|
|
Regel 1: |
Regel 1: |
| <small><center>'''[[E05.02.01 - Materieel in H0]] - Vorige | Volgende - [[E05.02.01.02 - Ombouwen Piko ICE-3 (extra rijtuig met Pantograaf)]]'''</center> | | <small><center>'''[[E05.02.01 - Materieel in H0]] - Vorige | Volgende - [[E05.02.01.02 - Ombouwen Piko ICE-3 (extra rijtuig met Pantograaf)]]'''</center> |
| ---- | | ---- |
− | <small>Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur Rainer Lüssi. http://www.stayathome.ch/Kupplungen.htm | + | <small>Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Rainer Lüssi. http://www.stayathome.ch/Kupplungen.htm |
| Vertaling: Hans van de Burgt</small></small> | | Vertaling: Hans van de Burgt</small></small> |
| <br /><br />[[bestand:NiveauBeginner.PNG|35px]] | | <br /><br />[[bestand:NiveauBeginner.PNG|35px]] |
Regel 16: |
Regel 16: |
| | | |
| | | |
− | Op het gebied van koppelingen in H0 is min of meer sprake van een chaos. Veel fabrikanten hanteren eigen systemen die (deels) niet compatible zijn met de koppelingen van andere merken.<br /> | + | Op het gebied van koppelingen in H0 is min of meer sprake van een chaos. Veel fabrikanten hanteren eigen systemen die (deels) niet compatible (uitwisselbaar) zijn met de koppelingen van andere merken.<br /> |
| In deze rubriek proberen we daarom een overzicht te schetsen van de (on-)mogelijkheden van de verschillende koppelsystemen binnen H0.<br /> | | In deze rubriek proberen we daarom een overzicht te schetsen van de (on-)mogelijkheden van de verschillende koppelsystemen binnen H0.<br /> |
| Per definitie gaat het bij een koppeling om een 'los-vaste' verbinding tussen locomotief en wagens, en tussen wagens onderling. Bij modelspoorwegen is het gebruikelijk dat we rollend materieel aan- en af te kunnen koppelen. In toenemende mate dienen de koppelingen echter ook voor het verbinden van elektrische circuits. In dat geval spreken we van 'stroomvoerende' koppelingen.<br /> | | Per definitie gaat het bij een koppeling om een 'los-vaste' verbinding tussen locomotief en wagens, en tussen wagens onderling. Bij modelspoorwegen is het gebruikelijk dat we rollend materieel aan- en af te kunnen koppelen. In toenemende mate dienen de koppelingen echter ook voor het verbinden van elektrische circuits. In dat geval spreken we van 'stroomvoerende' koppelingen.<br /> |
Regel 23: |
Regel 23: |
| '''De normschacht''' | | '''De normschacht''' |
| | | |
− | De enorme variëteit in koppelingen in schaal H0 heeft geleid tot het ontwikkelen van de zogenaamde 'NEM normschacht'. Daarmee bedoelt men de uniforme vatting waarmee de koppeling aan het materieel bevestigd wordt. De koppelingen zelf worden dus niet (meer) aan de wagens of locomotief bevestigd, maar worden in een voorgeschreven schacht gestoken [http://miba.de/morop/nem362-d.pdf (Zie NEM362)]. Ook de plaats waar de schacht aan de wagen of loc moet worden bevestigd, is daarbij voorgeschreven. De koppelingen worden eenvoudig in de schacht gestoken, en blijven daar stevig zitten door de zwaluwstaartconstructie. Om de koppelingen te verwijderen, drukt men de uiteinden van de zwaluwstaart enigszins naar elkaar | + | De enorme variëteit in koppelingen in schaal H0 heeft geleid tot het ontwikkelen van de zogenaamde 'NEM-normschacht'. Daarmee bedoelt men de uniforme vatting waarmee de koppeling aan het materieel bevestigd wordt. De koppelingen zelf worden dus niet (meer) aan de wagens of locomotief bevestigd, maar worden in een voorgeschreven schacht gestoken [http://miba.de/morop/nem362-d.pdf (Zie NEM362)]. Ook de plaats waar de schacht aan de wagen of loc moet worden bevestigd, is daarbij voorgeschreven. De koppelingen worden eenvoudig in de schacht gestoken, en blijven daar stevig zitten door de zwaluwstaartconstructie. Om de koppelingen te verwijderen, drukt men de uiteinden van de zwaluwstaart enigszins naar elkaar toe en kan men de koppelingen eruit trekken. Door het toepassen van de standaard-schacht, is het nu ook mogelijk verschillende koppelingen van verschillende fabrikanten toe te passen. Alle fabrikanten leveren thans koppelingen die gebruik maken van de 'NEM-normschacht'. |
− | toe en kan men de koppelingen eruit trekken. Door het toepassen van de standaard schacht, is het nu ook mogelijk verschillende koppelingen van verschillende fabrikanten toe te passen. Alle fabrikanten leveren thans koppelingen die gebruik maken van de 'NEM normschacht'. | |
| | | |
| [[bestand:R01.jpg]] | | [[bestand:R01.jpg]] |
Regel 35: |
Regel 34: |
| '''Standaardkoppelingen''' | | '''Standaardkoppelingen''' |
| | | |
− | Vroeger waren de zaken nog eenvoudig. Naast de beugelkoppelingen, werden de zogenaamde valhaakkoppelingen toegepast. Beide systemen konden zich lange tijd onveranderd handhaven op de modelspoormarkt. De invoering van de 'voorontkoppeling' bij de beugelkoppeling - Bij Märklin 'Relex-koppeling' genoemd - was een echte verbetering. Daarmee kon een treindeel op een ontkoppelrails gesplitst worden en naar een opstelspoor geduwd worden, zonder dat het afgesplitste deel weer werd aangekoppeld. | + | Vroeger waren de zaken nog eenvoudig. Naast de beugel-koppelingen, werden de zogenaamde valhaak-koppelingen toegepast. Beide systemen konden zich lange tijd onveranderd handhaven op de modelspoormarkt. De invoering van de 'vòòrontkoppeling' bij de beugel-koppeling - bij Märklin 'Relex-koppeling' genoemd - was een echte verbetering. Daarmee kon een treindeel op een ontkoppelrails gesplitst worden en naar een opstelspoor geduwd worden, zonder dat het afgesplitste deel weer werd aangekoppeld. |
| | | |
| [[bestand:R02.jpg]] [[bestand:R03.jpg]] | | [[bestand:R02.jpg]] [[bestand:R03.jpg]] |
Regel 41: |
Regel 40: |
| <i><small> | | <i><small> |
| E05.02.02-02<br /> | | E05.02.02-02<br /> |
− | Beugelkoppeling versus de Märklin Relex-koppeling
| + | Beugel-koppeling versus de Märklin Relex-koppeling |
| </small></i> | | </small></i> |
| | | |
− | De beugelkoppeling (links) is nog altijd de meest gebruikte koppeling. De Relex-koppeling (rechts) is een doorontwikkeling van de standaard beugelkoppeling.<br /><br /> | + | De beugel-koppeling (links) is nog altijd de meest gebruikte koppeling. De Relex-koppeling (rechts) is een doorontwikkeling van de standaard beugel-koppeling.<br /><br /> |
| | | |
| [[bestand:R04.jpg]] | | [[bestand:R04.jpg]] |
Regel 58: |
Regel 57: |
| E05.02.02-04</small></i> | | E05.02.02-04</small></i> |
| | | |
− | Fleischmann gebruikte lange tijd een valhaakkoppeling (Zie de foto hierboven). Deze wordt tegenwoordig nog maar zelden toegepast. Het was ook een lastige koppeling. Wagens konden maar moeilijk uit een trein worden weggenomen. De beugelkoppeling echter is nog steeds sterk vertegenwoordigd. Tot op de dag van vandaag wordt deze toegepast bij merken als Roco, Märklin, Bachmann Liliput en HAG. | + | Fleischmann gebruikte lange tijd een valhaak-koppeling (Zie de foto hierboven). Deze wordt tegenwoordig nog maar zelden toegepast. Het was ook een lastige koppeling. Wagens konden maar moeilijk uit een trein worden weggenomen. De beugel-koppeling echter is nog steeds sterk vertegenwoordigd. Tot op de dag van vandaag wordt deze toegepast bij merken als Roco, Märklin, Bachmann, Liliput en HAG. |
