|
|
(46 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven) |
Regel 1: |
Regel 1: |
| {{Koptekst | | {{Koptekst |
− | |Vorige= LED voorschakelweerstand berekenen | + | |Vorige= Minimale led serieweerstand berekenen |
− | |Volgende= Maatregelen tegen knipperende verlichting | + | |Volgende= Maatregelen tegen knipperende leds |
| |VorigeMenu= Elektronica analoog | | |VorigeMenu= Elektronica analoog |
| |Auteur= Fred Eikelboom | | |Auteur= Fred Eikelboom |
| }} | | }} |
| {{Inhoudsopgave||Klein}} | | {{Inhoudsopgave||Klein}} |
− | | + | Een '''knipperled''' is een [[Wat is een led|led]] met wat extra [[Woorden - E#Elektronica|elektronica]] ingebouwd die er voor zorgt dat de led knippert. |
− | | |
− | {{Wordtaangewerkt}}
| |
− | | |
− | | |
− | | |
− | | |
− | | |
− | Eerst een stukje theorie over de LED.<br />
| |
− | De Engelse afkorting 'LED' betekent: 'Light Emitting Diode'; in het Nederlands: 'Licht Uitstralende Diode'.
| |
− | | |
− | Een LED werkt fundamenteel anders dan een gloeilamp. Bij een gloeilamp bepalen de spanning die er over staat, én de weerstand van de gloeidraad, hoeveel stroom er door de gloeilamp loopt. Een gloeilamp is dus spanninggestuurd. Hoe meer spanning er over de lamp staat, hoe meer licht deze geeft.
| |
− | | |
− | Een LED is stroomgestuurd en daarom bepaald de hoeveelheid stroom de lichtsterkte. De lichtsterkte van een LED wordt dus geregeld door er meer, of minder, stroom doorheen te sturen. Dat regelen van de stroomsterkte
| |
− | wordt gedaan met een ''voorschakelweerstand'' (is in feite een serieweerstand), welke een bepaalde waarde (aantal Ω) moet hebben. We <u>moeten</u> dus <u>altijd</u> een voorschakelweerstand toepassen om de stroom te beperken tot een veilige waarde.
| |
− | | |
− | Zou u proberen om de lichtsterkte van een LED te regelen door de spanning over de LED te varieren (hoger of lager te maken), dan raakt de LED binnen de kortste keren defect, omdat, bij het verhogen van de spanning, de stroom door de LED plotseling veel te hoog wordt!
| |
− | | |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= Leds.gif | | |Bestand= Leds.gif |
| |Grootte= Klein | | |Grootte= Klein |
| |Volgnummer= 01 | | |Volgnummer= 01 |
− | |Omschrijving= De aansluitingen van een LED | + | |Omschrijving= De aansluitingen van een led |
| |Maker= Fred Eikelboom | | |Maker= Fred Eikelboom |
| |Type= Tekening | | |Type= Tekening |
| }} | | }} |
− |
| |
| === De aansluitingen === | | === De aansluitingen === |
− | De aansluitingen heten '''anode''' en '''kathode'''. De anode komt (via een weerstand) aan de plus van de voeding, en de kathode komt aan de min (of massa). | + | De aansluitingen van een [[Elektronica basis#Knipperled|knipperled]] heten [[Woorden - A#Anode|"anode"]] en [[Woorden - K#Kathode|"kathode"]]. De anode komt (indien er geen [[Woorden - S#Spanning|spanning]]sregelaar in de knipperled ingebouwd is, via de (ingebouwde) [[Woorden - S#Serieweerstand|serieweerstand]]) aan de plus van de voeding, de kathode komt aan de min (of massa). Bij [[Wat is een led|leds]] is er een verschil in lengte van de aansluitdraden. De fabrikant heeft de kathode herkenbaar gemaakt door de kathode-aansluitdraad korter te maken dan de anode-aansluitdraad (zie: tekening 01). Tevens is er ter herkenning vaak een plat vlakje aan de kathode-zijde op de behuizing aangebracht. |
