Persoonlijke instellingen

Straatverlichting met gloeilampjes: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k
k
Regel 15: Regel 15:
 
Op een modelbaan hoort straatverlichting of openbare verlichting, je Preisers en modelauto’s moeten ook in het donker iets kunnen zien. Daarvoor worden door veel fabrikanten lichtmasten geleverd maar je kunt ze ook zelf bouwen.  
 
Op een modelbaan hoort straatverlichting of openbare verlichting, je Preisers en modelauto’s moeten ook in het donker iets kunnen zien. Daarvoor worden door veel fabrikanten lichtmasten geleverd maar je kunt ze ook zelf bouwen.  
  
Soorten verlichting.
+
Soorten verlichting.<nbsp />
 
De straatverlichting kan je onderscheiden in een aantal vormen:
 
De straatverlichting kan je onderscheiden in een aantal vormen:
  
- Wegverlichting.&nbsp;&nbsp;
+
- ''Wegverlichting''.&nbsp;&nbsp;
 
Dit is alle verlichting voor het verlichten van wegen, fietspaden en voetpaden in de dorpen. Buiten het dorp worden meestal alleen de gevaarlijke punten zoals kruispunten- en &nbsp;&nbsp;&nbsp;overwegen verlicht door een enkele lichtmast.
 
Dit is alle verlichting voor het verlichten van wegen, fietspaden en voetpaden in de dorpen. Buiten het dorp worden meestal alleen de gevaarlijke punten zoals kruispunten- en &nbsp;&nbsp;&nbsp;overwegen verlicht door een enkele lichtmast.
  
Regel 28: Regel 28:
 
<br />
 
<br />
  
- Stations of emplacementverlichting.&nbsp;&nbsp;>
+
- ''Stations of emplacementverlichting''.&nbsp;&nbsp;>
 
Stations en Emplacementen (goederenaansluitingen, losperrons, opstelterreinen) worden meestal ook verlicht door grote lichtmasten. Deze staan meestal naast het spoor en &nbsp;&nbsp;&nbsp;verlichten een groot deel van het emplacement. Daarnaast staan er veel masten tussen de sporen.
 
Stations en Emplacementen (goederenaansluitingen, losperrons, opstelterreinen) worden meestal ook verlicht door grote lichtmasten. Deze staan meestal naast het spoor en &nbsp;&nbsp;&nbsp;verlichten een groot deel van het emplacement. Daarnaast staan er veel masten tussen de sporen.
  
Regel 39: Regel 39:
 
<br />
 
<br />
  
- Perronverlichting.&nbsp;&nbsp;>
+
- ''Perronverlichting''.&nbsp;&nbsp;>
 
In het donker staan wachten op je trein kan niet, daarom dienen de perrons ook verlicht te worden. Hiervoor gebruikt men meestal op de kleinere stations gewoon hoge- of lage &nbsp;&nbsp;&nbsp;lichtmasten.
 
In het donker staan wachten op je trein kan niet, daarom dienen de perrons ook verlicht te worden. Hiervoor gebruikt men meestal op de kleinere stations gewoon hoge- of lage &nbsp;&nbsp;&nbsp;lichtmasten.
  
Regel 49: Regel 49:
 
<br />
 
<br />
 
   
 
   
- Aanlichtverlichting (strijklicht of in het Engels: Floodlight).&nbsp;&nbsp;>
+
- ''Aanlichtverlichting (strijklicht of in het Engels: Floodlight)''.&nbsp;&nbsp;>
 
Bijzondere gebouwen als kerken, molens of gemeentehuizen worden soms ook in het licht gezet. Hierdoor worden deze gebouwen een mooi baken in het donker. &nbsp;&nbsp;&nbsp;Dit zijn meestal v&eacute;rstralers en spots.
 
Bijzondere gebouwen als kerken, molens of gemeentehuizen worden soms ook in het licht gezet. Hierdoor worden deze gebouwen een mooi baken in het donker. &nbsp;&nbsp;&nbsp;Dit zijn meestal v&eacute;rstralers en spots.
  
Regel 97: Regel 97:
 
Er zijn een aantal manieren om lampjes aan te sluiten. Hieronder staan de twee belangrijkste aangegeven:
 
Er zijn een aantal manieren om lampjes aan te sluiten. Hieronder staan de twee belangrijkste aangegeven:
  
- Serieel aansluiten.&nbsp;&nbsp;
+
- ''Serieel aansluiten''.&nbsp;&nbsp;
 
Dit is eigenlijk net als de oude kerstverlichting. Alle lampjes zijn met elkaar doorverbonden. Het nadeel is dat als er &eacute;&eacute;n lampje of Led kapot is de rest ook meteen uitgaan. Daarnaast moet je &nbsp;&nbsp;&nbsp;eerst berekenen hoeveel lampjes achter elkaar aangesloten kunnen worden. Dat kan je gemakkelijk doen met de formule: “Voltage transformator” gedeeld door “voltage van &eacute;&eacute;n &nbsp;&nbsp;&nbsp;lampje” = “maximaal aantal aan te sluiten lampjes”  
 
