|
|
Regel 6: |
Regel 6: |
| |Bewerking= Hans van de Burgt | | |Bewerking= Hans van de Burgt |
| }} | | }} |
− | Op 1 oktober 1908 reed de Zuid Hollandsche Elektrische Spoorweg Maatschappij (ZHESM) als eerste maatschappij in Nederland met een elektrische trein. Dit gebeurde op het traject Den Haag HSM via Pijnacker naar Rotterdam Hofplein. Slechts zeven maanden later, op 1 mei 1909, werd ook het deel Den Haag HS — Wassenaar — Scheveningen (Kurhaus) in gebruik genomen. Men gebruikte toen 10.000 volt wisselspanning van 25 perioden (25 Hertz). Als leuke bijkomstigheid; op sommige zondagen waren er zoveel mensen, die wel eens een ritje met de 'elektrische' wilden maken, dat men uit nood (u raadt het al) stoomtreinen moest inzetten. Verdere [[Woorden - E#Elektrificatie|elektrificatie]] gebeurde pas na de Eerste Wereldoorlog, omdat er gewoonweg geen materiaal voor handen was.<br /> | + | Op 1 oktober 1908 reed de Zuid Hollandsche Elektrische Spoorweg Maatschappij ("ZHESM") als eerste maatschappij in Nederland met een elektrische trein. Dit gebeurde op het traject Den Haag HSM via Pijnacker naar Rotterdam Hofplein. Slechts zeven maanden later, op 1 mei 1909, werd ook het deel Den Haag HS — Wassenaar — Scheveningen (Kurhaus) in gebruik genomen. Men gebruikte toen 10.000 volt wissel[[Woorden - S#Spanning|spanning]] van 25 perioden (25 Hertz). Als leuke bijkomstigheid; op sommige zondagen waren er zoveel mensen, die wel eens een ritje met de "elektrische" wilden maken, dat men uit nood stoomtreinen moest inzetten. Verdere [[Woorden - E#Elektrificatie|elektrificatie]] gebeurde pas na de Eerste Wereldoorlog, omdat er gewoonweg geen materieel voor handen was.<br /> |
− | In 1918 gaf de Directie van de NS (zal op de grens van de fusie geweest zijn) opdracht een onderzoek naar verdere elektrificatie te doen, en wel alléén voor de lijnen Amsterdam — Den Haag en Amsterdam — Amersfoort. | + | In 1918 gaf de Directie van de NS (zal op de grens van de fusie geweest zijn) opdracht een onderzoek naar verdere elektrificatie te doen, en wel alléén voor de lijnen Amsterdam — Den Haag en Amsterdam — Amersfoort. |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= Gotischeboog-01.jpg | | |Bestand= Gotischeboog-01.jpg |
Regel 16: |
Regel 16: |
| |Positie= Rechts | | |Positie= Rechts |
| }} | | }} |
− | Het 'Elektrificatierapport 1919' was het uiteindelijke resultaat van dit onderzoek en hieruit kwam naar voren dat het gunstig zou zijn om Rotterdam — Delft — Den Haag ook te elektrificeren. De voorgestelde spanningssoort was toen 15.000 volt 16⅔ Hertz. Naar aanleiding van de aanbevolen spanningssoort werd er een nieuwe commissie aangesteld die dit moest gaan onderzoeken. In juli 1921 kwam de commissie met dit rapport en het advies was om 1500 volt gelijkspanning te gebruiken. De motivatie hiervoor was dat men gelijkstroommotoren beter geschikt achtte voor de tractie en dat de hoge spanning niet echt tot zijn recht zou komen in verband met de korte afstanden. | + | Het "Elektrificatierapport 1919" was het uiteindelijke resultaat van dit onderzoek en hieruit kwam naar voren dat het gunstig zou zijn om Rotterdam — Delft — Den Haag ook te elektrificeren. De voorgestelde spanningssoort was toen 15.000 volt 16⅔ Hertz. Naar aanleiding van de aanbevolen spanningssoort werd er een nieuwe commissie aangesteld die dit moest gaan onderzoeken. In juli 1921 kwam de commissie met dit rapport en het advies was om 1500 volt gelijkspanning te gebruiken. De motivatie hiervoor was dat men gelijkstroommotoren beter geschikt achtte voor de tractie en dat de hoge [[Woorden - S#Spanning|spanning]] niet echt tot zijn recht zou komen in verband met de korte afstanden. |
