|
|
(11 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) |
Regel 1: |
Regel 1: |
| {{Koptekst | | {{Koptekst |
− | |Vorige= Inleiding keerlus | + | |Vorige= Draaischijfoplossingen |
− | |Volgende= Bluecher Elektronic keerlus-module | + | |Volgende= Bluecher Elektronic keerlusmodule KSDGBM16X |
| |VorigeMenu= Keerlus | | |VorigeMenu= Keerlus |
| |Auteur= Fred Eikelboom | | |Auteur= Fred Eikelboom |
Regel 8: |
Regel 8: |
| {{Inhoudsopgave||Klein}} | | {{Inhoudsopgave||Klein}} |
| ===Kortsluiting in het schaduwstation=== | | ===Kortsluiting in het schaduwstation=== |
− | Bij een [[Inleiding keerlus|keerlus]] treedt een [[Woorden - K#Kortsluiting|kortsluiting]] op, ook als in de '''keerlus een (schaduw)station''' ligt. De kortsluiting ontstaat doordat bij wissel W1 de linker en rechter rail met elkaar worden verbonden (zie afbeelding 01). De polariteit van de rails is in de afbeelding aangegeven met een rode en bruine stip. Links en rechts van het onderste gedeelte van de tekening is te zien dat de polariteit van de spanning tegengesteld is. | + | Bij een [[Inleiding keerlus|keerlus]] treedt een [[Woorden - K#Kortsluiting|'''kortsluiting''']] op, ook als in de keerlus een '''schaduwstation''' ligt. De kortsluiting ontstaat doordat bij [[Basisvormen#Wissel|wissel]] W1 de linker en rechter spoorstaaf met elkaar worden verbonden (zie afbeelding 01). De polariteit van de rails is in de afbeelding aangegeven met een rode en bruine stip. Links en rechts van het onderste gedeelte van de tekening is te zien dat de polariteit van de [[Woorden - S#Spanning|spanning]] tegengesteld is. |
| | | |
− | De kortsluitstroom loopt door alle vijf via wissels verbonden sporen. Het is echter niet nodig om al die sporen afzonderlijk te voorzien van een keerlusschakeling. Eén schakeling, hier de [[xTreme keerlusmodule]], wordt aangesloten zoals aangegeven in afbeelding 01. | + | De kortsluitstroom loopt door alle vijf via wissels verbonden sporen. Het is echter niet nodig om al die sporen afzonderlijk te voorzien van een [[Woorden - K#Keerlusschakeling|keerlusschakeling]]. Eén schakeling, hier de [[XTreme keerlusmodule]], wordt aangesloten zoals aangegeven in afbeelding 01. |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= Schaduwstation01.png | | |Bestand= Schaduwstation01.png |
Regel 19: |
Regel 19: |
| |Maker= Fred Eikelboom. | | |Maker= Fred Eikelboom. |
| }} | | }} |
− |
| |
| In tekening 02 zijn de sectieonderbrekingen vergroot weergeven. | | In tekening 02 zijn de sectieonderbrekingen vergroot weergeven. |
| | | |
− | De rails in de keerlus moet, zoals in tekening 01 en 02 te zien is, op acht plaatsen geïsoleerd worden door middel van isolatie-lassen. Drie stuks in de ene spoorstaaf en vijf stuks in de andere spoorstaaf. Het gedeelte met de drie onderbrekingen dient zich aan de zelfde zijde te bevinden als de spoorstaaf die met de rode aansluiting van de centrale of de ringleiding verbonden is. | + | De rails in de keerlus moet, zoals in tekening 01 en 02 te zien is, op acht plaatsen geïsoleerd worden door middel van [[Woorden - I#Isolatielas|isolatielas]]sen. Drie stuks in de ene spoorstaaf en vijf stuks in de andere spoorstaaf. Het gedeelte met de drie onderbrekingen dient zich aan de zelfde zijde te bevinden als de spoorstaaf die met de rode aansluiting van de [[Centrales|centrale]] of de [[Centrale voedingsleiding|ringleiding]] verbonden is. Het gemakkelijkst is het om van te voren het sporenplan te onderzoeken op mogelijke keerlussituaties. Bij het leggen van de rails kunnen dan op de juiste plaatsen de metalen raillassen verwijderd worden en de rails kan met kunststof [[Woorden - I#Isolatielas|isolatielas]]sen aan elkaar verbonden worden. Na het vastleggen van de rails kunnen nog isolaties aangebracht worden door met een railzaag of een Dremel met slijpschijf op de juiste plaatsen sleuven in de spoorstaven te maken. Let er dan zeer goed op dat er geen slijpsel in de gleuf achterblijft, want dan ontstaan alsnog moeilijk op te sporen detectieproblemen. |
