Persoonlijke instellingen

Sluitseinen of sluitverlichting: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k (De werking van de schakeling)
k
Regel 19: Regel 19:
 
Deze eenvoudige schakeling past door het bescheiden aantal onderdelen in schaal H0 rijtuigen, maar ook in TT en N-materieel.
 
Deze eenvoudige schakeling past door het bescheiden aantal onderdelen in schaal H0 rijtuigen, maar ook in TT en N-materieel.
  
De LED krijgt zijn voedingsspanning d.m.v. een eenvoudig stukje elektronica.Bij een voedingsspanning van 4 tot 30 V levert de schakeling een constante stroom van 15 mA aan de LED en maakt het daardoor mogelijk dat de LED een gelijkmatige helderheid heeft.
+
De LED krijgt zijn voedingsspanning d.m.v. een eenvoudig stukje elektronica. Bij een voedingsspanning van 4 tot 30 V levert de schakeling een constante stroom van 15 mA aan de LED en maakt het daardoor mogelijk dat de LED een gelijkmatige helderheid heeft.
 
 
(beschrijving geldt voor figuur 1)
 
  
 
=== De werking bij het voeden met gelijkstroom (Tweerail)===
 
=== De werking bij het voeden met gelijkstroom (Tweerail)===
 
(beschrijving geldt voor figuur 1)<br />Diode D1 zorgt ervoor dat de LED, alleen bij juiste poling van de voedingsspanning, welke afkomstig is van de spoorstaven, brandt. Bij het achteruitrijden zal de LED niet branden. Bij stilstand is de sluitverlichting uit, omdat er dan geen spanning op de spoorstaven aanwezig is.
 
(beschrijving geldt voor figuur 1)<br />Diode D1 zorgt ervoor dat de LED, alleen bij juiste poling van de voedingsspanning, welke afkomstig is van de spoorstaven, brandt. Bij het achteruitrijden zal de LED niet branden. Bij stilstand is de sluitverlichting uit, omdat er dan geen spanning op de spoorstaven aanwezig is.
  
(beschrijving geldt voor figuur 2))<br />De diodes D1 t/m D4 zorgen ervoor dat de LED, in beide rijrichtingen de juiste spannings-polariteit krijgt, en dus in beide rijrichtingen brandt. Bij stilstand is de sluitverlichting uit, omdat er dan geen spanning op de spoorstaven aanwezig is.
+
(beschrijving geldt voor figuur 2)<br />De diodes D1 t/m D4 zorgen ervoor dat de LED, in beide rijrichtingen de juiste spannings-polariteit krijgt, en dus in beide rijrichtingen brandt. Bij stilstand is de sluitverlichting uit, omdat er dan geen spanning op de spoorstaven aanwezig is.
  
 
=== De werking bij het voeden met analoge wisselstroom (Drierail) ===
 
=== De werking bij het voeden met analoge wisselstroom (Drierail) ===
(beschrijving geldt voor figuur 1))<br />Diode D1 richt de wisselspanning, welke afkomstig is van de spoorstaven, gelijk en zorgt daarmee voor de juiste polariteit van de voedingsspanning op het knooppunt D1-R1-T1. Bij stilstand is de sluitverlichting uit, omdat er dan geen spanning op de spoorstaven aanwezig is.
+
(beschrijving geldt voor figuur 1)<br />Diode D1 richt de wisselspanning, welke afkomstig is van de spoorstaven, gelijk en zorgt daarmee voor de juiste polariteit van de voedingsspanning op het knooppunt D1-R1-T1. Bij stilstand is de sluitverlichting uit, omdat er dan geen spanning op de spoorstaven aanwezig is.
  
(beschrijving geldt voor figuur 2))<br />De diodes D1 t/m D4 richten de wisselspanning, welke afkomstig is van de spoorstaven, gelijk en zorgen daarmee voor de juiste polariteit van de voedingsspanning op het knooppunt D1-R1-T1. Bij stilstand is de sluitverlichting uit, omdat er dan geen spanning op de spoorstaven aanwezig is.
+
(beschrijving geldt voor figuur 2)<br />De diodes D1 t/m D4 richten de wisselspanning, welke afkomstig is van de spoorstaven, gelijk en zorgen daarmee voor de juiste polariteit van de voedingsspanning op het knooppunt D1-R1-T1. Bij stilstand is de sluitverlichting uit, omdat er dan geen spanning op de spoorstaven aanwezig is.
  
 
=== De werking bij het voeden met digitale stroom ===
 
=== De werking bij het voeden met digitale stroom ===
(beschrijving geldt voor figuur 1))<br />Diode D1 richt de spanning, welke afkomstig is van de spoorstaven, gelijk en zorgt daarmee voor de juiste polariteit van de voedingsspanning op het knooppunt D1-R1-T1. Bij stilstand is de sluitverlichting aan, omdat bij 'digitaal' altijd spanning op de spoorstaven aanwezig is.
+
(beschrijving geldt voor figuur 1)<br />Diode D1 richt de spanning, welke afkomstig is van de spoorstaven, gelijk en zorgt daarmee voor de juiste polariteit van de voedingsspanning op het knooppunt D1-R1-T1. Bij stilstand is de sluitverlichting aan, omdat bij 'digitaal' altijd spanning op de spoorstaven aanwezig is.
  
