Strabrecht van km... tot km...: verschil tussen versiesUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie van 27 apr 2016 om 17:32
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Hans van de Burgt
Het denkbeeldige station 'Strabrecht' ligt aan de spoorlijn Eindhoven naar Weert. Het is gebaseerd op een combinatie van de echte stations Heeze-Leende en Geldrop in de jaren 60-70. Het station wordt gedomineerd door het (voormalige) eilandstation van Heeze-Leende, ontworpen door ir. G.W. van Heukelom.
Introductie
Historisch overzichtGeldrop Dit dorp ligt circa zes km ten zuidoosten van Eindhoven en behoort tot een ring van dorpen rondom Eindhoven. Geldrop is na de Tweede Wereldoorlog sterk gegroeid, voornamelijk door vestiging van mensen die werk vonden bij Philips en DAF. Uiteraard is ook de autochtone bevolking in die jaren toegenomen. Deze werkte in het verleden in de vele weverijen, terwijl de mensen, wonende aan de rand van het dorp, merendeels waren aangewezen op het boerenbedrijf of bijbehorende ambachten. Bij een wet van 2 januari 1905 werd een overeenkomst tussen de Staat en de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (S.S.) bekrachtigd, waarbij de Staat zich verbond tot het doen aanleggen van een spoorweg van Weert naar Eindhoven (voor rekening van de Staat). De S.S. zou de exploitatie van de lijn op zich nemen tegen een vaste huur van f 1.400,- per km per jaar. Het tot stand komen van de lijn, waardoor de verbinding van het midden en het westen van het land met Roermond met ongeveer 22 km werd verkort, was van grote betekenis voor de ontwikkeling van het reizigers- en goederenverkeer en heeft er in belangrijke mate toe bijgedragen Zuid-Limburg dichter bij 'Holland' te brengen. Op 1 november 1913 kon de lijn (t.b.v. de aanleg was het Kamerlid De Stuers bij de behandeling der Waterstaatsbegroting steeds als vurig voorvechter opgetreden) voor het publiek worden geopend. Dat Geldrop destijds een station kreeg, heeft het eigenlijk te danken aan het feit dat deze plaats op de genoemde spoorwegroute ligt en niet zo zeer aan de omstandigheid dat er een bewuste keuze voor Geldrop als speciale bestemming is gemaakt. Dit alles nam niet weg dat het toenmalig gemeentebestuur van Geldrop i.v.m. de groeiende industrie voor een spoorwegverbinding ijverde. Het hoofdgebouw huisvestte twee woningen. Eén rechts boven de entree gelegen en één boven het linkergedeelte, de zgn. expeditieruimte. De N.S. wilde het gebouw op den duur, omdat het onrendabel en vrij kostbaar aan onderhoud was, verkopen aan de gemeente Geldrop, maar die had geen belangstelling. Intussen had men de loketten en kantoortjes dichtgespijkerd en de kaartjesverkoop was naar boven verhuisd. Station Geldrop was vroeger eigenlijk meer van betekenis voor het goederenvervoer dan voor het reizigersverkeer. Er werd steenkool aangevoerd, voor o.a. de plaatselijke brandstofhandelaren, bouwmaterialen en textielgrondstoffen. Verder hebben zowel DAF als Zweegers Landbouwwerktuigenfabriek intensief gebruik gemaakt van het laadperron van station Geldrop. Het rail-goederentransport is geheel overgebracht naar station Eindhoven. De vrachtgoederenloods met kantoor is opgeruimd, evenals het vroegere laadperron. Heeze Vanwege haar natuurschoon, evenals Oisterwijk, wordt de dubbelgemeente Heeze ook wel de 'Parel van Brabant' genoemd. De gemeente is te vinden in het zuid-oostelijk deel van Noord-Brabant op circa 10 km van Eindhoven. Landschappelijk ligt het thans 8.500 inwoners tellende dorp in een zogenaamd beeklandschap, ongeveer op de plaats waar de laaglandbeken Groote Aa en Sterkselse Aa samenkomen en de Kleine Dommel vormen. Heeze heeft tamelijk lang op een treinverbinding moeten wachten. Weliswaar had de Eindhovense Kamer van Koophandel al in 1880 adhesie betuigd t.a. v. een 'ijzeren baan' van Eindhoven, via Geldrop naar Weert, maar uit haar jaarverslag, van 1884, bleek, dat deze verbinding weinig kans van slagen had. De geplande tramlijn Eindhoven-Geldrop, die in de buurt van Heeze zou komen, haalde het evenmin. Toch zouden beide railverbindingen er komen. Met name het gemeentebestuur van Heeze en de in dit dorp gevestigde smalbandweverijen - waar veel mensen werkzaam waren - beijverden zich voor een betere ontsluiting van de zuid-oosthoek van deze provincie. In de zomer van 1905 werd met de aanleg van de spoorweg Eindhoven-Weert een begin gemaakt. Los daarvan werkte men ook aan een (paarden-)tramverbinding, die in 1907 onder meer Heeze aandeed. Op 1 november 1913 kon het spoorwegtracé Eindhoven-Weert op feestelijke wijze in dienst worden gesteld en maakte ook Heeze kennis met het treinverkeer.