− | Bij LED's met vierkante (stugge) aansluitdraden is er een verschil in lengte van de aansluitdraden. De fabrikant heeft de kathode herkenbaar gemaakt door de kathode-aansluitdraad korter te maken dan de anode-aansluitdraad (zie: tekening 01). Tevens is er ter herkenning vaak een plat vlakje aan de kathode-zijde op de behuizing aangebracht. | |
− | | |
| {| class="wikitable" | | {| class="wikitable" |
− | | valign='center'| [[Bestand:Let-op.jpg|50px|center]]<small> '''LET OP'''</small>||valign='top'|Soms is er een plat vlakje aangebracht precies naast de beide aansluitingen.<br />Dan kunt u het beste de datasheet van de fabrikant er bij pakken. | + | | valign="center"| [[Bestand:Let-op.jpg|50px|center]]<small> '''LET OP'''</small>||valign="top"|Soms is er een plat vlakje aangebracht, precies naast de beide aansluitingen.<br />Raadpleeg de datasheet van de fabrikant. |
| |- | | |- |
| |} | | |} |
− | | + | === De knipperled === |
− | | |
− | === Wat is nu eigenlijk een knipper-LED? === | |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
− | |Bestand= Knipper-LED-01.PNG | + | |Bestand= Knipper-LED-01.png |
− | |Grootte= 100px | + | |Grootte= 125px |
| |Volgnummer= 02 | | |Volgnummer= 02 |
− | |Omschrijving= Blokschema van een knipper-LED. | + | |Omschrijving= Blokschema van een knipperled. |
| |Maker= Fred Eikelboom | | |Maker= Fred Eikelboom |
| |Type= Tekening | | |Type= Tekening |
| |Positie= Rechts | | |Positie= Rechts |
| }} | | }} |
| + | Een [[Elektronica basis#Knipperled|knipperled]] is dus een [[Elektronica basis#De led|led]] met een ingebouwd stukje regel-elektronica (=een geïntegreerde schakeling, ook [[Woorden - I#IC.|"IC"]] (spreek uit: "isee"), of voluit "Integrated Circuit" genoemd). Dit stukje elektronica is inwendig vóór de eigenlijke [[Wat is een led|led]] geplaatst (zie afbeelding 02). Deze elektronica (het "IC") is aangebracht op het [[Woorden - D#Diode|diode]]-substraat (naast de chip die in het kuiltje zit, in het platte (haakse) gedeelte van de [[Woorden - K#Kathode|kathode]]-aansluiting. De elektronica bevat soms ook een spanningsregelaar zodat daarvoor geen extra elektronica nodig is. |
| + | === Knipperled nooit ompolen === |
| + | De regelelektronica kan, net als andere [[Woorden - I#IC.|"IC"]]'s, niet tegen [[Woorden - O#Ompolen|ompolen]] van de voedingsspanning. Als per ongeluk de bedrading verkeerd-om wordt aangesloten, dan raakt de [[Elektronica basis#De led|led]] defect. In de datasheet van de led staat dan ook duidelijk aangegeven dat de [[Woorden - R#"Reverse voltage"|"reverse voltage"]] nooit boven de 0,5 volt mag komen. Omdat er een "IC" in de [[Elektronica basis#Knipperled|knipperled]] aanwezig is, is de led ook gevoelig voor [[Woorden - S#Statische elektriciteit|statische]] elektriciteit ([[Woorden - E#ESD.|ESD]]). Wat bij gewone leds wel kan, namelijk [[Woorden - A#Antiparallel|antiparallel]] aansluiten, is dus bij een knipperled niet mogelijk. |
| + | Door een knipperled in [[Woorden - S#Serieschakeling|serie]] te schakelen met andere [[Elektronica basis#De led|led]]s van dezelfde kleur, zullen alle leds in het ritme van de knipperled gaan knipperen. De frequentie van het knipperen is niet regelbaar. |
