|
|
(16 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) |
Regel 6: |
Regel 6: |
| }} | | }} |
| {{Inhoudsopgave||Klein}} | | {{Inhoudsopgave||Klein}} |
− | === Het seinstelsel vóór 1938 === | + | === Het Seinstelsel vòòr 1938 === |
− | Al tijdens de periode dat de armseinen gebruikt werden, experimenteerde de Nederlandsche Spoorwegen (NS) met lichtseinen. Op een klein aantal baanvakken werden proefseinen geplaatst. Op basis van de opgedane ervaringen werd een nieuw seinstelsel ingevoerd. | + | Al tijdens de periode dat de [[Armseinen|armseinen]] gebruikt werden, experimenteerde de Nederlandsche Spoorwegen (NS) met '''lichtseinen'''. Op een klein aantal baanvakken werden proefseinen geplaatst. Op basis van de opgedane ervaringen werd een nieuw seinstelsel ingevoerd. |
− | | |
− | | |
| === Seinstelsel 1938 === | | === Seinstelsel 1938 === |
− | In 1938 voerde de Nederlandsche Spoorwegen (NS) Seinstelsel 1938 in. Hierbij werden voor het eerst lichtseinen ingevoerd. De lampen bevatten een kleurenwisselaar met drie gekleurde lenzen, maar er werden er maar twee van gebruikt. De voorseinen konden de kleuren groen of geel tonen en de hoofdseinen rood of groen. | + | In 1938 voerde de Nederlandsche Spoorwegen (NS) "[[Woorden - S#Seinstelsel|Seinstelsel]] 1938" in. Hierbij werden voor het eerst lichtseinen ingevoerd. De lampen bevatten een kleurenwisselaar met drie gekleurde lenzen, maar er werden er maar twee van gebruikt. De [[Woorden - V#Voorsein|voorsein]]en konden de kleuren groen of geel tonen en de hoofdseinen rood of groen. |
| {{Afbeelding 3 naast elkaar | | {{Afbeelding 3 naast elkaar |
| |Bestand= NS_voorsein_1938-01.png | | |Bestand= NS_voorsein_1938-01.png |
Regel 35: |
Regel 33: |
| |Tussenruimte2= 4px | | |Tussenruimte2= 4px |
| }} | | }} |
− | | + | Er waren ook gecombineerde seinen. Hierbij waren het voorsein en het hoofdsein aan één paal bevestigd. De onderzijde van het bord van het hoofsein was voorzien van een rechte onderzijde, zodat dit aansloot op het vierkante bord van het [[Woorden - V#Voorsein|voorsein]] dat er onder geplaatst was. |
− | Er waren ook gecombineerde seinen. Hierbij waren het voorsein en het hoofdsein aan één paal bevestigd. De onderzijde van het bord van het hoofsein was voorzien van een rechte onderzijde, zodat dit aansloot op het vierkante bord van het voorsein dat er onder geplaatst was. | |
− | | |
| ---- | | ---- |
− |
| |
− |
| |
| === Seinstelsel 1946 === | | === Seinstelsel 1946 === |
− | In 1946 besloot de Nederlandsche Spoorwegen (NS) een nieuw seinstelsel in te voeren: Seinstelsel 1946. Dit lichtseinenstelsel was afgeleid van het Amerikaanse lichtseinenstelsel. | + | In 1946 besloot de Nederlandsche Spoorwegen (NS) een nieuw seinstelsel in te voeren: "Seinstelsel 1946". Dit lichtseinenstelsel was afgeleid van het Amerikaanse lichtseinenstelsel. |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= KNws b.jpg | | |Bestand= KNws b.jpg |
Regel 48: |
Regel 42: |
| |Volgnummer= 04 | | |Volgnummer= 04 |
| |Omschrijving= Klassiek lichtsein bij Nieuwersluis | | |Omschrijving= Klassiek lichtsein bij Nieuwersluis |
− | |Bron= [http://www.klassiekebeveiliging.com klassiekebeveiliging.com] | + | |Bron= [https://www.klassiekebeveiliging.com klassiekebeveiliging.com] |
| |Positie= Rechts | | |Positie= Rechts |
| }} | | }} |
− | | + | Dit nieuwe [[Woorden - S#Seinstelsel|seinstelsel]] had ten doel om de mechanische armseinen te vervangen. De redenen dat men overging op een nieuw seinstelsel waren: |
− | Dit nieuwe seinenstelsel had ten doel om de mechanische armseinen te vervangen. De redenen dat men overging op een nieuw seinenstelsel waren: | + | *Geen kans op vastvriezen van het mechanisme; |
− | | + | *Betere zichtbaarheid van het seinbeeld; |
− | *Geen kans op vastvriezen van het mechanisme. | |
− | *Betere zichtbaarheid van het seinbeeld. | |
| *Geen onderhoud meer aan slijtagegevoelige armseinen/bedieningsdraden. | | *Geen onderhoud meer aan slijtagegevoelige armseinen/bedieningsdraden. |
− |
| |
− |
| |
| === Hoge en lage seinen === | | === Hoge en lage seinen === |
| De nieuwe seinen waren er in hoge (langs de vrije baan en bij stations) en lage (dwergseinen) uitvoering. | | De nieuwe seinen waren er in hoge (langs de vrije baan en bij stations) en lage (dwergseinen) uitvoering. |
− |
| |
− |
| |
| ==== <u>Lage seinen</u> ==== | | ==== <u>Lage seinen</u> ==== |
| {{Afbeelding 2 naast elkaar | | {{Afbeelding 2 naast elkaar |
Regel 73: |
Regel 61: |
| |Omschrijving= SA-dwergsein<br />(vooraanzicht) | | |Omschrijving= SA-dwergsein<br />(vooraanzicht) |
| |Omschrijving2= SA-dwergsein<br />(zijaanzicht) | | |Omschrijving2= SA-dwergsein<br />(zijaanzicht) |
− | |Bron= [http://www.marcrpieters.nl Marc Pieters] | + | |Bron= [http://www.marcrpieters.nl Marc Pieters] |
− | |Bron2= [http://www.marcrpieters.nl Marc Pieters] | + | |Bron2= Marc Pieters |
| |Tussenruimte= 6px | | |Tussenruimte= 6px |
| }} | | }} |
− |
| |
| De lage seinen staan op emplacementen (zie: foto's 05 en 06). Ze mogen slechts met maximaal 40 km/uur worden gepasseerd. Deze seinen worden ook wel dwergseinen genoemd. Alle lage seinen zijn bediende seinen. | | De lage seinen staan op emplacementen (zie: foto's 05 en 06). Ze mogen slechts met maximaal 40 km/uur worden gepasseerd. Deze seinen worden ook wel dwergseinen genoemd. Alle lage seinen zijn bediende seinen. |
− |
| |
− |
| |
| ==== <u>Hoge seinen</u> ==== | | ==== <u>Hoge seinen</u> ==== |
| {{Afbeelding 2 naast elkaar | | {{Afbeelding 2 naast elkaar |
Regel 89: |
Regel 74: |
| |Volgnummer= 07 | | |Volgnummer= 07 |
| |Volgnummer2= 08 | | |Volgnummer2= 08 |
− | |Omschrijving= SA-hoofdsein (éénhoogte-sein) | + | |Omschrijving= SA-hoofdsein (éénhoogte-sein) |
− | |Omschrijving2= SA-voorsein (éénhoogte-sein) | + | |Omschrijving2= SA-voorsein (éénhoogte-sein) |
| |Type= Tekening | | |Type= Tekening |
| |Type2= Tekening | | |Type2= Tekening |
Regel 96: |
Regel 81: |
| |Maker2= Fred Eikelboom | | |Maker2= Fred Eikelboom |
| }} | | }} |
| + | Hoge seinen kunnen zowel bediende als P-seinen zijn. De hoge seinen stonden op een paal naast het spoor (zie: tekening 07 en 08), of waren bevestigd aan bovenleidingportalen, net naast het spoor (zie: foto 16). Het grote nadeel van een dergelijk, aan een portaal gemonteerd, sein was (en is), dat een kapotte [[Woorden - G#Gloeilamp|gloeilamp]] niet gemakkelijk te vervangen was. Dat kon alleen maar wanneer er geen treinen reden, dus tijdens een buitendienststelling.<br /> |
| + | De benaming van deze nieuwe seinen was [[Woorden - S#SA-sein|"SA-seinen"]]. De lichtseinen hadden één lamp, die continue brandde. Het systeem kon, naast wit, drie verschillende kleuren tonen. Dat gebeurde door middel van een kleurwisselaar, een scharnierende "bril" met drie gekleurde glazen, die vlak voor de lamp zat (zie: foto 12). Deze "bril" wordt naar links of rechts gedraaid met behulp van een elektromagneet. |
| | | |
− | | + | Daar het hoge sein drie lampen had en de "bril" drie lenzen had, konden in totaal negen seinbeelden (drie "brillen" maal drie lampen) van de in totaal tien mogelijke seinbeelden, getoont worden. De bovenste lamp bevatte een "bril" met een groene, een rode en een gele lens. De beide andere lampen hadden een "bril" met een groene, een witte en een gele lens. |
− | Hoge seinen kunnen zowel bediende als P-seinen zijn. De hoge seinen stonden op een paal naast het spoor (zie: tekening 07 en 08), of waren bevestigd aan bovenleidingportalen, net naast het spoor (zie: foto 16). Het grote nadeel van een dergelijk, aan een portaal gemonteerd, sein was (en is), dat een kapotte gloeilamp niet gemakkelijk te vervangen was. Dat kon alleen maar wanneer er geen treinen reden, dus tijdens een buitendienststelling.<br />
| |
− | De benaming van deze nieuwe seinen was 'SA-seinen'. De lichtseinen hadden één lamp, die continue brandde. Het systeem kon, naast wit, drie verschillende kleuren tonen. Dat gebeurde door middel van een kleurwisselaar, een scharnierende 'bril' met drie gekleurde glazen, die vlak voor de lamp zat (zie: foto 12). Deze bril wordt naar links of rechts gedraaid met behulp van een elektromagneet.
