Veilig werken: verschil tussen versiesUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie van 6 jan 2012 om 17:22
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Dick van der Knaap
Veilig de hobby bedrijvenHet is belangrijk dat we, ook bij het bezig zijn met onze hobby, proberen zo veilig mogelijk te werken. Daaraan schort het nog wel eens, ook bij modelspoorders. Vaak merkt u, dat er een houding heerst van: 'dat is allemaal onzin, teveel moeite' en meer van dat soort argumenten. En dan komt later, als het té laat is, het oude gezegde weer naar boven: 'Als het kalf verdronken is, dempt men de put!' Beter is het dan ook om een ander oud gezegde ter harte te nemen: 'Voorkomen is beter dan genezen.' Daartoe moet u dan wél over wat kennis beschikken, want: 'Een gewaarschuwd mens telt voor twee, bij modelspoorders zelfs voor twee-en-een-half!' Maar het blijft uiteindelijk 'eigen risico' en eigen verantwoordelijkheid.
Bij welke handelingen lopen we dan een verhoogd risico? Dat kan zeer divers zijn. In de onderhoofdstukken van hoofdstuk E11 komen zo al een aantal aan bod.
Allerlei lijmen (oplosmiddelhoudend of oplosmiddelvrij)Kunststoffen worden vaak verlijmd met oplosmiddelen, het zogenaamde 'solvent welding'. Daarbij worden diverse vloeistoffen gebruikt, welke een gevaar voor de gezondheid kunnen vormen. Bedenk daarbij dat vloeistoffen ook door de huid kunnen dringen, dus het dragen van (wegwerp)handschoenen is weliswaar lastig, maar wel verstandig.
Spuiten van modellenDit gebeurt niet voor niets in een spuitcabine. Hier geldt eigenlijk hetzelfde wat ook hierboven bij de lijmen is vermeld. Extra bijkomstigheid is, dat er ook nog een fijne verfnevel gebruikt wordt. Daarom heeft een dergelijke cabine ook een afzuiging. Gebruik zomogelijk met water verdunbare verf. Het inademen van de verfnevel kunt u met een stofmasker voorkomen, maar niet het inademen van oplosmiddeldampen!.
Etsen van messing en andere metalenLet op! Hierbij gaat u vaak met etsende, bijtende chemicaliën om. Daarom dus altijd handschoenen dragen. Uitgewerkte etsvloeistof hoort bij het chemisch afval, dus via het ophaalpunt van de gemeente afvoeren. Draag ook oude kleding, waarin bij morsen zonder bezwaar een extra gat mag komen. SnijdenHet moge duidelijk zijn, dat dit bij voorkeur gebeurt met zo scherp mogelijke messen. Daardoor is het verwondinggevaar bij snijden heel waarschijnlijk. Bedenk steeds dat wanneer het mes uitschiet, u vaak onbedoeld zichzelf raakt. Daarom is het verstandig altijd zoveel mogelijk van u af te snijden.
Schuren, slijpen en borenWees bedacht op het stof dat ontstaat. Zonodig kan hier een stofmaskertje worden gedragen. Ook het stof van bepaalde houtsoorten is schadelijk voor de gezondheid. Wanneer u deze handelingen machinaal doet, bedenk dan dat slijpschijven de nare gewoonte hebben om onverwacht te breken, vooral als u probeert een spoorstaaf door te zagen met bijvoorbeeld een miniboormachientje. Let op! Wegspringende stukken van een slijpschijf of afgezaagde stukjes kunnen u lelijk verwonden, evenals metaalsplinters bij het boren. Blijf dus alert en zorg dat u zich niet bevindt in de eventuele baan. Zorg bij dit soort werkzaamheden ook voor een goede bescherming van de ogen, draag dus altijd een veiligheidsbril! SolderenWees erop bedacht dat u te maken hebt met hoge temperaturen. Zorg dat het werkstuk goed op zijn plaats blijft. Menige brandwond is al ontstaan doordat een werkstuk wegschiet. In een reflexbeweging probeert u dan het werkstuk op te vangen, pakt heet metaal of de soldeerbout vast, en het kwaad is al geschied.
ElektriciteitElektrische ladingen die zich door het lichaam bewegen, kunnen daar veel schade aanrichten. Daarom is het nodig bij onze hobby voorzichtig met stroom om te gaan. De wetgever heeft in de norm NEN-EN-IEC 61558-2-7 een aantal criteria vastgelegd voor wat in de hobbysfeer nog als toelaatbaar geldt. De kengetallen voor trafo's die circuits met aanraakbare spanningen voeden zijn:
maximaal 24V, maximaal 20A en maximaal 200VA. Bepalend is dus het product van spanning (Volts) en stroom (Ampères). Met andere woorden: bij onverhoopt contact mag er niet te veel energie op het lichaam worden overgebracht. Een goede gewoonte is, om elke voor u mogelijk optredende situatie even door te rekenen. Als u dit niet kunt, stel dan de vraag op het forum van Beneluxspoor.net. Het kan nooit kwaad te weten wat bijvoorbeeld een trafo aan vermogen maximaal moet (of kan) leveren. Doorgebrande trafo's worden een kostbare zaak, die te vermijden is. Bovendien voorkomt het schade aan elektrische componenten, of doorsmeltende bedrading. Voor de dikte van de te gebruiken draden bij de te verwachten stroomsterkte, is helaas geen norm beschikbaar. Wél voor 230 V, maar niet voor onze zwakstroomtoepassingen. Een algemeen gebruikte vuistregel is, om per mm² oppervlakte van de draaddoorsnede 10 Ampère te rekenen. Meet dan de draaddikte in mm met een schuifmaat, bereken het oppervlak van de doorsnede ((mm×mm× π × ¼), en de toelaatbare stroomsterkte in Ampères wordt gevonden. Dan blijkt bijvoorbeeld montagedraad voor electrische schakelingen (0,08 mm²) maar 0,8 A te kunnen hebben, waardoor het ongeschikt is om als voorziening van de rijspanning te dienen (die moet al snel 1 A kunnen hebben). Bovendien treedt in de bedrading spanningsverlies op door de weerstand van de draad. Dat hangt niet alleen van het materiaal af (koper is het meest gunstig), maar ook van de lengte en de diameter. Hoe dikker de draad, des te minder is de weerstand. Het bekende 'installatiedraad' (bruin, blauw) is 2,5 mm² en verdraagt dus maximaal ongeveer 25 A. Daarom wordt voor de stroomtoevoer naar de rails vaak een ringleiding van dit draad gelegd.
Zekeringen toepassen?De norm NEN-EN-IEC 61558-2-7 schrijft voor dat een transformator, welke voor modelspoor gebruikt wordt, òf kortsluitvast dient te zijn, òf dat, wanneer de kortsluitstroom van de secundaire wikkeling meer dan 20 Ampère bedraagt, er een niet zelfherstellende voorziening aangebracht moet zijn, die de stroom van het primaire circuit onderbreekt.
|