|
|
(8 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) |
Regel 2: |
Regel 2: |
| |Vorige= Seinen digitaliseren | | |Vorige= Seinen digitaliseren |
| |Volgende= Het schakeltableau | | |Volgende= Het schakeltableau |
− | |VorigeMenu= Boosters | + | |VorigeMenu= Wissels digitaliseren |
| |Auteur= Ronald Koerts | | |Auteur= Ronald Koerts |
| |Update= Fred Eikelboom | | |Update= Fred Eikelboom |
| }} | | }} |
| {{Inhoudsopgave||Klein}} | | {{Inhoudsopgave||Klein}} |
− | Een '''centrale voedingsleiding''' (CVL) of '''ringleiding''' is iets dat bij beginners veel vragen oproept. Van "Wat is een centrale voedingsleiding?" tot "Hoe moet ik een ringleiding aanleggen?". Vroeger werd 'digitaal' verkocht met de opmerking dat twee draden genoeg waren om de gehele modelbaan aan te sluiten en te besturen. Helaas is dat door de komst van wissel- en schakeldecoders en bezetmelders niet meer het geval; er is veel meer draad nodig om de digitale baan te besturen. Dit artikel geeft hierover een nadere uitleg. | + | Een '''centrale voedingsleiding''' (CVL) of '''ringleiding''' is iets dat bij beginners veel vragen oproept. Van "Wat is een centrale voedingsleiding?" tot "Hoe moet ik een ringleiding aanleggen?". Vroeger (medio 1985) werd [[Inleiding digitale baanbesturing|"digitaal"]] verkocht met de opmerking dat twee draden genoeg waren om de gehele modelbaan aan te sluiten en te besturen. Helaas is dat door de komst van [[Woorden - W#Wisseldecoder|wissel]]- en [[Woorden - S#Schakeldecoder|schakeldecoders]] en [[Terugmelding en/of bezetmelding|bezetmelders]] niet meer het geval; er is veel meer draad nodig om de digitale baan te besturen. Dit artikel geeft hierover een nadere uitleg. |
| === Ringleiding of centrale voedingsleiding? === | | === Ringleiding of centrale voedingsleiding? === |
− | De term "ringleiding" dekt eigenlijk niet de gehele lading. Een andere term die gebruikt wordt is dan ook "centrale voedingsleiding". Een ringleiding hoeft ook niet rond te lopen, andere vormen zijn ook mogelijk. | + | De term "ringleiding" dekt eigenlijk niet de gehele lading. Een betere term die gebruikt wordt is dan ook "centrale voedingsleiding". Een ringleiding hoeft ook niet rond te lopen, andere vormen zijn ook mogelijk. |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= E10.14-01.jpg | | |Bestand= E10.14-01.jpg |
Regel 17: |
Regel 17: |
| |Maker= Martin de Deugd | | |Maker= Martin de Deugd |
| }} | | }} |
− | === Waarom een ringleiding of centrale voedingsleiding gebruiken? === | + | === Waarom een centrale voedingsleiding gebruiken? === |
− | Een centrale leiding zorgt door de grotere draaddiameter er voor dat de voedingsspanning zonder spanningsverlies van de regelaar of DCC centrale bij de rails komt. Het voorkomt ook dat door slechte railverbinders delen van de baan zonder spanning komen. Het is niet zo dat een kleine modelbaan geen CVL nodig heeft en een grote wel. Ook bij een kleine baan en het bouwen met modules kan het heel gemakkelijk zijn om een CVL te gebruiken. Er zijn normen voor het aanleggen van een CVL bij modules. | + | Een centrale voedingsleiding (CVL) zorgt door de grotere draaddiameter er voor dat de voedingsspanning zonder spanningsverlies van de rijregelaar (bij analoog) of DCC centrale (bij digitaal) bij de rails komt. Het voorkomt ook dat door slechte railverbinders delen van de baan zonder spanning komen. Het is niet zo dat een kleine modelbaan geen [[Woorden - C#CVL.|CVL]] nodig heeft en een grote wel. Ook bij een kleine baan en het bouwen met modules kan het heel gemakkelijk zijn om een CVL te gebruiken. Er zijn [[Module-normen|normen]] voor het aanleggen van een CVL bij modules. |
| === De vorm van de CVL === | | === De vorm van de CVL === |
− | Een CVL kan zonder probleem rond lopen (de [[Basisvormen modelbanen|rails loopt meestal ook al rond]]). De meest gebruikte vorm voor een CVL is echter een 'boom' met aftakkingen, dit is voor de meeste banen de geschikte vorm. Ook is het aanleggen van de CVL in stervorm een mogelijkheid.