| |
− | | |
− | Daar het hoge sein drie lampen had en de bril drie lenzen had, konden in totaal negen seinbeelden (drie brillen maal drie lampen) van de in totaal tien mogelijke seinbeelden, getoont worden. De bovenste lamp bevatte een bril met een groene, een rode en een gele lens. De beide andere lampen hadden een bril met een groene, een witte en een gele lens. | |
| {{Afbeelding 4 naast elkaar | | {{Afbeelding 4 naast elkaar |
| |Bestand= Binnenwerk sa sein-01.jpg | | |Bestand= Binnenwerk sa sein-01.jpg |
Regel 118: |
Regel 101: |
| |Omschrijving2= Binnenwerk SA-sein<br />(zijaanzicht) | | |Omschrijving2= Binnenwerk SA-sein<br />(zijaanzicht) |
| |Omschrijving3= Binnenwerk SA-sein<br />(achteraanzicht) | | |Omschrijving3= Binnenwerk SA-sein<br />(achteraanzicht) |
− | |Omschrijving4= De weggeklapte lens in de kleurwisselaar (links) en de 'bril' (rechts)<br /> | + | |Omschrijving4= De weggeklapte lens in de kleurwisselaar (links) en de "bril" (rechts)<br /> |
| |Bron= [http://www.marcrpieters.nl Marc Pieters] | | |Bron= [http://www.marcrpieters.nl Marc Pieters] |
− | |Bron2= [http://www.marcrpieters.nl Marc Pieters] | + | |Bron2= Marc Pieters |
− | |Bron3= [http://www.marcrpieters.nl Marc Pieters] | + | |Bron3= Marc Pieters |
− | |Bron4= [http://www.marcrpieters.nl Marc Pieters] | + | |Bron4= Marc Pieters |
| |Tussenruimte= 4px | | |Tussenruimte= 4px |
− | |Tussenruimte2= 4px
| + | |Tussenruimte3= 5px |
− | |Tussenruimte3= 4px | |
| }} | | }} |
− |
| |
| Groen werd getoond door een spanning met een bepaalde polariteit op de magneetspoel te zetten. Geel licht werd getoond door de spanning op de magneetspoel om te polen. Men kon dus simpel, door verwisseling van plus en min, de lichtkleur wijzigen. Bij de overgang van geel naar groen zal altijd een korte rode flits te zien zijn, omdat dan het rode glas even voor de lamp langs gaat. | | Groen werd getoond door een spanning met een bepaalde polariteit op de magneetspoel te zetten. Geel licht werd getoond door de spanning op de magneetspoel om te polen. Men kon dus simpel, door verwisseling van plus en min, de lichtkleur wijzigen. Bij de overgang van geel naar groen zal altijd een korte rode flits te zien zijn, omdat dan het rode glas even voor de lamp langs gaat. |
| {{Afbeelding 2 naast elkaar | | {{Afbeelding 2 naast elkaar |
Regel 136: |
Regel 117: |
| |Volgnummer= 13 | | |Volgnummer= 13 |
| |Volgnummer2= 14 | | |Volgnummer2= 14 |
− | |Omschrijving= Detail van de bril | + | |Omschrijving= Detail van de "bril" |
| |Omschrijving2= Animatie van de kleurwisselaar | | |Omschrijving2= Animatie van de kleurwisselaar |
| |Bron= [http://www.marcrpieters.nl Marc Pieters] | | |Bron= [http://www.marcrpieters.nl Marc Pieters] |
− | |Bron2= [http://www.marcrpieters.nl Marc Pieters]<br /><br /> | + | |Bron2= Marc Pieters |
| |Positie= Rechts | | |Positie= Rechts |
| }} | | }} |
| + | Het systeem met de "bril" vormde een zogenaamd [[Woorden - F#"Failsafe"|failsafe]]-systeem.<br /> |
| + | Bij een storing (wegvallen van de stuurspanning) toonde het bovenste licht altijd rood. Wanneer namelijk de stuurspanning wegviel, ging de "bril" automatisch door de zwaartekracht naar de ruststand en toonde het sein rood licht.<br /> |
| + | Viel bij de onderste twee lampen de stuurspanning weg, dan ging de "bril" ook automatisch door de zwaartekracht naar de ruststand en toonden de onderste twee lampen wit licht. |
| | | |
− | | + | In 1949 werd het "Lichtseinstelsel 1946" volledig in gebruik genomen op het baanvak Utrecht — Arnhem. De SA-seinen zijn inmiddels zo goed als uitgestorven. Er zijn er (medio 2011) nog een paar te vinden op het baanvak Ede — Arnhem. |
− | Het systeem met de bril vormde een zogenaamd failsafe-systeem.<br />
| + | === P-seinen en bediende seinen === |
− | Bij een storing (wegvallen van de stuurspanning) toonde het bovenste licht altijd rood. Wanneer namelijk de stuurspanning wegviel, ging de bril automatisch door de zwaartekracht naar de ruststand en toonde het sein rood licht.<br />
| |
− | Viel bij de onderste twee lampen de stuurspanning weg, dan ging de bril ook automatisch door de zwaartekracht naar de ruststand en toonden de onderste twee lampen wit licht.
