|
|
(87 tussenliggende versies door 5 gebruikers niet weergegeven) |
Regel 1: |
Regel 1: |
− | __NOTOC__
| + | {{Koptekst |
− | <small><center>'''[[E10.13.03 - Systeem MpC]] - Vorige | Volgende - [[E11 - Methoden, technieken, materialen en gereedschap]]'''</center>
| + | |Vorige= Seinen digitaliseren |
− | ----
| + | |Volgende= Het schakeltableau |
− | <small>Onder redactie van: BeneluxSpoor.net</small></small>
| + | |VorigeMenu= Wissels digitaliseren |
− | ----
| + | |Auteur= Ronald Koerts |
− | | + | |Update= Fred Eikelboom |
− | | + | }} |
− | | + | {{Inhoudsopgave||Klein}} |
− | | + | Een '''centrale voedingsleiding''' (CVL) of '''ringleiding''' is iets dat bij beginners veel vragen oproept. Van "Wat is een centrale voedingsleiding?" tot "Hoe moet ik een ringleiding aanleggen?". Vroeger (medio 1985) werd [[Inleiding digitale baanbesturing|"digitaal"]] verkocht met de opmerking dat twee draden genoeg waren om de gehele modelbaan aan te sluiten en te besturen. Helaas is dat door de komst van [[Woorden - W#Wisseldecoder|wissel]]- en [[Woorden - S#Schakeldecoder|schakeldecoders]] en [[Terugmelding en/of bezetmelding|bezetmelders]] niet meer het geval; er is veel meer draad nodig om de digitale baan te besturen. Dit artikel geeft hierover een nadere uitleg. |
− | | |
− | In bewerking door Fred.
| |
− | | |
− | | |
− | | |
− | | |
− | | |
− | | |
− | Dit is een onderwerp wat veel vragen bij beginners oproept. Van 'wat is een ringleiding of centrale voedingsleiding?' tot 'Hoe moet ik een ringleiding aanleggen?'. Vroeger werd digitaal verkocht met de opmerking dat maar twee draden genoeg waren om de gehele modelbaan aan te sluiten en te besturen. Helaas is dat niet het geval, je hebt meerdere draden nodig om je digitale baan te besturen. In dit artikelen proberen wij wat nader uitleg te geven over ringleidingen oftewel centrale voedingsleidingen.
| |
− | | |
| === Ringleiding of centrale voedingsleiding? === | | === Ringleiding of centrale voedingsleiding? === |
− | Het woord ringleiding dekt eigenlijk niet de gehele lading. Het andere woord wat gebruikt wordt is dan ook Centrale Voedingsleiding, afgekort CVL. Een ringleiding loopt namelijk meestal niet rond maar is meestal meer in de vorm van een stam met aftakkingen.
| + | De term "ringleiding" dekt eigenlijk niet de gehele lading. Een betere term die gebruikt wordt is dan ook "centrale voedingsleiding". Een ringleiding hoeft ook niet rond te lopen, andere vormen zijn ook mogelijk. |
− | <br />[[Bestand:E10.14-01.jpg|400px]]
| + | {{Afbeelding |
− | <br /><i><small>E10.14-01
| + | |Bestand= E10.14-01.jpg |
− | <br />voorbeeld ringleiding met bezetmelders
| + | |Grootte= 400px |
− | <br />Foto gemaakt door M. de Deugd<br /></small></i>
| + | |Volgnummer= 01 |
− | === Waarom een ringleiding of centrale voedingsleiding gebruiken? === | + | |Omschrijving= Voorbeeld ringleiding met bezetmelders |
− | Het gebruiken van een centrale voedingsleiding zorgt voor een beter treinbedrijf op je baan. Het is niet zo dat kleine modelbanen geen centrale voedingsleiding nodig hebben en grote banen juist wel. Een kleine baan kan juist ook baat hebben met een centrale voedingsleiding. Ook bij het bouwen met modules kan het heel gemakkelijk zijn om een centrale voedingsleiding te gebruiken. De verschillende modulenormen hebben ook een norm voor het aanleggen van een centrale voedingsleiding.