| | | |
− | De beugelkoppeling, zeker als deze genormeerd is volgens de NEM normen, heeft ontegenzeggelijk een aantal voordelen: | + | De beugel-koppeling - zeker als deze genormeerd is volgens de NEM normen - heeft ontegenzeggelijk een aantal voordelen: |
| | | |
| * Licht aankoppelen | | * Licht aankoppelen |
Regel 73: |
Regel 72: |
| E05.02.02-05</small></i> | | E05.02.02-05</small></i> |
| | | |
− | Beugelkoppelingen zijn er in soorten. Zij worden in allerlei vormen en maten aangeboden. De meesten worden vervaardigd uit kunststof met een metalen beugel.<br />
| + | Beugel-koppelingen zijn er in vele soorten. Zij worden in allerlei vormen en maten aangeboden. De meesten worden vervaardigd uit kunststof met een metalen beugel.<br /> |
− | Links de moderne beugelkoppeling voor de NEM-schacht, in het midden de Märklin Relex-koppeling, en rechts de inmiddels antieke, buitenproportionele, koppeling van Lima. | + | Links de moderne beugel-koppeling voor de NEM-schacht, in het midden de Märklin Relex-koppeling, en rechts de inmiddels antieke, buitenproportionele, koppeling van Lima. |
| | | |
| [[bestand:R07.jpg]] [[bestand:R08.jpg]] | | [[bestand:R07.jpg]] [[bestand:R08.jpg]] |
Regel 92: |
Regel 91: |
| Het nadeel van de beugel-koppeling en nog meer van de Relex-koppeling is de relatief grote afstand tussen de verschillende wagens en/of locomotief. Het is dus onmogelijk om buffer-aan-buffer te koppelen. | | Het nadeel van de beugel-koppeling en nog meer van de Relex-koppeling is de relatief grote afstand tussen de verschillende wagens en/of locomotief. Het is dus onmogelijk om buffer-aan-buffer te koppelen. |
| <br /> | | <br /> |
− | Veel modelspoorhobbyisten hebben dan ook gekozen voor een compromis: men gebruikt beugelkoppelingen voor goederenwagons omdat daarmee redelijk makkelijk gerangeerd kan worden. Maar bij rijtuigen, die vaak als complete stam worden ingezet, kiest men voor de zogenaamde kortkoppelingen. | + | Veel modelspoorhobbyisten hebben dan ook gekozen voor een compromis: men gebruikt beugel-koppelingen voor goederenwagens omdat daarmee redelijk gemakkelijk gerangeerd kan worden. Maar bij rijtuigen, die vaak als complete stam worden ingezet, kiest men voor de zogenaamde kortkoppelingen. |
| | | |
| '''Kortkoppelingen''' | | '''Kortkoppelingen''' |
| | | |
− | Steeds vaker kwam de roep om de afstand tussen de locomotieven en/of wagens korter te maken. Het optimum was natuurlijk om precies zoals bij het origineel buffer-aan-buffer te kunnen koppelen. Op rechte stukken rails is dat in principe ook geen probleem, maar in bogen daarentegen juist wel. Dat komt omdat de buffers doorgaans star zijn bevestigd en de boogstralen doorgaans veel te krap. | + | Steeds vaker kwam de roep om de afstand tussen de locomotieven en/of wagens korter te maken. Het optimum was natuurlijk om precies zoals bij het origineel, buffer-aan-buffer te kunnen koppelen. Op rechte stukken rails is dat in principe ook geen probleem, maar in bogen daarentegen juist wel. Dat komt omdat de buffers doorgaans star zijn bevestigd en de boogstralen doorgaans veel te krap. |
| | | |
| [[bestand:R10.jpg]] | | [[bestand:R10.jpg]] |
Regel 103: |
Regel 102: |
| E05.02.02-08</small></i> | | E05.02.02-08</small></i> |
| | | |
− | Zo dicht tegen elkaar kunnen de wagens op de foto hierboven, voorzien van de zogenaamde kortkoppelings-mechanisme en daarbij passende kortkoppelingen, door een boog rijden. Deze combinatie rijdt zelfs probleemloos door een boog van 360 mm. (Märklin R1).
| + | Zò dicht tegen elkaar kunnen de wagens op de foto hierboven, voorzien van het zogenaamde kortkoppelings-mechanisme en daarbij passende kortkoppelingen, door een boog rijden. Deze combinatie rijdt zelfs probleemloos door een boog van 360 mm (Märklin R1).<br /> |
− | <br /> | + | Het kortkoppelings-mechanisme zorgt ervoor, dat de afstand tussen de wagens in de bogen ruimer wordt dan op de rechte stukken. Om dat voor elkaar te krijgen, dient echter ook een aparte kortkoppeling te worden toegepast. Zou men hetzelfde willen bereiken met een beugel-koppeling, dan blijft het resultaat wat mager. De truc zit hem erin dat de kortkoppeling zorgt voor een zogenaamde 'starre' verbinding. Dat zorgt ervoor dat het kortkoppelings-mechanisme in de bogen haar werk kan doen. |
− | De kortkoppelings-mechanisme zorgt ervoor, dat de afstand tussen de wagens in de bogen ruimer wordt dan op de rechte stukken. Om dat voor elkaar te krijgen, dient echter ook een aparte kortkoppeling te worden toegepast. Zou men hetzelfde willen bereiken met een beugelkoppeling, dan blijft het resultaat wat mager. De truc zit hem erin dat de kortkoppeling zorgt voor een zogenaamde 'starre' verbinding. Dat zorgt ervoor dat het kortkoppelings-mechanisme in de bogen haar werk kan doen.
| |
| | | |
− | '''Werking van de kortkoppelings-mechanisme''' | + | '''Werking van het kortkoppelings-mechanisme''' |
| | | |
| [[bestand:R11.jpg]] [[bestand:R12.jpg]] | | [[bestand:R11.jpg]] [[bestand:R12.jpg]] |
Regel 116: |
Regel 114: |
| Op rechte stukken (foto links) is de koppeling dicht tegen de wagen aan gepositioneerd. Daardoor is de afstand tussen de wagens zo klein mogelijk. Afhankelijk van het gekozen kortkoppelings-systeem is zelfs buffer-aan-buffer bedrijf mogelijk. In de bogen (foto rechts) wordt de koppeling naar buiten gedrukt, waardoor de wagens verder uit elkaar komen te staan. Daardoor wordt voorkomen dat de buffers in elkaar haken. | | Op rechte stukken (foto links) is de koppeling dicht tegen de wagen aan gepositioneerd. Daardoor is de afstand tussen de wagens zo klein mogelijk. Afhankelijk van het gekozen kortkoppelings-systeem is zelfs buffer-aan-buffer bedrijf mogelijk. In de bogen (foto rechts) wordt de koppeling naar buiten gedrukt, waardoor de wagens verder uit elkaar komen te staan. Daardoor wordt voorkomen dat de buffers in elkaar haken. |
| | | |
− | Hieronder staan de foto's van dezelfde wagens, maar met verschillende koppelingstechniek. De blauwe wagen is uitgerust met een kortkoppeling, de groene heeft een traditionele Relex-koppeling. | + | Hieronder staan foto's van dezelfde wagens, maar met verschillende koppelingstechnieken. De blauwe wagen is uitgerust met een kortkoppeling, de groene heeft een traditionele Relex-koppeling. |
| | | |
| [[bestand:R13.jpg]] | | [[bestand:R13.jpg]] |
Regel 130: |
Regel 128: |
| E05.02.02-11</small></i> | | E05.02.02-11</small></i> |
| | | |
− | Bij de kortkoppeling is duidelijk het verschil in constructie te zien. De kortkoppeling is helaas niet compatible met de traditionele beugelkoppelingen. Maar e.e.a. is minder erg dan het lijkt. | + | Bij de kortkoppeling is duidelijk het verschil in constructie te zien. De kortkoppeling is helaas niet compatible met de traditionele beugel-koppelingen. Maar e.e.a. is minder erg dan het lijkt. |