| | | |
− | De eerste daadwerkelijke elektrificatie werd ondernomen op het traject Amsterdam — Rotterdam, aansluitend zou dan meteen Haarlem — IJmuiden gedaan kunnen worden. Leiden — Den Haag werd uitgekozen als proeftraject en op 3 oktober 1924 reed voor het eerst een elektrische trein voor reizigers in het kader van de 3-october feesten. In Den Haag HS kende men tussen 1924 en 1926 dus twee verschillende spanningssystemen. Nadat men uitgebreid [[Woorden - M#Materieel|materieel]] en materiaal getest had, werd besloten alles om te bouwen naar, en uit te breiden met, het 1500 volt systeem. Op 1 april 1926 werd de Hofpleinlijn officiëel van 1500 volt voorzien en werd de eigen Centrale in Stompwijk (waar nu de werkplaats Leidschendam staat) gesloten. | + | De eerste daadwerkelijke elektrificatie werd ondernomen op het traject Amsterdam — Rotterdam, aansluitend zou dan meteen Haarlem — IJmuiden gedaan kunnen worden. Leiden — Den Haag werd uitgekozen als proeftraject en op 3 oktober 1924 reed voor het eerst een elektrische trein voor reizigers in het kader van de 3-october feesten. In Den Haag HS kende men tussen 1924 en 1926 dus twee verschillende spanningssystemen. Nadat men uitgebreid [[Woorden - M#Materieel|materieel]] en materiaal getest had, werd besloten alles om te bouwen naar, en uit te breiden met, het 1500 volt systeem. Op 1 april 1926 werd de Hofpleinlijn officiëel van 1500 volt voorzien en werd de eigen Centrale in Stompwijk (waar nu de werkplaats Leidschendam staat) gesloten. |
| | | |
| Doordat het materieel nog omgebouwd diende te worden, werd met het materieel waarmee men tussen Leiden en Den Haag had proefgereden, nu een dienst op de Hofpleinlijn onderhouden. Het ZHESM-materieel werd in Haarlem en Utrecht omgebouwd naar 1500 volt. | | Doordat het materieel nog omgebouwd diende te worden, werd met het materieel waarmee men tussen Leiden en Den Haag had proefgereden, nu een dienst op de Hofpleinlijn onderhouden. Het ZHESM-materieel werd in Haarlem en Utrecht omgebouwd naar 1500 volt. |
| | | |
− | Na 1930 werd het middendeel van Nederland weliswaar nog verdieseld, maar in 1938 was dit allemaal al geëlektrificeerd. Vanaf 1938 deed ook de zogenaamde DIN-mast zijn intrede, deze werd vooral bij de geplande nieuwbouw gebruikt. Na de oorlog werd er in een zeer snel tempo geëlektrificeerd, waardoor het in 1952 al mogelijk was helemaal elektrisch van Zwolle naar Den Haag te rijden. Doordat er na de oorlog een staaltekort was, werden er ondermeer ook betonnen masten gebruikt.<br /> | + | Na 1930 werd het middendeel van Nederland weliswaar nog verdieseld, maar in 1938 was dit allemaal al geëlektrificeerd. Vanaf 1938 deed ook de zogenaamde DIN-mast zijn intrede, deze werd vooral bij de geplande nieuwbouw gebruikt. Na de oorlog werd er in een zeer snel tempo geëlektrificeerd, waardoor het in 1952 al mogelijk was helemaal elektrisch van Zwolle naar Den Haag te rijden. Doordat er na de oorlog een staaltekort was, werden er ondermeer ook betonnen masten gebruikt. Voor een overzicht van de diverse types, zie het artikel ''[[Masten en portalen]]''. |
