Multi-tractie rijden: verschil tussen versiesUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie van 15 mei 2023 om 11:42
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteurs: Karst Drenth en Ronald Koerts - Update door Fred Eikelboom
Twee of meer locomotieven die een lange trein trekken heet multi-tractie rijden en dat kan ook in model. Hiervoor zijn diverse opties, zoals het verwijderen van motoren en het instellen van een locdecoder.
Gelijke snelhedenVoor zowel analoog als digitaal geldt dat de locomotieven op dezelfde spanning even snel moeten rijden. Verschillen de snelheden te veel, dan kunnen er problemen ontstaan, van ontsporende treinen (bijv. omdat de achterste loc de voorgaande wagens/rijtuigen te veel opdrukt) tot doorgebrande motoren. Bij analoge locomotieven is het het makkelijkst om identieke locs in te zetten omdat het anders wat moeilijker is om de snelheden gelijk te krijgen. Ook zullen dan soms wat aanpassingen in de locomotief gedaan moeten worden, zoals bijvoorbeeld een aantal antiparallel geschakelde treinstellen in serie met één van de motoraansluitdraden zetten bij de te snel rijdende loc.
Ook bij digitale locs is het het eenvoudigst om identieke locs te nemen met hetzelfde merk en type decoder. Dummy-locomotievenEr zijn fabrikanten die 'dummy'-locomotieven aanbieden. Dit zijn locomotieven zonder motor en daardoor als rijtuig of wagen meerijden (in NS-spoorjargon: 'in opzending meerijden'). Dit is de eenvoudigste en goedkoopste oplossing voor multi-tractie rijden in model, zowel analoog als digitaal. Echte multi-tractieHoe in multi-tractie gereden kan worden ligt aan het systeem en digitale protocol dat wordt gebruikt. De mogelijkheden op een rijtje:
De digitale centraleMet sommige digitale centrales is het mogelijk om 'multi-tractie' direct in de centrale in te stellen. Sommige centrales zorgen voor het aanpassen van de rijeigenschappen van de betreffende locomotieven. Bij andere centrales moet een aantal CV's worden ingesteld, dit zijn de CV's voor de minimale snelheid (CV 2), de maximale snelheid (CV 5) en de gemiddelde snelheid (CV 6). Motorola-protocolHet Motorola-protocol heeft geen standaard-optie om multi-tractie in te stellen. Het is echter mogelijk om in sommige decoders een tweede adres te programmeren, waar de decoder dan op reageert. Ook is het mogelijk om twee locdecoders op hetzelfde adres in te stellen, waardoor de locs beiden op dat ene adres zullen reageren. DCC-protocolDe specificaties van DCC verplichten iedere fabrikant die het DCCprotocol in hun decoder inbouwt om bepaalde functies te ondersteunen. Eén van de verplichte functies is het consist-adres ofwel CV 19. Deze CV zorgt er voor dat meerdere decoders op één loc-adres reageren. De locomotieven dienen wel dezelfde beginsnelheid te hebben (Vmin: CV2) en dezelfde eindsnelheid (Vmax: CV 5). Daarnaast moet de gemiddelde snelheid (Vmid: CV 6 ) zodanig worden ingesteld (in feite uitgeschakeld) dat er een lineaire snelheidsgrafiek is tussen Vmin en Vmax. Op deze manier is het relatief gemakkelijk om de locs in multi-tractie te laten rijden. Stappenplan multi-tractieEen stappenplan voor het instellen van in multi-tractie rijden met de MultiMaus. In het voorbeeld wordt een aantal 2200-en genoemd. Let op! Voor het instellen van de MultiMaus met Programming On Main track (POM) of CV-modus;
Let op! Wanneer de locs 'kop-aan-kont' moeten rijden, is bovenstaande voldoende. Moeten ze 'kop-aan-kop' of 'kont-aan-kont' rijden, dan moet CV 19 van één van de twee de waarde 22 + 128 = 150 krijgen. Dit om te zorgen dat één van de locomotieven de rijrichting andersom is. Opheffen multi-tractieOpheffen van de multi-tractie gaat via de volgende stappen:
TreinbesturingssoftwareEen andere optie is via de treinbesturingssoftware in multi-tractie te gaan rijden. Dit is meestal ook de gemakkelijkste optie, omdat (als het goed is) voor het rijden met de besturingssoftware de treinen al 'geijkt' zijn. Daardoor zijn alle rijsnelheden van de locomotieven bekend. Het programa regelt alles betreffende de verschillende snelheden en rijstappen van de locomotieven. Instellen functie-uitgangenBij het rijden in multi-tractie (dus met geactiveerd consist adres in CV 19) luistert de decoder qua rijden alleen nog naar CV19 ofwel via CV 19 wordt alleen het consist-adres opgegeven voor het rijden in multi-tractie en in welke richting. CV 19 bevat een 7-bit adres in bit posities 0-6. Bit 7 (positie 6) dient voor het opgeven van de relatieve richting, die een loc/treinstel dat in multi-tractie rijdt, op moet gaan. De waarde '0' is voor de normale rijrichting en de waarde '1' zorgt er voor dat de loc/treinstel de andere kant op rijdt. Wanneer alle bits van CV 19 op '0' staan (dus '0000000'), dan is de loc/treinstel met die decoder niet meer ingesteld op multi-tractie. Functies inschakelenDe functies die gebruikt moeten worden tijdens het multi-tractie rijden, moeten per decoder worden opgegeven in CV 21 en CV 22:
Voor het bedienen van de verlichting etc. via het consist-adres moeten dus CV 21 en CV 22 worden aangepast (mits ondersteund in de decoder). Meer informatie
|