− | | |
− | Het gemakkelijkst is het om van te voren het sporenplan te onderzoeken op mogelijke keerlussituaties. Bij het leggen van de rails kunnen dan op de juiste plaatsen de metalen raillassen verwijderen worden en de rails kan met kunststof isolatielassen aan elkaar worden verbonden. Na na het vastleggen van de rails kunnen nog isolaties aangebracht worden door met een railzaag of een Dremel slijpschijf op de juiste plaatsen sleuven in de spoorstaven te maken. Let er dan zeer goed op dat er geen slijpsel in de gleuf achterblijft want dan ontstaan alsnog moeilijk op te sporen detectieproblemen. | |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= Keerlus-aansluiting01.png | | |Bestand= Keerlus-aansluiting01.png |
Regel 33: |
Regel 30: |
| |Maker= Fred Eikelboom. | | |Maker= Fred Eikelboom. |
| }} | | }} |
− | Bij het in secties verdelen van de spoorstaven moet er voor gezorgd worden dat de gehele trein/treinstel in het gedeelte met spoorstaaf C1 past. De reden hiervoor is dat de achterste rijtuigen/goederenwagens van een te lange trein (of een te korte ompool-sectie)n over de railisolaties rijden en daar heel kort contact maken. Dat (heel korte) moment is genoeg om een detectie door de keerluselectronica te veroorzaken. Het inmiddels omgepoolde gedeelte van de keerlus wordt daardoor opnieuw omgepoold (of 'terug-gepoold'). En dan is er, zodra de trein/treinstel met de voorzijde het omgepoolde gedeelte verlaat, toch weer een kortsluiting. | + | Bij het in [[Woorden - S#Sectie|secties]] verdelen van de spoorstaven moet er voor gezorgd worden dat de gehele trein of treinstel in het gedeelte met spoorstaaf C1 (=de omschakelsectie) past. De reden hiervoor is dat de achterste rijtuigen/[[Woorden - G#Goederenwagen|goederenwagen]]s van een te lange trein nog over de [[Woorden - I#Isolatielas|isolatielas]]sen aan het begin van de ompoolsectie rijden (bij sectie A of E afhankelijk van de rijrichting) en daar heel kort contact maken. Dat (heel korte) moment is genoeg om een detectie door de keerlus[[Woorden - E#Elektronica|electronica]] te veroorzaken. Het inmiddels [[Woorden - O#Ompolen|omgepoolde]] gedeelte van de keerlus wordt daardoor opnieuw omgepoold (of "teruggepoold"). En dan is er toch weer een [[Woorden - K#Kortsluiting|kortsluiting]]. |
| | | |
− | Ook is het mogelijk dat bij een te korte sectie toevallig EN de loc uit de keerlussectie rijdt (en dus door zijn assen de keerlus en gewone voeding kortsluit) EN op de ingangssectie toevallig een [[Woorden - W#Wielstel|wielstel]] van één van de rijtuigen/goederenwagens de isolatie bij de inrijsectie overbrugt. Er ontstaat dan een kortsluiting tussen keerlus en centrale! | + | Ook is het mogelijk dat bij een te korte [[Woorden - S#Sectie|omschakelsectie]] toevallig én de loc uit de keerlussectie rijdt (en dus door zijn assen de keerlus en gewone voeding kortsluit) én op de ingangssectie toevallig een [[Woorden - W#Wielstel|wielstel]] van één van de [[Woorden - R#Rijtuigen|rijtuigen]]/goederenwagens de isolatielas bij de inrijsectie overbrugt. Er ontstaat dan een kortsluiting tussen keerlus en [[Centrales|centrale]]! |
| | | |
− | Spoorstaaf A en B moeten dezelfde lengte hebben. Spoorstaaf D en E moeten eveneens dezelfde lengte te hebben. Een kwart standaard raillengte is voldoende. Spoorstaaf C2 moet even lang zijn als de spoorstaven B, C1 en D samen. (Op het [http://forum.beneluxspoor.net/index.php/topic,32556.msg494757.html#msg494757 BNLS-forum] is hierover meer te lezen). | + | Spoorstaaf A en B moeten dezelfde lengte hebben. Spoorstaaf D en E moeten eveneens dezelfde lengte te hebben. Een kwart standaard railslengte is voldoende. Spoorstaaf C2 moet even lang zijn als de spoorstaven B, C1 en D samen. (Op het [https://forum.beneluxspoor.net/index.php/topic,32556.msg494757.html#msg494757 BNLS-forum] is hierover meer te lezen). |