| |
− | | |
− | In 1949 werd het Lichtseinenstelsel'46 volledig in gebruik genomen op het baanvak Utrecht — Arnhem. De SA-seinen zijn inmiddels zo goed als uitgestorven. Er zijn er (medio 2011) nog een paar te vinden op het baanvak Ede — Arnhem. | |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= NS_driehoogtesein-01.png | | |Bestand= NS_driehoogtesein-01.png |
Regel 158: |
Regel 138: |
| |Positie= Links | | |Positie= Links |
| }} | | }} |
| + | De hoge seinen zijn onderverdeeld in "éénhoogte-seinen" (zie: tekening 07 en 08), en "driehoogte-seinen" (zie: tekening 15). De drie lampen in het driehoogtesein waren allen voorzien van een kleurenwisselaar, zodat bijvoorbeeld het seinbeeld groen-wit-wit, of groen-groen-wit kon worden getoond. Met de "driehoogteseinen" werd ook snelheidsinformatie aan de machinist doorgegeven. Dat werd bepaald door de hoogte/plaats van het licht in het totale seinbeeld. Er bestond per baanvak een hoge snelheid, middensnelheid en lage snelheid. Kortom, tamelijk ingewikkeld en vaak een bron van fouten.<br /> |
| + | De éénhoogte seinen hebben tot 2004 nog dienst gedaan op enige baanvakken in het midden van het land. De twee typen waren ook nog weer onderverdeeld in "P-seinen" en "bediende seinen". |
| + | ==== ''P-seinen'' ==== |
| + | P-seinen staan langs de vrije baan (zie: foto 16) en werken automatisch. De P-seinen worden, m.b.v. spoorstroomlopen, "aangestuurd" door de treinen. Zodra een trein een groen (of geel) sein passeerde, ging dit naar rood en werd het voorgaande sein op geel gezet. Het sein vòòr het gele sein kwam weer op groen. |
| | | |
− | === P-seinen en bediende seinen ===
| + | De letter "P" staat voor "Permissief sein". Als gevolg van een storing kan het voorkomen dat alle P-seinen op rood staan. De machinist moet dan bij het naderen van het eerste rode P-sein aan de [[Woorden - T#Treindienstleider|treindienstleider]]/procesleider vragen of hij door mag rijden. Wanneer hij daarvoor toestemming krijgt, heeft hij tevens permissie om de volgende rode P-seinen te passeren (met "Rijden op zicht" uiteraard). Een rood bediend sein mag hij <u>''nooit''</u> passeren, zonder overleg met de treindienstleider/procesleider. Moet de trein toch een rood bediend sein passeren, dan moet de treindienstleider/procesleider een "aanwijzing" (vroeger heette dit een lastgeving) afgeven, waarin hij de machinist toestemming geeft om door rood te rijden. De machinist krijgt dan een aanwijzing STS (StopTonend Sein). |
− | De hoge seinen zijn onderverdeeld in 'éénhoogte-seinen' (zie: tekening 07 en 08), en 'driehoogte-seinen' (zie: tekening 15). De drie lampen in het driehoogtesein waren allen voorzien van een kleurenwisselaar, zodat bijvoorbeeld het seinbeeld groen-wit-wit, of groen-groen-wit kon worden getoond. Met de 'driehoogteseinen' werd ook snelheidsinformatie aan de machinist doorgegeven. Dat werd bepaald door de hoogte/plaats van het licht in het totale seinbeeld. Er bestond per baanvak een hoge snelheid, middensnelheid en lage snelheid. Kortom, tamelijk ingewikkeld en vaak een bron van fouten.<br />
| |
− | De éénhoogte seinen hebben tot 2004 nog dienst gedaan op enige baanvakken in het midden van het land. De twee typen waren ook nog weer onderverdeeld in 'P-seinen' en 'bediende seinen'.
| |
− | | |
− | | |
− | ==== <u>P-seinen</u> ====
| |
− | P-seinen staan langs de vrije baan (zie: foto 16) en werken automatisch. De P-seinen worden, m.b.v. spoorstroomlopen, 'aangestuurd' door de treinen. Zodra een trein een groen (of geel) sein passeerde, ging dit naar rood en werd het voorgaande sein op geel gezet. Het sein vòòr het gele sein kwam weer op groen.
| |
− | | |
− | De letter P staat voor 'Permissief sein'. Als gevolg van een storing kan het voorkomen dat alle P-seinen op rood staan. De machinist moet dan bij het naderen van het eerste rode P-sein aan de treindienstleider/procesleider vragen of hij door mag rijden. Wanneer hij daarvoor toestemming krijgt, heeft hij tevens permissie om de volgende rode P-seinen te passeren (met 'Rijden op zicht' uiteraard). Een rood bediend sein mag hij <u>''nooit''</u> passeren, zonder overleg met de treindienstleider/procesleider. Moet de trein toch een rood bediend sein passeren, dan moet de treindienstleider/procesleider een 'aanwijzing' (vroeger heette dit een lastgeving) afgeven, waarin hij de machinist toestemming geeft om door rood te rijden. De machinist krijgt dan een aanwijzing STS (StopTonend Sein). | |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= P-sein aan mast-01.jpg | | |Bestand= P-sein aan mast-01.jpg |
Regel 173: |
Regel 149: |
| |Volgnummer= 16 | | |Volgnummer= 16 |
| |Omschrijving= P-sein aan portaal | | |Omschrijving= P-sein aan portaal |
− | |Bron= [http://www.nicospilt.com nicospilt.com]<br /><br /> | + | |Bron= [https://www.nicospilt.com nicospilt.com] |
| |Positie= Rechts | | |Positie= Rechts |
| }} | | }} |
− |
| |
− |
| |
| ==== <u>Bediende seinen</u> ==== | | ==== <u>Bediende seinen</u> ==== |
− | Bediende seinen staan alleen op emplacementen, dus op plaatsen waar wissels liggen. Achter een bediend sein ligt dan normaliter altijd een wissel. Een bediend sein is een sein dat door de treindienstleider (tegenwoordig 'procesleider' genoemd) wordt bediend. Dit betekende niet dat hij het sein direct kon bedienen, en dus niet zelf kon bepalen welke kleur het toonde. Het enige dat de treindienstleider kon doen, was een rijweg instellen. De Seinwezen-installatie zorgde er dan voor dat de wissels in de juiste stand kwamen te liggen, en dat de seinen het juiste seinbeeld daarbij toonden. | + | Bediende seinen staan alleen op emplacementen, dus op plaatsen waar [[Woorden - W#Wissel|wissels]] liggen. Achter een bediend sein ligt dan normaliter altijd een wissel. Een bediend sein is een sein dat door de treindienstleider (tegenwoordig "procesleider" genoemd) wordt bediend. Dit betekende niet dat hij het sein direct kon bedienen, en dus niet zelf kon bepalen welke kleur het toonde. Het enige dat de treindienstleider kon doen, was een rijweg instellen. De Seinwezen-installatie zorgde er dan voor dat de wissels in de juiste stand kwamen te liggen, en dat de seinen het juiste seinbeeld daarbij toonden. |
− | | |
− | Vanwege een aantal tekortkomingen van het Seinstelsel 1946 - een kleur had, afhankelijk van de positie, een totaal andere betekenis en een kleur kon meerdere malen voorkomen - werd dit vervangen door Seinstelsel 1955.
| |
| | | |
| + | Vanwege een aantal tekortkomingen van het "Seinstelsel 1946" - een kleur had, afhankelijk van de positie, een totaal andere betekenis en een kleur kon meerdere malen voorkomen - werd dit vervangen door "[[Woorden - S#Seinstelsel|Seinstelsel]] 1955". |
| ---- | | ---- |
− |
| |
− |
| |
| === Seinstelsel 1955 === | | === Seinstelsel 1955 === |
| ==== ''Algemene beschouwing'' ==== | | ==== ''Algemene beschouwing'' ==== |
− | Nadat het seinstelsel 1946 eenmaal was ingevoerd bleek al gauw dat er diverse grote nadelen aan kleefden. | + | Nadat het "Seinstelsel 1946" eenmaal was ingevoerd bleek al gauw dat er diverse grote nadelen aan kleefden. |
| Zo had een kleur afhankelijk van de positie een totaal andere betekenis en kon een kleur meerdere malen voorkomen. | | Zo had een kleur afhankelijk van de positie een totaal andere betekenis en kon een kleur meerdere malen voorkomen. |
| {{Afbeelding 2 naast elkaar | | {{Afbeelding 2 naast elkaar |
Regel 203: |
Regel 174: |
| |Positie= Rechts | | |Positie= Rechts |
| }} | | }} |
| + | Op basis van de ervaring met "[[Woorden - S#Seinstelsel|Seinstelsel]] 1946" en na grondige studie kwam het Seinwezen met het "Seinstelsel 1955", dat - met kleine aanpassingen - vandaag de dag nog steeds vrijwel overal in Nederland wordt toegepast. |
| | | |
− | Op basis van de ervaring met stelsel 1946 en na grondige studie kwam het Seinwezen met het stelsel 1955, dat - met kleine aanpassingen - vandaag de dag nog steeds vrijwel overal in Nederland wordt toegepast.