| + | De meest gebruikte vorm voor een [[Woorden - C#CVL.|CVL]] is een "boom" met aftakkingen, dit is voor de meeste banen de geschikte vorm. Ook is het aanleggen van de CVL in stervorm een mogelijkheid.<br /> |
| + | Opmerking Klaas Zondervan: "Het woord "ringleiding" suggereert dat die in een ring loopt. Of dat handig is hangt van de vorm van de opstelling af.<br /> |
| + | Bij een langwerpige baan kun je ook een rechte voedingsleiding aanleggen en van daaruit naar de sporen aftakkingen maken." |
| ====Signaalleidingen==== | | ====Signaalleidingen==== |
− | Een leiding kan werken als een antenne en daardoor kan het systeem gevoelig zijn voor stoorsignalen die worden opgevangen. In de hoogfrequent- en versterkertechniek wordt er altijd voor gezorgd dat er geen [[Woorden - A#Aardlus|aardlussen]] ontstaan omdat die kunnen leiden tot brom in de versterker (''motorboating''). Dit kan in ernstige gevallen leiden tot vernielen van een eindtrap. Om dit probleem op te lossen, wordt een weerstand van 100 tot 220 Ω tussen de beide uiteinden van de aardlus gemonteerd. Het is dus het beste, zeker bij gebruik van ''flatcable'' zoals bij een [[S88, S88N, XpressNet en LocoNet|S88 terugmeldsysteem]], om een weerstand van 100 tot 220 Ω tussen de beide uiteinden van de lus te monteren. Zo worden eventuele stoorsignalen verzwakt en kunnen ze geen schade of storingen veroorzaken op de S88 leiding. | + | Een leiding kan werken als een antenne en daardoor kan het systeem gevoelig zijn voor stoorsignalen die worden opgevangen. In de hoogfrequent- en versterkertechniek wordt er altijd voor gezorgd dat er geen [[Woorden - A#Aardlus|aardlussen]] ontstaan omdat die kunnen leiden tot brom in een versterker ("motorboating"). Dit kan in ernstige gevallen leiden tot vernielen van een eindtrap. Om dit probleem op te lossen, wordt een weerstand van 100 tot 220 Ω tussen de beide uiteinden van de aardlus gemonteerd. Het is dus het beste, zeker bij gebruik van "flatcable" zoals bij een [[S88, S88-N, XpressNet en LocoNet|S88 terugmeldsysteem]], om een weerstand van 100 tot 220 Ω tussen de beide uiteinden van de ringleiding te monteren. Zo worden eventuele stoorsignalen verzwakt en kunnen ze geen schade of storingen veroorzaken op de S88 leiding. |
| + | ===Looptijdverschillen=== |
| + | Op [https://www.youtube.com/watch?v=I5ief4AZ5ys Youtube] geeft iemand aan de looptijdverschillen ook onverklaarbare storingen kunnen veroorzaken (vanaf 14:30). Zijn advies: de ringleiding op één plaats onderbreken. |
| === Hoeveel draden heeft een centrale voedingsleiding? === | | === Hoeveel draden heeft een centrale voedingsleiding? === |
− | Dat ligt er aan hoeveel (en wat) is aangesloten op de voedingsleiding. Voor iedere functie van de centrale voedingsleiding zijn extra draden nodig. Hieronder volgt een overzicht van de meest gebruikte functies voor de centrale voedingsleiding: | + | Dat ligt er aan hoeveel (en wat) is aangesloten op de centrale voedingsleiding. Voor iedere functie van de centrale voedingsleiding zijn extra draden nodig. Hieronder volgt een overzicht van de meest gebruikte functies voor de centrale voedingsleiding: |
| * [[#Voeding van de rails|Voeding van de rails]]. | | * [[#Voeding van de rails|Voeding van de rails]]. |
− | * [[#Voeding van de ongedetecteerde railsecties|Voeding van de ongedetecteerde railsecties]]. | + | * [[#Voeding van de niet-gedetecteerde railsecties|Voeding van de niet-gedetecteerde railsecties]]. |
| * [[#Voeding diverse decoders baanbesturing|Voeding diverse decoders baanbesturing]]. | | * [[#Voeding diverse decoders baanbesturing|Voeding diverse decoders baanbesturing]]. |
− | * [[#Voeding verlichting gebouwen en straatverlichting|Voeding verlichting gebouwen en straatverlichting]]. | + | * [[#Voeding voor verlichting gebouwen en straatverlichting|Voeding voor verlichting gebouwen en straatverlichting]]. |
| ==== Voeding van de rails ==== | | ==== Voeding van de rails ==== |
