|
|
| Regel 9: |
Regel 9: |
| | <strong>Fysiek verschil:</strong> | | <strong>Fysiek verschil:</strong> |
| | | | |
| − | Drierail is dat wat de naam ook eigenlijk zegt: drie spoorstaven. Vroeger nog echt drie complete spoorstaven tegenwoordig voorzien van zogenaamde puntcontacten in het midden. De locomotief neemt stroom af via de rails en via een sleepcontact dat over de puntcontacten glijdt. | + | Drierail is dat wat de naam ook eigenlijk zegt: drie spoorstaven. Vroeger nog echt drie complete spoorstaven tegenwoordig voorzien van zogenaamde puntcontacten (soms wordt deze benaming afgekort tot 'puco's') in het midden. De locomotief neemt stroom af via de rails en via een sleepcontact dat over de puntcontacten glijdt. |
| | | | |
| | Bij Tweerail heb je maar twee spoorstaven. Hierbij staat de plus (+) op de ene spoorstaaf en de min (&mdash) op de andere spoorstaaf. | | Bij Tweerail heb je maar twee spoorstaven. Hierbij staat de plus (+) op de ene spoorstaaf en de min (&mdash) op de andere spoorstaaf. |
| Regel 17: |
Regel 17: |
| | Vroeger werden Tweerail en Drierail ook wel aangeduid met gelijkstroom en wisselstroom. Dit kwam omdat op de Tweerailbaan gelijkstroom werd gebruikt. Achteruit rijden gebeurde door de polen om te keren met de trafo. | | Vroeger werden Tweerail en Drierail ook wel aangeduid met gelijkstroom en wisselstroom. Dit kwam omdat op de Tweerailbaan gelijkstroom werd gebruikt. Achteruit rijden gebeurde door de polen om te keren met de trafo. |
| | | | |
| − | Bij Drierail werkt dit anders. Hier maakt men gebruik van wisselstroom. Door 20 V op de baan te zetten via de transformator wordt er intern (in de lok) een relais omgezet waardoor de rijrichting omkeert. De lok zal dan achteruit gaan rijden. | + | Bij Drierail werkt dit anders. Hier maakt men gebruik van wisselstroom. Door kortstondig 20 V op de baan te zetten via de transformator wordt er intern (in de lok) een relais omgezet waardoor de rijrichting omkeert. De lok zal dan achteruit gaan rijden (of indien deze al achteruitrijdt, vooruit gaan rijden). |
| | | | |
| | <strong>Digitaal:</strong> | | <strong>Digitaal:</strong> |
| | | | |
| − | Bij ‘Digitaal’ spreken we niet meer van gelijk- en wisselstroom. Bij zowel Tweerail - als Drierail maken we gebruik van een wisselstroom in blokpatroon (blokgolf). In dit blokpatroon is informatie opgeslagen over de rijrichting- en de snelheid per locomotief. Elke locomotief heeft een decoder, welke deze informatie kan lezen en de opdrachten kan uitvoeren. | + | Bij 'Digitaal' spreken we niet meer van gelijk- en wisselstroom. Bij zowel Tweerail - als Drierail maken we gebruik van een wisselstroom in blokpatroon (blokgolf). In dit blokpatroon is informatie opgeslagen over de rijrichting- en de snelheid per locomotief. Elke locomotief heeft een decoder, welke deze informatie kan lezen en de opdrachten kan uitvoeren. |
| | <br /> | | <br /> |
| | ---- | | ---- |
Versie van 17 mrt 2010 om 18:47
E02.03 - Tijdperken - Vorige | Volgende - E02.05 - Merken
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Hans van de Burgt
In modelspoorland zijn eigenlijk twee railsystemen beschikbaar. Je hebt Tweerail en Drierail.
Deze verschillen zowel fysiek als elektrisch.
Fysiek verschil:
Drierail is dat wat de naam ook eigenlijk zegt: drie spoorstaven. Vroeger nog echt drie complete spoorstaven tegenwoordig voorzien van zogenaamde puntcontacten (soms wordt deze benaming afgekort tot 'puco's') in het midden. De locomotief neemt stroom af via de rails en via een sleepcontact dat over de puntcontacten glijdt.
Bij Tweerail heb je maar twee spoorstaven. Hierbij staat de plus (+) op de ene spoorstaaf en de min (&mdash) op de andere spoorstaaf.
Elektrisch verschil:
Vroeger werden Tweerail en Drierail ook wel aangeduid met gelijkstroom en wisselstroom. Dit kwam omdat op de Tweerailbaan gelijkstroom werd gebruikt. Achteruit rijden gebeurde door de polen om te keren met de trafo.
Bij Drierail werkt dit anders. Hier maakt men gebruik van wisselstroom. Door kortstondig 20 V op de baan te zetten via de transformator wordt er intern (in de lok) een relais omgezet waardoor de rijrichting omkeert. De lok zal dan achteruit gaan rijden (of indien deze al achteruitrijdt, vooruit gaan rijden).
Digitaal:
Bij 'Digitaal' spreken we niet meer van gelijk- en wisselstroom. Bij zowel Tweerail - als Drierail maken we gebruik van een wisselstroom in blokpatroon (blokgolf). In dit blokpatroon is informatie opgeslagen over de rijrichting- en de snelheid per locomotief. Elke locomotief heeft een decoder, welke deze informatie kan lezen en de opdrachten kan uitvoeren.