− | Voor een overzicht van de diverse types, zie het artikel ''Masten en portalen'' bij [[Geschiedenis van de bovenleidingsystemen in Nederland#Meer informatie|'Meer informatie']]. | |
| | | |
− | In de jaren die volgden, werd er meer-en-meer geëlektrificeerd en werden de technieken voor deze materie steeds verbeterd. Dit was ook het geval met de verbeterde gelijkrichters, zodat men meerdere kleinere onderstations kon plaatsen. Daardoor behoefde de voeding niet over zulke grote afstanden plaats te vinden. | + | In de jaren die volgden, werd er meer-en-meer geëlektrificeerd en werden de technieken voor deze materie steeds verbeterd. Dit was ook het geval met de verbeterde gelijkrichters, zodat men meerdere kleinere onderstations kon plaatsen. Daardoor behoefde de voeding niet over zulke grote afstanden plaats te vinden. |
| | | |
− | Met de komst van de [[Woorden - S#Serie|serie]] 1600 werd de aangelegde spanning zelfs verhoogd, zodat we nu eigenlijk 1800 volt 'op de waslijn' hebben. Dit was onder de gegeven omstandigheden wel het maximaal haalbare. Alhoewel er in de '60er jaren in Nederland nog steeds het idee rondwaarde dat men met sommige zaken toch weer het wiel opnieuw moest uitvinden, bleek in de jaren '70 en '80 dat het onontkoombaar was af en toe ideeën vanuit het buitenland toe te passen. | + | Met de komst van de [[Woorden - S#Serie|serie]] 1600 werd de aangelegde spanning zelfs verhoogd, zodat we nu eigenlijk 1800 volt "op de waslijn" hebben. Dit was onder de gegeven omstandigheden wel het maximaal haalbare. Alhoewel er in de '60er jaren in Nederland nog steeds het idee rondwaarde dat men met sommige zaken toch weer het wiel opnieuw moest uitvinden, bleek in de jaren '70 en '80 dat het onontkoombaar was af en toe ideeën vanuit het buitenland toe te passen. |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= Betuwe-elek.jpg | | |Bestand= Betuwe-elek.jpg |
Regel 35: |
Regel 34: |
| |Maker= Gerlo Beernink | | |Maker= Gerlo Beernink |
| }} | | }} |
− | | + | Bijvoorbeeld het gebruik van enkele masten op de Schiphollijn is dus zo'n idee; Op dit moment wordt gebouwd aan het omvormen naar een bovenleidingsysteem dat gebruik maakt van 25.000 volt. Hiervan zijn de eerste voorbeelden te vinden op de Maasvlakte, maar ook bij de bouw van de Betuweroute. Hiervoor worden |
− | Bijvoorbeeld het gebruik van enkele masten op de Schiphollijn is dus zo'n idee; Op dit moment wordt gebouwd aan het omvormen naar een bovenleidingsysteem dat gebruik maakt van 25.000 volt. Hiervan zijn de eerste voorbeelden te vinden op de Maasvlakte, maar ook bij de bouw van de Betuweroute. Hiervoor worden speciale bovenleidingmasten en -portalen ontwikkeld. | + | speciale bovenleidingmasten en -portalen ontwikkeld. |
| === Overzicht Elektrificatie === | | === Overzicht Elektrificatie === |
| {| class="wikitable" style="font-size:90%;" | | {| class="wikitable" style="font-size:90%;" |
Regel 98: |
Regel 97: |
| |style="background:#E5E4E2;"| 14-08-1957 ||style="background:#E5E4E2;"| Tilburg — 's Hertogenbosch. | | |style="background:#E5E4E2;"| 14-08-1957 ||style="background:#E5E4E2;"| Tilburg — 's Hertogenbosch. |
| |- | | |- |
− | |style="background:#E8E8E8;"| 29-09-1957 ||style="background:#E8E8E8;"| 's Hertogenbosch — Nijmegen, Roosendaal Essen (België). | + | |style="background:#E8E8E8;"| 29-09-1957 ||style="background:#E8E8E8;"| 's Hertogenbosch — Nijmegen, Roosendaal Essen (België). |
| |- | | |- |