− | Voor de voeding van de rails zijn twee dikke draden nodig. Hierop staat spanning, al dan niet digitaal. De meest gebruikte kleuren voor deze twee draden zijn bruin voor de massadraad en rood voor de signaaldraad. | + | Voor de voeding van de rails zijn twee dikke draden nodig. Hierop staat spanning, al dan niet digitaal. De meest gebruikte kleuren voor deze twee draden zijn bruin voor de massadraad en rood voor de signaaldraad.[[#Hoeveel draden heeft een centrale voedingsleiding?|<small> naar boven</small>]] |
− | ==== Voeding van de ongedetecteerde railsecties ==== | + | ==== Voeding van de niet-gedetecteerdee railsecties ==== |
− | Deze voedingsdraad is alleen nodig bij [[basis railsystemen|tweerail]] digitaal en bezetmelders als terugmelding. In deze draad wordt dan een [[diodeschakeling]] opgenomen. Aan één draad van de diodeschakeling kunnen dan alle ongedetecteerde stukken van de modelbaan aangesloten worden. De andere draad vanaf de diodeschakeling gaat naar de rode draad van de centrale. De kleur van de draad naar de diodeschakeling is meestal een aparte kleur zoals groen of blauw. | + | Deze voedingsdraad is alleen nodig bij [[basis railsystemen|tweerail]] digitaal en bezetmelders als terugmelding. In deze draad wordt dan een [[Diodeschakeling]] opgenomen. Aan één draad van de diodeschakeling kunnen dan alle niet-gedetecteerde secties van de modelbaan aangesloten worden. De andere draad vanaf de diodeschakeling gaat naar de rode draad van de centrale. De kleur van de draad naar de diodeschakeling is meestal een aparte kleur zoals groen of blauw.[[#Hoeveel draden heeft een centrale voedingsleiding?|<small> naar boven</small>]] |
− | ==== Voeding diverse decoders baanbesturing ==== | + | ==== Voeding van de diverse decoders ==== |
− | De meeste wissel- en seindecoders hebben een extra aansluiting om [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] van een extra transformator te gebruiken (externe voeding). Door de extra aansluiting is er geen noodzaak om 'dure' digitale stroom te gebruiken voor het omzetten van de wissels en/of seinen. Meestal wordt deze [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] geleverd door een oude treintransformator met een wisselspanninguitgang. Daarvoor is ook de blauwe Märklin transformator te gebruiken. De twee draden voor deze voeding hebben meestal de kleuren wit en zwart. | + | De meeste wissel- en [[Woorden - S#Seindecoder|seindecoders]] hebben een extra aansluiting om [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] van een externe voeding te gebruiken. Door de extra aansluiting is er geen noodzaak om "dure" digitale stroom te gebruiken voor het omzetten van de wissels en/of seinen. Meestal wordt deze [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] geleverd door een oude rijregelaar met extra een wisselspanninguitgang. Daarvoor is ook de blauwe Märklin transformator te gebruiken. De twee draden voor deze voeding hebben meestal de kleuren wit en zwart. [[#Hoeveel draden heeft een centrale voedingsleiding?|<small> naar boven</small>]] |
− | ==== Voeding verlichting gebouwen en straatverlichting ==== | + | ==== Voeding voor verlichting gebouwen en straatverlichting ==== |
− | Het geeft een sfeervolle uitstraling wanneer de gebouwen verlicht zijn en de straatverlichting aan is op de modelbaan. Deze verbruikers moeten allemaal gevoed worden. Nu is het vrij simpel om daarvoor tegelijk twee extra draden mee te nemen. | + | Het geeft een sfeervolle uitstraling wanneer de gebouwen verlicht zijn en de straatverlichting aan is op de modelbaan. Deze verbruikers moeten allemaal gevoed worden. Het is vrij simpel om daarvoor tegelijk twee extra draden mee te nemen. [[#Hoeveel draden heeft een centrale voedingsleiding?|<small> naar boven</small>]] |
| ==== Resumé ==== | | ==== Resumé ==== |
| Als alle functies d.m.v. de centrale voedingleiding gevoed moeten worden, dan is het volgende aantal draden nodig: | | Als alle functies d.m.v. de centrale voedingleiding gevoed moeten worden, dan is het volgende aantal draden nodig: |
| * 2 draden voor de railspanning | | * 2 draden voor de railspanning |
− | * 1 draad voor ongedetecteerde secties | + | * 1 draad voor niet-gedetecteerde secties |
| * 2 draden voor voeding decoders | | * 2 draden voor voeding decoders |
| * 2 draden voor verlichting gebouwen en straatverlichting | | * 2 draden voor verlichting gebouwen en straatverlichting |
− | * 7 draden totaal.