| + | Het "Seinstelsel 1955" kenmerkt zich door de volgende zaken: |
− | | + | :* Een sein kan per lamp maar één kleur tonen; |
− | Het stelsel 1955 kenmerkt zich door de volgende zaken: | + | :* Er zal nooit meer dan één kleur tegelijk getoond worden; |
− | | + | :* Waar nodig wordt extra (snelheids)informatie gegeven door middel van een lichtbak; |
− | :* Een sein kan per lamp maar één kleur tonen. | |
− | :* Er zal nooit meer dan één kleur tegelijk getoond worden. | |
− | :* Waar nodig wordt extra (snelheids)informatie gegeven door middel van een lichtbak. | |
− | | |
− | | |
| We kennen twee typen seinen: laag- en hooggeplaatst. Het onderscheid wordt in de volgende secties uitgelegd. | | We kennen twee typen seinen: laag- en hooggeplaatst. Het onderscheid wordt in de volgende secties uitgelegd. |
| | | |
| Bij plaatsing van seinen gelden de volgende regels: | | Bij plaatsing van seinen gelden de volgende regels: |
− |
| |
| :* een sein staat normaal rechts van een spoor of hangt er boven; | | :* een sein staat normaal rechts van een spoor of hangt er boven; |
− | :* bij dubbel spoor langs de vrije baan en 'dubbel-enkel'-beveiliging staan de seinen voor het linkerspoor meestal links van het linker spoor. | + | :* bij dubbel spoor langs de vrije baan en "dubbel-enkel"-beveiliging staan de seinen voor het linkerspoor meestal links van het linker spoor. |
− | | |
| | | |
| In tegenstelling tot verkeerslichten, zit de rode lamp in een hoog sein bij NS altijd onderaan (zie: afbeelding 18). Dit is bewust gedaan. Bij hevige sneeuwval kan er namelijk sneeuw blijven liggen op de fantoomkappen boven de lampen. De onderste lamp is de enige die geen fantoomkap onder zich heeft, dus deze lamp blijft ten allen tijde zichtbaar. | | In tegenstelling tot verkeerslichten, zit de rode lamp in een hoog sein bij NS altijd onderaan (zie: afbeelding 18). Dit is bewust gedaan. Bij hevige sneeuwval kan er namelijk sneeuw blijven liggen op de fantoomkappen boven de lampen. De onderste lamp is de enige die geen fantoomkap onder zich heeft, dus deze lamp blijft ten allen tijde zichtbaar. |
− |
| |
− |
| |
| === Laag geplaatste seinen === | | === Laag geplaatste seinen === |
− | Laag geplaatste seinen komen normaal alleen voor op emplacementen, zelden langs de vrije baan. Ze morgen nooit met meer dan 40 km/u gepasseerd worden. Ze kunnen zowel normaal als op hun kant geplaatst worden, mede afhankelijk van wat het Profiel Vrije Ruimte (PVR) toestaat. Eventueel kunnen ze op een kleine voet geplaatst worden, waarmee ze tot circa 1 meter 'boven spoorstaaf' (BS) komen. | + | Laag geplaatste seinen [[Woorden - D#Dwergsein|(dwergseinen)]] komen normaal alleen voor op emplacementen, zelden langs de vrije baan. Ze morgen nooit met meer dan 40 km/u gepasseerd worden. Ze kunnen zowel normaal als op hun kant geplaatst worden, mede afhankelijk van wat het Profiel Vrije Ruimte ([[Woorden - P#PVR.|PVR]]) toestaat. Eventueel kunnen ze op een kleine voet geplaatst worden, waarmee ze tot circa 1 meter "boven spoorstaaf" (BS) komen. |
| | | |
| De volgende seinbeelden zijn te herkennen bij de lage seinen: | | De volgende seinbeelden zijn te herkennen bij de lage seinen: |
Regel 236: |
Regel 199: |
| |Maker= Marc Pieters | | |Maker= Marc Pieters |
| }} | | }} |
− | | + | :* 2 rood: stoppen; |
− | :* 2 rood: stoppen. | + | :* 4 geel knipper: rijden op zicht; |
− | :* 4 geel knipper: rijden op zicht. | + | :* 6 geel: remmen en rekenen op stoppen; |
− | :* 6 geel: remmen en rekenen op stoppen. | |
| :* 8 groen: voorbijrijden met maximaal 40 km/u. | | :* 8 groen: voorbijrijden met maximaal 40 km/u. |
− |
| |
− |
| |
| === Hoog geplaatste seinen === | | === Hoog geplaatste seinen === |
| Hoog geplaatste seinen kunnen zowel langs de baan als op emplacementen worden toegepast. De volgende hoofd-seinbeelden zijn te herkennen bij de hoge seinen: | | Hoog geplaatste seinen kunnen zowel langs de baan als op emplacementen worden toegepast. De volgende hoofd-seinbeelden zijn te herkennen bij de hoge seinen: |
Regel 253: |
Regel 213: |
| |Maker= Marc Pieters | | |Maker= Marc Pieters |
| }} | | }} |
− | | + | :* 2 rood: stoppen; |
− | | + | :* 4 rood knipper: seinen buiten dienst; |
− | :* 2 rood: stoppen. | + | :* 6 geel knipper: rijden op zicht; |
− | :* 4 rood knipper: seinen buiten dienst. | + | :* 8 geel: rijden op zicht, voorbijrijden toegestaan met maximaal 40 km/u; |
− | :* 6 geel knipper: rijden op zicht. | + | :* 10 geel met knipperend cijfer: snelheid begrenzen tot de snelheid aangegeven door het getal; |
− | :* 8 geel: rijden op zicht, voorbijrijden toegestaan met maximaal 40 km/u. | + | :* 12 geel met cijfer: snelheid verminderen tot de door het getal aangegeven snelheid; |
− | :* 10 geel met knipperend cijfer: snelheid begrenzen tot de snelheid aangegeven door het getal. | + | :* 14 knipperend groen: rijden toegestaan met een snelheid van 40 km/u; |
− | :* 12 geel met cijfer: snelheid verminderen tot de door het getal aangegeven snelheid. | + | :* 16 knipperend groen met cijfer: rijden toegestaan met de door het getal aangegeven snelheid; |
− | :* 14 knipperend groen: rijden toegestaan met een snelheid van 40 km/u. | |
− | :* 16 knipperend groen met cijfer: rijden toegestaan met de door het getal aangegeven snelheid. | |
| :* 18 groen: rijden. | | :* 18 groen: rijden. |
− | | + | === Cijferbak === |
− | | + | De [[Woorden - C#Cijferbak|cijferbak]] onder bovenstaande lichtseinen kan de cijfers 4, 6, 8, 10, 12 of 13 tonen. |
| === Extra seinen === | | === Extra seinen === |
| Deze basis is uitgebreid met onder meer snelheidsindicators, knipperende seinbeelden, wit licht met verschillende betekenissen en seinen voor zware goederentreinen. De meest voorkomende hiervan zijn: | | Deze basis is uitgebreid met onder meer snelheidsindicators, knipperende seinbeelden, wit licht met verschillende betekenissen en seinen voor zware goederentreinen. De meest voorkomende hiervan zijn: |
− |
| |
− |
| |
| ==== Koeienkop ==== | | ==== Koeienkop ==== |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
Regel 279: |
Regel 235: |
| |Bron= RailNed seinenboek | | |Bron= RailNed seinenboek |
| }} | | }} |
− | | + | :* Op plaatsen waar de richting voor de machinist van belang is, is er verder nog de "koeiekop" (zie: afbeelding 21). Deze geeft aan naar welke kant de vertakking leidt. |
