Inleiding locdecoders: verschil tussen versiesUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie van 14 dec 2023 om 14:52
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net
Dit artikel is een inleiding decoders, waarin het aansluiten en instellen van een decoder globaal wordt uitgelegd. In het artikel Uitleg digitaal is al aangegeven dat bij digitaal rijden een decoder nodig is in elke locomotief en/of treinstel. Decoders zijn slimme apparaten en fabrikanten slagen er steeds in om ze nog slimmer en sneller te maken zodat er steeds meer mogelijkheden beschikbaar komen. FunctieaansluitingenZoals te zien is in de specifieke pagina's over de connectoren, neemt naarmate de connector groter wordt, ook het aantal extra "functieaansluitingen" toe. Deze aansluitingen; AUX1, AUX2 enzovoort, zijn noodzakelijk om bepaalde mogelijkheden toe te voegen aan het model, zoals een zwaailamp, rookgenerator, rangeersein, elektrische ontkoppeling en/of cabineverlichting. ("AUX" is de afkorting van "auxiliary", ofwel reserve- of hulpaansluiting) De meeste achtpolige decoders beschikken over een AUX2 aansluiting. Deze wordt aangeboden als een paarse losse draad, die alleen aan de decoder is verbonden. Deze is in principe vrij aan te sluiten op iets wat geschakeld moet worden. Eventueel wel met (serie)weerstanden of een schakeltransistor, maar dat is afhankelijk van de toepassing. Bij leds moeten er altijd serieweerstanden of een stroombron gebruikt worden, anders gaan ze meteen stuk doordat er een te grote stroom door de led loopt. ConnectorenEr zijn verschillende typen connectoren in omloop voor het aansluiten van de decoders:
Configureerbare variabele (CV)"Programmeren" van een decoder is niets anders dan een waarde toekennen aan een geheugenplaats, een CV, in het geheugen van een decoder. Het in de decoder vast opgeslagen programma (de firmware) leest de waarden van de variabelen en laat de loc daarmee doen wat deze moet doen. In tegenstelling tot wat de naam suggereert, wordt bij dit "programmeren" het in de decoder opgeslagen programma niet gewijzigd. De CV's zijn genormaliseerd en bepaalde CV's zijn standaard voor elke decoder. Een kleine handige selectie van CV's wordt hier behandeld:
Zie de NMRA-standaarden voor de volledige lijst met standaard-CV's, zie hieronder bij "Meer informatie". ConfigurerenConfigureren van een decoder kan op veel verschillende manieren, maar bij de moderne decoders zijn er eigenlijk maar twee praktische keuzes;
Het grote verschil tussen POM en programmeerspoor is, dat wanneer er via POM wordt gewerkt, het adres van de decoder niet is te wijzigen want dan gaan de commando's naar dat specifieke adres. Let op! Wanneer het programmeerspoor wordt gebruikt, worden de commando's naar alle railvoertuigen op dat spoor gestuurd. Wanneer er twee locomotieven op het programmeerspoor staan, zullen beiden dezelfde waardes geprogrammeerd krijgen. Stel het adres wordt ingesteld op 5, dan zullen na de programmeeractie beide locs adres 5 hebben. Dus altijd één locomotief met decoder op het programmeerspoor, tenzij het de bedoeling is dat bijvoorbeeld een stuurstand en locomotief hetzelfde adres moeten krijgen voor het schakelen van de verlichting. Zie hiervoor het artikel Decoder programmeren. Niet elke DCC-centrale heeft een programmeerspoor, de Intellibox bijvoorbeeld wel, de Multimaus niet.
Adres wijzigenEen nieuwe digitale locomotief moet voorzien worden van een uniek adres, bijvoorbeeld 5. Dit gaat als volgt: plaats de locomotief op het programmeerspoor en schakel de centrale in de programmeerstand. Selecteer CV1 en geef aan de waarde 5 te willen laden. Bevestigen de keuze en de locomotief zal een kleine beweging maken (een klein stukje rijden) ten teken dat het programmeren gelukt is. Nu zal de locomotief alleen nog reageren op instructies voor zijn adres 5. Loc-decoder resettenWanneer veel CV's zijn veranderd en het effect daarvan is niet wat gewenst was, dan kunnen de fabrieksinstellingen snel worden hersteld door de decoder te resetten. Ook wanneer de loc-decoder niet meer doet wat er van werd verwacht, kan resetten en opnieuw instellen wel eens de snelste oplossing zijn voor het probleem. Het resetten naar de fabrieksinstelling gebeurt door een bepaalde CV een bepaalde waarde te geven. De meeste decoders worden gereset wanneer CV8 de waarde 8 krijgt, of een andere in de handleiding vermelde waarde. Hierop zijn enkele uitzonderingen. De Lenz Le130 en 131 zijn niet te resetten via CV8, omdat deze oudere decoders ten tijde van productie niet voorzien zijn/waren van een resetmogelijkheid. Deze moeten dus per CV opnieuw ingesteld worden. Resetopdracht
Nadat de resetopdracht gegeven is, moet ter bevestiging de waarde van CV1 worden opgevraagd. Pas wanneer die waarde weer op 3 staat, is het resetten geslaagd. Bij een andere waarde moet nogmaals de resetopdracht gegeven worden en CV1 weer worden uitgelezen. Lukt het dan nog niet, verbind dan een weerstand van 150 ohm parallel met het programmeerspoor en probeer het nogmaals. Heeft de centrale geen programmeerspoor, sluit dan een los stuk rails op de centrale aan.