| + | 7 draden totaal. |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= E10.14-06.jpg | | |Bestand= E10.14-06.jpg |
Regel 53: |
Regel 57: |
| }} | | }} |
| ==== Kan het met minder draden? ==== | | ==== Kan het met minder draden? ==== |
− | Ja en nee. In principe kan het met minder draden wanneer de digitale centrale gebruikt maakt van het zogenaamde ''common ground''-principe, oftewel gezamenlijke (of gemeenschappelijke) massa. Hierbij mogen alle massadraden vervangen worden door één gezamelijke (zwarte) massadraad. | + | Ja en nee. In principe kan het met minder draden wanneer de digitale centrale gebruikt maakt van het zogenaamde "common ground"-principe, oftewel gezamenlijke (of gemeenschappelijke) massa. Hierbij mogen alle massadraden vervangen worden door één gezamelijke (zwarte) massadraad. |
| {| class="wikitable" | | {| class="wikitable" |
− | | valign='center'| [[Bestand:Let-op.jpg|50px|center]]<small> '''LET OP'''</small>||valign='top'|'''Alle massadraden vervangen door één gezamelijke massadraad mag alleen als de digitale centrale hier geschikt voor is, d.w.z. als deze een ''common ground'' heeft. Lees daarvoor de handleiding van de digitale centrale!''' | + | | valign="center"| [[Bestand:Let-op.jpg|50px|center]]<small> '''LET OP'''</small>||valign="top"|'''Alle massadraden vervangen door één gezamelijke massadraad mag alleen als de digitale centrale hier geschikt voor is, d.w.z. als deze een "common ground" heeft. Lees daarvoor de handleiding van de digitale centrale!''' |
| |- | | |- |
| |} | | |} |
| === Welke draadsoort te gebruiken? === | | === Welke draadsoort te gebruiken? === |
− | In principe is iedere elektrokabel of -draad te gebruiken. Voor de hoofdaders is dik draad beter. Door het gebruik van dikker draad wordt spanningsverlies over de centrale voedingsleiding voorkomen. Spanningsverlies uit zich in een lagere spanning op de rails. | + | In principe is iedere elektrokabel of -draad te gebruiken. Voor de [[#Hoofdaders|hoofdaders]] is dik draad beter. Door het gebruik van dikker draad wordt spanningsverlies over de centrale voedingsleiding voorkomen. Spanningsverlies uit zich in een lagere spanning op de rails. |
| {{Afbeelding 2 naast elkaar | | {{Afbeelding 2 naast elkaar |
| |Bestand= E10.14-02.jpg | | |Bestand= E10.14-02.jpg |
Regel 73: |
Regel 77: |
| }} | | }} |
| ==== Hoofdaders ==== | | ==== Hoofdaders ==== |
− | Voor de hoofdaders is stug installatiedraad (VD-draad) het gemakkelijkst te gebruiken. Het is in meerdere kleuren en in een aantal diktes, zoals 1,5 mm² en 2,5 mm² te verkrijgen bij bouwmarkten. | + | Voor de hoofdaders is stug installatiedraad (VD-draad) het gemakkelijkst te gebruiken. Het is in meerdere kleuren en in een aantal diktes, zoals 1,5 mm² en 2,5 mm² te verkrijgen bij o.a. bouwmarkten. [[#Welke draadsoort te gebruiken?|<small> naar boven</small>]] |
| ==== Aansluitingen ==== | | ==== Aansluitingen ==== |
| Voor de draden naar de rails, decoders en verlichting (lampjes en/of leds) is gewoon standaard modelspoorkabel of -draad van bijvoorbeeld 0,14 mm² te gebruiken. | | Voor de draden naar de rails, decoders en verlichting (lampjes en/of leds) is gewoon standaard modelspoorkabel of -draad van bijvoorbeeld 0,14 mm² te gebruiken. |
Regel 88: |
Regel 92: |
| |Omschrijving= Voorbeeld kroonstenen en kabelhouders | | |Omschrijving= Voorbeeld kroonstenen en kabelhouders |