− | | |
− | :* Op plaatsen waar de richting voor de machinist van belang is, is er verder nog de 'koeiekop' (zie: afbeelding 21). Deze geeft aan naar welke kant de vertakking leidt. | |
− | | |
| | | |
| Omdat een seinbeeld, in principe, in Nederland geen richtingsindicatie geeft, maar het in sommige gevallen wel handig kan zijn als machinist om te weten of je de goede kant wordt op gestuurd, zijn er op een aantal plaatsen zogenaamde koeienkoppen geplaatst. Deze geven aan welke kant de trein op wordt gestuurd. Op het moment dat de machinist het wissel kan zien, zal in veel gevallen de snelheid dusdanig zijn, dat de trein niet meer op tijd kan stoppen voor een wissel dat in de verkeerde stand staat. | | Omdat een seinbeeld, in principe, in Nederland geen richtingsindicatie geeft, maar het in sommige gevallen wel handig kan zijn als machinist om te weten of je de goede kant wordt op gestuurd, zijn er op een aantal plaatsen zogenaamde koeienkoppen geplaatst. Deze geven aan welke kant de trein op wordt gestuurd. Op het moment dat de machinist het wissel kan zien, zal in veel gevallen de snelheid dusdanig zijn, dat de trein niet meer op tijd kan stoppen voor een wissel dat in de verkeerde stand staat. |
| | | |
− | Veiligheidstechnisch gaat er niks fout (de snelheid over het wissel wordt afgedwongen door de seinen, dus de trein kan niet te hard rijden voor de stand van het wissel) maar dienstregelingstechnisch levert een verkeerd ingestelde rijroute veel gedoe op. Vandaar dat er soms koeienkoppen staan, zodat de machinist kan zien of de goede rijweg is ingesteld. Het is echter geen sein waar erg scheutig mee wordt omgegaan. In de meeste gevallen is echter de snelheid over een afbuigend wissel dusdanig t.o.v. van de rechtdoorgaande rijweg dat uit de aangegeven snelheid de wisselstand kan worden afgeleid. | + | Veiligheidstechnisch gaat er niks fout (de snelheid over het wissel wordt afgedwongen door de seinen, dus de trein kan niet te hard rijden voor de stand van het [[Woorden - W#Wissel|wissel]]) maar dienstregelingstechnisch levert een verkeerd ingestelde rijroute veel gedoe op. Vandaar dat er soms koeienkoppen staan, zodat de machinist kan zien of de goede rijweg is ingesteld. Het is echter geen sein waar erg scheutig mee wordt omgegaan. In de meeste gevallen is echter de snelheid over een afbuigend wissel dusdanig t.o.v. van de rechtdoorgaande rijweg dat uit de aangegeven snelheid de wisselstand kan worden afgeleid. |
− | | |
| ---- | | ---- |
− | | + | ==== X/G-seinen ==== |
− | ==== X-G-seinen ==== | |
| {{Afbeelding 3 naast elkaar | | {{Afbeelding 3 naast elkaar |
| |Bestand= Seinstelsel_X.gif | | |Bestand= Seinstelsel_X.gif |
Regel 313: |
Regel 264: |
| |Tussenruimte2= 5px | | |Tussenruimte2= 5px |
| }} | | }} |
− | | + | :* [[Woorden - X#X/G|X/G-seinen]] zijn een recente toevoeging (zie: afbeeldingen 22, 23 en 24). Deze gelden alleen voor de daarvoor aangemerkte treinen (meestal zware goederentreinen) in tunnels. Als de '''X''' brandt, dienen zware goederentreinen te stoppen. Een knipperende '''X''' betekent passeren met 40 km/u, een '''G''' betekent doorrijden en de aanwijzingen van het bijbehorende hoofdsein opvolgen. |
− | | |
− | :* XG-seinen zijn een recente toevoeging (zie: afbeeldingen 22, 23 en 24). Deze gelden alleen voor de daarvoor aangemerkte treinen (meestal zware goederentreinen). Als de '''X''' brandt, dienen zware goederentreinen te stoppen. Een knipperende '''X''' betekent passeren met 40 km/u, een '''G''' betekent doorrijden en de aanwijzingen van het bijbehorende hoofdsein opvolgen. | |
− | | |
| ---- | | ---- |
− | | + | ==== L/H-seinen ==== |
− | | |
− | ==== L-H-seinen ==== | |
| {{Afbeelding 2 naast elkaar | | {{Afbeelding 2 naast elkaar |
| |Bestand= Seinstelsel L sein.gif | | |Bestand= Seinstelsel L sein.gif |
Regel 336: |
Regel 282: |
| |Tussenruimte= 12px | | |Tussenruimte= 12px |
| }} | | }} |
− | | + | :* Verder zijn er nog de [[Woorden - L#L/H sein|L/H-sein]]en, speciaal voor goederentreinen (zie: afbeeldingen 25 en 26). Deze zorgen ervoor dat goederentreinen ruim voor bepaalde obstakels tot stilstand komen, zodat ze na het oprijden voldoende vaart kunnen maken om het obstakel te nemen. Bij een brandende '''L''' moeten zware goederentrein afremmen om voor een volgende '''H''' te kunnen stoppen, bij een brandende '''H''' moeten diezelfde treinen voor dit sein stoppen. Dit sein mag door alle overige treinen, zoals reizigerstreinen, worden genegeerd. |
− | | |
− | :* Verder zijn er nog de LH-seinen, speciaal voor goederentreinen (zie: afbeeldingen 25 en 26). Deze zorgen ervoor dat goederentreinen ruim voor bepaalde obstakels tot stilstand komen, zodat ze na het oprijden voldoende vaart kunnen maken om het obstakel te nemen. Bij een brandende '''L''' moeten zware goederentrein afremmen om voor een volgende '''H''' te kunnen stoppen, bij een brandende '''H''' moeten diezelfde treinen voor dit sein stoppen. Dit sein mag door alle overige treinen, zoals reizigerstreinen, worden genegeerd. | |
| ---- | | ---- |
− |
| |
− |
| |
| === Herhalingssein === | | === Herhalingssein === |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
Regel 350: |
Regel 292: |
| |Maker= Fred Eikelboom | | |Maker= Fred Eikelboom |
| }} | | }} |
− | | + | Sein dat een seinbeeld herhaalt (zie afbeelding 27). Het [[Woorden - H#Herhalingssein|herhalingssein]] gaat vooraf aan een [[Woorden - H#Hoofdsein|hoofdsein]]. Dit wordt vooral toegepast op plaatsen waar de zichtlengte te kort is om het lichtsein bijtijds te kunnen zien. Denk aan een [[Woorden - B#Boog|boog]], kruisende [[Woorden - I#Infrastructuur|infrastructuur]] of een perronkap. De mogelijke seinbeelden zijn: Diagonaal (stijgende lijn van linksonder naar rechtsboven): het eerstvolgende lichtsein toont een beter seinbeeld dan "geel knipper". (Het eerstvolgende lichtsein laat voorbij rijden toe). Horizontaal: Het eerstvolgende lichtsein toont "rood" of "geel knipper" (resp. "stoppen", "rijden op zicht"). |
− | Sein dat een seinbeeld herhaalt (zie afbeelding 27). Het herhalingssein gaat vooraf aan een hoofdsein. Dit wordt vooral toegepast op plaatsen waar de zichtlengte te kort is om het lichtsein bijtijds te kunnen zien. Denk aan een boog, kruisende infrastructuur of een perronkap. De mogelijke seinbeelden zijn: Diagonaal (stijgende lijn van linksonder naar rechtsboven): het eerstvolgende lichtsein toont een beter seinbeeld dan 'geel knipper'. (Het eerstvolgende lichtsein laat voorbij rijden toe). Horizontaal: Het eerstvolgende lichtsein toont 'rood' of 'geel knipper' (resp. 'stoppen', 'rijden op zicht'). | |