| |style="background:#E5E4E2;"| 01-06-1958 ||style="background:#E5E4E2;"| Alkmaar — Den Helder. | | |style="background:#E5E4E2;"| 01-06-1958 ||style="background:#E5E4E2;"| Alkmaar — Den Helder. |
Regel 110: |
Regel 109: |
| |style="background:#E5E4E2;"| 30-05-1976 ||style="background:#E5E4E2;"| Oldenzaal — Bentheim (Duitsland). | | |style="background:#E5E4E2;"| 30-05-1976 ||style="background:#E5E4E2;"| Oldenzaal — Bentheim (Duitsland). |
| |- | | |- |
− | |style="background:#E8E8E8;"| 22-05-1977 ||style="background:#E8E8E8;"| 1e Fase Zoetermeerlijn: Leidschendam V.- Meerzicht — en Palenstein. | + | |style="background:#E8E8E8;"| 22-05-1977 ||style="background:#E8E8E8;"| 1e fase Zoetermeerlijn: Leidschendam V.- Meerzicht — en Palenstein. |
| |- | | |- |
| |style="background:#E5E4E2;"| 28-05-1978 ||style="background:#E5E4E2;"| Verlenging Palenstein — Seghwaert. | | |style="background:#E5E4E2;"| 28-05-1978 ||style="background:#E5E4E2;"| Verlenging Palenstein — Seghwaert. |
| |- | | |- |
− | |style="background:#E8E8E8;"| 20-12-1978 ||style="background:#E8E8E8;"| 1e Fase Schiphollijn: Amsterdam Zuid — Schiphol. | + | |style="background:#E8E8E8;"| 20-12-1978 ||style="background:#E8E8E8;"| 1e fase Schiphollijn: Amsterdam Zuid — Schiphol. |
| |} | | |} |
| {{Tabelonderschrift | | {{Tabelonderschrift |
Regel 150: |
Regel 149: |
| }} | | }} |
| {{Linkssectie einde}} | | {{Linkssectie einde}} |
− | Voor meer informatie over de geschiedenis van bovenleidingen kunt u de volgende bronnen raadplegen: | + | Voor meer informatie over de geschiedenis van bovenleidingen zijn de volgende bronnen te raadplegen: |
| {{Appendix | | {{Appendix |
| |1= bron | | |1= bron |
Regel 156: |
Regel 155: |
| * Rotterdam Hofplein — Den Haag — Scheveningen Kurhaus van J.F.Smit. | | * Rotterdam Hofplein — Den Haag — Scheveningen Kurhaus van J.F.Smit. |
| * Kleine Modelbaan [[Woorden - S#Serie|serie]]: Deel 11: Modelbovenleiding. | | * Kleine Modelbaan [[Woorden - S#Serie|serie]]: Deel 11: Modelbovenleiding. |
− | * 75 Jaar bovenleidingconstructies: 'Op de Rails', 51e Jaargang 1983-9 Blz. 259 – 271. | + | * 75 Jaar bovenleidingconstructies: "Op de Rails", 51e Jaargang 1983-9 Blz. 259 – 271. |
| * Sommerfeldt: Bouwtekening van het twee-/driespoorportaal. | | * Sommerfeldt: Bouwtekening van het twee-/driespoorportaal. |
| |LetterGrootte= 75% | | |LetterGrootte= 75% |
Regel 168: |
Regel 167: |
| |- valign= "top" | | |- valign= "top" |
| ! scope= "row" width="75%" | | | ! scope= "row" width="75%" | |
− | | <small>Laatste wijziging: 14 mei 2023 11:47 (UTC)</small> | + | | <small>Laatste wijziging: 13 sep 2023 11:58 (UTC)</small> |
| |} | | |} |
| [[Categorie: Alles|G]] | | [[Categorie: Alles|G]] |
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Jan Willem Penris - Bewerkt door Hans van de Burgt
Op 1 oktober 1908 reed de Zuid Hollandsche Elektrische Spoorweg Maatschappij ("ZHESM") als eerste maatschappij in Nederland met een elektrische trein. Dit gebeurde op het traject Den Haag HSM via Pijnacker naar Rotterdam Hofplein. Slechts zeven maanden later, op 1 mei 1909, werd ook het deel Den Haag HS — Wassenaar — Scheveningen (Kurhaus) in gebruik genomen. Men gebruikte toen 10.000 volt wisselspanning van 25 perioden (25 Hertz). Als leuke bijkomstigheid; op sommige zondagen waren er zoveel mensen, die wel eens een ritje met de "elektrische" wilden maken, dat men uit nood stoomtreinen moest inzetten. Verdere elektrificatie gebeurde pas na de Eerste Wereldoorlog, omdat er gewoonweg geen materieel voor handen was.