− | Eerder spraken we al van de normschacht. Welnu, in toenemende mate voorzien de fabrikanten hun rijdend materieel niet alleen van zo'n normschacht en koppeling, maar ook van de kortkoppel-techniek, zodat de hobbyist zelf kan kiezen of hij gebruik wil maken van een beugelkoppeling of van een kortkoppeling. | + | Eerder spraken we al van de normschacht. Welnu, in toenemende mate voorzien de fabrikanten hun rijdend materieel niet alleen van een dergelijke normschacht en koppeling, maar ook van de kortkoppel-techniek, zodat de hobbyïst zelf kan kiezen of hij gebruik wil maken van een beugel-koppeling of van een kortkoppeling. |
| | | |
| '''Assortiment kortkoppelingen''' | | '''Assortiment kortkoppelingen''' |
Regel 140: |
Regel 138: |
| E05.02.02-12</small></i> | | E05.02.02-12</small></i> |
| | | |
− | De Märklin kortkoppeling (links) is de standaardkoppeling van dit merk voor wagens die voorzien zijn van een kortkoppelings-mechanisme. Deze kortkoppeling is compatible met de beugelkoppeling. De kortkoppeling (rechts) is ook van Märklin. Deze kan gebruikt worden voor wagens zonder normschacht. Het gebruik ervan kan mogelijk tot problemen leiden, want de wagens zijn immers niet voorzien van een kortkoppelings-mechanisme. | + | De Märklin kortkoppeling (links) is de standaardkoppeling van dit merk, voor wagens die voorzien zijn van een kortkoppelings-mechanisme. Deze kortkoppeling is compatible met de beugel-koppeling. De kortkoppeling (rechts) is ook van Märklin. Deze kan gebruikt worden voor wagens zonder normschacht. Het gebruik ervan kan mogelijk tot problemen leiden, want de wagens zijn immers niet voorzien van een kortkoppelings-mechanisme. |
| | | |
| [[bestand:R17.jpg]] [[bestand:R18.jpg]] | | [[bestand:R17.jpg]] [[bestand:R18.jpg]] |
Regel 147: |
Regel 145: |
| E05.02.02-13</small></i> | | E05.02.02-13</small></i> |
| | | |
− | De volgende twee koppelingen zijn van Roco. Het zijn de zogenaamde universele koppelingen. Deze worden geleverd in twee uitvoeringen. Standaard (links) en de in hoogte verstelbare uitvoering (rechts). De Roco universele koppelingen zijn iets vlakker uitgevoerd dan de Märklin kortkoppelingen, waardoor ze juist ook in de wereld van het Drierail bedrijf worden toegepast. | + | De volgende twee koppelingen zijn van Roco. Het zijn de zogenaamde universele koppelingen. Deze worden geleverd in twee uitvoeringen. Standaard (links) en de in hoogte verstelbare uitvoering (rechts). De Roco ’universele koppelingen’ zijn iets vlakker uitgevoerd dan de Märklin kortkoppelingen, waardoor ze juist ook in de wereld van het Drierail bedrijf worden toegepast. |
− | Door de open bouwwijze van de beugel kan de koppeling in krappe bogen echter soms ongewenst losschieten. De universele koppelingen zijn verder goed te koppelen met de standaard beugelkoppeling. | + | Door de open bouwwijze van de beugel kan de koppeling in krappe bogen echter soms ongewenst losschieten. De universele koppelingen zijn verder goed te koppelen met de standaard beugel-koppeling. |
| De verstelbare universele kortkoppeling kan soms goede diensten bewijzen. Bij sommige rijtuigen haakt de kortkoppelingsbeugel namelijk achter de buffers. Door de koppeling iets in hoogte te verschuiven, kan men het probleem oplossen. Wel vraagt deze kortkoppeling iets meer ruimte tussen de wagens. | | De verstelbare universele kortkoppeling kan soms goede diensten bewijzen. Bij sommige rijtuigen haakt de kortkoppelingsbeugel namelijk achter de buffers. Door de koppeling iets in hoogte te verschuiven, kan men het probleem oplossen. Wel vraagt deze kortkoppeling iets meer ruimte tussen de wagens. |
| | | |
Regel 156: |
Regel 154: |
| E05.02.02-14</small></i> | | E05.02.02-14</small></i> |
| | | |
− | De Fleischmann kortkoppeling is zeer geslaagd. Hij is door zijn bouwwijze zeer onopvallend. Bij gebruik van deze kortkoppeling kan men nagenoeg buffer-aan-buffer rijden. Verder is het een groot voordeel dat de wagens die voorzien zijn van deze koppeling eenvoudig uit de trein genomen kunnen worden door ze naar boven te tillen. Het nadeel van deze koppeling is dat hij niet te combineren is met de standaard beugelkoppeling. | + | De Fleischmann kortkoppeling is zeer geslaagd. Hij is door zijn bouwwijze zeer onopvallend. Bij gebruik van deze kortkoppeling kan men nagenoeg buffer-aan-buffer rijden. Verder is het een groot voordeel dat de wagens die voorzien zijn van deze koppeling eenvoudig uit de trein genomen kunnen worden door ze naar boven te tillen. Het nadeel van deze koppeling is dat hij niet te combineren is met de standaard beugel-koppeling. |
| | | |
| [[bestand:R20.jpg]] | | [[bestand:R20.jpg]] |
Regel 163: |
Regel 161: |
| E05.02.02-15</small></i> | | E05.02.02-15</small></i> |
| | | |
− | De Roco kortkoppeling koppelt buitengewoon makkelijk. Wel kan het voorkomen dat deze kortkoppeling losschiet op onregelmatig gelegde railstukken. Ook deze koppeling is niet te combineren met de beugelkoppelingen, maar laat wel een bijna perfect buffer-aan-buffer gebruik zien. Het nadeel van deze kortkoppeling is dat hij tamelijk ver uitsteekt, hetgeen vooral storend opvalt bij het laatste rijtuig of de laatste wagen. | + | De Roco kortkoppeling koppelt buitengewoon gemakkelijk. Wel kan het voorkomen dat deze kortkoppeling losschiet op onregelmatig gelegde railstukken. Ook deze koppeling is niet te combineren met de beugel-koppelingen, maar laat wel een bijna perfect buffer-aan-buffer gedrag zien. Het nadeel van deze kortkoppeling is dat hij tamelijk ver uitsteekt, wat vooral storend opvalt bij het laatste rijtuig of de laatste wagen. |
| | | |
| [[bestand:R21.jpg]] | | [[bestand:R21.jpg]] |
Regel 177: |
Regel 175: |
| E05.02.02-17</small></i> | | E05.02.02-17</small></i> |
| | | |
− | Zowel de Märklin kortkoppeling als ook de Roco universele koppelingen zijn compatible met de beugelkoppeling. Maar... wanneer één van beide wagens niet voorzien is van een kortkoppelings-mechanisme kan de verbinding tussen de twee wagens niet volledig naar buiten getrokken worden. In dat geval kan de beugel in de buffer geklemd komen te zitten. Vooral in krappe bogen kan zich deze situatie voordoen. Een ander probleem kan zijn dat de beugelkoppeling doorgaans wat hoger zit dan beide kortkoppelingen. | + | Zowel de Märklin kortkoppeling als ook de Roco universele koppelingen zijn compatible met de beugel-koppeling. Maar... wanneer één van beide wagens niet voorzien is van een kortkoppelings-mechanisme kan de verbinding tussen de twee wagens niet volledig naar buiten getrokken worden. In dat geval kan de beugel in de buffer geklemd komen te zitten. Vooral in krappe bogen kan zich deze situatie voordoen. Een ander probleem kan zijn dat de beugel-koppeling doorgaans wat hoger zit dan beide kortkoppelingen. |
| | | |
| '''Stroomvoerende koppelingen''' | | '''Stroomvoerende koppelingen''' |
| | | |