| |Maker= Ronald Koerts | | |Maker= Ronald Koerts |
− | |Volgnummer2= E10.14-06 | + | |Volgnummer2= 06 |
| |Omschrijving2= Voorbeeld centrale voedingsleiding | | |Omschrijving2= Voorbeeld centrale voedingsleiding |
| |Maker2= Beneluxspoor Forumgebruiker Ferry! | | |Maker2= Beneluxspoor Forumgebruiker Ferry! |
| }} | | }} |
| ==== Aansluitingen ==== | | ==== Aansluitingen ==== |
− | Een aansluitingen maken op de hoofdaders, zoals bij het gebruik van installatiedraad, betekent dat het draad vrijgemaakt moet worden van de isolatie; 'strippen'. Op de plek waar de koperkern vrij is van isolatie is een aftakking aan de hoofdader te solderen. Zorg er daarbij wel voor dat de draden na [[het solderen]] - dus tijdens het afkoelen - niet kunnen bewegen, anders ontstaat een zogenaamde 'koude las'. De verbinding kan dan weer losgaan en tevens bestaat de kans op zeer moelijk te vinden storingen in de voedingsaansluitingen. | + | Een aansluitingen maken op de hoofdaders, zoals bij het gebruik van installatiedraad, betekent dat het draad vrijgemaakt moet worden van de isolatie; "strippen". Op de plek waar de koperkern vrij is van isolatie is een aftakking aan de hoofdader te solderen. Zorg er daarbij wel voor dat de draden na [[Het solderen]] - dus tijdens het afkoelen - niet kunnen bewegen, anders ontstaat een zogenaamde "koude las". De verbinding kan dan weer losgaan en tevens bestaat de kans op zeer moelijk te vinden storingen in de voedingsaansluitingen. |
| === Wisseldecoders zonder aansluiting voor een hulpvoeding === | | === Wisseldecoders zonder aansluiting voor een hulpvoeding === |
− | Er zijn wisseldecoders, zoals de Roco 10775, zonder extra aansluiting voor een hulpvoeding. Deze wisseldecoders krijgen zowel het digitale signaal, als de spanning voor het omzetten van de wissels op dezelfde ingang. Met gebruik van meerdere wisseldecoders van dit type tegelijkertijd, is het verstandig om een extra aparte versterker, met eigen transformator aan te schaffen en deze versterker te koppelen aan het digitale systeem. Dan kunnen de wissels worden aangesloten op hun eigen CVL met digitale spanning. | + | Er zijn [[Woorden - W#Wisseldecoder|wisseldecoders]], zoals de Roco 10775, zonder extra aansluiting voor een hulpvoeding. Deze wisseldecoders krijgen zowel het digitale signaal, als de spanning voor het omzetten van de wissels op dezelfde ingang. Met gebruik van meerdere wisseldecoders van dit type tegelijkertijd, is het verstandig om een extra aparte [[Boosters|booster]], met eigen transformator aan te schaffen en deze booster te koppelen aan het digitale systeem. Dan kunnen de wissels worden aangesloten op hun eigen CVL met digitale spanning. |
| {{Linkssectie begin | | {{Linkssectie begin |
| |Box= AlleenInfo | | |Box= AlleenInfo |
Regel 102: |
Regel 106: |
| |Omschrijving= Encyclopedie artikel | | |Omschrijving= Encyclopedie artikel |
| |Link= Diodeschakeling | | |Link= Diodeschakeling |
− | |Linknaam= De Diodeschakeling | + | |Linknaam= De diodeschakeling |
| |Opmerking= Extra informatie over niet bewaakte baanstukken. | | |Opmerking= Extra informatie over niet bewaakte baanstukken. |
| }} | | }} |
Regel 110: |
Regel 114: |
| }} | | }} |
| {{Link Conrad-Meerkeuze | | {{Link Conrad-Meerkeuze |
