Persoonlijke instellingen

Het Selectrix protocol: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k
k
Regel 69: Regel 69:
 
{{Linkssectie einde}}
 
{{Linkssectie einde}}
 
{{Voettekst
 
{{Voettekst
|Vorige=E10.17.03 - Rijprotocol MFX
+
|Vorige=E10.17.03 -_Protocol MFX
|Volgende=E10.17.05 - Rijprotocol FMZ
+
|Volgende=E10.17.05 - Protocol FMZ
 
}}
 
}}
 
[[Categorie: Alles]]
 
[[Categorie: Alles]]

Versie van 9 jan 2011 om 15:14

Hoofdpagina  Categorie-index  Index
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Ronald Koerts



In controle, Fred



Inleiding

Ook dit protocol is niet ontwikkeld door degene die het op de markt heeft gebracht. Eind jaren zeventig is het ontwikkeld door Doehler & Haass GmbH & Co, op basis van een protocol van Siemens. Doehler & Haass hebben het systeem aan diverse fabrikanten aangeboden, maar Trix was degene die het systeem ging gebruiken. Trix kreeg een exclusiviteitrecht voor het gebruik van het systeem, en heeft het onder de naam 'Selectrix99' op de markt gebracht.

Door de opbouw van het protocol is het mogelijk kleinere decoders te ontwikkelen. Daardoor was het Selectrix-systeem zeer geschikt voor het gebruik in de schalen N en Z.

NEM-standaard

Na de overname van Trix door Märklin, werd ook het contract met Doehler & Haass opgezegd. Daardoor kwam de mogelijkheid om het protocol vrij beschikbaar te stellen. Dit is gebeurd in de NEM-standaard, zie daarvoor de NEM-normen. Door het vrijgeven zijn er ook meerdere (kleine) fabrikanten bijgekomen die het protocol zijn gaan ondersteunen.

Verschillende versies

Van het systeem zijn twee verschillende versies verschenen. In de nieuwe versie zijn er aanpassingen gemaakt voor het DCC-protocol en zijn de locadressen van 104 - 111 gereserveerd voor extra functies en procedures. Daarnaast is het met het nieuwe protocol mogelijk om meer dan twee functies in een locomotief aan te sluiten.

Aantal locomotieven

Met het oude systeem kunnen maximaal 111 adressen worden aangestuurd. Met het nieuwe systeem, Selectrix2000, kunnen echter maar 103 locadressen worden aangestuurd. Dit verschil wordt veroorzaakt doordat in het nieuwe systeem een aantal adressen gereserveerd zijn. De locadressen moeten worden gedeeld met de wisseldecoders, bezetmelders en andere digitale componenten.

Accessoires

Voor digitale accessoires heeft het protocol een speciale constructie. Meerdere accessoires kunnen op één adres worden aangesloten. Daardoor is bijvoorbeeld voor acht wissels maar één adres nodig.

SX-Bus

Met de SX-bus worden de wisseldecoders, bezetmelders en andere digitale accessoires aangesloten. De data via de SX-bus is hetzelfde als de data die via de rails verzonden wordt.

Remdiode

Net zoals bij het ABC-systeem van Lenz is het mogelijk om bij het Selectrix protocol de locdecoder te laten reageren op een asymmetrisch signaal. Hierdoor kan een locomotief remmen of stoppen op een aangewezen plaats. Na het opheffen van het asymmetrische signaal zal de locomotief weer optrekken.

Ontwikkelingen

Ondanks dat het Selectrix protocol moet opboksen tegen DCC en Motorola, heeft het nog veel aanhangers in de kleinere schalen zoals N en Z. Een aantal fabrikanten die Selectrix volledig ondersteunen, zijn bezig met het ontwikkelen van een nieuw Selectrix protocol.

Kort overzicht

Selectrix Selectrix2000 Opmerkingen
Aantal locs aan te sturen 111 103
Aantal locadressen 111 103
Aantal rijstappen 31 31
Aantal locfuncties 2 8
Aantal accessoires 111 103 Gedeeld met locadressen

Sjabloon:Link extern



Hoofdpagina  Categorie-index  Index
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie