Persoonlijke instellingen

Koppelingen in schaal H0: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k
k
Regel 40: Regel 40:
 
</small>  
 
</small>  
  
De beugelkoppeling (L) is nog altijd de meest gebruikte koppeling. De Relex-koppeling &reg; is een doorontwikkeling van de standaard beugelkoppeling.
+
De beugelkoppeling (links) is nog altijd de meest gebruikte koppeling. De Relex-koppeling &reg; is een doorontwikkeling van de standaard beugelkoppeling.
  
 
[[bestand:R04.jpg]]
 
[[bestand:R04.jpg]]

Versie van 23 apr 2010 om 14:04

E05.02.01 - Materieel in H0 - Vorige | Volgende - E05.02.03 - Materieel in N

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Bron: http://www.stayathome.ch - Rainer Lüttig



In bewerking door Fred.



Op het gebied van koppelingen in H0 is min of meer sprake van een chaos. Veel fabrikanten hanteren eigen systemen die (deels) niet compatible zijn met de koppelingen van andere merken.
In deze rubriek proberen we daarom een overzicht te schetsen van de (on-)mogelijkheden van de verschillende koppelsystemen binnen H0.
Per definitie gaat het bij een koppeling om een 'los-vaste' verbinding tussen locomotief en wagens, en tussen wagens onderling. Bij modelspoorwegen is het gebruikelijk dat we rollend materieel aan- en af te kunnen koppelen. In toenemende mate dienen de koppelingen echter ook voor het verbinden van elektrische circuits. In dat geval spreken we van 'stroomvoerende' koppelingen.
De koppelingen moeten aan verschillende criteria voldoen, die soms een beetje strijdig zijn met elkaar. Zo moet het ruimtegebruik zo klein mogelijk zijn, het uiterlijk zoveel mogelijk de werkelijkheid benaderen, en op zijn minst zo onopvallend als mogelijk zijn uitgevoerd. Maar bovenal, moeten de koppelingen bedrijfszeker zijn.

De normschacht

De enorme variëteit in koppelingen in schaal H0 heeft geleid tot het ontwikkelen van de zogenaamde 'normschacht'. Daarmee bedoelt met de uniforme vatting waarmee de koppeling aan het materieel bevestigd wordt. De koppelingen zelf worden dus niet (meer) aan de wagens of locomotief bevestigd, maar worden in een voorgeschreven schacht gestoken (Zie NEM362). Ook de plaats waar de schacht aan de wagen- of loc moet worden bevestigd, is daarbij voorgeschreven. De koppelingen worden eenvoudig in de schacht gestoken, en blijven daar stevig zitten door de zwaluwstaartconstructie. Om de koppelingen te verwijderen drukt men de uiteinden van de zwaluwstaart enigszins naar elkaar toe en kan men de koppelingen eruit trekken. Door het toepassen van de standaard schacht, is het nu ook mogelijk verschillende koppelingen van verschillende fabrikanten toe te passen. Alle fabrikanten leveren thans koppelingen die gebruik maken van de 'normschacht'.

R01.jpg
E05.02.02-01
Normschacht H0 - NEM362

Standaardkoppelingen

Vroeger waren de zaken noch eenvoudig. Naast de beugelkoppelingen, werden de zogenaamde valhaakkoppelingen toegepast. Beide systemen konden zich lange tijd onveranderd handhaven op de modelspoormarkt. De invoering van de 'voorontkoppeling' bij de beugelkoppeling - Bij Märklin 'Relex-koppeling' genoemd - was een echte verbetering. Daarmee kon een treindeel op een ontkoppelrails gesplitst worden en naar een afstelspoor geduwd worden, zonder dat het afgesplitste deel weer werd aangekoppeld.

R02.jpg R03.jpg
E05.02.02-02
Beugelkoppeling versus de Märklin Relex-koppeling

De beugelkoppeling (links) is nog altijd de meest gebruikte koppeling. De Relex-koppeling ® is een doorontwikkeling van de standaard beugelkoppeling.

R04.jpg
E05.02.02-03

Vooral bij oudere locomotieven volstond men soms met het gebruik van een simpele haak. Moderne locomotieven zijn vrijwel uitsluitend voorzien van een NEM362 normschacht.

R05.jpg
E05.02.02-04

Fleischmann gebruikte lange tijd een valhaakkoppeling (Zie de foto hierboven). Deze wordt tegenwoordig nog maar zelden toegepast. Het was ook een lastige koppeling. Wagens konden maar moeilijk uit een trein worden weggenomen. De beugelkoppeling echter is nog steeds sterk vertegenwoordigd. Tot op de dag van vandaag wordt deze toegepast bij merken als Roco, Märklin, Bachmann Liliput en HAG.

De beugelkoppeling, zeker als deze genormeerd is volgens de NEM normen, heeft ontegenzeggelijk een aantal voordelen:

  • Licht aankoppelen
  • Hoge bedrijfszekerheid (weinig kans op ongewenst ontkoppelen)
  • Koppelt ook in bogen
  • Grote verspreiding
  • Ontkoppelen op ontkoppelrails mogelijk

R06.jpg
E05.02.02-05

Beugelkoppelingen zijn er in soorten. Zij worden in allerlei vormen en maten aangeboden. De meesten worden vervaardigd uit kunststof met een metalen beugel.
Links de moderne beugelkoppeling voor de NEM-schacht, in het midden de Märklin Relex-koppeling, en rechts de inmiddels antieke, buitenproportionele, koppeling van Lima.

R07.jpg R08.jpg
E05.02.02-06

Voorontkoppelen met de Märklin Relex-koppeling

Links ziet men de Relex-koppeling gekoppeld. Een beugel is over de tegenover gelegen haak gehangen. Na het ontkoppelen met de hand of met behulp van een ontkoppelrails, is de beugel naar boven gebogen en gefixeerd. Het ontkoppelde treindeel kan nu naar zijn bestemming worden geschoven, zonder dat de beugel weer naar beneden valt.

R09.jpg
E05.02.02-07

Het nadeel van de beugelkoppeling en nog meer van de Relex-koppeling is de relatief grote afstand tussen de verschillende wagens en/of locomotief. Het is dus onmogelijk om buffer-aan-buffer te koppelen.

(wordt vervolgd)


E05.02.01 - Materieel in H0 - Vorige | Volgende - E05.02.03 - Materieel in N