| + | === Gebruik de goede voeding === |
| + | Gebruik voor het voeden van knipperleds een gestabiliseerde [[Woorden - V#Voeding|voeding]]. Sluit nooit knipperleds of andere elektronische schakelingen aan op een [[Woorden - R#Rijregelaar|rijregelaar]] (zoals bijv. een Fleischmann 6725 of 6735). De [[Woorden - S#Spanning|spanning]] daarvan is niet [[Woorden - G#Gestabiliseerde voeding|gestabiliseerd]]. Tevens bestaat de grote kans dat de knop van de regelaar de verkeerde kant op wordt gedraaid en dan is de elektronica in de [[Elektronica basis#Knipperled|knipperled]] onherstelbaar defect. Een ander probleem is dat er wel "14 V=" op de rijregelaar staat aangegeven, maar de spanning die er uit komt, ligt onbelast in de orde van 16 V (bij rijregelaars die gemaakt zijn voor 230 V<big>~</big>) tot 19 V= (bij rijregelaars die gemaakt zijn voor 220 V<big>~</big>) en is ook niet afgevlakt met een [[Woorden - E#Elco.|elco]]. |
| + | === Typen knipperleds === |
| + | [[Elektronica basis#Knipperled|Knipperleds]] zijn er, behalve in de kleuren rood, wit, oranje, groen en blauw, in meerdere uitvoeringen: |
| + | * knipperleds die via een [[Woorden - S#Serieweerstand|serieweerstand]] aangesloten moeten worden; |
| + | * knipperleds waarvan de fabrikant aangeeft dat ze rechtstreeks op een spanning van bijvoorbeeld 3 of 4 volt aangesloten mogen worden; |
| + | * knipperleds waarvan de fabrikant aangeeft dat ze rechtstreeks op een spanning van bijvoorbeeld 3 tot 12 volt aangesloten mogen worden. |
| {| class="wikitable" | | {| class="wikitable" |
− | | valign='center'| [[Bestand:Let-op.jpg|50px|center]]<small> '''LET OP'''</small>||valign='top'|<b>Verbind <u>nooit</u> een knipper-LED antiparallel met een andere knipper-LED. Hierbij krijgt de ene knipper-LED een omgepoolde (tegengestelde polariteit) voedingsspanning en dat overleeft de knipper-LED niet! | + | | valign="center"| [[Bestand:Let-op.jpg|50px|center]]<small> '''LET OP'''</small>||valign="top"|'''Verbind nooit een knipperled [[Woorden - A#Antiparallel|antiparallel]] met een andere knipperled. Hierbij krijgt het "IC" in de eerste knipperled een verkeerd gepoolde voedingsspanning (tegengestelde polariteit) en dat overleeft het "IC" in de knipperled niet.''' |
| |- | | |- |
| |} | | |} |
− |
| |
− |
| |
| {{Linkssectie begin | | {{Linkssectie begin |
| |Box= AlleenInfo | | |Box= AlleenInfo |
Regel 66: |
Regel 53: |
| }} | | }} |
| {{Link intern | | {{Link intern |
− | |Link= Wat is een LED? | + | |Link= Wat is een led |
− | |Linknaam= Wat is een LED? | + | |Linknaam= Wat is een led |
| }} | | }} |
| {{Link intern | | {{Link intern |
− | |Link= Hoe sluit u LED's aan? | + | |Link= Het aansluiten van leds |
− | |Linknaam= Hoe sluit u LED's aan? | + | |Linknaam= Het aansluiten van leds |
| }} | | }} |
| {{Link intern | | {{Link intern |
− | |Link= LED voorschakelweerstand berekenen | + | |Link= Minimale led serieweerstand berekenen |
− | |Linknaam= LED voorschakelweerstand berekenen | + | |Linknaam= Minimale led serieweerstand berekenen |
− | }}
| |
− | {{Link intern
| |
− | |Link= Cursussen en handleidingen
| |
− | |Linknaam= Cursus basis-elektronica
| |
− | |ExtraInfo= (zie: Cursussen).