− | Bij het gebruik van rijtuigen, kwam al snel de wens om voorzieningen te treffen om deze te kunnen uitrusten met binnenverlichting. Om dit te realiseren bij het Drierail-bedrijf, moest elk rijtuig voorzien zijn van een middensleper. Naast het ongemak, moest men dat geval rekening houden met voldoende trekkracht van de locomotief. De oplossing kwam met het uitbrengen van stroomvoerende koppelingen. Op die manier kon de hele rijtuigstam eenvoudig van stroom worden voorzien. Wanneer het rijtuig dat als 'stroomstation' dienst doet, ook nog eens voorzien wordt van een functie-decoder, kan bij digitaal modelspoorverkeer de verlichting ook nog eens op afstand aan- en uitgezet worden. | + | Bij het gebruik van rijtuigen, kwam al snel de wens om voorzieningen te treffen om deze te kunnen uitrusten met binnenverlichting. Om dit te realiseren bij het Drierail-bedrijf, moest elk rijtuig voorzien zijn van een middensleper. Naast het ongemak, moest men in dat geval rekening houden met voldoende trekkracht van de locomotief. De oplossing kwam met het uitbrengen van stroomvoerende koppelingen. Op die manier kon de hele rijtuigstam eenvoudig van stroom worden voorzien. Wanneer het rijtuig dat als 'stroomstation' dienst doet, ook nog eens voorzien wordt van een functiedecoder, kan bij digitaal modelspoorverkeer de verlichting ook nog eens op afstand aan- en uitgezet worden. |
| <br /> | | <br /> |
| (zie rubriek: [[E08.07 - Rijtuigverlichting (interieurverlichting)]]. | | (zie rubriek: [[E08.07 - Rijtuigverlichting (interieurverlichting)]]. |
| | | |
− | Alle hieronder getoonde stroomvoerende koppelingen zijn geschikt voor de NEM-normschacht. Het is dus meestal geen probleem om rijtuigen te voorzien van deze koppelingen. Wel moeten de rijtuigen voorzien zijn van de hierboven genoemde kortkoppelings-mechanisme. | + | Alle hieronder getoonde stroomvoerende koppelingen zijn geschikt voor de NEM-normschacht. Het is dus meestal geen probleem om rijtuigen te voorzien van deze koppelingen. Wel moeten de rijtuigen voorzien zijn van het hierboven genoemde kortkoppelings-mechanisme. |
| | | |
| [[bestand:R25.jpg]] | | [[bestand:R25.jpg]] |
Regel 192: |
Regel 190: |
| E05.02.02-18<br />Foto: RTS</small></i> | | E05.02.02-18<br />Foto: RTS</small></i> |
| | | |
− | De RTS één- en tweepolige koppeling lijkt op de Märklin kortkoppeling. Deze RTS koppeling is met en zonder beugel verkrijgbaar, en moet steeds paarsgewijze worden toegepast. Op de foto is de versie afgebeeld zonder beugel. | + | De RTS één- en tweepolige koppeling lijkt op de Märklin kortkoppeling. Deze RTS koppeling is met- en zonder beugel verkrijgbaar, en moet steeds paarsgewijze worden toegepast. Op de foto is de versie afgebeeld zonder beugel. |
| | | |
| [[bestand:R26.jpg]] | | [[bestand:R26.jpg]] |
Regel 206: |
Regel 204: |
| E05.02.02-20<br />Tekening: Roco Modelleisenbahnen</small></i> | | E05.02.02-20<br />Tekening: Roco Modelleisenbahnen</small></i> |
| | | |
− | De Roco vierpolige stroomvoerende koppeling is tamelijk groot uitgevoerd. De koppeling kan zowel automatisch als niet-automatisch worden toegepast. De koppeling is met geen enkele andere koppeling compatible. Om ervoor te zorgen dat de vier polen op de juiste wijze met elkaar verbonden worden, dienen de rijtuigen nauwkeurig aan elkaar te worden gekoppeld. Dit om te voorkomen dat de aansluitingen links/rechts verwisseld worden. | + | De Roco vierpolige stroomvoerende koppeling is tamelijk groot uitgevoerd. De koppeling kan zowel automatisch als niet-automatisch worden toegepast. De koppeling is met geen enkele andere koppeling compatible. Om ervoor te zorgen dat de vier polen op de juiste wijze met elkaar verbonden worden, dienen de rijtuigen nauwkeurig aan elkaar te worden gekoppeld. Dit om te voorkomen dat de aansluitingen links/rechts verwisseld worden. |
| | | |
| [[bestand:R28.jpg]] | | [[bestand:R28.jpg]] |
Regel 213: |
Regel 211: |
| E05.02.02-21<br />Foto: TAMS</small></i> | | E05.02.02-21<br />Foto: TAMS</small></i> |
| | | |
− | De TAMS koppeling is gebaseerd op de Fleischmann Profi-kortkoppeling. Hij is zowel als een- en als tweepolige variant verkrijgbaar. | + | De TAMS koppeling is gebaseerd op de Fleischmann Profi-kortkoppeling. Hij is zowel als één- en als tweepolige variant verkrijgbaar. |
| | | |
| [[bestand:R29.jpg]] [[bestand:R30.jpg]] | | [[bestand:R29.jpg]] [[bestand:R30.jpg]] |
Regel 220: |
Regel 218: |
| E05.02.02-22<br />Foto's: Viessmann en Fleischmann</small></i> | | E05.02.02-22<br />Foto's: Viessmann en Fleischmann</small></i> |
| | | |
− | De Viessmann tweepolige koppeling (links) lijkt ook op de Fleischman profi-kortkoppeling. Hij heeft het voordeel dat deze normaal koppelen en voor-ontkoppelen mogelijk maakt. Overigens levert Fleischmann zelf ook een stroomvoerende variant van haar profi-kortkoppeling (rechts). | + | De Viessmann tweepolige koppeling (links) lijkt ook op de Fleischman Profi-kortkoppeling. Hij heeft het voordeel dat deze normaal koppelen en vòòr-ontkoppelen mogelijk maakt. Overigens levert Fleischmann zelf ook een stroomvoerende variant van haar Profi-kortkoppeling (rechts). |
| | | |
| [[bestand:R31.jpg]] [[bestand:R32.jpg]] | | [[bestand:R31.jpg]] [[bestand:R32.jpg]] |
Regel 227: |
Regel 225: |
| E05.02.02-23<br />Foto: Märklin</small></i> | | E05.02.02-23<br />Foto: Märklin</small></i> |
| | | |
− | De laatste stroomvoerende koppeling is de starre verbinding van Märklin (type7319). Uiteraard kunnen de rijtuigen bij gebruik van dit soort koppelingen niet meer aan- en afgekoppeld worden. Maar daar staat tegenover dat dit soort koppelingen bijzonder onopvallend zijn en zeer bedrijfszeker. In de praktijk worden dit soort koppelingen enkel toegepast bij vaste treinstammen. | + | De laatste stroomvoerende koppeling is de starre verbinding van Märklin (type7319). Uiteraard kunnen de rijtuigen bij gebruik van dit soort koppelingen niet meer aan- en afgekoppeld worden. Maar daar staat tegenover dat dit soort koppelingen bijzonder onopvallend zijn en zeer bedrijfszeker. In de praktijk worden dit soort koppelingen enkel toegepast bij vaste treinstammen.<br /> |
| Bij erg lange treinsamenstellingen blijken deze koppelingen toch niet erg praktisch in gebruik. | | Bij erg lange treinsamenstellingen blijken deze koppelingen toch niet erg praktisch in gebruik. |
| | | |
| '''Automatische koppelingen''' | | '''Automatische koppelingen''' |
| | | |
− | Met de toepassing van automatische koppelingen kan op afstand aan- en afgekoppeld worden. Het voordeel is dat dat in feite op iedere gewenste plek kan geschieden. De locomotief wordt voorzien van een automatische koppeling die elektrisch verbonden is met een functie-decoder. Via het digitaal treinbesturingssysteem wordt het aan- en afkoppelen geregeld. Hieronder staan enkele varianten. | + | Met de toepassing van automatische koppelingen kan op afstand aan- en afgekoppeld worden. Het voordeel is dat dit in feite op iedere gewenste plek kan geschieden. De locomotief wordt voorzien van een automatische koppeling die elektrisch verbonden is met een functie-decoder. Via het digitaal-treinbesturingssysteem wordt het aan- en afkoppelen geregeld. Hieronder staan enkele varianten. |