| | | |
− | Bij een digitale baan zorgt een [[diodeschakeling]] er voor dat er geen spanningsverschil aanwezig is tussen de ongedetecteerde en gedetecteerde secties. Punt 1 dient ook via de diodeschakeling aangesloten te worden. Punt 2 wordt rechtstreeks met de centale verbonden. De aansluitingen M(assa), DE, C en AB zijn voor een [[S88,_S88N,_XpressNet_en_LocoNet#S88|S88]] aansluiting. Bij gebruik hiervan geldt het traject A tot en met E als één blok. Het verdient dan ook aanbeveling om de secties A en B bij wissel W1 te plaatsen en de secties D en E bij wissel W2, zodat het hele traject tussen W1 en W2 gedetecteerd wordt. De secties C1 en C2 worden dan aan weerszijden langer gemaakt. | + | Bij een digitale baan zorgt een [[Diodeschakeling|diodeschakeling]] er voor dat er bijna geen [[Woorden - S#Spanning|spanning]]sverschil aanwezig is tussen de niet-gedetecteerde en gedetecteerde secties. Punt 1 dient ook via de diodeschakeling aangesloten te worden. Punt 2 wordt rechtstreeks met de centale verbonden. De aansluitingen M(assa), DE, C en AB zijn voor een [[S88,_S88N,_XpressNet_en_LocoNet#S88|S88]] aansluiting. Bij gebruik hiervan geldt het traject A tot en met E als één blok. Het verdient dan ook aanbeveling om de secties A en B bij [[Basisvormen#Wissel|wissel]] W1 te plaatsen en de secties D en E bij wissel W2, zodat het hele traject tussen W1 en W2 gedetecteerd wordt. De secties C1 en C2 worden dan aan weerszijden langer gemaakt. |
| {{Linkssectie begin | | {{Linkssectie begin |
| |Box= AlleenInfo | | |Box= AlleenInfo |
Regel 63: |
Regel 60: |
| |1= bron | | |1= bron |
| |2= | | |2= |
− | * [http://forum.beneluxspoor.net Beneluxspoor.net Forum] | + | * [https://forum.beneluxspoor.net Beneluxspoor.net Forum] |
− | * [http://www.hccm.nl Boekje over keerlussen] | + | * [https://docplayer.nl/20156858-Handout-lezing-hcc-m-keerlussen-en.html Boekje over keerlussen] |
| * Wim Ros. | | * Wim Ros. |
| |LetterGrootte= 75% | | |LetterGrootte= 75% |
Regel 70: |
Regel 67: |
| }} | | }} |
| {{Voettekst | | {{Voettekst |
− | |Vorige= Inleiding keerlus | + | |Vorige= Draaischijfoplossingen |
− | |Volgende= Bluecher Elektronic keerlus-module | + | |Volgende= Bluecher Elektronic keerlusmodule KSDGBM16X |
| |VorigeMenu= Keerlus | | |VorigeMenu= Keerlus |
| }} {| width= "100%" | | }} {| width= "100%" |
| |- valign= "top" | | |- valign= "top" |
− | ! scope= "row" width="75%" | | + | ! scope= "row" width="70%" | |
− | | <small>Laatste wijziging: 25 apr 2023 10:36 (CET)</small> | + | | <small>Laatste wijziging: 8 feb 2025 11:04 (CET)</small> |
| |} | | |} |
| [[Categorie: Alles|K]] | | [[Categorie: Alles|K]] |
Regel 85: |
Regel 82: |
| [[Categorie: Digitaal treingestuurd|K]] | | [[Categorie: Digitaal treingestuurd|K]] |
| [[Categorie: Digitale baanbesturing|K]] | | [[Categorie: Digitale baanbesturing|K]] |
| + | [[Categorie: Elektronica|K]] |
| [[Categorie: Technieken|K]] | | [[Categorie: Technieken|K]] |
| + | [[Categorie: Tweerail|K]] |
| [[Categorie: S88|K]] | | [[Categorie: S88|K]] |
| [[Categorie: Fred Eikelboom|K]] | | [[Categorie: Fred Eikelboom|K]] |
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom - Update door Fred Eikelboom
Kortsluiting in het schaduwstation
Bij een keerlus treedt een kortsluiting op, ook als in de keerlus een schaduwstation ligt. De kortsluiting ontstaat doordat bij wissel W1 de linker en rechter spoorstaaf met elkaar worden verbonden (zie afbeelding 01). De polariteit van de rails is in de afbeelding aangegeven met een rode en bruine stip. Links en rechts van het onderste gedeelte van de tekening is te zien dat de polariteit van de spanning tegengesteld is.