− | | |
− | | |
| === Plaatsing van de seinen === | | === Plaatsing van de seinen === |
− | De seinen worden/werden op zodanige wijze geplaatst dat deze net buiten het Profiel van Vrije Ruimte (PVR) bleven. Dit ter bevordering van het vrije uitzicht van de machinist op de seinen. Voor het PVR, zie NMRA S-7 en NEM 102/103 (zie [[Lichtseinen#Meer informatie|'Meer informatie']]). | + | De seinen worden/werden op zodanige wijze geplaatst dat deze net buiten het Profiel van Vrije Ruimte ([[Woorden - P#PVR.|PVR]]) bleven. Dit ter bevordering van het vrije uitzicht van de machinist op de seinen. Voor het PVR, zie NMRA S-7 en NEM 102/103 (zie [[Lichtseinen#Meer informatie|"Meer informatie"]]). |
− | | |
| {{Linkssectie begin | | {{Linkssectie begin |
| |Box= AlleenInfo | | |Box= AlleenInfo |
Regel 373: |
Regel 311: |
| }} | | }} |
| {{Link intern | | {{Link intern |
− | |Link= Modelbaannormen NEM/MOROP en NMRA | + | |Link= Modelbaannormen NEM/MOROP, NMRA en RCN |
− | |Linknaam= Modelbaannormen NEM/MOROP en NMRA | + | |Linknaam= Modelbaannormen NEM/MOROP, NMRA en RCN |
| }} | | }} |
| {{Link intern | | {{Link intern |
| |Link= Seinen | | |Link= Seinen |
| |Linknaam= Seinen | | |Linknaam= Seinen |
| + | }} |
| + | {{Link intern |
| + | |Link= Seindecoders |
| + | |Linknaam= Seindecoders |
| }} | | }} |
| {{Link intern | | {{Link intern |
Regel 403: |
Regel 345: |
| |Volgnr = 59 | | |Volgnr = 59 |
| |ExtraInfo= over X/G-seinen bij een tunnel. | | |ExtraInfo= over X/G-seinen bij een tunnel. |
| + | }} |
| + | {{Link Forum-Meerkeuze |
| + | |Volgnr= 164 |
| + | |ExtraInfo= Gebruiksaanwijzingen Digikeijs. |
| }} | | }} |
| {{Linkssectie scheiding}} | | {{Linkssectie scheiding}} |
Regel 418: |
Regel 364: |
| {{Link Algemeen-Meerkeuze | | {{Link Algemeen-Meerkeuze |
| |Volgnr= 192 <!-- irse --> | | |Volgnr= 192 <!-- irse --> |
− | |ExtraInfo= Het Instituut voor Seinwezen en Telecom-ingenieurs. | + | |ExtraInfo= Het Instituut voor Seinwezen en telecom-ingenieurs. |
| }} | | }} |
| {{Link Algemeen-Meerkeuze | | {{Link Algemeen-Meerkeuze |
| |Volgnr= 1 <!-- irse --> | | |Volgnr= 1 <!-- irse --> |
− | |ExtraInfo= Seinwezen '81 NS. | + | |ExtraInfo= Seinwezen 10 jul 1981 NS. |
| + | }} |
| + | {{Link Algemeen-Meerkeuze |
| + | |Volgnr= 492 <!-- irse --> |
| + | |ExtraInfo= Onstaan Seinwezen |
| + | }} |
| + | {{Link Algemeen-Meerkeuze |
| + | |Volgnr= 471 <!-- irse --> |
| + | |ExtraInfo= Meer over het seinwezen. |
| }} | | }} |
| {{Link Algemeen-Meerkeuze | | {{Link Algemeen-Meerkeuze |
Regel 429: |
Regel 383: |
| }} | | }} |
| {{Link Algemeen-Meerkeuze | | {{Link Algemeen-Meerkeuze |
− | |Volgnr= 210 <!-- dave v.d. Locht --> | + | |Volgnr= 210 <!-- Lydo (dave v.d. Locht) --> |
| |ExtraInfo= NL Seindecoders. | | |ExtraInfo= NL Seindecoders. |
| }} | | }} |
Regel 440: |
Regel 394: |
| |ExtraInfo= Nico Spilt. | | |ExtraInfo= Nico Spilt. |
| }} | | }} |
− | {{Link NMRA-Meerkeuze | + | {{Link Algemeen-overige |
− | |Volgnr= 17 | + | |Volgnr= 135 |
| |ExtraInfo= Norm S-7 (PVR) Profiel van vrije ruimte (pdf). | | |ExtraInfo= Norm S-7 (PVR) Profiel van vrije ruimte (pdf). |
| }} | | }} |
Regel 473: |
Regel 427: |
| |Volgende= Seinlantaarns | | |Volgende= Seinlantaarns |
| |VorigeMenu= Seinen | | |VorigeMenu= Seinen |
− | }}{| width= "100%" | + | }} {| width= "100%" |
| |- valign= "top" | | |- valign= "top" |
− | ! scope= "row" width="77%" | | + | ! scope= "row" width="70%" | |
− | | <small>Laatste wijziging: 23 feb 2023 10:48 (UTC)</small> | + | | <small>Laatste wijziging: 12 sep 2024 10:47 (UTC)</small> |
| |} | | |} |
| [[Categorie: Alles|L]] | | [[Categorie: Alles|L]] |
| [[Categorie: Artikel|Lichtseinen]] | | [[Categorie: Artikel|Lichtseinen]] |
| + | [[Categorie: Elektronica|L]] |
| [[Categorie: Normen|L]] | | [[Categorie: Normen|L]] |
| [[Categorie: Ontwerp modelbaan|L]] | | [[Categorie: Ontwerp modelbaan|L]] |
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom
Het Seinstelsel vòòr 1938
Al tijdens de periode dat de armseinen gebruikt werden, experimenteerde de Nederlandsche Spoorwegen (NS) met lichtseinen. Op een klein aantal baanvakken werden proefseinen geplaatst. Op basis van de opgedane ervaringen werd een nieuw seinstelsel ingevoerd.
Seinstelsel 1938
In 1938 voerde de Nederlandsche Spoorwegen (NS) "Seinstelsel 1938" in. Hierbij werden voor het eerst lichtseinen ingevoerd. De lampen bevatten een kleurenwisselaar met drie gekleurde lenzen, maar er werden er maar twee van gebruikt. De voorseinen konden de kleuren groen of geel tonen en de hoofdseinen rood of groen.
|
|
|
|
|
Afbeelding: 01
|
|
Afbeelding: 02
|
|
Afbeelding: 03
|
Voorsein, seinstelsel 1938
|
|
Hoofdsein, seinstelsel 1938
|
|
Gecombineerd sein, seinstelsel 1938
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
Er waren ook gecombineerde seinen. Hierbij waren het voorsein en het hoofdsein aan één paal bevestigd. De onderzijde van het bord van het hoofsein was voorzien van een rechte onderzijde, zodat dit aansloot op het vierkante bord van het voorsein dat er onder geplaatst was.
Seinstelsel 1946
In 1946 besloot de Nederlandsche Spoorwegen (NS) een nieuw seinstelsel in te voeren: "Seinstelsel 1946". Dit lichtseinenstelsel was afgeleid van het Amerikaanse lichtseinenstelsel.
Dit nieuwe seinstelsel had ten doel om de mechanische armseinen te vervangen. De redenen dat men overging op een nieuw seinstelsel waren:
- Geen kans op vastvriezen van het mechanisme;
- Betere zichtbaarheid van het seinbeeld;
- Geen onderhoud meer aan slijtagegevoelige armseinen/bedieningsdraden.
Hoge en lage seinen
De nieuwe seinen waren er in hoge (langs de vrije baan en bij stations) en lage (dwergseinen) uitvoering.
Lage seinen
|
|
|
Afbeelding: 05
|
|
Afbeelding: 06
|
SA-dwergsein (vooraanzicht)
|
|
SA-dwergsein (zijaanzicht)
|
Bron: Marc Pieters
|
|
Bron: Marc Pieters
|
De lage seinen staan op emplacementen (zie: foto's 05 en 06). Ze mogen slechts met maximaal 40 km/uur worden gepasseerd. Deze seinen worden ook wel dwergseinen genoemd. Alle lage seinen zijn bediende seinen.