− | |Volgnr= 29 <!-- conrad tracking link --> | + | |Volgnr= 1 <!-- conrad --> |
| }} | | }} |
| {{Linkssectie tussenkop | | {{Linkssectie tussenkop |
Regel 117: |
Regel 121: |
| {{Link Forum-Meerkeuze | | {{Link Forum-Meerkeuze |
| |Volgnr = 79 | | |Volgnr = 79 |
− | |ExtraInfo= Voorbeeld van een Centrale Voedingsleiding. | + | |ExtraInfo= Voorbeeld van een centrale voedingsleiding. |
| }} | | }} |
| {{Link Forum-Meerkeuze | | {{Link Forum-Meerkeuze |
| |Volgnr = 80 | | |Volgnr = 80 |
− | |ExtraInfo= het aansluiten van de bedrading. | + | |ExtraInfo= Het aansluiten van de bedrading. |
| }} | | }} |
| {{Linkssectie einde}} | | {{Linkssectie einde}} |
| {{Gerelateerde termen | | {{Gerelateerde termen |
− | |Termen= Märklin, Marklin, Maerklin, Mærklin | + | |Termen= Marklin, Maerklin, Mærklin |
| }} | | }} |
| {{Voettekst | | {{Voettekst |
| |Vorige= Seinen digitaliseren | | |Vorige= Seinen digitaliseren |
| |Volgende= Het schakeltableau | | |Volgende= Het schakeltableau |
− | |VorigeMenu= Boosters | + | |VorigeMenu= Wissels digitaliseren |
| }} {| width= "100%" | | }} {| width= "100%" |
| |- valign= "top" | | |- valign= "top" |
− | ! scope= "row" width="75%" | | + | ! scope= "row" width="70%" | |
− | | <small>Laatste wijziging: 26 mei 2023 11:16 (CET)</small> | + | | <small>Laatste wijziging: 8 feb 2025 11:02 (CET)</small> |
| |} | | |} |
| [[Categorie: Alles|C]] | | [[Categorie: Alles|C]] |
| [[Categorie: Artikel|Centrale voedingsleiding]] | | [[Categorie: Artikel|Centrale voedingsleiding]] |
| [[Categorie: Baanbesturing|C]] | | [[Categorie: Baanbesturing|C]] |
| + | [[Categorie: Analoge baanbesturing|C]] |
| [[Categorie: Bedrading|C]] | | [[Categorie: Bedrading|C]] |
| [[Categorie: Bezetmelding/Terugmelding|C]] | | [[Categorie: Bezetmelding/Terugmelding|C]] |
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Ronald Koerts - Update door Fred Eikelboom
Een centrale voedingsleiding (CVL) of ringleiding is iets dat bij beginners veel vragen oproept. Van "Wat is een centrale voedingsleiding?" tot "Hoe moet ik een ringleiding aanleggen?". Vroeger (medio 1985) werd "digitaal" verkocht met de opmerking dat twee draden genoeg waren om de gehele modelbaan aan te sluiten en te besturen. Helaas is dat door de komst van wissel- en schakeldecoders en bezetmelders niet meer het geval; er is veel meer draad nodig om de digitale baan te besturen. Dit artikel geeft hierover een nadere uitleg.
Ringleiding of centrale voedingsleiding?
De term "ringleiding" dekt eigenlijk niet de gehele lading. Een betere term die gebruikt wordt is dan ook "centrale voedingsleiding". Een ringleiding hoeft ook niet rond te lopen, andere vormen zijn ook mogelijk.
|
Afbeelding: 01
|
Voorbeeld ringleiding met bezetmelders
|
Foto gemaakt door: Martin de Deugd
|
Waarom een centrale voedingsleiding gebruiken?
Een centrale voedingsleiding (CVL) zorgt door de grotere draaddiameter er voor dat de voedingsspanning zonder spanningsverlies van de rijregelaar (bij analoog) of DCC centrale (bij digitaal) bij de rails komt. Het voorkomt ook dat door slechte railverbinders delen van de baan zonder spanning komen. Het is niet zo dat een kleine modelbaan geen CVL nodig heeft en een grote wel. Ook bij een kleine baan en het bouwen met modules kan het heel gemakkelijk zijn om een CVL te gebruiken. Er zijn normen voor het aanleggen van een CVL bij modules.
