|
|
Regel 9: |
Regel 9: |
| ::{| | | ::{| |
| | | | | |
− | * [[#De keerlus|Via een keerlus]] | + | * [[#De keerlus|Via een keerlus]]. |
| |- | | |- |
| | | | | |
− | * [[#Grote draaischijf|Draaien op een draaischijf]] | + | * [[#Grote draaischijf|Draaien op een draaischijf]]. |
| |- | | |- |
| | | | | |
− | * [[#Keren in een driehoek|Keren in een driehoek]] | + | * [[#Keren in een driehoek|Keren in een driehoek]]. |
| |- | | |- |
| | | | | |
− | * [[#Omlopen van de locomotief|Omlopen van de locomotief]] | + | * [[#Omlopen van de locomotief|Omlopen van de locomotief]]. |
| |} | | |} |
| | | |
Regel 66: |
Regel 66: |
| | | |
| === Omlopen van de locomotief === | | === Omlopen van de locomotief === |
− | Dit is een rangeeroplossing in het schaduwstation. Hierbij komt de trein het opstelspoor op, de locomotief koppelt af, de locomotief rijdt een uithaalspoor op, loopt over een vrij opstelspoor om naar de voorkant van de trein en koppelt daar weer aan. De trein is dan gereed om weer terug te rijden. | + | Dit is een rangeeroplossing in het schaduwstation. Hierbij komt de trein het opstelspoor op, de locomotief koppelt af, de locomotief rijdt een uithaalspoor op, loopt over een vrij opstelspoor om naar de voorkant van de trein en koppelt daar weer aan. De trein is dan gereed om, met de locomotief voorop, weer weg te rijden. |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= E04.08-03.jpg | | |Bestand= E04.08-03.jpg |
Regel 76: |
Regel 76: |
| }} | | }} |
| | | |
− | Met treinbesturingssoftware( zie: 'Meer informatie') is het mogelijk om deze handelingen automatisch te laten verlopen. De kans dat het fout gaat tijdens het ontkoppelen en aankoppelen is behoorlijk groot. Deze oplossing wordt vooral toegepast bij de kleinere modulebanen waar geen ruimte aanwezig is voor een uitgebreid schaduwstation. | + | Met treinbesturingssoftware( zie: 'Meer informatie') is het mogelijk om deze handelingen automatisch te laten verlopen. De kans dat het fout gaat tijdens het ontkoppelen en aankoppelen is behoorlijk groot. Deze oplossing wordt vooral toegepast bij de kleinere modulebanen, waar geen ruimte aanwezig is voor een uitgebreid schaduwstation. |
| | | |
| {{Linkssectie begin | | {{Linkssectie begin |
Versie van 15 okt 2013 om 18:55
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Ronald Koerts
Bij een modelbaan moet een trein even van het toneel verdwijnen en later weer terugkeren op de baan. Het is natuurlijk het mooist wanneer de trein - met de locomotief voorop - weer terugkeert. Meestal geldt dit probleem niet voor treinstellen, deze kunnen gewoon heen-en-weer rijden. Hieronder staan enkele oplossingen waarmee dat terugkeren bereikt kan worden:
De keerlus
Dit is één van de meest gebruikte oplossingen. Hierdoor kunnen getrokken treinen, zonder het wisselen of omlopen van een locomotief, doorrijden. Door de keerlus groot en met extra sporen uit te voeren, kan de keerlus als stalling van treinen worden gebruikt. Dat wordt meestal een schaduwstation genoemd.
De tekening hieronder (voor schaal H0) geeft een minimale maat voor een keerlus aan.
|
Afbeelding: 01
|
Benodigde ruimte voor de keerlus
|
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
|
Bij Tweerail-systemen moet u opletten dat er geen kortsluiting ontstaat. Om kortsluiting in de keerlus te voorkomen, dient u een keerlusschakeling toepassen (zie: 'Keerlus' bij 'Meer informatie').
Grote draaischijf
Dit is een variant op het bekende Fiddle Yard-concept. Ook hier liggen veel opstelsporen naast elkaar en bieden de ruimte om complete treinen op te stellen. Door deze uit te voeren als 'draaischijf' kunnen nu complete treinen gedraaid worden, waardoor er bij getrokken treinen niet gerangeerd hoeft te worden. Deze constructie neemt nogal wat ruimte in, want een complete trein moet op de draaischijf passen. Dat betekent al gauw een diameter van 1,50 meter (dat is in H0 niet meer dan een locomotief met vier rijtuigen op de juiste lengteschaal).
|
Afbeelding: 02
|
Grote draaischijf voor complete treinen
|
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
|
Het draaien van de draaischijf kan natuurlijk zowel met de hand, als geautomatiseerd gebeuren. De bouw en automatisering van dit soort constructies zijn wel complete zelfbouwprojecten.
Keren in een driehoek
Een niet vaak gekozen oplossing. Hierbij rijdt de complete trein een uithaal- c.q. keerspoor op en daarna rijdt de trein (met de locomotief achterop) achteruit de opstelsporen op. Bij het vertrek uit het schaduwstation kan de trein daarna gewoon rechtuit met de locomotief voorop weg rijden. De driehoek kunt u natuurlijk op diverse manieren toepassen, maar eigenlijk is deze oplossing alleen geschikt voor het keren van kleine treinen. De lengte van het uithaalspoor is bepalend.
|
Afbeelding: 03
|
Keren van treinen met een keerdriehoek
|
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
|
Bij Tweerail-systemen moet u opletten dat er geen kortsluiting ontstaat. Om kortsluiting in de driehoek te voorkomen dient u, zoals hierboven bij de keerlus vermeldt is, een keerlusschakeling toepassen.
Omlopen van de locomotief
Dit is een rangeeroplossing in het schaduwstation. Hierbij komt de trein het opstelspoor op, de locomotief koppelt af, de locomotief rijdt een uithaalspoor op, loopt over een vrij opstelspoor om naar de voorkant van de trein en koppelt daar weer aan. De trein is dan gereed om, met de locomotief voorop, weer weg te rijden.
|
Afbeelding: 04
|
Omlopen van de locomotief
|
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
|
Met treinbesturingssoftware( zie: 'Meer informatie') is het mogelijk om deze handelingen automatisch te laten verlopen. De kans dat het fout gaat tijdens het ontkoppelen en aankoppelen is behoorlijk groot. Deze oplossing wordt vooral toegepast bij de kleinere modulebanen, waar geen ruimte aanwezig is voor een uitgebreid schaduwstation.
Meer informatie