| + | |Maker= Martin de Deugd |
− | | + | }} |
− | === Mag een centrale voedingsleiding rondlopen? === | + | === Waarom een centrale voedingsleiding gebruiken? === |
− | Daarover verschillen nog de meningen en zorgt iedere keer voor een discussie op het forum van Beneluxspoor.net. Het is aan te bevelen om een centrale voedingsleiding niet rond te laten lopen. Dit heeft geen wetenschappelijke basis maar is een aanbeveling. De meest gebruikte vorm is een stam met aftakkingen, dit is voor de meeste banen de geschikte vorm.
| + | Een centrale voedingsleiding (CVL) zorgt door de grotere draaddiameter er voor dat de voedingsspanning zonder spanningsverlies van de rijregelaar (bij analoog) of DCC centrale (bij digitaal) bij de rails komt. Het voorkomt ook dat door slechte railverbinders delen van de baan zonder spanning komen. Het is niet zo dat een kleine modelbaan geen [[Woorden - C#CVL.|CVL]] nodig heeft en een grote wel. Ook bij een kleine baan en het bouwen met modules kan het heel gemakkelijk zijn om een CVL te gebruiken. Er zijn [[Module-normen|normen]] voor het aanleggen van een CVL bij modules. |
− | | + | === De vorm van de CVL === |
− | === Hoeveel draden heeft een voedingsleiding? === | + | De meest gebruikte vorm voor een [[Woorden - C#CVL.|CVL]] is een "boom" met aftakkingen, dit is voor de meeste banen de geschikte vorm. Ook is het aanleggen van de CVL in stervorm een mogelijkheid.<br /> |
− | Dat ligt aan hoeveel je wil aansluiten op een voedingsleiding. Voor iedere functie van de centrale voedingsleiding heb je extra draden nodig. Hieronder volgt een overzicht met de meest gebruikte functies voor de centrale voedingsleiding: | + | Opmerking Klaas Zondervan: "Het woord "ringleiding" suggereert dat die in een ring loopt. Of dat handig is hangt van de vorm van de opstelling af.<br /> |
− | | + | Bij een langwerpige baan kun je ook een rechte voedingsleiding aanleggen en van daaruit naar de sporen aftakkingen maken." |
− | ::# [[#Voeding van de rails|Voeding van de rails]]
| + | ====Signaalleidingen==== |
− | ::# [[#Voeding van de ongedetecteerde stukken rails|Voeding van de ongedetecteerde stukken rails]]
| + | Een leiding kan werken als een antenne en daardoor kan het systeem gevoelig zijn voor stoorsignalen die worden opgevangen. In de hoogfrequent- en versterkertechniek wordt er altijd voor gezorgd dat er geen [[Woorden - A#Aardlus|aardlussen]] ontstaan omdat die kunnen leiden tot brom in een versterker ("motorboating"). Dit kan in ernstige gevallen leiden tot vernielen van een eindtrap. Om dit probleem op te lossen, wordt een weerstand van 100 tot 220 Ω tussen de beide uiteinden van de aardlus gemonteerd. Het is dus het beste, zeker bij gebruik van "flatcable" zoals bij een [[S88, S88-N, XpressNet en LocoNet|S88 terugmeldsysteem]], om een weerstand van 100 tot 220 Ω tussen de beide uiteinden van de ringleiding te monteren. Zo worden eventuele stoorsignalen verzwakt en kunnen ze geen schade of storingen veroorzaken op de S88 leiding. |
− | ::# [[#Voeding diverse decoders baanbesturing|Voeding diverse decoders baanbesturing]]
| + | ===Looptijdverschillen=== |
− | ::# [[#Voeding verlichting gebouwen en straatverlichting|Voeding verlichting gebouwen en straatverlichting]]
| + | Op [https://www.youtube.com/watch?v=I5ief4AZ5ys Youtube] geeft iemand aan de looptijdverschillen ook onverklaarbare storingen kunnen veroorzaken (vanaf 14:30). Zijn advies: de ringleiding op één plaats onderbreken. |
− | | + | === Hoeveel draden heeft een centrale voedingsleiding? === |