Hoge seinen
|
|
|
Afbeelding: 07
|
|
Afbeelding: 08
|
SA-hoofdsein (éénhoogte-sein)
|
|
SA-voorsein (éénhoogte-sein)
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
Hoge seinen kunnen zowel bediende als P-seinen zijn. De hoge seinen stonden op een paal naast het spoor (zie: tekening 07 en 08), of waren bevestigd aan bovenleidingportalen, net naast het spoor (zie: foto 16). Het grote nadeel van een dergelijk, aan een portaal gemonteerd, sein was (en is), dat een kapotte gloeilamp niet gemakkelijk te vervangen was. Dat kon alleen maar wanneer er geen treinen reden, dus tijdens een buitendienststelling.
De benaming van deze nieuwe seinen was "SA-seinen". De lichtseinen hadden één lamp, die continue brandde. Het systeem kon, naast wit, drie verschillende kleuren tonen. Dat gebeurde door middel van een kleurwisselaar, een scharnierende "bril" met drie gekleurde glazen, die vlak voor de lamp zat (zie: foto 12). Deze "bril" wordt naar links of rechts gedraaid met behulp van een elektromagneet.
Daar het hoge sein drie lampen had en de "bril" drie lenzen had, konden in totaal negen seinbeelden (drie "brillen" maal drie lampen) van de in totaal tien mogelijke seinbeelden, getoont worden. De bovenste lamp bevatte een "bril" met een groene, een rode en een gele lens. De beide andere lampen hadden een "bril" met een groene, een witte en een gele lens.
|
|
|
|
|
|
|
Afbeelding: 09
|
|
Afbeelding: 10
|
|
Afbeelding: 11
|
|
Afbeelding: 12
|
Binnenwerk SA-sein (vooraanzicht)
|
|
Binnenwerk SA-sein (zijaanzicht)
|
|
Binnenwerk SA-sein (achteraanzicht)
|
|
De weggeklapte lens in de kleurwisselaar (links) en de "bril" (rechts)
|
Bron: Marc Pieters
|
|
Bron: Marc Pieters
|
|
Bron: Marc Pieters
|
|
Bron: Marc Pieters
|
Groen werd getoond door een spanning met een bepaalde polariteit op de magneetspoel te zetten. Geel licht werd getoond door de spanning op de magneetspoel om te polen. Men kon dus simpel, door verwisseling van plus en min, de lichtkleur wijzigen. Bij de overgang van geel naar groen zal altijd een korte rode flits te zien zijn, omdat dan het rode glas even voor de lamp langs gaat.
|
|
|
Afbeelding: 13
|
|
Afbeelding: 14
|
Detail van de "bril"
|
|
Animatie van de kleurwisselaar
|
Bron: Marc Pieters
|
|
Bron: Marc Pieters
|
Het systeem met de "bril" vormde een zogenaamd failsafe-systeem.
Bij een storing (wegvallen van de stuurspanning) toonde het bovenste licht altijd rood. Wanneer namelijk de stuurspanning wegviel, ging de "bril" automatisch door de zwaartekracht naar de ruststand en toonde het sein rood licht.
Viel bij de onderste twee lampen de stuurspanning weg, dan ging de "bril" ook automatisch door de zwaartekracht naar de ruststand en toonden de onderste twee lampen wit licht.
In 1949 werd het "Lichtseinstelsel 1946" volledig in gebruik genomen op het baanvak Utrecht — Arnhem. De SA-seinen zijn inmiddels zo goed als uitgestorven. Er zijn er (medio 2011) nog een paar te vinden op het baanvak Ede — Arnhem.
P-seinen en bediende seinen
|
Afbeelding: 15
|
Driehoogtesein
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
De hoge seinen zijn onderverdeeld in "éénhoogte-seinen" (zie: tekening 07 en 08), en "driehoogte-seinen" (zie: tekening 15). De drie lampen in het driehoogtesein waren allen voorzien van een kleurenwisselaar, zodat bijvoorbeeld het seinbeeld groen-wit-wit, of groen-groen-wit kon worden getoond. Met de "driehoogteseinen" werd ook snelheidsinformatie aan de machinist doorgegeven. Dat werd bepaald door de hoogte/plaats van het licht in het totale seinbeeld. Er bestond per baanvak een hoge snelheid, middensnelheid en lage snelheid. Kortom, tamelijk ingewikkeld en vaak een bron van fouten.
De éénhoogte seinen hebben tot 2004 nog dienst gedaan op enige baanvakken in het midden van het land. De twee typen waren ook nog weer onderverdeeld in "P-seinen" en "bediende seinen".
P-seinen
P-seinen staan langs de vrije baan (zie: foto 16) en werken automatisch. De P-seinen worden, m.b.v. spoorstroomlopen, "aangestuurd" door de treinen. Zodra een trein een groen (of geel) sein passeerde, ging dit naar rood en werd het voorgaande sein op geel gezet. Het sein vòòr het gele sein kwam weer op groen.
De letter "P" staat voor "Permissief sein". Als gevolg van een storing kan het voorkomen dat alle P-seinen op rood staan. De machinist moet dan bij het naderen van het eerste rode P-sein aan de treindienstleider/procesleider vragen of hij door mag rijden. Wanneer hij daarvoor toestemming krijgt, heeft hij tevens permissie om de volgende rode P-seinen te passeren (met "Rijden op zicht" uiteraard). Een rood bediend sein mag hij nooit passeren, zonder overleg met de treindienstleider/procesleider. Moet de trein toch een rood bediend sein passeren, dan moet de treindienstleider/procesleider een "aanwijzing" (vroeger heette dit een lastgeving) afgeven, waarin hij de machinist toestemming geeft om door rood te rijden. De machinist krijgt dan een aanwijzing STS (StopTonend Sein).
Bediende seinen
Bediende seinen staan alleen op emplacementen, dus op plaatsen waar wissels liggen. Achter een bediend sein ligt dan normaliter altijd een wissel. Een bediend sein is een sein dat door de treindienstleider (tegenwoordig "procesleider" genoemd) wordt bediend. Dit betekende niet dat hij het sein direct kon bedienen, en dus niet zelf kon bepalen welke kleur het toonde. Het enige dat de treindienstleider kon doen, was een rijweg instellen. De Seinwezen-installatie zorgde er dan voor dat de wissels in de juiste stand kwamen te liggen, en dat de seinen het juiste seinbeeld daarbij toonden.
Vanwege een aantal tekortkomingen van het "Seinstelsel 1946" - een kleur had, afhankelijk van de positie, een totaal andere betekenis en een kleur kon meerdere malen voorkomen - werd dit vervangen door "Seinstelsel 1955".
Seinstelsel 1955
Algemene beschouwing
Nadat het "Seinstelsel 1946" eenmaal was ingevoerd bleek al gauw dat er diverse grote nadelen aan kleefden.
Zo had een kleur afhankelijk van de positie een totaal andere betekenis en kon een kleur meerdere malen voorkomen.
|
|
|
Afbeelding: 17
|
|
Afbeelding: 18
|
Sein langs de vrije baan
|
|
Rode lamp zit altijd onderaan
|
Bron: Wikepedia.nl
|
|
Bron: Marc Pieters
|
Op basis van de ervaring met "Seinstelsel 1946" en na grondige studie kwam het Seinwezen met het "Seinstelsel 1955", dat - met kleine aanpassingen - vandaag de dag nog steeds vrijwel overal in Nederland wordt toegepast.
Het "Seinstelsel 1955" kenmerkt zich door de volgende zaken:
- Een sein kan per lamp maar één kleur tonen;
- Er zal nooit meer dan één kleur tegelijk getoond worden;
- Waar nodig wordt extra (snelheids)informatie gegeven door middel van een lichtbak;
We kennen twee typen seinen: laag- en hooggeplaatst. Het onderscheid wordt in de volgende secties uitgelegd.
Bij plaatsing van seinen gelden de volgende regels:
- een sein staat normaal rechts van een spoor of hangt er boven;
- bij dubbel spoor langs de vrije baan en "dubbel-enkel"-beveiliging staan de seinen voor het linkerspoor meestal links van het linker spoor.