| | | |
| [[bestand:R52.jpg]] | | [[bestand:R52.jpg]] |
Regel 246: |
Regel 244: |
| E05.02.02-25<br />Foto's: Krois en Roco Modelleisenbahnen</small></i> | | E05.02.02-25<br />Foto's: Krois en Roco Modelleisenbahnen</small></i> |
| | | |
− | De zeer populaire automatische Krois koppeling (links) lijkt erg op de universele koppeling van Roco. Ook de Krois koppeling past perfect in de NEM-normschacht. Het zal geen verbazing wekken dat de Kroiskoppeling goed te combineren is met de Roco universele koppeling en de Märklin-kortkoppeling. Zelfs het koppelen met gewone beugelkoppelingen is mogelijk. Hierdoor is de Kroiskoppeling breed en universeel inzetbaar. Roco zelf levert inmiddels ook een automatische koppeling (rechts). Duidelijk is te zien dat deze wat zwaarder is uitgevoerd dan de Krois koppeling. Voor beide koppelingen geldt, net als bij de automatische Telex koppeling, dat gebruik moet worden gemaakt van een functiedecoder met tijdschakeling. | + | De zeer populaire automatische Krois koppeling (links) lijkt erg op de universele koppeling van Roco. Ook de Krois koppeling past perfect in de NEM-normschacht. Het zal geen verbazing wekken dat de Krois-koppeling goed te combineren is met de Roco universele koppeling en de Märklin-kortkoppeling. Zelfs het koppelen met gewone beugel-koppelingen is mogelijk. Hierdoor is de Krois-koppeling breed- en universeel inzetbaar. Roco zelf levert inmiddels ook een automatische koppeling (rechts). Duidelijk is te zien dat deze wat zwaarder is uitgevoerd dan de Krois koppeling. Voor beide koppelingen geldt, net als bij de automatische Telex koppeling, dat gebruik moet worden gemaakt van een functiedecoder met tijdschakeling. |
| | | |
| | | |
| '''Amerikaanse koppelingen''' | | '''Amerikaanse koppelingen''' |
| | | |
− | In Amerika is het rollend materieel niet uitgerust met buffers. De trek- en drukkrachten worden volledig opgevangen door de koppelingen. Ook de modellocomotieven en – wagens worden uiteraard niet voorzien van buffers. Het gevolg hiervan is dat in de USA andere modelkoppelingen worden toegepast, zoals de US Standard NMRA koppeling en de zeer realistisch uitgevoerde Kadee koppeling. Door het ontbreken van de buffers, is zelfs een kortkoppelings-mechanisme niet nodig. Het ontbreken van de buffers leidt so wie so tot zeer bedrijfszekere koppelingen. | + | In Amerika is het rollend materieel niet uitgerust met buffers. De trek- en drukkrachten worden volledig opgevangen door de koppelingen. Ook de modellocomotieven en -wagens worden uiteraard niet voorzien van buffers. Het gevolg hiervan is dat in de USA andere modelkoppelingen worden toegepast, zoals de US Standard NMRA-koppeling en de zeer realistisch uitgevoerde Kadee-koppeling. Door het ontbreken van de buffers, is zelfs een kortkoppelings-mechanisme niet nodig. Het ontbreken van de buffers leidt so-wie-so tot zeer bedrijfszekere koppelingen. |
| | | |
| [[bestand:R35.jpg]] | | [[bestand:R35.jpg]] |
| <br /> | | <br /> |
− | <i><small><small> | + | <i><small> |
− | E05.02.02-26<br />Foto: NMRA</small></small></i> | + | E05.02.02-26<br />Foto: NMRA</small></i> |
| | | |
− | De USA Standaard koppeling van de NMRA is een tamelijk eenvoudige koppeling, die volledig gemaakt is van kunststof. Met deze koppeling kan echter geen starre verbinding worden gemaakt, net zo min als met die andere bekende Amerikaanse koppeling, de Kadde koppeling. | + | De USA Standaard-koppeling van de NMRA is een tamelijk eenvoudige koppeling, die volledig gemaakt is van kunststof. Met deze koppeling kan echter geen starre verbinding worden gemaakt, net zo min als met die andere bekende Amerikaanse koppeling, de Kadde-koppeling. |
| | | |
| [[bestand:R36.jpg]] | | [[bestand:R36.jpg]] |
| <br /> | | <br /> |
− | <i><small><small> | + | <i><small> |
− | E05.02.02-27<br />Foto: Kadee</small></small></i> | + | E05.02.02-27<br />Foto: Kadee</small></i> |
| | | |
| De Kadee koppeling ziet er erg fraai uit. Hij is verkrijgbaar in verschillende lengtes. Hij koppelt bijzonder licht, en is ook verkrijgbaar voor toepassing in de NEM normschacht. | | De Kadee koppeling ziet er erg fraai uit. Hij is verkrijgbaar in verschillende lengtes. Hij koppelt bijzonder licht, en is ook verkrijgbaar voor toepassing in de NEM normschacht. |
− | Het nadeel van deze koppeling is, dat hij niet te gebruiken is voor het 3-Rail bedrijf. Vooral bij wissels en op de puntcontacten geeft deze koppeling problemen. | + | Het nadeel van deze koppeling is, dat hij niet te gebruiken is voor het Drierail bedrijf. Vooral bij wissels en op de puntcontacten geeft deze koppeling problemen. |
| | | |
| '''Starre koppelingen''' | | '''Starre koppelingen''' |
Regel 274: |
Regel 272: |
| [[bestand:R30.jpg]] | | [[bestand:R30.jpg]] |
| <br /> | | <br /> |
− | <i><small><small> | + | <i><small> |
− | E05.02.02-28<br />Foto: Märklin</small></small></i> | + | E05.02.02-28<br />Foto: Märklin</small></i> |
| | | |
− | De starre koppeling van Märklin (type7319) werd hierboven al besproken. Het voordeel van deze koppeling is natuurlijk dat deze stroomvoerend is uitgevoerd. | + | De starre koppeling van Märklin (type7319) werd hierboven al besproken. Het voordeel van deze koppeling is natuurlijk dat deze stroomvoerend is uitgevoerd. |
| | | |
| [[bestand:R37.jpg]] | | [[bestand:R37.jpg]] |
| <br /> | | <br /> |
− | <i><small><small> | + | <i><small> |
− | E05.02.02-29<br />Foto: Brawa</small></small></i> | + | E05.02.02-29<br />Foto: Brawa</small></i> |
| | | |
| Een erg mooie starre koppeling is deze filigrane versie van Brawa. | | Een erg mooie starre koppeling is deze filigrane versie van Brawa. |
Regel 288: |
Regel 286: |
| [[bestand:R47.png]] | | [[bestand:R47.png]] |
| <br /> | | <br /> |
− | <i><small><small> | + | <i><small> |
− | E05.02.02-30<br />Foto: Symoba</small></small></i> | + | E05.02.02-30<br />Foto: Symoba</small></i> |
| | | |
| Een mooi alternatief is de K107 starre kortkoppeling van Symoba. Deze is verkrijgbaar via de firma Keuterman in Borne. | | Een mooi alternatief is de K107 starre kortkoppeling van Symoba. Deze is verkrijgbaar via de firma Keuterman in Borne. |
Regel 295: |
Regel 293: |
| '''Ontkoppelen''' | | '''Ontkoppelen''' |
| | | |
− | Naast het gebruik van ontkoppelrails en de eerder beschreven automatische koppelingen, kan men de wagens ook met de hand ontkoppelen. Men kan daarvoor ook ontkoppelhulpjes gebruiken. | + | Naast het gebruik van ontkoppelrails en de eerder beschreven automatische koppelingen, kan men de wagens ook met de hand ontkoppelen. Men kan daarvoor ook ontkoppelhulpjes gebruiken.<br /> |
| Een simpel ijsstokje voldoet trouwens al. | | Een simpel ijsstokje voldoet trouwens al. |
| | | |
| [[bestand:R38.jpg]] [[bestand:R39.jpg]] | | [[bestand:R38.jpg]] [[bestand:R39.jpg]] |
| <br /> | | <br /> |
− | <i><small><small> | + | <i><small> |
