Stappenplan locdecoderinbouw: verschil tussen versiesUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie van 10 okt 2011 om 19:44
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom
Stappenplan DecoderinbouwDe voorbereidingAlvorens een decoder in te gaan bouwen, dienen we de volgende zaken op orde te hebben: de loc moet analoog goed en betrouwbaar lopen. De motor moet dus 100% in orde zijn. Daarvoor controleren we het volgende:
Waarschuwing: laat de motor eerst een poosje drogen voordat u er spanning op zet, vanwege brandgevaar!
Kijk ook of alle wielcontacten de wielen goed blijven raken bij zijdelingse verschuiving van de as (controleer dit in beide richtingen). Eventueel de wielcontacten voorzichtig iets bijbuigen (dit gaat het handigst wanneer u de betreffende as uit de loc verwijdert).
Pas wanneer de loc analoog onberispelijk rijdt, kunnen we overgaan tot het inbouwen van de decoder. Indien de loc analoog niet goed rijdt, heeft het inbouwen van de decoder weinig zin. Dit leidt alleen maar tot ergernissen. Tip: Condensatoren Märklin heeft in zijn locs soms drie condensatoren gemonteert, één zit direct tussen beide koolborstels, en twee zitten er dan tussen de afzonderlijke koolborstels en de locmassa. Die laatste twee moeten er zondermeer uit, anders wordt het stuursignaal van de motor kortgesloten naar massa, en dan loopt de motor zeer belabberd en/of is zeer slecht af te regelen.
De inbouwWe verwijderen een eventueel aanwezige dummy NEM-plug, en controleren, met behulp van een multimeter, of de koolborstelaansluitingen van de motor nergens contact maken met andere bedrading of met het chassis van de loc.
Bij oudere Fleischmann-motoren is één van de koolborstelhouders verbonden met het motorschild. Als u heel handig bent, kunt u dit oplossen door die koolborstelhouder te isoleren van het motorschild. Wilt u het probleem sneller oplossen, vervang dan het motorschild door een geïsoleerd exemplaar. De koolborstelaansluitingen van de motor mogen alléén maar aangesloten zijn op de oranje en grijze decoderdraden. Als dit in orde is, kunnen we de decoder aansluiten. 1) De loc is voorzien van een NEM-aansluitpunt (NEM-Connector). zie E10.08.01 - NEM651, E10.08.02 - NEM652 of E10.08.03 - 21MTC (Is de loc niet voorzien van een NEM-aansluitpunt, ga dan verder bij punt 2 hieronder). Verwijder voorzichtig de Dummy-steker. Daarna is het heel gemakkelijk: de NEM-steker van de decoder op de juiste wijze, voorzichtig, in de connector duwen. Op de print staat - als het goed is - een merkteken. Dit kan een sterretje (*) zijn, maar ook een pijltje (>).
6-polige NEM-aansluiting
8-polige NEM-aansluiting
2) De loc is niet voorzien van een NEM-aansluitpunt (NEM-Connector). Bevestiging van de decoderBevestig de decoder met zo weinig mogelijk dubbelzijdig tape (er moet zo veel mogelijk koellucht bij de decoder kunnen komen). Smalle stripjes dubbelzijdige tape zijn het beste. Het verdient ten zeerste aanbeveling i.v.m. de noodzakelijke koeling van de decoder om - indien de decoder schuin of verticaal geplaatst wordt - de stripjes dubbelzijdige tape ook in verticale richting te plaatsen. De spanningsvoorzieningWe beginnen altijd met het aansluiten van de rode en de zwarte draad. De rode draad komt aan de rechterwielen van de loc. De zwarte draad komt aan de linkerwielen van de loc. Voor die enkeling die nou toevallig niet weet wat zijn rechterhand is: dat is de hand waar uw duim links zit. :-)
De motoraansluitingenDaarna sluiten we de motor aan: de oranje draad gaat naar de + (plus)kant van de motor. De grijze draad gaat naar de — (min)kant van de motor. De plus-kant van de motoraansluitingen is die aansluiting waarbij, als de plusaansluiting van een 4,5 Volts batterij er op aangesloten is, de loc vooruit rijdt. (Let op! Test dit niet met de decoder aangesloten, want daar kan de decoder absoluut niet tegen.)
De verlichtingIs bovenstaande in orde, dan pas gaan we de verlichting aansluiten. Waarom ...? Stel dat u alle bedrading in één keer aansluit, en dat later blijkt dat de loc niet wil rijden door een defecte decoder. Dan mag u alles weer los gaan halen. Zonde van de tijd en het werk wat u er mee hebt. Controleer nu (indien er lampjes in de loc zitten), of de lampjes vrij zijn van het chassis. Is dat niet het geval, kijk dan in de gebruiksaanwijzing van uw decoder hoe u het dan aan moet sluiten.
De frontverlichting ('het frontsein') sluiten we als volgt aan: de blauwe plus-draad gaat naar de LED's of lamp(en). De witte min-draad van de decoder komt aan de andere zijde van de LED's of lamp(en). Bij gebruik van LED's, deze altijd via een (eventueel al aanwezige) voorschakelweerstand aansluiten! Na het aansluiten van het frontsein, controleren we of de frontverlichting brandt, en of de verlichting overeenkomt met de rijrichting. Als dit in orde is kunnen we de rode LED (of lamp) aan de voorzijde aan gaan sluiten op de gele draad. Ook deze verlichting controleren we op juiste werking. Komt de verlichting nu niet overeen met de rijrichting, dan moet u even een decoder-CV aanpassen. Staat hierboven al aangegeven, maar (als het goed is)ook in de gebruiksaanwijzing.
De achterverlichting ('het sluitsein' of 'de sluitseinen') sluiten we als volgt aan: de blauwe plus-draad gaat naar de LED's of lamp(en). De witte min-draad van de decoder komt aan de andere zijde van de LED's (of lamp). Nu weer controleren of dit ook goed werkt.
Indien de loc voorzien is van lichtgeleiders en de LED achter een lichtgeleider wordt geplaatst, kan het zijn dat u een tussenliggende weerstandswaarde (bijv. 1K8) voor het sluitsein moet gebruiken. Dit omdat de lichtgeleider niet alle licht van de LED doorlaat. Dit komt door de beide overgangen tussen lucht en lichtgeleider aan weerszijden van de lichtgeleider (de technische benaming voor dit fenomeen is: 'lichtbreking'). Aansluitvolgorde
Schakeling van de lampen in de locomotief
Gerelateerde termen: Marklin, Maerklin, Mærklin
|