een hybride vorm tussen deze twee systemen. Dus brengt dit bedrijf in 2010 de S88 - Loconet adapter op de markt. Hiermee zijn de voordelen van goedkope S88 bezetmelders te combineren met de toegestane structuur van Loconet en zijn betrouwbaarheid.
 
Na enkele zelfbouw initiatieven door handige hobbyisten is door Uhlenbrock ook onderkent dat er markt is voor een hybride vorm tussen deze twee systemen. Dus brengt dit bedrijf in 2010 de S88 - Loconet adapter op de markt. Hiermee zijn de voordelen van goedkope S88 bezetmelders te combineren met de toegestane structuur van Loconet en zijn betrouwbaarheid.
 +
 +
Loconet is evenwel meer als alleen maar een manier om bezetmelders aan te sluiten maar daarvoor verwijs ik graag naar het hoofdstuk over Loconet.

Versie van 5 feb 2010 om 18:36

E10.04 - Wissels digitaliseren - Vorige | Volgende - E10.06 - Verder

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Remco Poppen, Fred Stevens

Terugmelding

Nu we digitaal kunnen rijden en de wissels digitaal kunnen omzetten is de basis gelegd voor het geautomatiseerd rijden. Wij, als mens, kunnen zien waar een trein zich bevindt.

Wanneer een computer de trein moet bedienen hebben we een probleem. De computer beschikt niet over 'ogen' om de trein te kunnen zien. Dus we moeten de computer de beschikking geven over deze 'ogen'.

Terugmelders

Deze 'ogen' noemen we terugmelders. Terugmelders zijn er in veel verschillende varianten. De meest bekende terugmelders/bezetmelders zijn de volgende:

Reed contacten ( Terugmelder )
Schakelrails ( Terugmelder )
Massa detectie ( Terugmelder )
Stroom detectie ( Bezetmelder )

Reed contacten

Reed contacten of schakelrails zijn zogenaamde puls contacten. Als een trein voorbij rijdt genereren ze heel kort een pulsje die door de terugmelder moet worden gezien. Het reedrelais is een klein schakelaartje in een glazen buisje. Dit schakelaartje wordt geactiveerd als er een magneet bij in de buurt komt. Door een reedrelais tussen de spoorstaven te plaatsen én een magneetje onder de trein te bevestigen, zal bij het voorbijrijden van de trein de schakelaar bekrachtigd worden.

Fout bij het aanmaken van de miniatuurafbeelding: Bestand is zoek


E10.05-01
Bron: André Karwath http://nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:Reed_switch_(aka).jpg

Reed contact

Schakelrails

Märklin biedt een speciale schakelrail. Deze rail is voorzien van 2 kleine schakelaars die met een pal door de rail bedding uitsteken. De sleper onder de loc drukt afhankelijk van de rijrichting de ene of andere schakelaar kortstondig aan.

DigitaalSchakelrail.jpg
E10.05-02
Bron: www.conrad.nl

Marklin schakelrail

Massa detectie

Massa detectie is een terugmeld techniek voor 3-rail. Bij 3-rail staat de + op de punt contacten en de massa op de railstaven. Je zult nu 1 massa staat moeten isoleren in de rail. Op deze geisoleerde rail sluit je de terugmelder aan.

Wanneer nu een trein over de geisoleerde railstaaf rijdt en daarmee dus beide railstaven verbindt genereer je een terugmelding. Het systeem weet nu dat er zich een trein bevindt op de plek van die terugmelder.

Bij massadetectie is de kans op een correcte terugmelding veel groter als bij een Reed of schakelrail. Deze laatste 2 geven 1 enkele puls af en als die gemist wordt of niet komt zal er geen terugmelding zijn. Bij massadetectie is er als gevolg van de lengte van het geisoleerde deel een veel grotere kans op detectie en daarmee neemt de betrouwbaarheid toe.

DigitaalBm3rail.jpg
E10.05-03
Bron: Huib Maaskant http://www.floodland.nl/aim/info_bmd16n_1.htm

16 voudige massadetectie

In schematische weergave ziet het er als volgt uit ( Van links naar rechts, reedcontact, massadetectie, schakelrails ):

DigitaalInfo terugmelding 2 2.gif
E10.05-04
Bron: Huib Maaskant - http://www.floodland.nl/aim/

Stroom detectie

Stroomdetectie is een bezetmeldings techniek welke toepasbaar is op zowel 3- als 2-rail. Stroomdetectie werkt eigenlijk zoals de naam al zegt op basis van het detecteren van stroom.

Bij 2-rail isoleer je een deel van 1 railstaaf en daar sluit je de bezetmelder op aan. Zodra de trein op dit gedeelte komt zal er, omdat de trein een stroomverbruiker is, stroom gaan lopen over het bezetmeld contact. Hierdoor detecteerd de bezetmelder dus dat dat specifieke deel in gebruik is en genereerd een bezetmelding. Deze manier van detecteren is uiterst betrouwbaar.

Bij 3-rail werkt dit hetzelfde alleen nu isoleer je of een van de railstaven of de puntcontacten en daar sluit je de bezetmelder op aan.

DigitaalBM16N-SD.jpg
E10.05-05
Bron: Huib Maaskant http://www.floodland.nl/aim/info_bmd16n_sd_1.htm

16 voudige stroomdetectie

In schematische weergave ziet het er als volgt uit:

DigitaalInfo terugmelding 3 2.gif
E10.05-06
Bron: Huib Maaskant - http://www.floodland.nl/aim/

Nu we weten hoe alle vormen werken gaan we in het volgende hoofdstuk kijken hoe we dit allemaal gaan aansluiten aan de centrale.

S88

Op moment een van de meest gangbare manieren om terugmelders/bezetmelders aan te sluiten is S88. Het voordeel van deze melders is dat ze vrij goedkoop zijn en goed zelf te bouwen. Twee nadelen kenmerken S88, 1 is de gevoeligheid van de kabels waarmee je de melders aan elkaar koppelt. Hierop is tegenwoordig een oplossing bedacht in de vorm van S88-n waarbij in plaats van de normale bandkabels een netwerkkabel gebruikt wordt.

Het andere nadeel is dat S88 1 lange keten moet zijn. Dus aftakkingen zijn niet toegstaan. Nu is dit op een normale baan niet snel een probleem, maar het kan op grotere en complexere banen wel een probleem zijn.

Loconet

De andere, steeds populairdere vorm van aansluiten, is middels Loconet. Loconet is een door Digitrax ontwikkeld protocol, waarbij je vrijwel elke structuur mag implementeren behalve een ring netwerk. Deze manier van aansluiten kenmerkt zich door een zeer betrouwbaar functioneren waarbij het grote voordeel is dat op het Loconet veel meer als alleen bezetmelders aangesloten kunnen worden.

Het nadeel van Loconet is eigenlijk alleen de prijs, gemiddeld genomen betaal je het dubbele voor Loconet melders.

Na enkele zelfbouw initiatieven door handige hobbyisten is door Uhlenbrock ook onderkent dat er markt is voor een hybride vorm tussen deze twee systemen. Dus brengt dit bedrijf in 2010 de S88 - Loconet adapter op de markt. Hiermee zijn de voordelen van goedkope S88 bezetmelders te combineren met de toegestane structuur van Loconet en zijn betrouwbaarheid.

Loconet is evenwel meer als alleen maar een manier om bezetmelders aan te sluiten maar daarvoor verwijs ik graag naar het hoofdstuk over Loconet.