Elektronica basis: verschil tussen versiesUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie van 8 okt 2010 om 16:15
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Auteurs: Dick van der Knaap & Fred Eikelboom
TolerantieÉén van de zaken die bij elektronica in de gaten gehouden moeten worden, is de zogenaamde tolerantie bij de componenten. Hieronder wordt verstaan dat de waarde van een bepaalde eigenschap, bijvoorbeeld de weerstand, niet altijd is wat die moet zijn. Bedenk, dat het hier meestal gaat om onderdelen die in massa geproduceerd worden, vaak geheel machinaal, zoals weerstandjes. De tolerantie wordt, normaal gesproken, op het onderdeel weergegeven. Typen WeerstandenDe weerstand bestaat in meerdere typen:
WeerstandcoderingWeerstandswaarden worden aangeduid met het Ohm-teken: Ω.
In schema's wordt het symbool gebruikt zoals aangegeven in tekening E16.01-01.
Sjabloon:Tekening
In schema's worden afkortingen voor de waardes gebruikt.
Zouden we alle weerstandwaarden voluit in het schema noteren, dan zou het schema onleesbaar worden.
Bij waarden onder de één Ω (Ohm) wordt het op deze manier aangegeven: er staat een R vòòr de waardeaanduiding: R47 = 0,47Ω. Er kan ook een letter tussen de cijfers staan: 1E8 = 1,8Ω. In de E12-reeks (standaard waarden) komen de volgende waarden voor:
10, 12, 15, 18, 22, 27, 33, 39, 47, 56, 68, 82. Hierin zitten b.v. de waarden 12 Ω, 220 Ω, 33K, 560K enz. Kleurcode codering van weerstandenWeerstanden zijn voorzien van een gestandaardiseerde code in de vorm van gekleurde ringen.
Sjabloon:Tabel
Bij koolfilm-weerstanden staan vier ringen op de weerstand. Sjabloon:Tabel
Bij metaalfilm-weerstanden staan vijf (en soms zes) ringen op de weerstand.
We moeten de weerstand met de ringen aan de linkerzijde vasthouden (zie tabel E16.01-03). Daarna kunnen we aan de hand van de kleurcode de waarde achterhalen. CondensatorenIn schema's wordt een condensator aangegeven zoals afgebeeld in tekening E16.01-04.
Sjabloon:Tekening
Een condensator wordt gebruikt voor verschillende doeleinden, zoals ontstoring (bijv. op de elektromotor van een model-locomotief of model-treinstel). Dit type condensator heeft geen polariteit. Het maakt dus niets uit hoe we een condensator aansluiten. Elektrolytische Condensatoren (ElCo's)In schema's wordt een ElCo aangegeven zoals afgebeeld in tekening E16.01-05.
Sjabloon:Tekening
De Elco is ook een condensator, maar dan een condensator met een zeer grote elektrische capaciteit. De benaming 'Elco' is de afkorting van Elektrolytische Condensator. Dit betekend dat de Elco gevuld is met een Elektroliet. Deze Elektroliet bevindt zich tussen twee stroken opgerold materiaal: de kathode, bestaande uit aluminiumfolie, en de anode, bestaande uit sterk opgeruwd aluminiumfolie met daarop een dun laagje aluminiumoxide. De Elco heeft een speciale eigenschap, hij is namelijk polair. Dat betekent dat de Elco een positieve pool (de plus), en een negatieve pool (de min) heeft. Een Elco kan stroom opslaan (net als een accu) en wordt dan ook vaak gebruikt voor het opslaan (bufferen) van stroom. De bekendste toepassing is het afvlakken van de gelijkgerichte spanning in voedingen (afvlakken betekend vermindering van de rimpelspanning) en bij LED-verlichting in rijtuigen (LED-strip's) kunnen we de Elco gebruiken om het knipperen van de LED's tegen te gaan. DiodeDe diode, die maar in één richting stroom doorlaat, wordt o.a. gebruikt voor gelijkrichting. Een diode heeft twee aansluitingen, de Anode en de Kathode. Sjabloon:Tekening In tekening E16.01-06 staat het schema-symbool van de diode. Het streepje geeft de Kathode aan. Ook op de