| + | Dat ligt er aan hoeveel (en wat) is aangesloten op de centrale voedingsleiding. Voor iedere functie van de centrale voedingsleiding zijn extra draden nodig. Hieronder volgt een overzicht van de meest gebruikte functies voor de centrale voedingsleiding: |
| + | * [[#Voeding van de rails|Voeding van de rails]]. |
| + | * [[#Voeding van de niet-gedetecteerde railsecties|Voeding van de niet-gedetecteerde railsecties]]. |
| + | * [[#Voeding diverse decoders baanbesturing|Voeding diverse decoders baanbesturing]]. |
| + | * [[#Voeding voor verlichting gebouwen en straatverlichting|Voeding voor verlichting gebouwen en straatverlichting]]. |
| ==== Voeding van de rails ==== | | ==== Voeding van de rails ==== |
− | Voor de voeding van de rails zijn twee draden nodig. Hier op staat het (digitale) signaal. De meest gebruikte kleuren voor deze twee draden zijn: Bruin voor de massadraad en Rood voor het signaaldraad. | + | Voor de voeding van de rails zijn twee dikke draden nodig. Hierop staat spanning, al dan niet digitaal. De meest gebruikte kleuren voor deze twee draden zijn bruin voor de massadraad en rood voor de signaaldraad.[[#Hoeveel draden heeft een centrale voedingsleiding?|<small> naar boven</small>]] |
− | | + | ==== Voeding van de niet-gedetecteerdee railsecties ==== |
− | ==== Voeding van de ongedetecteerde stukken rails ==== | + | Deze voedingsdraad is alleen nodig bij [[basis railsystemen|tweerail]] digitaal en bezetmelders als terugmelding. In deze draad wordt dan een [[Diodeschakeling]] opgenomen. Aan één draad van de diodeschakeling kunnen dan alle niet-gedetecteerde secties van de modelbaan aangesloten worden. De andere draad vanaf de diodeschakeling gaat naar de rode draad van de centrale. De kleur van de draad naar de diodeschakeling is meestal een aparte kleur zoals groen of blauw.[[#Hoeveel draden heeft een centrale voedingsleiding?|<small> naar boven</small>]] |
− | Deze draad is alleen nodig als men met tweerail digitaal gebruikt en bezetmelders als terugmelding gebruikt. In deze draad wordt een diodeschakeling opgenomen. Aan deze draad kunnen dan alle ongedetecteerde stukken van de modelbaan aangesloten worden. De kleur van deze draad is meestal een aparte kleur zoals groen of blauw. Zie voor meer informatie: [[E10.05.01 - Diodeschakeling]] | + | ==== Voeding van de diverse decoders ==== |
− | | + | De meeste wissel- en [[Woorden - S#Seindecoder|seindecoders]] hebben een extra aansluiting om [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] van een externe voeding te gebruiken. Door de extra aansluiting is er geen noodzaak om "dure" digitale stroom te gebruiken voor het omzetten van de wissels en/of seinen. Meestal wordt deze [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] geleverd door een oude rijregelaar met extra een wisselspanninguitgang. Daarvoor is ook de blauwe Märklin transformator te gebruiken. De twee draden voor deze voeding hebben meestal de kleuren wit en zwart. [[#Hoeveel draden heeft een centrale voedingsleiding?|<small> naar boven</small>]] |
− | ==== Voeding diverse decoders baanbesturing ==== | + | ==== Voeding voor verlichting gebouwen en straatverlichting ==== |