− | E05.02.02-31<br />Foto: Märklin ( L) en Roco ( R)</small></small></i> | + | E05.02.02-31<br />Foto: Märklin ( L) en Roco ( R)</small></i> |
| | | |
| '''Kortkoppelings-mechanisme later inbouwen''' | | '''Kortkoppelings-mechanisme later inbouwen''' |
Regel 307: |
Regel 305: |
| [[bestand:R44.gif]] | | [[bestand:R44.gif]] |
| <br /> | | <br /> |
− | <i><small><small> | + | <i><small> |
− | E05.02.02-32<br />Foto: Symoba</small></small></i> | + | E05.02.02-32<br />Foto: Symoba</small></i> |
| | | |
− | Hierboven hebben we gezien dat zowat iedere modelspoorfabrikant tegenwoordig zijn wagons en rijtuigen standaard uitvoert met een kortkoppelings-mechanisme. Maar wat te doen met de oudere wagons of rijtuigen die niet voorzien zijn van dergelijke kortkoppelings-mechanieken? Symoba biedt dan de oplossing. De Symoba kortkoppelings-mechanieken zijn speciaal ontwikkeld voor het ombouwen van oudere wagons en rijtuigen. De mechanieken zijn simpel in te bouwen en zorgen voor een afstand van krap 0,5 mm tussen de wagons. Hierdoor behoren gapende gaten tussen wagons en rijtuigen tot het verleden. | + | Hierboven hebben we gezien dat zowat iedere modelspoorfabrikant tegenwoordig zijn wagens en rijtuigen standaard uitvoert met een kortkoppelings-mechanisme. Maar wat te doen met de oudere wagens of -rijtuigen die niet voorzien zijn van dergelijke kortkoppelings-mechanieken? Symoba biedt dan de oplossing. De Symoba kortkoppelings-mechanieken zijn speciaal ontwikkeld voor het ombouwen van oudere wagens en -rijtuigen. De mechanieken zijn simpel in te bouwen en zorgen voor een afstand van krap 0,5 mm tussen de wagens. Hierdoor behoren gapende gaten tussen wagens en rijtuigen tot het verleden. |
| Zie verder ook: http://beheer.modelspoorpraktijk.net/images/0/0d/Symoba_kortkoppeling_startset_120.pdf | | Zie verder ook: http://beheer.modelspoorpraktijk.net/images/0/0d/Symoba_kortkoppeling_startset_120.pdf |
| | | |
| [[bestand:R45.gif]] [[bestand:R46.gif]] | | [[bestand:R45.gif]] [[bestand:R46.gif]] |
| <br /> | | <br /> |
− | <i><small><small> | + | <i><small> |
− | E05.02.02-32<br />Tekeningen: Symoba</small></small></i> | + | E05.02.02-32<br />Tekeningen: Symoba</small></i> |
| | | |
| ---- | | ---- |
| <i><small>Meer informatie:</small></i> | | <i><small>Meer informatie:</small></i> |
| | | |
− | * Symoba Kortkoppelingen/ Firma G. Keuterman te Borne - http://www.keuterman.nl/symoba.html | + | small> |
| + | :* Symoba Kortkoppelingen/ Firma G. Keuterman te Borne - http://www.keuterman.nl/symoba.html |
| + | </small> |
| | | |
| | | |
| ---- | | ---- |
| <small><center>'''[[E05.02.01 - Materieel in H0]] - Vorige | Volgende - [[E05.02.01.02 - Ombouwen Piko ICE-3 (extra rijtuig met Pantograaf)]]'''</center></small> | | <small><center>'''[[E05.02.01 - Materieel in H0]] - Vorige | Volgende - [[E05.02.01.02 - Ombouwen Piko ICE-3 (extra rijtuig met Pantograaf)]]'''</center></small> |
E05.02.01 - Materieel in H0 - Vorige | Volgende - E05.02.01.02 - Ombouwen Piko ICE-3 (extra rijtuig met Pantograaf)
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Rainer Lüssi. http://www.stayathome.ch/Kupplungen.htm
Vertaling: Hans van de Burgt
35px
In bewerking door Fred.
Op het gebied van koppelingen in H0 is min of meer sprake van een chaos. Veel fabrikanten hanteren eigen systemen die (deels) niet compatible (uitwisselbaar) zijn met de koppelingen van andere merken.
In deze rubriek proberen we daarom een overzicht te schetsen van de (on-)mogelijkheden van de verschillende koppelsystemen binnen H0.
Per definitie gaat het bij een koppeling om een 'los-vaste' verbinding tussen locomotief en wagens, en tussen wagens onderling. Bij modelspoorwegen is het gebruikelijk dat we rollend materieel aan- en af te kunnen koppelen. In toenemende mate dienen de koppelingen echter ook voor het verbinden van elektrische circuits. In dat geval spreken we van 'stroomvoerende' koppelingen.
De koppelingen moeten aan verschillende criteria voldoen, die soms een beetje strijdig zijn met elkaar. Zo moet het ruimtegebruik zo klein mogelijk zijn, het uiterlijk zoveel mogelijk de werkelijkheid benaderen, en op zijn minst zo onopvallend als mogelijk zijn uitgevoerd. Maar bovenal, moeten de koppelingen bedrijfszeker zijn.
De normschacht
De enorme variëteit in koppelingen in schaal H0 heeft geleid tot het ontwikkelen van de zogenaamde 'NEM-normschacht'. Daarmee bedoelt men de uniforme vatting waarmee de koppeling aan het materieel bevestigd wordt. De koppelingen zelf worden dus niet (meer) aan de wagens of locomotief bevestigd, maar worden in een voorgeschreven schacht gestoken (Zie NEM362). Ook de plaats waar de schacht aan de wagen of loc moet worden bevestigd, is daarbij voorgeschreven. De koppelingen worden eenvoudig in de schacht gestoken, en blijven daar stevig zitten door de zwaluwstaartconstructie. Om de koppelingen te verwijderen, drukt men de uiteinden van de zwaluwstaart enigszins naar elkaar toe en kan men de koppelingen eruit trekken. Door het toepassen van de standaard-schacht, is het nu ook mogelijk verschillende koppelingen van verschillende fabrikanten toe te passen. Alle fabrikanten leveren thans koppelingen die gebruik maken van de 'NEM-normschacht'.
E05.02.02-01
Normschacht H0 - NEM362
Standaardkoppelingen
Vroeger waren de zaken nog eenvoudig. Naast de beugel-koppelingen, werden de zogenaamde valhaak-koppelingen toegepast. Beide systemen konden zich lange tijd onveranderd handhaven op de modelspoormarkt. De invoering van de 'vòòrontkoppeling' bij de beugel-koppeling - bij Märklin 'Relex-koppeling' genoemd - was een echte verbetering. Daarmee kon een treindeel op een ontkoppelrails gesplitst worden en naar een opstelspoor geduwd worden, zonder dat het afgesplitste deel weer werd aangekoppeld.
E05.02.02-02
Beugel-koppeling versus de Märklin Relex-koppeling
De beugel-koppeling (links) is nog altijd de meest gebruikte koppeling. De Relex-koppeling (rechts) is een doorontwikkeling van de standaard beugel-koppeling.
E05.02.02-03
Vooral bij oudere locomotieven volstond men soms met het gebruik van een simpele haak. Moderne locomotieven zijn vrijwel uitsluitend voorzien van een NEM-normschacht.
E05.02.02-04
Fleischmann gebruikte lange tijd een valhaak-koppeling (Zie de foto hierboven). Deze wordt tegenwoordig nog maar zelden toegepast. Het was ook een lastige koppeling. Wagens konden maar moeilijk uit een trein worden weggenomen. De beugel-koppeling echter is nog steeds sterk vertegenwoordigd. Tot op de dag van vandaag wordt deze toegepast bij merken als Roco, Märklin, Bachmann, Liliput en HAG.
De beugel-koppeling - zeker als deze genormeerd is volgens de NEM normen - heeft ontegenzeggelijk een aantal voordelen:
- Licht aankoppelen
- Hoge bedrijfszekerheid (weinig kans op ongewenst ontkoppelen)
- Koppelt ook in bogen
- Grote verspreiding
- Ontkoppelen op ontkoppelrails mogelijk
E05.02.02-05
Beugel-koppelingen zijn er in vele soorten. Zij worden in allerlei vormen en maten aangeboden. De meesten worden vervaardigd uit kunststof met een metalen beugel.