In 1918 gaf de Directie van de NS (zal op de grens van de fusie geweest zijn) opdracht een onderzoek naar verdere elektrificatie te doen, en wel alléén voor de lijnen Amsterdam — Den Haag en Amsterdam — Amersfoort.
|
Afbeelding: 01
|
Gotische bogen
|
Foto gemaakt door: Johan Sponselee
|
Het "Elektrificatierapport 1919" was het uiteindelijke resultaat van dit onderzoek en hieruit kwam naar voren dat het gunstig zou zijn om Rotterdam — Delft — Den Haag ook te elektrificeren. De voorgestelde spanningssoort was toen 15.000 volt 16⅔ Hertz. Naar aanleiding van de aanbevolen spanningssoort werd er een nieuwe commissie aangesteld die dit moest gaan onderzoeken. In juli 1921 kwam de commissie met dit rapport en het advies was om 1500 volt gelijkspanning te gebruiken. De motivatie hiervoor was dat men gelijkstroommotoren beter geschikt achtte voor de tractie en dat de hoge spanning niet echt tot zijn recht zou komen in verband met de korte afstanden.
De eerste daadwerkelijke elektrificatie werd ondernomen op het traject Amsterdam — Rotterdam, aansluitend zou dan meteen Haarlem — IJmuiden gedaan kunnen worden. Leiden — Den Haag werd uitgekozen als proeftraject en op 3 oktober 1924 reed voor het eerst een elektrische trein voor reizigers in het kader van de 3-october feesten. In Den Haag HS kende men tussen 1924 en 1926 dus twee verschillende spanningssystemen. Nadat men uitgebreid materieel en materiaal getest had, werd besloten alles om te bouwen naar, en uit te breiden met, het 1500 volt systeem. Op 1 april 1926 werd de Hofpleinlijn officiëel van 1500 volt voorzien en werd de eigen Centrale in Stompwijk (waar nu de werkplaats Leidschendam staat) gesloten.
Doordat het materieel nog omgebouwd diende te worden, werd met het materieel waarmee men tussen Leiden en Den Haag had proefgereden, nu een dienst op de Hofpleinlijn onderhouden. Het ZHESM-materieel werd in Haarlem en Utrecht omgebouwd naar 1500 volt.
Na 1930 werd het middendeel van Nederland weliswaar nog verdieseld, maar in 1938 was dit allemaal al geëlektrificeerd. Vanaf 1938 deed ook de zogenaamde DIN-mast zijn intrede, deze werd vooral bij de geplande nieuwbouw gebruikt. Na de oorlog werd er in een zeer snel tempo geëlektrificeerd, waardoor het in 1952 al mogelijk was helemaal elektrisch van Zwolle naar Den Haag te rijden. Doordat er na de oorlog een staaltekort was, werden er ondermeer ook betonnen masten gebruikt. Voor een overzicht van de diverse types, zie het artikel Masten en portalen.
In de jaren die volgden, werd er meer-en-meer geëlektrificeerd en werden de technieken voor deze materie steeds verbeterd. Dit was ook het geval met de verbeterde gelijkrichters, zodat men meerdere kleinere onderstations kon plaatsen. Daardoor behoefde de voeding niet over zulke grote afstanden plaats te vinden.
Met de komst van de serie 1600 werd de aangelegde spanning zelfs verhoogd, zodat we nu eigenlijk 1800 volt "op de waslijn" hebben. Dit was onder de gegeven omstandigheden wel het maximaal haalbare. Alhoewel er in de '60er jaren in Nederland nog steeds het idee rondwaarde dat men met sommige zaken toch weer het wiel opnieuw moest uitvinden, bleek in de jaren '70 en '80 dat het onontkoombaar was af en toe ideeën vanuit het buitenland toe te passen.
|
Afbeelding: 02
|
Onderstation 25kV HSL-Zuid
|
Foto gemaakt door: Gerlo Beernink
|
Bijvoorbeeld het gebruik van enkele masten op de Schiphollijn is dus zo'n idee; Op dit moment wordt gebouwd aan het omvormen naar een bovenleidingsysteem dat gebruik maakt van 25.000 volt. Hiervan zijn de eerste voorbeelden te vinden op de Maasvlakte, maar ook bij de bouw van de Betuweroute. Hiervoor worden
speciale bovenleidingmasten en -portalen ontwikkeld.