| |
| }} | | }} |
| {{Linkssectie scheiding}} | | {{Linkssectie scheiding}} |
Regel 88: |
Regel 70: |
| {{Link Algemeen-Meerkeuze | | {{Link Algemeen-Meerkeuze |
| |Volgnr= 431 <!-- ledsbuy --> | | |Volgnr= 431 <!-- ledsbuy --> |
− | |ExtraInfo= Knipper-LED's voor spanningen van 1,8V (oranje of rood), 2,1V (groen) en 3,3V (blauw). | + | |ExtraInfo= Knipperleds voor spanningen van 1,8 V (oranje of rood), 2,1 V (groen) en 3,3 V (blauw). |
| }} | | }} |
| {{Link Algemeen-Meerkeuze | | {{Link Algemeen-Meerkeuze |
| |Volgnr= 432 <!-- mektronics --> | | |Volgnr= 432 <!-- mektronics --> |
− | |ExtraInfo= Knipper-LED's voor spanningen van 3 tot 15V. | + | |ExtraInfo= Knipperleds voor spanningbereik van 3 - 15 V. |
| }} | | }} |
| {{Link Algemeen-Meerkeuze | | {{Link Algemeen-Meerkeuze |
| |Volgnr= 433 <!-- treinelektronika --> | | |Volgnr= 433 <!-- treinelektronika --> |
− | |ExtraInfo= Knipper-LED's voor spanningen van 3 tot 12 en 3 tot 14V. | + | |ExtraInfo= Knipperleds voor spanningbereiken van 3 - 12 of 3 - 14 V. |
| }} | | }} |
| {{Link Algemeen-Meerkeuze | | {{Link Algemeen-Meerkeuze |
| |Volgnr= 434 <!-- budgetronics --> | | |Volgnr= 434 <!-- budgetronics --> |
− | |ExtraInfo= Knipper-LED's voor spanningen van 3V of 4,5V. | + | |ExtraInfo= Knipperleds voor spanningen van 3 V of 4,5 V. |
| }} | | }} |
| {{Linkssectie einde | | {{Linkssectie einde |
| }} | | }} |
− |
| |
| {{Voettekst | | {{Voettekst |
− | |Vorige= LED voorschakelweerstand berekenen | + | |Vorige= Minimale led serieweerstand berekenen |
− | |Volgende= Maatregelen tegen knipperende verlichting | + | |Volgende= Maatregelen tegen knipperende leds |
| |VorigeMenu= Elektronica analoog | | |VorigeMenu= Elektronica analoog |
− | }} | + | }} {| width= "100%" |
| + | |- valign= "top" |
| + | ! scope= "row" width="70%" | |
| + | | <small>Laatste wijziging: 20 jan 2025 9:49 (UTC)</small> |
| + | |} |
| [[Categorie: Alles|W]] | | [[Categorie: Alles|W]] |
− | [[Categorie: Artikel|Wat is een knipper-LED?]] | + | [[Categorie: Artikel|Wat is een knipperled]] |
| [[Categorie: Bedrading|W]] | | [[Categorie: Bedrading|W]] |
| [[Categorie: Elektronica|W]] | | [[Categorie: Elektronica|W]] |
| [[categorie: Elektronica analoog|W]] | | [[categorie: Elektronica analoog|W]] |
− | [[Categorie: LED|W]] | + | [[Categorie: Led|W]] |
| [[Categorie: Verlichting|W]] | | [[Categorie: Verlichting|W]] |
| [[Categorie: Fred Eikelboom|W]] | | [[Categorie: Fred Eikelboom|W]] |
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom
Een knipperled is een led met wat extra elektronica ingebouwd die er voor zorgt dat de led knippert.
|
Afbeelding: 01
|
De aansluitingen van een led
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
De aansluitingen
De aansluitingen van een knipperled heten "anode" en "kathode". De anode komt (indien er geen spanningsregelaar in de knipperled ingebouwd is, via de (ingebouwde) serieweerstand) aan de plus van de voeding, de kathode komt aan de min (of massa). Bij leds is er een verschil in lengte van de aansluitdraden. De fabrikant heeft de kathode herkenbaar gemaakt door de kathode-aansluitdraad korter te maken dan de anode-aansluitdraad (zie: tekening 01). Tevens is er ter herkenning vaak een plat vlakje aan de kathode-zijde op de behuizing aangebracht.