Dit is eigenlijk net als de oude kerstverlichting. Alle lampjes zijn met elkaar doorverbonden. Het nadeel is dat als er &eacute;&eacute;n lampje of Led kapot is de rest ook meteen uitgaan. Daarnaast moet je &nbsp;&nbsp;&nbsp;eerst berekenen hoeveel lampjes achter elkaar aangesloten kunnen worden. Dat kan je gemakkelijk doen met de formule: “Voltage transformator” gedeeld door “voltage van &eacute;&eacute;n &nbsp;&nbsp;&nbsp;lampje” = “maximaal aantal aan te sluiten lampjes”  
  
Regel 107: Regel 107:
 
<br />
 
<br />
  
         - Parallel aansluiten.&nbsp;&nbsp;
+
         - ''Parallel aansluiten''.&nbsp;&nbsp;
 
Hierbij worden alle lampjes apart aangesloten op een “centrale leiding”. Gaat één lampje of Led kapot dan blijft de rest branden. Het voltage van de lampjes moet hetzelfde of &nbsp;&nbsp;&nbsp;hoger zijn dan die van de transformator anders brand het lampje door.  
 
Hierbij worden alle lampjes apart aangesloten op een “centrale leiding”. Gaat één lampje of Led kapot dan blijft de rest branden. Het voltage van de lampjes moet hetzelfde of &nbsp;&nbsp;&nbsp;hoger zijn dan die van de transformator anders brand het lampje door.  
  

Versie van 6 mrt 2010 om 18:24

E08.03 - Verkeerslichten - Vorige | Volgende - E08.05 - Verlichting in gebouwen

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net


Aan deze bijdrage wordt gewerkt door Fred 6-5. 13:17

Met vriendelijke groet,

Beneluxspoor.net


Straatverlichting.

Op een modelbaan hoort straatverlichting of openbare verlichting, je Preisers en modelauto’s moeten ook in het donker iets kunnen zien. Daarvoor worden door veel fabrikanten lichtmasten geleverd maar je kunt ze ook zelf bouwen.

Soorten verlichting.<nbsp /> De straatverlichting kan je onderscheiden in een aantal vormen:

- Wegverlichting.   Dit is alle verlichting voor het verlichten van wegen, fietspaden en voetpaden in de dorpen. Buiten het dorp worden meestal alleen de gevaarlijke punten zoals kruispunten- en    overwegen verlicht door een enkele lichtmast.

Brawa 5093 stads-verl.jpg
Brawa_5093_stads-verl.jpg
Foto: Brawa..


- Stations of emplacementverlichting.  > Stations en Emplacementen (goederenaansluitingen, losperrons, opstelterreinen) worden meestal ook verlicht door grote lichtmasten. Deze staan meestal naast het spoor en    verlichten een groot deel van het emplacement. Daarnaast staan er veel masten tussen de sporen.


Brawa 3278 empl-verl.jpg
Brawa_3278_empl-verl.jpg
Foto: Brawa..


- Perronverlichting.  > In het donker staan wachten op je trein kan niet, daarom dienen de perrons ook verlicht te worden. Hiervoor gebruikt men meestal op de kleinere stations gewoon hoge- of lage    lichtmasten.

Brawa 5019 perr-verl.jpg
Brawa_5019_perr-verl.jpg
Foto: Brawa..


- Aanlichtverlichting (strijklicht of in het Engels: Floodlight).  > Bijzondere gebouwen als kerken, molens of gemeentehuizen worden soms ook in het licht gezet. Hierdoor worden deze gebouwen een mooi baken in het donker.    Dit zijn meestal vérstralers en spots.


Brawa 5370 aanl-sch-werp.jpg
Brawa_5370_aanl-sch-werp.jpg
Foto: Brawa..



Moderne of nostalgische verlichting?

Alles is mogelijk. Het ligt aan het tijdperk waarin je de modelbaan gesitueerd hebt. Veel fabrikanten leveren zowel heel moderne verlichting, als nostalgische verlichting voor de oudere tijdperken. Je kunt kiezen voor vrijstaande verlichting of aan de muur van een gebouw bevestigde verlichting.


Met een lampje of een Led?

Het kan allebei, met een lampje of met een Led. Meer-en-meer fabrikanten leveren lichtmasten/lantaarns voorzien van een Led. Een Led verbruikt minder stroom dan een lampje. Dus bij gebruik van Ledlantaarns kun je er meer op een transformator aansluiten. Een lampje verbruikt 50- tot 100 mA (milliampère) en een Ledje ongeveer 20 mA. In principe kun je dus 2 tot 5 keer zoveel lantaarns met daarin een Led aansluiten, dan lantaarns met een lampje.