− | De meeste decoders (wisseldecoders en seindecoders) hebben een extra aansluiting om stroom van een extra transformator te gebruiken. Door de extra aansluiting hoef je geen ‘dure’ digitale stroom te gebruiken voor het omzetten van je wissels of seinen. Meestal wordt deze stroom geleverd door een oude analoge treintransformator met een wisselspanning uitgang. Je kan eventueel daarvoor ook een bekende blauwe Märklin analoge transformator. De twee draden voor deze functie hebben meestal de kleuren wit en zwart. | + | Het geeft een sfeervolle uitstraling wanneer de gebouwen verlicht zijn en de straatverlichting aan is op de modelbaan. Deze verbruikers moeten allemaal gevoed worden. Het is vrij simpel om daarvoor tegelijk twee extra draden mee te nemen. [[#Hoeveel draden heeft een centrale voedingsleiding?|<small> naar boven</small>]] |
− | | |
− | ==== Voeding verlichting gebouwen en straatverlichting ==== | |
− | Het geeft een sfeervolle uitstraling de gebouwen verlicht en de straatverlichting aan op de modelbaan. Deze moeten allemaal gevoed worden. Nu is het vrij simpel om als je toch aan het draden trekken bent een tweetal extra draden mee te nemen. | |
− | | |
| ==== Resumé ==== | | ==== Resumé ==== |
− | Als we alle functies met de centrale voedingleiding willen voeden dan hebben we het volgende aantal draden nodig: | + | Als alle functies d.m.v. de centrale voedingleiding gevoed moeten worden, dan is het volgende aantal draden nodig: |
− | | + | * 2 draden voor de railspanning |
− | ::* 2 draden voor de railspanning
| + | * 1 draad voor niet-gedetecteerde secties |
− | ::* 1 draad voor ongedetecteerde secties
| + | * 2 draden voor voeding decoders |
− | ::* 2 draden voor voeding decoders
| + | * 2 draden voor verlichting gebouwen en straatverlichting |
− | ::* 2 draden voor verlichting gebouwen en straatverlichting
| + | 7 draden totaal. |
− | ::* '''7 draden totaal'''
| + | {{Afbeelding |
− | <br />[[Bestand:E10.14-06.jpg|750px]]
| + | |Bestand= E10.14-06.jpg |
− | <br /><i><small>E10.14-02
| + | |Grootte= 750px |
− | <br />Principe schema centrale voedingsleiding
| + | |Volgnummer= 02 |
− | <br />Getekend door R. Koerts<br /></small></i>
| + | |Omschrijving= Principeschema van de centrale voedingsleiding |
| + | |Maker= Ronald Koerts |
| + | |Type= Tekening |
| + | }} |
| ==== Kan het met minder draden? ==== | | ==== Kan het met minder draden? ==== |
− | ja en nee In principe kan het met minder draden als je digitale centrale die gebruikt maakt het zogenaamde ‘common ground’-principe oftewel gezamenlijke massa. Hierbij mogen alle massadraden vervangen worden voor één gezamelijke massadraad.
| + | Ja en nee. In principe kan het met minder draden wanneer de digitale centrale gebruikt maakt van het zogenaamde "common ground"-principe, oftewel gezamenlijke (of gemeenschappelijke) massa. Hierbij mogen alle massadraden vervangen worden door één gezamelijke (zwarte) massadraad. |
− | <br /><br /><font color="red">'''LET OP!'''</font>''' Dit mag alleen als je digitale centrale hier geschikt voor is. Lees daarvoor de handleiding van je digitale centrale.'''
| + | {| class="wikitable" |
− | | + | | valign="center"| [[Bestand:Let-op.jpg|50px|center]]<small> '''LET OP'''</small>||valign="top"|'''Alle massadraden vervangen door één gezamelijke massadraad mag alleen als de digitale centrale hier geschikt voor is, d.w.z. als deze een "common ground" heeft. Lees daarvoor de handleiding van de digitale centrale!''' |
− | === Welke draad te gebruiken? ===
| |
− | Je kan in principe ieder elektro kabeldraad gebruiken. Voor de hoofdaders zijn dikkere kabeladers beter. Door het gebruik van dikkere aders verkom je veel spanningsverlies in je centrale voedingsleiding, dat uit zich vooral in een lager voltage aan het eind van de centrale voedingsleiding.