De kortsluitstroom loopt door alle vijf via wissels verbonden sporen. Het is echter niet nodig om al die sporen afzonderlijk te voorzien van een keerlusschakeling. Eén schakeling, hier de XTreme keerlusmodule, wordt aangesloten zoals aangegeven in afbeelding 01.
|
Afbeelding: 01
|
Aansluiten keerlusmodule in schaduwstation
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom.
|
In tekening 02 zijn de sectieonderbrekingen vergroot weergeven.
De rails in de keerlus moet, zoals in tekening 01 en 02 te zien is, op acht plaatsen geïsoleerd worden door middel van isolatielassen. Drie stuks in de ene spoorstaaf en vijf stuks in de andere spoorstaaf. Het gedeelte met de drie onderbrekingen dient zich aan de zelfde zijde te bevinden als de spoorstaaf die met de rode aansluiting van de centrale of de ringleiding verbonden is. Het gemakkelijkst is het om van te voren het sporenplan te onderzoeken op mogelijke keerlussituaties. Bij het leggen van de rails kunnen dan op de juiste plaatsen de metalen raillassen verwijderd worden en de rails kan met kunststof isolatielassen aan elkaar verbonden worden. Na het vastleggen van de rails kunnen nog isolaties aangebracht worden door met een railzaag of een Dremel met slijpschijf op de juiste plaatsen sleuven in de spoorstaven te maken. Let er dan zeer goed op dat er geen slijpsel in de gleuf achterblijft, want dan ontstaan alsnog moeilijk op te sporen detectieproblemen.
|
Afbeelding: 02
|
Verdeling in secties, met op de juiste plaatsen onderbrekingen
|
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom.
|
Bij het in secties verdelen van de spoorstaven moet er voor gezorgd worden dat de gehele trein of treinstel in het gedeelte met spoorstaaf C1 (=de omschakelsectie) past. De reden hiervoor is dat de achterste rijtuigen/goederenwagens van een te lange trein nog over de isolatielassen aan het begin van de ompoolsectie rijden (bij sectie A of E afhankelijk van de rijrichting) en daar heel kort contact maken. Dat (heel korte) moment is genoeg om een detectie door de keerluselectronica te veroorzaken. Het inmiddels omgepoolde gedeelte van de keerlus wordt daardoor opnieuw omgepoold (of "teruggepoold"). En dan is er toch weer een kortsluiting.
Ook is het mogelijk dat bij een te korte omschakelsectie toevallig én de loc uit de keerlussectie rijdt (en dus door zijn assen de keerlus en gewone voeding kortsluit) én op de ingangssectie toevallig een wielstel van één van de rijtuigen/goederenwagens de isolatielas bij de inrijsectie overbrugt. Er ontstaat dan een kortsluiting tussen keerlus en centrale!
Spoorstaaf A en B moeten dezelfde lengte hebben. Spoorstaaf D en E moeten eveneens dezelfde lengte te hebben. Een kwart standaard railslengte is voldoende. Spoorstaaf C2 moet even lang zijn als de spoorstaven B, C1 en D samen. (Op het BNLS-forum is hierover meer te lezen).
Bij een digitale baan zorgt een diodeschakeling er voor dat er bijna geen spanningsverschil aanwezig is tussen de niet-gedetecteerde en gedetecteerde secties. Punt 1 dient ook via de diodeschakeling aangesloten te worden. Punt 2 wordt rechtstreeks met de centale verbonden. De aansluitingen M(assa), DE, C en AB zijn voor een S88 aansluiting. Bij gebruik hiervan geldt het traject A tot en met E als één blok. Het verdient dan ook aanbeveling om de secties A en B bij wissel W1 te plaatsen en de secties D en E bij wissel W2, zodat het hele traject tussen W1 en W2 gedetecteerd wordt. De secties C1 en C2 worden dan aan weerszijden langer gemaakt.
Meer informatie
Encyclopedie:
|
|
Technische gegevens van de xTreme keerlusmodule
|
Externe website:
|
|
Informatie over keerlussen en keerlusmodules (pdf).
|
|
Laatste wijziging: 8 feb 2025 11:04 (CET)
|