(beschrijving geldt voor figuur 2))<br />De diodes D1 t/m D4 richten de spanning, welke afkomstig is van de spoorstaven, gelijk en zorgen daarmee voor de juiste polariteit van de voedingsspanning op het knooppunt D1-R1-T1. Bij stilstand is de sluitverlichting aan, omdat bij 'digitaal' altijd spanning op de spoorstaven aanwezig is.
+
(beschrijving geldt voor figuur 2)<br />De diodes D1 t/m D4 richten de spanning, welke afkomstig is van de spoorstaven, gelijk en zorgen daarmee voor de juiste polariteit van de voedingsspanning op het knooppunt D1-R1-T1. Bij stilstand is de sluitverlichting aan, omdat bij 'digitaal' altijd spanning op de spoorstaven aanwezig is.
  
 
=== De werking van de schakeling ===
 
=== De werking van de schakeling ===

Versie van 20 feb 2011 om 09:07

Hoofdpagina  Categorie-index  Index
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom


We willen op de modeltreinbaan graag dat alles zo natuurgetrouw mogelijk nagebootst is. We willen dan vanzelfsprekend ook wagens en/of rijtuigen met ingebouwde sluitverlichting. Voor degenen die kant-en-klare sluitverlichting te duur vinden, is er de mogelijkheid om de sluitverlichting zelf te bouwen.

600px
Afbeelding: E08.08-01
Schema van het sluitsein
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom

Deze eenvoudige schakeling past door het bescheiden aantal onderdelen in schaal H0 rijtuigen, maar ook in TT en N-materieel.

De LED krijgt zijn voedingsspanning d.m.v. een eenvoudig stukje elektronica. Bij een voedingsspanning van 4 tot 30 V levert de schakeling een constante stroom van 15 mA aan de LED en maakt het daardoor mogelijk dat de LED een gelijkmatige helderheid heeft.

De werking bij het voeden met gelijkstroom (Tweerail)

(beschrijving geldt voor figuur 1)
Diode D1 zorgt ervoor dat de LED, alleen bij juiste poling van de voedingsspanning, welke afkomstig is van de spoorstaven, brandt. Bij het achteruitrijden zal de LED niet branden. Bij stilstand is de sluitverlichting uit, omdat er dan geen spanning op de spoorstaven aanwezig is.

(beschrijving geldt voor figuur 2)
De diodes D1 t/m D4 zorgen ervoor dat de LED, in beide rijrichtingen de juiste spannings-polariteit krijgt, en dus in beide rijrichtingen brandt. Bij stilstand is de sluitverlichting uit, omdat er dan geen spanning op de spoorstaven aanwezig is.

De werking bij het voeden met analoge wisselstroom (Drierail)

(beschrijving geldt voor figuur 1)
Diode D1 richt de wisselspanning, welke afkomstig is van de spoorstaven, gelijk en zorgt daarmee voor de juiste polariteit van de voedingsspanning op het knooppunt D1-R1-T1. Bij stilstand is de sluitverlichting uit, omdat er dan geen spanning op de spoorstaven aanwezig is.

(beschrijving geldt voor figuur 2)
De diodes D1 t/m D4 richten de wisselspanning, welke afkomstig is van de spoorstaven, gelijk en zorgen daarmee voor de juiste polariteit van de voedingsspanning op het knooppunt D1-R1-T1. Bij stilstand is de sluitverlichting uit, omdat er dan geen spanning op de spoorstaven aanwezig is.

De werking bij het voeden met digitale stroom

(beschrijving geldt voor figuur 1)
Diode D1 richt de spanning, welke afkomstig is van de spoorstaven, gelijk en zorgt daarmee voor de juiste polariteit van de voedingsspanning op het knooppunt D1-R1-T1. Bij stilstand is de sluitverlichting aan, omdat bij 'digitaal' altijd spanning op de spoorstaven aanwezig is.

(beschrijving geldt voor figuur 2)
De diodes D1 t/m D4 richten de spanning, welke afkomstig is van de spoorstaven, gelijk en zorgen daarmee voor de juiste polariteit van de voedingsspanning op het knooppunt D1-R1-T1. Bij stilstand is de sluitverlichting aan, omdat bij 'digitaal' altijd spanning op de spoorstaven aanwezig is.

De werking van de schakeling

De schakeling bestaat uit een zogenaamde stroombron. De transistoren T1 en T2 beïnvloeden elkaar onderling en regelen daarmee de stroom door de LED af op een gemiddelde stroom van 15 mA. De condensator dient ter ontstoring en zorgt tevens voor een soepel regelgedrag van de schakeling.

Inplaats van de standaard 3 mm LED kunnen we natuurlijk ook gebruikmaken van een '0805' SMD-LED. Willen we het lastige 'draadjes aan de LED solderen' vermijden, dan kunnen we gebruikmaken van kant-en-klare LED's met aangesoldeerde draden van 24 cm lengte (zie link hieronder bij 'Informatie').

In onderstaande tabel de gebruikte onderdelen. De vermelde bedragen zijn winkelprijzen in regio Zwolle. (prijspeil februari 2011)

Aantal Omschrijving Typenummer / waarde Bedrag
2 Transistor BC327 0,40
1 Diode 1N4148 0,10
1 LED 3 mm standaard 3 mm. Low Current 0,35
1 Weerstand 10K 0,07
1 Weerstand 47R 0,07
1 Condensator 680 pF Keramisch 0,50

Het totaalbedrag van de onderdelen in fig. 1 bedraagt €1,49. Het totaalbedrag van de onderdelen in fig. 2 bedraagt €1,99. (prijspeil februari 2011)


Meer informatie

Hieronder vinden we een overzicht van links naar andere websites over dit onderwerp:

Sjabloon:Link extern



Naschrift;
Er volgt nog een schema voor een sluitsein. Vandaar de titel 'Sluitseinen'.
Nog even geduld a.u.b.



Hoofdpagina  Categorie-index  Index
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie