Persoonlijke instellingen

Stappenplan locdecoderinbouw: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k
k
Regel 39: Regel 39:
 
Verwijder voorzichtig de dummysteker. Daarna is het heel gemakkelijk: de NEM-steker van de decoder op de juiste wijze, voorzichtig in de connector duwen. Op de print staat als het goed is een merkteken. Dit kan een sterretje  zijn, maar ook een pijltje.
 
Verwijder voorzichtig de dummysteker. Daarna is het heel gemakkelijk: de NEM-steker van de decoder op de juiste wijze, voorzichtig in de connector duwen. Op de print staat als het goed is een merkteken. Dit kan een sterretje  zijn, maar ook een pijltje.
  
[[Bestand: NEM8-contra.gif‎]]
+
[[Bestand: nem8-contra.gif‎]]
 
<br />
 
<br />
<i><small><small>NEM8-contra.gif&#45;04<br />
+
<i><small><small>nem8-contra.gif&#45;04<br />
 
Afbeelding&#58; Fred Eikelboom &#46;<br />
 
Afbeelding&#58; Fred Eikelboom &#46;<br />
 
tekst</small></small></i>
 
tekst</small></small></i>

Versie van 6 mrt 2010 om 12:20

E10.08.03 – 21MTC - Vorige | Volgende - E10.09 - Keerlus

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom

Stappenplan Decoderinbouw



>>>> In bewerking door Fred. 6-3. 11:09. <<<<


De voorbereiding.


Alvorens een decoder in te gaan bouwen dienen we de volgende zaken op orde te hebben: De loc moet analoog goed en betrouwbaar lopen. Daarvoor controleren we het volgende: 1) De motor moet 100% in orde zijn. Controleer de lengte- en toestand van de koolborstels en of de koolborstels vrij in de houders kunnen bewegen. Controleer meteen de koperen collectorlamellen op schade door inbranden (putjes en/of groeven). Maak de collectorspleten vrij van koolstof en reinig de collector daarna met wasbenzine. Controleer of de motor niet zwaar loopt. Smeer eventueel de motorlagers. 2) De overbrenging van motor naar wielen dient soepel te lopen. Controleer of er geen zwaar punt ergens aanwezig is. Smeer de tandwielen en de assen. 3) De stroomafname van de wielen dient 100% goed te zijn. Eventueel stroomafnemers en wielen goed reinigen. Kijk ook of alle stroomafnemers de wielen goed blijven raken bij zijdelingse verschuiving van de as(controleer dit in beide richtingen). Eventueel de stroomafnemers voorzichtig iets bijbuigen.(dit gaat het handigst wanneer je de betreffende as uit de loc verwijderd) 4) Bij loc:s met koppelstangen(bijv. de Hippel) of aandrijfstangen(stoomloc:s), dienen we te controleren of het mechanisme niet verbogen is, en of alles soepel kan bewegen. Pas wanneer de loc analoog onberispelijk rijdt, kunnen we overgaan tot het inbouwen van de decoder. Indien de loc analoog niet goed rijdt, heeft het inbouwen van de decoder weinig zin. Dit leidt alleen maar tot ergernissen.

Tip: Indien er Ledverlichting in de loc zit, controleer dan even met een multimeter wat de plus- en min-kant van de Led-aansluitingen zijn. Dat voorkomt onnodig opnieuw solderen wanneer later blijkt dat de bedrading verkeerd-om zit.

De inbouw.

We verwijderen een eventueel aanwezige dummy NEM-plug, en controleer, met behulp van een multimeter, of de koolborstelaansluitingen van de motor nergens contact maken met andere bedrading of met het chassis van de loc. Bij oudere Fleischmann motoren is één van de koolborstelhouders verbonden met het motorschild. Als je heel handig bent, kun je dit oplossen door die koolborstelhouder te isoleren van het motorschild. Wil je het probleem sneller oplossen, vervang dan het motorschild door een geïsoleerd exemplaar. De koolborstelaansluitingen van de motor mogen alléén maar aangesloten zijn op de oranje- en grijze decoderdraad. Als dit in orde is kunnen we de decoder aansluiten. We hebben twee mogelijkheden. 1) De loc is voorzien van een NEM-aansluitpunt (NEM-Connector). zie E10.08.01, E10.08.02 of E10.08.03. (Zoniet, ga dan verder bij 2)

Verwijder voorzichtig de dummysteker. Daarna is het heel gemakkelijk: de NEM-steker van de decoder op de juiste wijze, voorzichtig in de connector duwen. Op de print staat als het goed is een merkteken. Dit kan een sterretje zijn, maar ook een pijltje.

Nem8-contra.gif
nem8-contra.gif-04
Afbeelding: Fred Eikelboom .
tekst

Nem6-polig.gif.


nem6-polig.gif-04
Afbeelding: Fred Eikelboom .
tekst

Indien het een sterretje is, dan zorgen dat de oranje draad vlak bij het sterretje komt te zitten. Staat er een pijltje zoals in afbeelding Bestand:Pijltje.jpg

, dan moet de decoder vanaf de rechterkant tegenover het pijltje komen. Bevestig de decoder met zo weinig mogelijk dubbelzijdig tape(er moet zo veel mogelijk koellucht bij de decoder kunnen komen).

2) De loc is niet voorzien van een NEM-aansluitpunt(NEM-Connector). Dan moeten we de draden van de decoder op de juiste punten aansluiten door ze vast te solderen. Bevestig de decoder met zo weinig mogelijk dubbelzijdig tape(er moet zo veel mogelijk koellucht bij de decoder kunnen komen).


De spanningsvoorziening.