Overzicht Elektrificatie
Datum
|
Traject
|
01-10-1908 |
Rotterdam Hofplein — Den Haag HS(M).
|
01-05-1909 |
Den Haag HS(M) — Scheveningen Kurhaus.
|
04-04-1927 |
Haarlem — Rotterdam DP (Delftsche Poort).
|
15-05-1927 |
Haarlem — IJmuiden.
|
01-07-1927 |
Amsterdam CS — Haarlem.
|
15-05-1931 |
Amsterdam CS — Alkmaar, Velsen — IJmuiden Oost — Uitgeest.
|
15-05-1934 |
Rotterdam DP — Dordrecht.
|
15-05-1935 |
Schiedam — Hoek van Holland.
|
06-10-1935 |
Haarlem — Zandvoort.
|
15-05-1938 |
Amsterdam CS— — Utrecht — Arnhem, Rotterdam Maas — Utrecht — Eindhoven, Den Haag SS — Gouda.
|
02-04-1940 |
Arnhem — Nijmegen.
|
04-05-1942 |
Utrecht — Hilversum, Utrecht — Amersfoort.
|
03-06-1946 |
Amsterdam — Amersfoort.
|
25-07-1948 |
Den Dolder — Baarn.
|
15-05-1949 |
Eindhoven — Maastricht, Sittard — Heerlen, Heerlen — Schin op Geul — Maastricht.
|
16-01-1950 |
Dordrecht — Lage Zwaluwe — Boxtel.
|
14-05-1950 |
Lage Zwaluwe — Roosendaal.
|
08-10-1950 |
Leiden — Woerden.
|
03-01-1951 |
Amersfoort — Apeldoorn.
|
20-05-1951 |
Apeldoorn — Hengelo — Enschede, Hengelo — Oldenzaal, Amersfoort — Lunteren — Ede/Wageningen.
|
07-01-1952 |
Amersfoort — Zwolle.
|
18-05-1952 |
Zwolle — Meppel — Groningen, Meppel — Leeuwarden.
|
05-01-1953 |
Arnhem — Zutphen.
|
17-05-1953 |
Zutphen — Zwolle, Nieuwerkerk — Rotterdam CS.
|
03-06-1956 |
Eindhoven — Venlo, Gouda — Alphen a/d Rijn.
|
18-04-1957 |
Roosendaal — Vlissingen.
|
02-06-1957 |
Roosendaal — Breda.
|
14-08-1957 |
Tilburg — 's Hertogenbosch.
|
29-09-1957 |
's Hertogenbosch — Nijmegen, Roosendaal Essen (België).
|
01-06-1958 |
Alkmaar — Den Helder.
|
22-05-1966 |
Arnhem — Emmerich (Duitsland).
|
26-05-1968 |
Venlo — Kaldenkirchen.
|
26-05-1974 |
Zaandam — Hoorn — Enkhuizen, Alkmaar — Hoorn.
|
30-05-1976 |
Oldenzaal — Bentheim (Duitsland).
|
22-05-1977 |
1e fase Zoetermeerlijn: Leidschendam V.- Meerzicht — en Palenstein.
|
28-05-1978 |
Verlenging Palenstein — Seghwaert.
|
20-12-1978 |
1e fase Schiphollijn: Amsterdam Zuid — Schiphol.
|
|
Tabel: 01
|
Tabel gemaakt door: Jan Willem Penris
|
Meer informatie
Encyclopedie:
|
|
|
|
Externe website:
|
|
Jan Willem Penris.
|
|
Nico Spilt.
|
Voor meer informatie over de geschiedenis van bovenleidingen zijn de volgende bronnen te raadplegen:
Bronnen
- Rotterdam Hofplein — Den Haag — Scheveningen Kurhaus van J.F.Smit.
- Kleine Modelbaan serie: Deel 11: Modelbovenleiding.
- 75 Jaar bovenleidingconstructies: "Op de Rails", 51e Jaargang 1983-9 Blz. 259 – 271.
- Sommerfeldt: Bouwtekening van het twee-/driespoorportaal.
|
|
Laatste wijziging: 13 sep 2023 11:58 (UTC)
|