Aanvankelijk was dit station ook op Leende gericht. Ná de opheffing van een busdienst in 1952, waren er echter geen reizen per openbaar vervoer meer mogelijk tussen Leende en Heeze. Het gevolg hiervan was dat reizigers naar Leende, die, afgaande op de stationsnaam, te 'Heeze-Leende' uitstapten, bemerkten dat hun reisdoel op bijna drie km van het station lag en dat het niet meer per openbaar vervoer te bereiken was. Dit gaf aanleiding tot klachten, zodat de NS in 1960 besloot de naam Leende uit het spoorboekje te halen. Heeze heeft zich na de Tweede Wereldoorlog sterk uitgebreid. Er verrezen nieuwe woonwijken, zoals 'de Weibossen', 'De Nieuwe Hoeve' en 'De Engelse Tuin'. Deze wijken lagen nogal ver van het voormalig station. Daar kwam bij, dat het stationsgebouw hoognodig moest worden opgeknapt, waarmee hoge kosten waren gemoeid. Deze redenen deden de N.S. besluiten in overleg met de gemeente Heeze om een nieuw station te bouwen en het ruim één kilometer in noordelijke richting te verplaatsen, waardoor het voor een grotere groep reizigers beter bereikbaar werd. Het huidige, door ir. C. Douma ontworpen onderkomen met plaatskaartenbureau en wachtaccommodatie, werd op 1 juli 1976 voor het publiek opengesteld.
Geografie
Jonge heideontginning, met landbouwgronden en productiebossen met naald- en loofhout. Het gebied, vanouds onderdeel van de Groote Heide, is verkaveld en ontgonnen in de periode 1920-1940. De geomorfologie van het gebied weerspiegelt zich voor een deel in de ontginning. Het zuidelijk deel, 'Heezer Gemeentebossen' geheten, kent een rationele, blokvormige verkaveling en is grotendeels bebost. Het noordelijk deel, ter plaatse van het voormalige Groot Huisven, bestaat hoofdzakelijk uit landbouwgronden. De verkaveling is in dit deel minder rationeel en voor een deel gebaseerd op de contouren van voormalige vennen. Gebied met relatief veel zandpaden. Een deel van deze zandpaden wordt gemarkeerd door lanen. Kenmerkend voor het gebied zijn de watergangen of 'lopen' die in de periode van de ontginning zijn gegraven om de vennen in het gebied droog te leggen. Kenmerkend is ook het vrijwel ontbreken van bebouwing. Centraal in het gebied een tweetal (langgevel)boerderijen uit de periode van de ontginning. Het gebied kent een samenhang met de woeste gronden van de Groote Heide bij Geldrop en rond het Meerven, met de kleinschalige oude ontginningen ten westen van Heeze en met de verdwenen nederzetting of 'wüstung' in het gebied Meelakkers. b. Beekdal 'De Kleine Dommel' tussen Heeze en Geldrop Beekdal met beemdgronden (oude hooi- en weilanden) en restanten van een kleinschalige percelering, met lange, smalle percelen, haaks op de beek. Veel perceelsscheidingen worden nog gemarkeerd door greppels en (de resten van) houtwallen. Plaatselijk nog zandpaden. De percelering kan deels nog dateren uit de Late Middeleeuwen (1250-1500), toen grote delen van de beekdalen werden ontgonnen. Aanzienlijke delen van het beekdal, met name bij Geldrop, zijn thans bedekt met aaneengesloten bos. Voor een deel bestaat dit bos uit (doorgeschoten) hakhout. Het gebied kent een samenhang met het landgoed kasteel Heeze, met de Strabrechtse Heide en met het akkercomplex Dijkakkers.