We beginnen altijd met het aansluiten van de rode en de zwarte draad. De rode draad komt aan de rechterwielen van de loc. De zwarte draad komt aan de linkerwielen van de loc. Wat is nu links of rechts? Om een kort verhaal lang te maken: Rechts is die kant van de loc, die wanneer je in de loc staat en met je gezicht in de rijrichting staat, wanneer de loc in voorwaartse richting rijdt, aan de kant van je rechterhand zit. Rijricht.gif
rijricht.gif -04
Afbeelding: Fred Eikelboom .
tekst
Voor die enkeling die nou toevallig niet weet wat zijn rechterhand is; dat is de hand waar je duim links zit. :-)

De motoraansluitingen.


Daarna sluiten we de motor aan: de oranje draad gaat naar de + kant van de motor. De grijze draad gaat naar de _ (min)kant van de motor. De plus-kant van de motoraansluitingen is die aansluiting waarbij, als de plusaansluiting van een 4,5 Volts batterij er op aangesloten is, de loc vooruit rijdt.(Let op! Test dit niet met de decoder aangesloten, want daar kan de decoder absoluut niet tegen.) Nu gaan we eerst testen of de loc wil rijden met aangesloten decoder. We dienen wel te zorgen dat alle loshangende draden nergens tegenaan kunnen komen, dus eventueel eerst goed isoleren. Zet de loc op het programmeerspoor en geef de loc een adres (in CV1 een nummer programmeren). Stel op de centrale het aantal rijstappen in, en stel op de decoder hetzelfde aantal rijstappen in (CV29). Kies in de centrale de loc met dat adres, en kijk of de loc goed vooruit- en achteruit wil rijden. Moet de loc vooruit rijden volgens de centrale, maar rijdt deze de verkeerde kant op, dan even de positie van de oranje en grijze draad op de motor omwisselen. Het zou overigens voor kunnen komen dat in CV 29 de rijrichting omgekeerd ingesteld staat(bijvoorbeeld bij een al eerder in een andere loc gebruikte decoder). Dan even CV 29 volgens de gebruiksaanwijzing instellen. (meestal CV 29 = 2)


De verlichting.


Is bovenstaande in orde, dan pas gaan we de verlichting aansluiten. Waarom? Stel dat je alle bedrading in één keer aansluit, en dat later blijkt dat de loc niet wil rijden door een defecte decoder. Dan mag je alles weer los gaan halen. Zonde van de tijd en het werk wat je er mee hebt. Controleer nu(indien er lampjes in de loc zitten), of de lampjes vrij zijn van het chassis. Is dat niet het geval, kijk dan in de gebruiksaanwijzing van je decoder hoe je het dan aan moet sluiten. De frontverlichting(het frontsein) sluiten we als volgt aan: de blauwe plus-draad gaat naar de Led:s of lamp(en). De witte min-draad van de decoder komt aan de andere zijde van de Led:s of lamp(en). Bij gebruik van Led:s, deze altijd via een (eventueel al aanwezige) voorschakelweerstand aansluiten! Na het aansluiten van het frontsein, controleren we of de frontverlichting brandt, en of de verlichting overeenkomt met de rijrichting. Als dit in orde is kunnen we de rode lamp aan de voorzijde aan gaan sluiten op de gele draad. Ook deze lamp controleren we op juiste werking. Komt de verlichting nu niet overeen met de rijrichting, dan moet je even een decoder CV aanpassen. Staat hierboven al aangegeven, maar ook in de gebruiksaanwijzing. De achterverlichting(het sluitsein of de sluitseinen) sluiten we als volgt aan: de blauwe plus-draad gaat naar de Led:s of lamp(en). De witte min-draad van de decoder komt aan de andere zijde van de Led:s (of lamp). Nu weer controleren of dit ook goed werkt. Het frontsein aan de achterzijde sluiten we op de gele draad aan. Als laatste controleren we nu alle verlichting op juiste werking. Bestand:Stdleds.gif
stdleds.gif-04
Afbeelding: Fred Eikelboom .
tekst


Bestand:Stdleds2.gif


stdleds2.gif-04
Afbeelding: Fred Eikelboom .
tekst

Led:s sluiten we aan volgens schema 1.

Schakeling Led's in locomotief.


Bestand:Stdlamp.gif
stdlamp.gif-04
Afbeelding: Fred Eikelboom .
tekst

In het schema hiernaast/boven? is aangegeven hoe we front- en sluitseinen op de decoder aan kunnen sluiten. De weerstanden worden allen op de blauwe draad (de plus) aangesloten. De Anodes van de Led's worden met de weerstanden verbonden. De Kathodes van de Led's worden via de gele of witte draad aan de massa geschakeld. Aan de voorzijde van de loc moeten de beide frontseinen op de witte draad aangesloten zijn, en de beide rode sluitseinen op de gele draad. Aan de achterzijde van de loc moeten de beide frontseinen op de gele draad aangesloten zijn, en de beide rode sluitseinen op de witte draad. Nu zal de verlichting op de juiste wijze omschakelen bij veranderen van rijrichting. De weerstanden van de sluitseinen hebben een grotere waarde dan de weerstanden van de frontseinen, omdat de sluitseinen geen vérstralers hoeven te zijn.


Bestand:Stdleds2.gif


De volgorde van een Led en bijbehorende weerstand maakt niets uit. Natuurlijk wel op voorwaarde dat er verder geen aftakkingen zijn. We kunnen het dus ook zo aansluiten (zie afbeelding links/boven?). Ligt er maar net aan wat het beste uitkomt.

Schakeling lampen in locomotief.

Bestand:Stdlamp.gif Lampjes sluiten we aan volgens dit schema. Na de laatste controle gaan we de bedrading netjes met dun garendraad bundelen, zodat bij het terugplaatsen van de kap, er geen draadjes klem komen te zitten.


E10.08.03 – 21MTC - Vorige | Volgende - E10.09 - Keerlus