LET OP |
Soms is er een plat vlakje aangebracht, precies naast de beide aansluitingen. Raadpleeg de datasheet van de fabrikant.
|
De knipperled
|
Afbeelding: 02
|
Blokschema van een knipperled.
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
Een knipperled is dus een led met een ingebouwd stukje regel-elektronica (=een geïntegreerde schakeling, ook "IC" (spreek uit: "isee"), of voluit "Integrated Circuit" genoemd). Dit stukje elektronica is inwendig vóór de eigenlijke led geplaatst (zie afbeelding 02). Deze elektronica (het "IC") is aangebracht op het diode-substraat (naast de chip die in het kuiltje zit, in het platte (haakse) gedeelte van de kathode-aansluiting. De elektronica bevat soms ook een spanningsregelaar zodat daarvoor geen extra elektronica nodig is.
Knipperled nooit ompolen
De regelelektronica kan, net als andere "IC"'s, niet tegen ompolen van de voedingsspanning. Als per ongeluk de bedrading verkeerd-om wordt aangesloten, dan raakt de led defect. In de datasheet van de led staat dan ook duidelijk aangegeven dat de "reverse voltage" nooit boven de 0,5 volt mag komen. Omdat er een "IC" in de knipperled aanwezig is, is de led ook gevoelig voor statische elektriciteit (ESD). Wat bij gewone leds wel kan, namelijk antiparallel aansluiten, is dus bij een knipperled niet mogelijk.
Door een knipperled in serie te schakelen met andere leds van dezelfde kleur, zullen alle leds in het ritme van de knipperled gaan knipperen. De frequentie van het knipperen is niet regelbaar.
Gebruik de goede voeding
Gebruik voor het voeden van knipperleds een gestabiliseerde voeding. Sluit nooit knipperleds of andere elektronische schakelingen aan op een rijregelaar (zoals bijv. een Fleischmann 6725 of 6735). De spanning daarvan is niet gestabiliseerd. Tevens bestaat de grote kans dat de knop van de regelaar de verkeerde kant op wordt gedraaid en dan is de elektronica in de knipperled onherstelbaar defect. Een ander probleem is dat er wel "14 V=" op de rijregelaar staat aangegeven, maar de spanning die er uit komt, ligt onbelast in de orde van 16 V (bij rijregelaars die gemaakt zijn voor 230 V~) tot 19 V= (bij rijregelaars die gemaakt zijn voor 220 V~) en is ook niet afgevlakt met een elco.
Typen knipperleds
Knipperleds zijn er, behalve in de kleuren rood, wit, oranje, groen en blauw, in meerdere uitvoeringen:
- knipperleds die via een serieweerstand aangesloten moeten worden;
- knipperleds waarvan de fabrikant aangeeft dat ze rechtstreeks op een spanning van bijvoorbeeld 3 of 4 volt aangesloten mogen worden;
- knipperleds waarvan de fabrikant aangeeft dat ze rechtstreeks op een spanning van bijvoorbeeld 3 tot 12 volt aangesloten mogen worden.
LET OP |
Verbind nooit een knipperled antiparallel met een andere knipperled. Hierbij krijgt het "IC" in de eerste knipperled een verkeerd gepoolde voedingsspanning (tegengestelde polariteit) en dat overleeft het "IC" in de knipperled niet.
|
Meer informatie
Externe website:
|
|
Knipperleds voor spanningen van 1,8 V (oranje of rood), 2,1 V (groen) en 3,3 V (blauw).
|
|
Knipperleds voor spanningbereik van 3 - 15 V.
|
|
Knipperleds voor spanningbereiken van 3 - 12 of 3 - 14 V.
|
|
Knipperleds voor spanningen van 3 V of 4,5 V.
|
|
Laatste wijziging: 20 jan 2025 9:49 (UTC)
|