Het scenery-planIn het plan worden diverse gebouwen en optrekjes toegepast uit Geldrop en Heeze. Het zijn stuk voor stuk historische elementen die het geheel een tijdloos karakter geven. Met uitzondering van het toegepaste stationsgebouw (afgebroken in 1975), zijn alle bouwsels ook nu nog in het echt te bewonderen. Van links naar rechts zullen de volgende elementen worden toegepast:
1. Strabrechtse heide tussen Geldrop en Heeze De Strabrechtse Heide is een natuurgebied van ca. 1500 ha in de gemeenten Heeze-Leende en Someren, grotendeels in beheer bij Staatsbosbeheer. Het oostelijk deel van de heide heet van oudsher Lieropse Heide. In 2006 werd de Strabrechtse Heide, samen met een deel van het dal van de Kleine Dommel, aangewezen als Natura 2000 gebied. De Strabrechtse en Lieropse Heide maakten tot het einde van de 19e eeuw deel uit van een groot heidegebied tussen de dalen van de Kleine Dommel en de Aa. Naar het noorden strekte de hei zich uit tot Nuenen (Molenheide, Collsche Heide, Refelingse Heide), ten zuiden van de weg Heeze-Someren liep de Somerense Heide tot de landbouwgebieden rond Weert. In het begin van de 20e eeuw is het grootste deel van de heide ten noorden en ten zuiden van de Strabrechtse heide omgezet in bos of landbouwgrond. Door de aanleg van de A67 werd de Strabrechtse hei gescheiden van het bosgebied tussen Geldrop en Mierlo. De plannen om de A2 ten oosten van Eindhoven te leggen, waardoor de Strabrechtse heide van het dal van de Kleine Dommel gescheiden zou worden, zijn niet doorgegaan.
De Strabrechtse Heide is echte Brabantse natuur. Op de droge plaatsen staat Struikhei en Jeneverbes, op de natte plaatsen Dophei, Pijpenstrootjes en Klokjesgentiaan. De vergrassing van de heide wordt tegengegaan door beweiding door een schaapskudde van de stichting het Kempische heideschaap en door afplaggen. De heide wordt omgeven door bossen. De overgang naar het dal van de Kleine Dommel heeft een bijzondere vegetatie en is ook van belang voor verschillende diersoorten. De Strabrechtse Heide telt een groot aantal vennen. Het grootste ven, het Beuven, heeft door de aanvoer van voedselrijk water uit de Peelrijt een begroeiing met veel riet. Het is vooral van belang voor de vogels. Om dit tegen te gaan is een verbinding gegraven tussen Peelrijt en Kleine Aa, om dit voedselrijk water af te voeren. De Witte Loop stroomt uit het Beuven door de hei naar de Kleine Dommel. 2. Brug over de Eindhovenseweg te Geldrop
Over de Eindhovense weg in Geldrop ligt een mooie spoorbrug. De vorm ervan is gelijk aan de spoorbrug bij Zoetermeer. Opvallend zijn de twee massieve bruggenhoofden met monumentale deuren. 3. Weverswoning te Geldrop Verscholen onder hoge bomen, ligt midden in het centrum van Geldrop deze weverswoning. Lange tijd stond deze in een redelijk vrije omgeving. Jammergenoeg wordt er nu een nieuwe woonwijk omheen gebouwd.
4. Arbeidershuisjes - Heggestraat 67, 69 en 71 Geldrop De arbeidershuisjes dateren uit 1880 en zijn gebouwd in Ambachtelijke-traditionele stijl in opdracht van het Burgerlijk Armbestuur. Het is het enige overgebleven gave voorbeeld van arbeidershuizen uit de vorige eeuw. De voor- of westgevel van de huizen ligt in de Heggestraat. De buitenste twee huizen, de nummers 67 en 71 liggen met de oost- en respectievelijk de noord- en de zuidgevel vrij op het perceel. Het grote erf is in gemeenschappelijk gebruik. Het is tegenwoordig via een nieuwe steeg bereikbaar. Voordat de huizen omstreeks 1975 een eigen toilet kregen aangebouwd, was het erf toegankelijk via een andere steeg. Oorspronkelijk beschikten de huizen over een gezamenlijk toilet, dat tegen de gezamenlijke schuur was aangebouwd. Elk huis heeft twee kamers, een voor- en een achterkamer. In de achterkamer bevindt zich tevens de keuken en de trap naar de open zolder. De arbeidershuisjes zijn thans Rijksmonument
5. Molen Zowel Heeze als Geldrop hebben een molen. Men kan dus kiezen... Beide molens zijn thans Rijksmonument. a. Beltmolen Sint Victor te Heeze
