Handmatig digitaal rijden

E10.02 - Uitleg Digitaal - Vorige | Volgende - E10.04 - Wissels digitaliseren

---

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Remco Poppen

Handmatig digitaal rijden

Nu hebben we de minimaal benodigde onderdelen om te rijden, een centrale, booster, trafo en loc met decoder. Zodra je met een analoge baan aan de rijregelaar draait gaan alle op de rails aanwezige locomotieven rijden.

Adressen

Bij digitaal werkt dat anders. Elke decoder heeft een eigen adres. Dit kan een kort adres zijn met een waarde tussen de 0 en 255 zijn of een lang adres met een waarde tussen de 0..9999 ( Beide maximum waarden zijn afhankelijk van de gebruikte decoder en kunnen dus anders zijn )

Zoals is uitgelegd worden opdrachten van de gebruiker door de centrale op de baan verzonden. Deze opdrachten gaan vooraf door het adres van de specifieke locomotief die de gebruiker wil bedienen.

Dus de opdracht zal bijvoorbeeld luiden: Lok 17 Licht aan.
Het gevolg is dat van de lokomotief met adres 17 het licht aan zal gaan.

Het is standaard dat een nieuwe decoder als adres de waarde 03 heeft. Daarbij is het belangrijk te weten dat als er twee locomotieven op de rails staan met allebei adres 03, deze allebei zullen reageren op commando's voor adres 03.

Dus wil je meerdere locomotieven tegelijk gebruiken dan zul je de adressen moeten wijzigen. Hoe we dit doen komt in het hoofdstuk Programeren Decoder aan bod.

Daadwerkelijk rijden

Als we nu willen rijden, selecteren we eerst het juiste adres, adres 3, en geven vervolgens de trein opdracht om vooruit te rijden.

Wanneer we nog een tweede locomotief op de baan plaatsen met adres 5 kunnen we deze onafhankelijk van de loc met adres 3 bedienen. Dus we selecteren dan adres 5 en geven de locomotief de opdracht om bijvoorbeeld achteruit te rijden.

Nu zullen beide loks tegelijk rijden waarbij lok 3 vooruit rijdt en lok 5 achteruit rijdt.

---

E10.02 - Uitleg Digitaal - Vorige | Volgende - E10.04 - Wissels digitaliseren