Links de moderne beugel-koppeling voor de NEM-schacht, in het midden de Märklin Relex-koppeling, en rechts de inmiddels antieke, buitenproportionele, koppeling van Lima.
E05.02.02-06
Voorontkoppelen met de Märklin Relex-koppeling
Links ziet men de Relex-koppeling gekoppeld. Een beugel is over de tegenover gelegen haak gehangen. Na het ontkoppelen met de hand of met behulp van een ontkoppelrails, is de beugel naar boven gebogen en gefixeerd. Het ontkoppelde treindeel kan nu naar zijn bestemming worden geschoven, zonder dat de beugel weer naar beneden valt.
E05.02.02-07
Het nadeel van de beugel-koppeling en nog meer van de Relex-koppeling is de relatief grote afstand tussen de verschillende wagens en/of locomotief. Het is dus onmogelijk om buffer-aan-buffer te koppelen.
Veel modelspoorhobbyisten hebben dan ook gekozen voor een compromis: men gebruikt beugel-koppelingen voor goederenwagens omdat daarmee redelijk gemakkelijk gerangeerd kan worden. Maar bij rijtuigen, die vaak als complete stam worden ingezet, kiest men voor de zogenaamde kortkoppelingen.
Kortkoppelingen
Steeds vaker kwam de roep om de afstand tussen de locomotieven en/of wagens korter te maken. Het optimum was natuurlijk om precies zoals bij het origineel, buffer-aan-buffer te kunnen koppelen. Op rechte stukken rails is dat in principe ook geen probleem, maar in bogen daarentegen juist wel. Dat komt omdat de buffers doorgaans star zijn bevestigd en de boogstralen doorgaans veel te krap.
E05.02.02-08
Zò dicht tegen elkaar kunnen de wagens op de foto hierboven, voorzien van het zogenaamde kortkoppelings-mechanisme en daarbij passende kortkoppelingen, door een boog rijden. Deze combinatie rijdt zelfs probleemloos door een boog van 360 mm (Märklin R1).
Het kortkoppelings-mechanisme zorgt ervoor, dat de afstand tussen de wagens in de bogen ruimer wordt dan op de rechte stukken. Om dat voor elkaar te krijgen, dient echter ook een aparte kortkoppeling te worden toegepast. Zou men hetzelfde willen bereiken met een beugel-koppeling, dan blijft het resultaat wat mager. De truc zit hem erin dat de kortkoppeling zorgt voor een zogenaamde 'starre' verbinding. Dat zorgt ervoor dat het kortkoppelings-mechanisme in de bogen haar werk kan doen.
Werking van het kortkoppelings-mechanisme
E05.02.02-09
Op rechte stukken (foto links) is de koppeling dicht tegen de wagen aan gepositioneerd. Daardoor is de afstand tussen de wagens zo klein mogelijk. Afhankelijk van het gekozen kortkoppelings-systeem is zelfs buffer-aan-buffer bedrijf mogelijk. In de bogen (foto rechts) wordt de koppeling naar buiten gedrukt, waardoor de wagens verder uit elkaar komen te staan. Daardoor wordt voorkomen dat de buffers in elkaar haken.
Hieronder staan foto's van dezelfde wagens, maar met verschillende koppelingstechnieken. De blauwe wagen is uitgerust met een kortkoppeling, de groene heeft een traditionele Relex-koppeling.
E05.02.02-10
En zo ziet het er van onderen uit:
E05.02.02-11
Bij de kortkoppeling is duidelijk het verschil in constructie te zien. De kortkoppeling is helaas niet compatible met de traditionele beugel-koppelingen. Maar e.e.a. is minder erg dan het lijkt.
Eerder spraken we al van de normschacht. Welnu, in toenemende mate voorzien de fabrikanten hun rijdend materieel niet alleen van een dergelijke normschacht en koppeling, maar ook van de kortkoppel-techniek, zodat de hobbyïst zelf kan kiezen of hij gebruik wil maken van een beugel-koppeling of van een kortkoppeling.
Assortiment kortkoppelingen
E05.02.02-12
De Märklin kortkoppeling (links) is de standaardkoppeling van dit merk, voor wagens die voorzien zijn van een kortkoppelings-mechanisme. Deze kortkoppeling is compatible met de beugel-koppeling. De kortkoppeling (rechts) is ook van Märklin. Deze kan gebruikt worden voor wagens zonder normschacht. Het gebruik ervan kan mogelijk tot problemen leiden, want de wagens zijn immers niet voorzien van een kortkoppelings-mechanisme.
E05.02.02-13
De volgende twee koppelingen zijn van Roco. Het zijn de zogenaamde universele koppelingen. Deze worden geleverd in twee uitvoeringen. Standaard (links) en de in hoogte verstelbare uitvoering (rechts). De Roco ’universele koppelingen’ zijn iets vlakker uitgevoerd dan de Märklin kortkoppelingen, waardoor ze juist ook in de wereld van het Drierail bedrijf worden toegepast.
Door de open bouwwijze van de beugel kan de koppeling in krappe bogen echter soms ongewenst losschieten. De universele koppelingen zijn verder goed te koppelen met de standaard beugel-koppeling.
De verstelbare universele kortkoppeling kan soms goede diensten bewijzen. Bij sommige rijtuigen haakt de kortkoppelingsbeugel namelijk achter de buffers. Door de koppeling iets in hoogte te verschuiven, kan men het probleem oplossen. Wel vraagt deze kortkoppeling iets meer ruimte tussen de wagens.
E05.02.02-14
De Fleischmann kortkoppeling is zeer geslaagd. Hij is door zijn bouwwijze zeer onopvallend. Bij gebruik van deze kortkoppeling kan men nagenoeg buffer-aan-buffer rijden. Verder is het een groot voordeel dat de wagens die voorzien zijn van deze koppeling eenvoudig uit de trein genomen kunnen worden door ze naar boven te tillen. Het nadeel van deze koppeling is dat hij niet te combineren is met de standaard beugel-koppeling.
E05.02.02-15
De Roco kortkoppeling koppelt buitengewoon gemakkelijk. Wel kan het voorkomen dat deze kortkoppeling losschiet op onregelmatig gelegde railstukken. Ook deze koppeling is niet te combineren met de beugel-koppelingen, maar laat wel een bijna perfect buffer-aan-buffer gedrag zien. Het nadeel van deze kortkoppeling is dat hij tamelijk ver uitsteekt, wat vooral storend opvalt bij het laatste rijtuig of de laatste wagen.
E05.02.02-16
De Ade kortkoppeling is erg compact en sierlijk gebouwd. Hij koppelt wat stroef, maar eenmaal gekoppeld is hij erg bedrijfszeker. De kortkoppeling bestaat uit twee niet-symmetrische delen. Om goed te functioneren moet bij deze kortkoppeling de hoogte precies worden afgesteld. Ook de combinatie van koppeling en kortkoppelings-mechanisme is erg kritisch, anders kunt u met deze koppeling nauwelijks buffer-aan-buffer rijden.
E05.02.02-17
Zowel de Märklin kortkoppeling als ook de Roco universele koppelingen zijn compatible met de beugel-koppeling. Maar... wanneer één van beide wagens niet voorzien is van een kortkoppelings-mechanisme kan de verbinding tussen de twee wagens niet volledig naar buiten getrokken worden. In dat geval kan de beugel in de buffer geklemd komen te zitten. Vooral in krappe bogen kan zich deze situatie voordoen. Een ander probleem kan zijn dat de beugel-koppeling doorgaans wat hoger zit dan beide kortkoppelingen.
Stroomvoerende koppelingen
Bij het gebruik van rijtuigen, kwam al snel de wens om voorzieningen te treffen om deze te kunnen uitrusten met binnenverlichting. Om dit te realiseren bij het Drierail-bedrijf, moest elk rijtuig voorzien zijn van een middensleper. Naast het ongemak, moest men in dat geval rekening houden met voldoende trekkracht van de locomotief. De oplossing kwam met het uitbrengen van stroomvoerende koppelingen. Op die manier kon de hele rijtuigstam eenvoudig van stroom worden voorzien. Wanneer het rijtuig dat als 'stroomstation' dienst doet, ook nog eens voorzien wordt van een functiedecoder, kan bij digitaal modelspoorverkeer de verlichting ook nog eens op afstand aan- en uitgezet worden.