In tegenstelling tot verkeerslichten, zit de rode lamp in een hoog sein bij NS altijd onderaan (zie: afbeelding 18). Dit is bewust gedaan. Bij hevige sneeuwval kan er namelijk sneeuw blijven liggen op de fantoomkappen boven de lampen. De onderste lamp is de enige die geen fantoomkap onder zich heeft, dus deze lamp blijft ten allen tijde zichtbaar.
Laag geplaatste seinen
Laag geplaatste seinen (dwergseinen) komen normaal alleen voor op emplacementen, zelden langs de vrije baan. Ze morgen nooit met meer dan 40 km/u gepasseerd worden. Ze kunnen zowel normaal als op hun kant geplaatst worden, mede afhankelijk van wat het Profiel Vrije Ruimte (PVR) toestaat. Eventueel kunnen ze op een kleine voet geplaatst worden, waarmee ze tot circa 1 meter "boven spoorstaaf" (BS) komen.
De volgende seinbeelden zijn te herkennen bij de lage seinen:
|
Afbeelding: 19
|
Seinbeelden van het lage sein
|
Tekening gemaakt door: Marc Pieters
|
- 2 rood: stoppen;
- 4 geel knipper: rijden op zicht;
- 6 geel: remmen en rekenen op stoppen;
- 8 groen: voorbijrijden met maximaal 40 km/u.
Hoog geplaatste seinen
Hoog geplaatste seinen kunnen zowel langs de baan als op emplacementen worden toegepast. De volgende hoofd-seinbeelden zijn te herkennen bij de hoge seinen:
|
Afbeelding: 20
|
Seinbeelden van de hoge seinen
|
Tekening gemaakt door: Marc Pieters
|
- 2 rood: stoppen;
- 4 rood knipper: seinen buiten dienst;
- 6 geel knipper: rijden op zicht;
- 8 geel: rijden op zicht, voorbijrijden toegestaan met maximaal 40 km/u;
- 10 geel met knipperend cijfer: snelheid begrenzen tot de snelheid aangegeven door het getal;
- 12 geel met cijfer: snelheid verminderen tot de door het getal aangegeven snelheid;
- 14 knipperend groen: rijden toegestaan met een snelheid van 40 km/u;
- 16 knipperend groen met cijfer: rijden toegestaan met de door het getal aangegeven snelheid;
- 18 groen: rijden.
Cijferbak
De cijferbak onder bovenstaande lichtseinen kan de cijfers 4, 6, 8, 10, 12 of 13 tonen.
Deze basis is uitgebreid met onder meer snelheidsindicators, knipperende seinbeelden, wit licht met verschillende betekenissen en seinen voor zware goederentreinen. De meest voorkomende hiervan zijn:
Koeienkop
|
Afbeelding: 21
|
Koeienkop
|
Bron: RailNed seinenboek
|
- Op plaatsen waar de richting voor de machinist van belang is, is er verder nog de "koeiekop" (zie: afbeelding 21). Deze geeft aan naar welke kant de vertakking leidt.
Omdat een seinbeeld, in principe, in Nederland geen richtingsindicatie geeft, maar het in sommige gevallen wel handig kan zijn als machinist om te weten of je de goede kant wordt op gestuurd, zijn er op een aantal plaatsen zogenaamde koeienkoppen geplaatst. Deze geven aan welke kant de trein op wordt gestuurd. Op het moment dat de machinist het wissel kan zien, zal in veel gevallen de snelheid dusdanig zijn, dat de trein niet meer op tijd kan stoppen voor een wissel dat in de verkeerde stand staat.
Veiligheidstechnisch gaat er niks fout (de snelheid over het wissel wordt afgedwongen door de seinen, dus de trein kan niet te hard rijden voor de stand van het wissel) maar dienstregelingstechnisch levert een verkeerd ingestelde rijroute veel gedoe op. Vandaar dat er soms koeienkoppen staan, zodat de machinist kan zien of de goede rijweg is ingesteld. Het is echter geen sein waar erg scheutig mee wordt omgegaan. In de meeste gevallen is echter de snelheid over een afbuigend wissel dusdanig t.o.v. van de rechtdoorgaande rijweg dat uit de aangegeven snelheid de wisselstand kan worden afgeleid.
X/G-seinen
|
|
|
|
|
Afbeelding: 22
|
|
Afbeelding: 23
|
|
Afbeelding: 24
|
X-sein
|
|
G-sein
|
|
Knipperend X-sein
|
Bron: Railned seinenboek
|
|
Bron: Railned seinenboek
|
|
Bron: Railned seinenboek
|
- X/G-seinen zijn een recente toevoeging (zie: afbeeldingen 22, 23 en 24). Deze gelden alleen voor de daarvoor aangemerkte treinen (meestal zware goederentreinen) in tunnels. Als de X brandt, dienen zware goederentreinen te stoppen. Een knipperende X betekent passeren met 40 km/u, een G betekent doorrijden en de aanwijzingen van het bijbehorende hoofdsein opvolgen.
L/H-seinen
|
|
|
Afbeelding: 25
|
|
Afbeelding: 26
|
L-sein
|
|
H-sein
|
Bron: Railned seinenboek
|
|
Bron: Railned seinenboek
|
- Verder zijn er nog de L/H-seinen, speciaal voor goederentreinen (zie: afbeeldingen 25 en 26). Deze zorgen ervoor dat goederentreinen ruim voor bepaalde obstakels tot stilstand komen, zodat ze na het oprijden voldoende vaart kunnen maken om het obstakel te nemen. Bij een brandende L moeten zware goederentrein afremmen om voor een volgende H te kunnen stoppen, bij een brandende H moeten diezelfde treinen voor dit sein stoppen. Dit sein mag door alle overige treinen, zoals reizigerstreinen, worden genegeerd.
Herhalingssein
|
Afbeelding: 27
|
Herhalingssein
|
Foto gemaakt door: Fred Eikelboom
|
Sein dat een seinbeeld herhaalt (zie afbeelding 27). Het herhalingssein gaat vooraf aan een hoofdsein. Dit wordt vooral toegepast op plaatsen waar de zichtlengte te kort is om het lichtsein bijtijds te kunnen zien. Denk aan een boog, kruisende infrastructuur of een perronkap. De mogelijke seinbeelden zijn: Diagonaal (stijgende lijn van linksonder naar rechtsboven): het eerstvolgende lichtsein toont een beter seinbeeld dan "geel knipper". (Het eerstvolgende lichtsein laat voorbij rijden toe). Horizontaal: Het eerstvolgende lichtsein toont "rood" of "geel knipper" (resp. "stoppen", "rijden op zicht").
Plaatsing van de seinen
De seinen worden/werden op zodanige wijze geplaatst dat deze net buiten het Profiel van Vrije Ruimte (PVR) bleven. Dit ter bevordering van het vrije uitzicht van de machinist op de seinen. Voor het PVR, zie NMRA S-7 en NEM 102/103 (zie "Meer informatie").
Meer informatie
Encyclopedie:
|
|
|
Informatie over het PVR.
|
|
|
|
|
|
Beneluxspoor.net:
|
|
over de zijdelingse afstand van seinen tot het spoor.
|
|
over seinen bij een raccordementspoor.
|
|
over X/G-seinen bij een tunnel.
|
|
Gebruiksaanwijzingen Digikeijs.
|
Externe websites:
|
|
Informatie over het NS-Lichtseinstelsel (pdf).
|
|
NS-seinstelsel.
|
|
Het Instituut voor Seinwezen en telecom-ingenieurs.
|
|
Seinwezen 10 jul 1981 NS.
|
|
Onstaan Seinwezen
|
|
Meer over het seinwezen.
|
|
Klassieke beveiliging.
|
|
NL Seindecoders.
|
|
Marc Ronald Pieters.
|
|
Nico Spilt.
|
|
Norm S-7 (PVR) Profiel van vrije ruimte (pdf).
|
|
NS-seinstelsel.
|
|
Gerard van de Weerd
|
|
The Signalpage.
|
Literatuur:
|
|
Spoorwegwet (regeling spoorverkeer).
|
|
Informatie over seinen. (bijlage 4, art. 24)
|
|
Laatste wijziging: 12 sep 2024 10:47 (UTC)
|