Twee keer is de molen uitgebrand: in 1862 en in 1904 en beide keren vlot herbouwd. M.Teeuwes was eigenaar toen op 24 december 1904 zijn molen uitbrandde; hij vertrok toen naar Rijen en verkocht zijn Heezer bedrijf aan de familie Van Asten die in 1905 de herbouwde molen in gebruik nam en er tot 1922 eigenaresse van zou blijven. In laatstgenoemde jaar verkreeg P. Trouwen uit Nederweert de forse molen die inmiddels het station van Heeze-Leende van de nieuwe spoorlijn Eindhoven-Weert in de nabijheid gekregen had. In 1942 werden de roeden voorzien van het systeem -Van Bussel; in 1946 werd oorlogsschade hersteld, maar niet lang daarna kwam het windbedrijf tot stilstand. Tot 1969 bleef P.H.J. Trouwen er mulder op, in welk jaar de St. Victor overging naar L. Trouwen. In 1983/1984 werd de molen geheel gerestaureerd en is sindsdien weer regelmatig in bedrijf. De molen is thans eigendom van de gemeente Heeze-Leende. Gerard Sturkenboom en Leo van Someren zijn de huidige molenaars. Op 23 mei 2005 werd de kap van de molen gehaald in verband met een korte, maar flinke restauratie. Vele balkkoppen werden aangestort, de kap voorzien van een nieuwe dakbedekking en een nieuwe (bilinga) lange spruit. Verder werden de roeden verlengd en opnieuw opgehekt (wederom met Van Busselwieken). De romp werd weer voorzien van de zwart-witte coating, in de verdeling zoals het voor de restauratie van 1983 het geval was. Reeds op 9 juli 2005 werden kap en roeden weer aangebracht door de fa. Adriaans en kort daarop kon er als vanouds gemalen worden. b. Korenmolen 't Nupke te Geldrop
Het beheer van de molen ligt in handen van twee enthousiaste vrijwilligers, Hans Tielemans en Frans Tullemans, beiden gediplomeerd vrijwillige molenaars. Tijdens de openingstijden van de molen is deze opengesteld voor het publiek en de toegang is geheel gratis. Behalve dat de mulders het bezoek uitgebreid kunnen vertellen over wind- en watermolens in het algemeen en over molen 't Nupke (inclusief het maalproces) in het bijzonder, verzorgen zij tevens de verkoop van de diverse door hen op 't Nupke ambachtelijk gemalen meelsoorten. bron: Nederlandse Molendatabase (zie: Meer informatie') 6. Zesgehuchten te Geldrop (vernieuwd in 1997)
7. Baanwachtershuisje te Geldrop
8. Station a. Stationsgebouw van Heeze
b. Stationsoverkapping - Parallelweg 2b Geldrop
c. Seinhuis - Heeze
9. Losweg Station Geldrop
10. Café-Restaurant 'De Zwaan' te Heeze
11. (Voormalig) Raadhuis - Heuvel 1 te Geldrop
12. (Voormalig) Fabriekspand - Molenstraat 19 te Geldrop
13. Waterinlaat voor ingebouwde watermolen textielfabriek 'Van den Heuvel'
14. Textielfabriek 'A van den Heuvel' (B) aan de Molenstraat te Geldrop
15. Kleine Dommel - Molenstraat te Geldrop
Ter hoogte van het Weverijmuseum is er een kleine aftakking naar de inpandige watermolen. Omdat het water hier niet echt goed doorstroomt, ziet het er jammergenoeg wat bruin uit. De hoofdstroom die langs de achterzijde stroomt, is daarentegen heel helder en bevat diverse kleine watervalletjes. M-Track'Strabrecht' is gebaseerd op een vaste modelspoorbaan voor thuisgebruik, met daarin een viertal op de M-Track normen gebaseerde modules. Deze kunnen uitgenomen worden, zodat ze in groter verband deel uit kunnen maken van een M-Track tentoonstellingsbaan.
M-Track is een modulair systeem bedoeld voor half nul (H0)- modeltreinen met de voeding via een middenrail of puntcontacten. Het doel van deze M-Track norm is het vastleggen van de voorschriften waaraan het modulair systeem moet voldoen. Dit om een zo veilige en bedrijfszekere module baan te kunnen exploiteren. De sinds de oprichting van M-Track gehanteerde afspraken, alsmede de publicaties (Railhobby 1987) die eerder zijn verschenen, over de M-Track modules, zijn de basis van deze norm. Deze afspraken zijn dan ook ongewijzigd in de verschillende normen terug te vinden. Voorop staat het plezier voor het M-Track lid aan de bouw van de modules. Daarom is getracht met een minimum aan voorschriften, toch een eenduidig modulair systeem vast te leggen. De opzet van de norm moet er toe bijdragen dat tijdens de bouw (of voorbereiding) van de module, alleen de relevante gegevens in het betreffende normblad gebruikt hoeven te worden. Meer informatie over M-Track is te vinden via onderstaande link naar M-track.org. Meer informatie
|