De vorm van de CVL
De meest gebruikte vorm voor een CVL is een "boom" met aftakkingen, dit is voor de meeste banen de geschikte vorm. Ook is het aanleggen van de CVL in stervorm een mogelijkheid.
Opmerking Klaas Zondervan: "Het woord "ringleiding" suggereert dat die in een ring loopt. Of dat handig is hangt van de vorm van de opstelling af.
Bij een langwerpige baan kun je ook een rechte voedingsleiding aanleggen en van daaruit naar de sporen aftakkingen maken."
Signaalleidingen
Een leiding kan werken als een antenne en daardoor kan het systeem gevoelig zijn voor stoorsignalen die worden opgevangen. In de hoogfrequent- en versterkertechniek wordt er altijd voor gezorgd dat er geen aardlussen ontstaan omdat die kunnen leiden tot brom in een versterker ("motorboating"). Dit kan in ernstige gevallen leiden tot vernielen van een eindtrap. Om dit probleem op te lossen, wordt een weerstand van 100 tot 220 Ω tussen de beide uiteinden van de aardlus gemonteerd. Het is dus het beste, zeker bij gebruik van "flatcable" zoals bij een S88 terugmeldsysteem, om een weerstand van 100 tot 220 Ω tussen de beide uiteinden van de ringleiding te monteren. Zo worden eventuele stoorsignalen verzwakt en kunnen ze geen schade of storingen veroorzaken op de S88 leiding.
Looptijdverschillen
Op Youtube geeft iemand aan de looptijdverschillen ook onverklaarbare storingen kunnen veroorzaken (vanaf 14:30). Zijn advies: de ringleiding op één plaats onderbreken.
Hoeveel draden heeft een centrale voedingsleiding?
Dat ligt er aan hoeveel (en wat) is aangesloten op de centrale voedingsleiding. Voor iedere functie van de centrale voedingsleiding zijn extra draden nodig. Hieronder volgt een overzicht van de meest gebruikte functies voor de centrale voedingsleiding:
Voeding van de rails
Voor de voeding van de rails zijn twee dikke draden nodig. Hierop staat spanning, al dan niet digitaal. De meest gebruikte kleuren voor deze twee draden zijn bruin voor de massadraad en rood voor de signaaldraad. naar boven
Voeding van de niet-gedetecteerdee railsecties
Deze voedingsdraad is alleen nodig bij tweerail digitaal en bezetmelders als terugmelding. In deze draad wordt dan een Diodeschakeling opgenomen. Aan één draad van de diodeschakeling kunnen dan alle niet-gedetecteerde secties van de modelbaan aangesloten worden. De andere draad vanaf de diodeschakeling gaat naar de rode draad van de centrale. De kleur van de draad naar de diodeschakeling is meestal een aparte kleur zoals groen of blauw. naar boven
Voeding van de diverse decoders
De meeste wissel- en seindecoders hebben een extra aansluiting om stroom van een externe voeding te gebruiken. Door de extra aansluiting is er geen noodzaak om "dure" digitale stroom te gebruiken voor het omzetten van de wissels en/of seinen. Meestal wordt deze stroom geleverd door een oude rijregelaar met extra een wisselspanninguitgang. Daarvoor is ook de blauwe Märklin transformator te gebruiken. De twee draden voor deze voeding hebben meestal de kleuren wit en zwart. naar boven
Voeding voor verlichting gebouwen en straatverlichting
Het geeft een sfeervolle uitstraling wanneer de gebouwen verlicht zijn en de straatverlichting aan is op de modelbaan. Deze verbruikers moeten allemaal gevoed worden. Het is vrij simpel om daarvoor tegelijk twee extra draden mee te nemen. naar boven
Resumé
Als alle functies d.m.v. de centrale voedingleiding gevoed moeten worden, dan is het volgende aantal draden nodig:
- 2 draden voor de railspanning
- 1 draad voor niet-gedetecteerde secties
- 2 draden voor voeding decoders
- 2 draden voor verlichting gebouwen en straatverlichting
7 draden totaal.
|
Afbeelding: 02
|
Principeschema van de centrale voedingsleiding
|
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
|
Kan het met minder draden?