(zie rubriek: E08.07 - Rijtuigverlichting (interieurverlichting).
Alle hieronder getoonde stroomvoerende koppelingen zijn geschikt voor de NEM-normschacht. Het is dus meestal geen probleem om rijtuigen te voorzien van deze koppelingen. Wel moeten de rijtuigen voorzien zijn van het hierboven genoemde kortkoppelings-mechanisme.
E05.02.02-18
Foto: RTS
De RTS één- en tweepolige koppeling lijkt op de Märklin kortkoppeling. Deze RTS koppeling is met- en zonder beugel verkrijgbaar, en moet steeds paarsgewijze worden toegepast. Op de foto is de versie afgebeeld zonder beugel.
E05.02.02-19
Foto: Märklin
De stroomvoerende koppeling van Märklin (type 72020) is nagenoeg identiek gebouwd aan de koppeling van RTS, maar wordt uitsluitend met beugel geleverd.
E05.02.02-20
Tekening: Roco Modelleisenbahnen
De Roco vierpolige stroomvoerende koppeling is tamelijk groot uitgevoerd. De koppeling kan zowel automatisch als niet-automatisch worden toegepast. De koppeling is met geen enkele andere koppeling compatible. Om ervoor te zorgen dat de vier polen op de juiste wijze met elkaar verbonden worden, dienen de rijtuigen nauwkeurig aan elkaar te worden gekoppeld. Dit om te voorkomen dat de aansluitingen links/rechts verwisseld worden.
E05.02.02-21
Foto: TAMS
De TAMS koppeling is gebaseerd op de Fleischmann Profi-kortkoppeling. Hij is zowel als één- en als tweepolige variant verkrijgbaar.
E05.02.02-22
Foto's: Viessmann en Fleischmann
De Viessmann tweepolige koppeling (links) lijkt ook op de Fleischman Profi-kortkoppeling. Hij heeft het voordeel dat deze normaal koppelen en vòòr-ontkoppelen mogelijk maakt. Overigens levert Fleischmann zelf ook een stroomvoerende variant van haar Profi-kortkoppeling (rechts).
E05.02.02-23
Foto: Märklin
De laatste stroomvoerende koppeling is de starre verbinding van Märklin (type7319). Uiteraard kunnen de rijtuigen bij gebruik van dit soort koppelingen niet meer aan- en afgekoppeld worden. Maar daar staat tegenover dat dit soort koppelingen bijzonder onopvallend zijn en zeer bedrijfszeker. In de praktijk worden dit soort koppelingen enkel toegepast bij vaste treinstammen.
Bij erg lange treinsamenstellingen blijken deze koppelingen toch niet erg praktisch in gebruik.
Automatische koppelingen
Met de toepassing van automatische koppelingen kan op afstand aan- en afgekoppeld worden. Het voordeel is dat dit in feite op iedere gewenste plek kan geschieden. De locomotief wordt voorzien van een automatische koppeling die elektrisch verbonden is met een functie-decoder. Via het digitaal-treinbesturingssysteem wordt het aan- en afkoppelen geregeld. Hieronder staan enkele varianten.
E05.02.02-24
Foto: Pobox
Märklin heeft een nieuwe automatische Telex-koppeling uitgebracht voor de NEM-normschacht. Het is dus vrij eenvoudig om locomotieven te voorzien van deze koppeling. De koppeling wordt verbonden met een functiedecoder. Deze moet echter voorzien zijn van een tijdschakeling, teneinde doorbranden van de koppeling te voorkomen.
E05.02.02-25
Foto's: Krois en Roco Modelleisenbahnen
De zeer populaire automatische Krois koppeling (links) lijkt erg op de universele koppeling van Roco. Ook de Krois koppeling past perfect in de NEM-normschacht. Het zal geen verbazing wekken dat de Krois-koppeling goed te combineren is met de Roco universele koppeling en de Märklin-kortkoppeling. Zelfs het koppelen met gewone beugel-koppelingen is mogelijk. Hierdoor is de Krois-koppeling breed- en universeel inzetbaar. Roco zelf levert inmiddels ook een automatische koppeling (rechts). Duidelijk is te zien dat deze wat zwaarder is uitgevoerd dan de Krois koppeling. Voor beide koppelingen geldt, net als bij de automatische Telex koppeling, dat gebruik moet worden gemaakt van een functiedecoder met tijdschakeling.
Amerikaanse koppelingen
In Amerika is het rollend materieel niet uitgerust met buffers. De trek- en drukkrachten worden volledig opgevangen door de koppelingen. Ook de modellocomotieven en -wagens worden uiteraard niet voorzien van buffers. Het gevolg hiervan is dat in de USA andere modelkoppelingen worden toegepast, zoals de US Standard NMRA-koppeling en de zeer realistisch uitgevoerde Kadee-koppeling. Door het ontbreken van de buffers, is zelfs een kortkoppelings-mechanisme niet nodig. Het ontbreken van de buffers leidt so-wie-so tot zeer bedrijfszekere koppelingen.
E05.02.02-26
Foto: NMRA
De USA Standaard-koppeling van de NMRA is een tamelijk eenvoudige koppeling, die volledig gemaakt is van kunststof. Met deze koppeling kan echter geen starre verbinding worden gemaakt, net zo min als met die andere bekende Amerikaanse koppeling, de Kadde-koppeling.
E05.02.02-27
Foto: Kadee
De Kadee koppeling ziet er erg fraai uit. Hij is verkrijgbaar in verschillende lengtes. Hij koppelt bijzonder licht, en is ook verkrijgbaar voor toepassing in de NEM normschacht.
Het nadeel van deze koppeling is, dat hij niet te gebruiken is voor het Drierail bedrijf. Vooral bij wissels en op de puntcontacten geeft deze koppeling problemen.
Starre koppelingen
Wanneer de koppelingen uitsluitend gebruikt worden om wagens te verbinden tot vaste stammen, kan men ook kiezen voor het gebruik van vaste koppelingen. Beide uiteinden van een dergelijke koppeling kunnen in de NEM normschacht gestoken worden. Doorgaans gaat het om sierlijk uitgevoerde koppelingen die een natuurgetrouw beeld weergeven.
E05.02.02-28
Foto: Märklin
De starre koppeling van Märklin (type7319) werd hierboven al besproken. Het voordeel van deze koppeling is natuurlijk dat deze stroomvoerend is uitgevoerd.
E05.02.02-29
Foto: Brawa
Een erg mooie starre koppeling is deze filigrane versie van Brawa.
E05.02.02-30
Foto: Symoba
Een mooi alternatief is de K107 starre kortkoppeling van Symoba. Deze is verkrijgbaar via de firma Keuterman in Borne.
Ontkoppelen
Naast het gebruik van ontkoppelrails en de eerder beschreven automatische koppelingen, kan men de wagens ook met de hand ontkoppelen. Men kan daarvoor ook ontkoppelhulpjes gebruiken.
Een simpel ijsstokje voldoet trouwens al.
E05.02.02-31
Foto: Märklin ( L) en Roco ( R)
Kortkoppelings-mechanisme later inbouwen
E05.02.02-32
Foto: Symoba
Hierboven hebben we gezien dat zowat iedere modelspoorfabrikant tegenwoordig zijn wagens en rijtuigen standaard uitvoert met een kortkoppelings-mechanisme. Maar wat te doen met de oudere wagens of -rijtuigen die niet voorzien zijn van dergelijke kortkoppelings-mechanieken? Symoba biedt dan de oplossing. De Symoba kortkoppelings-mechanieken zijn speciaal ontwikkeld voor het ombouwen van oudere wagens en -rijtuigen. De mechanieken zijn simpel in te bouwen en zorgen voor een afstand van krap 0,5 mm tussen de wagens. Hierdoor behoren gapende gaten tussen wagens en rijtuigen tot het verleden.
Zie verder ook: http://beheer.modelspoorpraktijk.net/images/0/0d/Symoba_kortkoppeling_startset_120.pdf
E05.02.02-32
Tekeningen: Symoba
Meer informatie:
small>
</small>
E05.02.01 - Materieel in H0 - Vorige | Volgende - E05.02.01.02 - Ombouwen Piko ICE-3 (extra rijtuig met Pantograaf)