(* Bij Tams zijn alle waarden toegestaan. Bijvoorbeeld: er is een aantal decoders van de merken ESU, Kuehn en Zimo in gebruik. Dan zullen alle decoders na het geven van het resetcommando "CV8 = 8" gereset worden. Het beste is dus altijd alle andere locomotieven en treinstellen van de rails halen (Let op! bij alle centrales "zonder" programmeerspoor-aansluiting is dit verplicht). Ook alle eventuele rijtuigen, waar een decoder in zit, dienen van de rails gehaald te worden, anders worden ook die gereset. Fabrikantencode en versienummerWanneer CV8 wordt uitgelezen, geeft dit een code te zien. Die code geeft aan wie de fabrikant van de decoder is. CV7 geeft ook een code, het versienummer van de decoder. De codes zijn op te zoeken via de links hieronder bij "Meer informatie". CV 29; ConfiguratieVia CV29 worden "lange" adressen mogelijk gemaakt. In dit voorbeeld wordt de Esu Lokpilot 3.0 gebruikt, een zeer goede en zeer betaalbare decoder die in zowel NEM651, NEM652 en NEM654 als 21MTC verkrijgbaar is. De Lokpilot V3 kent zes configuratie-bits, te weten:
De waarde van CV29 wordt door de decoder niet gezien als één getal maar als individuele bits. Standaard reageert de decoder op analoge spanning. Dat komt doordat "default" (af fabriek) bit 2 van CV29 "hoog" is door de waarde 22=4. Om "analoog" uit te schakelen moet bit 2 van CV29 de waarde 0 ("laag") krijgen. Om bit 2 van CV29 van een reeds eerder ingestelde decoder opnieuw in te stellen moet de oude waarde van CV29 vermindert worden met 4. Deze nieuwe waarde moet dan weer in CV29 worden geschreven. Hierna zal de decoder niet meer reageren op analoge rijspanning. Ook standaard is dat de decoder op 14 rijstappen ingesteld staat. Bit 1 van CV29 staat dan op 0. Meerdere opties kunnen tegelijk aan/uitgezet worden door meerdere bits in de byte van CV29 te wijzigen. Stel nu dat er adressen groter dan 255 (= 28-1) gebruikt moeten worden (de zogenaamde "lange" adressen, omdat ze uit meer dan 1 byte bestaan) en 28 rijstappen. In tabel 3 is te zien dat "aantal rijstappen 28/128" de waarde 2 (bit 2) is en "lange adressen" de waarde 32 (bit 5). Tel deze waarden op, 2 + 32 = 34 en deze waarde wordt dan naar CV29 geschreven. Nu zal het aantal rijstappen ingesteld staan op 28/128 en er is beschikking over adressen hoger dan 255. Lange adressenOmdat korte adressen nog wel eens lastig te onthouden zijn, is het handig dat er lange adressen zijn. Hiermee zijn adressen tot 9999 mogelijk (het max. aantal is afhankelijk van merk en type van de decoder). Lange adressen, zoals 1601, kunnen probleemloos worden ingevoerd. Hiervoor dienen twee CV's, namelijk CV17 en CV18. Moderne centrales kunnen zonder problemen een lang adres in CV17 en CV18 plaatsen. Zie het artikel FAQ - Digitaal indien een lang adres handmatig ingevoerd moet worden. Zie het artikel Stappenplan decoderinbouw voor informatie over het inbouwen van een decoder. Korte stroomonderbreking bij o.a. vuile railsHiervoor is een oplossing. Een aantal decoders zijn voorzien van een aansluitmogelijkheid voor een power pack of een "stay alive" of een Woorden - U#USP."USP", om bij een korte stroomonderbreking te zorgen dat de loc nog een stukje stroomloos doorrijdt. Meer informatie
|