Ja en nee. In principe kan het met minder draden wanneer de digitale centrale gebruikt maakt van het zogenaamde "common ground"-principe, oftewel gezamenlijke (of gemeenschappelijke) massa. Hierbij mogen alle massadraden vervangen worden door één gezamelijke (zwarte) massadraad.
LET OP |
Alle massadraden vervangen door één gezamelijke massadraad mag alleen als de digitale centrale hier geschikt voor is, d.w.z. als deze een "common ground" heeft. Lees daarvoor de handleiding van de digitale centrale!
|
Welke draadsoort te gebruiken?
In principe is iedere elektrokabel of -draad te gebruiken. Voor de hoofdaders is dik draad beter. Door het gebruik van dikker draad wordt spanningsverlies over de centrale voedingsleiding voorkomen. Spanningsverlies uit zich in een lagere spanning op de rails.
|
|
|
Afbeelding: 03
|
|
Afbeelding: 04
|
Installatiedraad
|
|
Modelspoordraad
|
Bron: conrad.nl
|
|
Bron: conrad.nl
|
Hoofdaders
Voor de hoofdaders is stug installatiedraad (VD-draad) het gemakkelijkst te gebruiken. Het is in meerdere kleuren en in een aantal diktes, zoals 1,5 mm² en 2,5 mm² te verkrijgen bij o.a. bouwmarkten. naar boven
Aansluitingen
Voor de draden naar de rails, decoders en verlichting (lampjes en/of leds) is gewoon standaard modelspoorkabel of -draad van bijvoorbeeld 0,14 mm² te gebruiken.
Aanleg centrale voedingsleiding
Het aanleggen van een centrale voedingsleiding is heel eenvoudig. Er zijn geen bijzondere materialen en/of -gereedschappen nodig. Een goede (zij)kniptang, schroevendraaiers, een soldeerbout en harskernsoldeer, een mesje, kroonstenen en schroefjes zijn voldoende.
Bevestigen
Het installatiedraad kan met kroonstenen aan de onderbouw worden bevestigd. Met de kroonstenen kunnen ook eventueel de draden wat meer gespannen worden. Let op dat de draad met isolatie door de kroonsteen heen kan. De kleinere draden kunnen bijvoorbeeld met kabelhouders van Conrad onder de baan geplakt worden.
|
|
|
Afbeelding: 05
|
|
Afbeelding: 06
|
Voorbeeld kroonstenen en kabelhouders
|
|
Voorbeeld centrale voedingsleiding
|
Foto gemaakt door: Ronald Koerts
|
|
Foto gemaakt door: Beneluxspoor Forumgebruiker Ferry!
|
Aansluitingen
Een aansluitingen maken op de hoofdaders, zoals bij het gebruik van installatiedraad, betekent dat het draad vrijgemaakt moet worden van de isolatie; "strippen". Op de plek waar de koperkern vrij is van isolatie is een aftakking aan de hoofdader te solderen. Zorg er daarbij wel voor dat de draden na Het solderen - dus tijdens het afkoelen - niet kunnen bewegen, anders ontstaat een zogenaamde "koude las". De verbinding kan dan weer losgaan en tevens bestaat de kans op zeer moelijk te vinden storingen in de voedingsaansluitingen.
Wisseldecoders zonder aansluiting voor een hulpvoeding
Er zijn wisseldecoders, zoals de Roco 10775, zonder extra aansluiting voor een hulpvoeding. Deze wisseldecoders krijgen zowel het digitale signaal, als de spanning voor het omzetten van de wissels op dezelfde ingang. Met gebruik van meerdere wisseldecoders van dit type tegelijkertijd, is het verstandig om een extra aparte booster, met eigen transformator aan te schaffen en deze booster te koppelen aan het digitale systeem. Dan kunnen de wissels worden aangesloten op hun eigen CVL met digitale spanning.
Meer informatie
Externe website:
|
|
Beneluxspoor.net:
|
|
Voorbeeld van een centrale voedingsleiding.
|
|
Het aansluiten van de bedrading.
|
Gerelateerde termen: Marklin, Maerklin, Mærklin
|
Laatste wijziging: 8 feb 2025 11:02 (CET)
|