Wisselstroom of gelijkstroom?

Dat maakt niets uit. Een lampje brand op zowel wisselstroom als op gelijkstroom. Met een Led moet je wel even oppassen met gelijkstroom, als deze niet brand dan moet je de draden omdraaien.


Hoeveel volt? Of eigenlijk “Welke spanning?

De meeste fabrikanten leveren lampjes voor 12 tot 16 Volt. De meeste leveranciers leveren ook transformatoren die deze spanning leveren. Je kunt lampjes van een lager voltage wel aansluiten maar dan in serie, of met een extra weerstand om de spanning te verlagen.

Bij Ledjes is de brandspanning zo rond de 2 tot 3 Volt. Deze dienen altijd via een voorschakelweerstand aangesloten te worden. Je kunt ook meerdere Led’s in serie zetten, en dan via één voorschakelweerstand op de voedingsspanning aansluiten. Hierbij moet je er op letten dat de totale brandspanning van de in serie geschakelde Leds ongeveer ¾ van de voedingsspanning bedraagt. De rest van het verschil tussen de totale brandspanning en de voedingsspanning moet dan m.b.v. de voorschakelweerstand ‘weggeregeld’ worden.


Heb je een aparte transformator nodig?

Als je een digitale baan hebt zul je een extra transformator nodig hebben. Dit omdat de meeste digitale systemen geen losse aansluitingen voor het aansluiten van lampjes. Bij een analoge baan heeft de treintransformator meestal een aansluiting voor lampjes, deze uitgang heeft meestal wisselspanning. Bij een paar lampjes kan je deze gewoon aansluiten op de wisselspanning aansluiting van je treintrafo. Bij heelveel lampjes of Ledjes moet je een extra transformator aansluiten. Wanneer je een extra transformator moet gebruiken is afhankelijk van hoe veel vermogen de transformator kan leveren.


Hoe aan te sluiten?

Heel simpel is natuurlijk aansluiten direct op de transformator. De twee draadjes kun je direct aansluiten op de transformator. Helaas gaan de lampjes dan meteen branden en blijven branden totdat je de transformator uitzet. Met een schakelaar er tussen kan je de verlichting laten branden op het moment dat je dat zelf wil. Veel modelspoorfabrikanten leveren schakelaars, maar je kunt ze ook kopen bij een elektronicawinkel en zelf inbouwen in een bedienings- en/of schakelplateau. Zie ook de plaatjes hieronder voor nadere uitleg.


Hoe meerdere lampjes aansluiten?

Er zijn een aantal manieren om lampjes aan te sluiten. Hieronder staan de twee belangrijkste aangegeven:

- Serieel aansluiten.   Dit is eigenlijk net als de oude kerstverlichting. Alle lampjes zijn met elkaar doorverbonden. Het nadeel is dat als er één lampje of Led kapot is de rest ook meteen uitgaan. Daarnaast moet je    eerst berekenen hoeveel lampjes achter elkaar aangesloten kunnen worden. Dat kan je gemakkelijk doen met de formule: “Voltage transformator” gedeeld door “voltage van één    lampje” = “maximaal aantal aan te sluiten lampjes”

1585px
Bestand:aansl-lampjes-ser-rk.jpg
Foto: Brawa..


       - Parallel aansluiten.  

Hierbij worden alle lampjes apart aangesloten op een “centrale leiding”. Gaat één lampje of Led kapot dan blijft de rest branden. Het voltage van de lampjes moet hetzelfde of    hoger zijn dan die van de transformator anders brand het lampje door.

1585px
Bestand:aansl-lampjes-par-rk.jpg
Foto: Brawa..



Extra effecten.

Met extra elektronica is eigenlijk alles mogelijk. Gaslantaarns die langzaam aangaan of langzaam doven. Een lamp die opgezette tijden gaat flikkeren alsof deze kapot gaat. De nieuwste elektronica is via de computer te programmeren en kan meerdere programma’s draaien. Ook bediening met de computer behoort tot de mogelijkheden.


Zelfbouw of kant-en-klaar kopen?

Het zelf bouwen van lantaarns is goed zelf te doen, kost wat materiaal, geduld en tijd. Op het internet zijn heel veel bouwhandleidingen te vinden. De kosten voor het zelfbouwen zijn meestal lager dan het kopen van kant-en-klare lantaarns.


Leveranciers en fabrikanten

Er zijn tientallen leveranciers en -fabrikanten die lantaarns en lichtmasten leveren. Hieronder staan een aantal bekende leveranciers genoemd, deze merken zijn in de meeste modelspoorwinkels, op beurzen en via het internet te verkrijgen:

BRAWA: http://www.brawa.de
Viessmann: http://www.viessmann-modell.com/
Märklin: http://www.marklin.nl
Busch: http://www.busch-model.com/

Bronnen:

Foto’s komen van de website van BRAWA.
Schetsen gemaakt door Ronald en Fred.