behuizing is een streep afgedrukt. Deze streep geeft eveneens de Kathode aan. Bij zelfbouw modelspoor-elektronica worden de 1N4148, 1N4007, BYV28-200 of 1N5408 vaak gebruikt. De 1N4148 kan 100 mA verwerken bij maximaal 75V. De 1N4007 kan max. 1 Amp. verwerken bij 1000 V. De BYV28-200 kan 3 Amp. verwerken bij 200 V. en de 1N5408 kan 3 Amp. verwerken bij 1000 V. De BYV28-200 is uitermate geschikt voor detectieschakelingen. (in combinatie met een stuk geïsoleerde rails) Bruggelijkrichter (Brugcel)Sjabloon:Tekening Gelijkrichters dienen om een wisselspanning in een gelijkspanning om te zetten. Er bestaan 3 basisschakelingen: 1) de enkelfazige/enkelzijdige met één diode (zie fig.1). Frequentie op de uitgang = 50 Hz. 2) de dubbelfazige/enkelzijdige met twee diodes en een middenaftakking op de trafo (zie fig.2). Frequentie op de uitgang = 100 Hz. 3) de enkelfazige/dubbelzijdige met een bruggelijkrichter (zie fig.3). Frequentie op de uitgang = 100 Hz. De dioden in fig.1 en fig.2 moeten minstens een sperspanning hebben van 2 x de topwaarde van de wisselspanning. Achter de gelijkrichter hebben we een pulserende gelijkspanning, daarom wordt een Elco geplaatst(met grote capaciteit) om de rimpelspanning te verminderen. De onbelaste spanning achter de Elco is 1,414 x de AC-spanning die op de ingang van de gelijkrichter staat, minus de stapspanning over twee diodes van 1,4 Volt. Dus bij een ingangsspanning van 12 V AC staat er op de Elco een spanning van: (12 x 1,414) - 1,4 = 15,56 Volt. In figuur 2 geleiden afwisselend de dioden A en B. In figuur 3 geleiden afwisselend de diodeparen A en A' of B en B'. Op een brugcel staat een code: de B van brug, dan de maximale spanning: bijv. 40 Volt, daarna de C van Current (stroom in mA), en daarachter de maximale continu-stroom, in dit geval 2200 mA oftwel 2,2 Amp. Sjabloon:Tekening Er zijn ook typen waarop achter de C twee waarden aangegeven staan: bijv. C3300/2200. Het eerste getal is de max. toelaatbare continu-stroom, wanneer de brugcel op een voldoende groot koelelement gemonteerd is, én er koelpasta tussen de brugcel en het koelelement aangebracht is. Het tweede getal (achter de schuine streep) is de maximaal toelaatbare stroom, wanneer de brugcel vrij opgesteld is, dus zonder aanvullende koelingmaatregelen. ZenerdiodeZenerdioden zijn genoemd naar C.M. Zener, een Amerikaanse natuurkundige, die het Zener-effect ontdekte. De Zenerdiode heeft, net als de gewone diode, een Kathode en een Anode. Op de behuizing zit een ring welke de Kathodezijde aangeeft. Er bestaan gewone Zenerdioden, maar ook Zenerdioden welke het zgn. 'Avalance' of 'lawine'-effect hebben. Bij de laatste typen neemt de inwendige weerstand plotseling sterk af van enkele tientallen MegaOhm tot ongeveer 100 Ohm wanneer ze in geleiding komen (c.q. doorslaan). Sjabloon:Tekening De zenerdiode wordt normaliter aangesloten in sperrichting. Er bestaan echter ook Zenerdiodes voor lage spanningen(lager dan 2 Volt), welke in doorlaatrichting aangesloten dienen te worden. Zodra de aangelegde spanning boven de doorslagspanning (zenerspanning) komt, gaat de zenerdiode geleiden. De spanning over de zenerdiode blijft dan redelijk constant. Sjabloon:Tekening Er moet in serie met de zenerdiode een weerstand worden aangesloten (meestal aan de Kathodezijde), om er voor te zorgen dat de maximale stroom niet overschreden wordt. Voor een goede werking van de Zenerdiode is een minimumstroom benodigd. Bij ongeveer 5 tot 10 mA. bereiken we goede resultaten. Meer informatie:
Overgenomen van "https://encyclopedie.beneluxspoor.eu/index.php?title=Elektronica_basis&oldid=11402"
Verborgen categorieën: |