| |
− | {|
| |
− | | [[Bestand:E10.14-02.jpg|250px]]
| |
− | | [[Bestand:E10.14-03.jpg|250px]]
| |
| |- | | |- |
− | | <i><small>E10.14-03 <br />Installatiedraad <br />Bron Conrad<br /></small></i>
| |
− | | <i><small>E10.14-04 <br />Schakeldraad <br />Bron Conrad<br /></small></i>
| |
| |} | | |} |
| + | === Welke draadsoort te gebruiken? === |
| + | In principe is iedere elektrokabel of -draad te gebruiken. Voor de [[#Hoofdaders|hoofdaders]] is dik draad beter. Door het gebruik van dikker draad wordt spanningsverlies over de centrale voedingsleiding voorkomen. Spanningsverlies uit zich in een lagere spanning op de rails. |
| + | {{Afbeelding 2 naast elkaar |
| + | |Bestand= E10.14-02.jpg |
| + | |Grootte= 250px |
| + | |Bestand2= Draad-Conrad605905.jpg |
| + | |Grootte2= 150px |
| + | |Volgnummer= 03 |
| + | |Omschrijving= Installatiedraad |
| + | |Bron= conrad.nl |
| + | |Volgnummer2= 04 |
| + | |Omschrijving2= Modelspoordraad |
| + | |Bron2= [http://www.conrad.nl/ce/nl/product/605155 conrad.nl] |
| + | }} |
| ==== Hoofdaders ==== | | ==== Hoofdaders ==== |
− | Voor de hoofdaders is installatiedraad, ook wel VD-draad of schakeldraad genoemd, het gemakkelijkst te gebruiken. Het is in meerdere kleuren en in een aantal diktes, zoals 1.5 mm2 en 2.5mm2 te verkrijgen. | + | Voor de hoofdaders is stug installatiedraad (VD-draad) het gemakkelijkst te gebruiken. Het is in meerdere kleuren en in een aantal diktes, zoals 1,5 mm² en 2,5 mm² te verkrijgen bij o.a. bouwmarkten. [[#Welke draadsoort te gebruiken?|<small> naar boven</small>]] |
− | | |
| ==== Aansluitingen ==== | | ==== Aansluitingen ==== |
− | Voor de draden naar de rails, decoders en lampjes kan er gewoon standaard modelspoor kabeldraad van bijvoorbeeld 0.14 mm2 te gebruiken. | + | Voor de draden naar de rails, decoders en verlichting (lampjes en/of leds) is gewoon standaard modelspoorkabel of -draad van bijvoorbeeld 0,14 mm² te gebruiken. |
− | | |
| === Aanleg centrale voedingsleiding === | | === Aanleg centrale voedingsleiding === |
− | Het aanleggen van een centrale voedingleiding is heel eenvoudig. Je hebt geen bijzondere materialen en / of gereedschappen nodig. Een goede tang, schroevendraaiers, soldeerbout, klein mesje, kroonstenen en kleine schroefjes zijn voldoende. | + | Het aanleggen van een centrale voedingsleiding is heel eenvoudig. Er zijn geen bijzondere materialen en/of -gereedschappen nodig. Een goede (zij)kniptang, schroevendraaiers, een soldeerbout en harskernsoldeer, een mesje, kroonstenen en schroefjes zijn voldoende. |
− | | |
| ==== Bevestigen ==== | | ==== Bevestigen ==== |
− | Je kan bijvoorbeeld vrij eenvoudig het installatiedraad met kroonstenen aan de onderbouw bevestigen. Met de kroonstenen kunnen ook eventueel de draden wat meer gespannen worden. Let op dat de draad met isolatie door de kroonsteen heen kan. De kleinere draden kunnen bijvoorbeeld met de kabelhouders van Conrad onder de baan geplakt worden.
| + | Het installatiedraad kan met kroonstenen aan de onderbouw worden bevestigd. Met de kroonstenen kunnen ook eventueel de draden wat meer gespannen worden. Let op dat de draad met isolatie door de kroonsteen heen kan. De kleinere draden kunnen bijvoorbeeld met kabelhouders van Conrad onder de baan geplakt worden. |
− | {| | + | {{Afbeelding 2 naast elkaar |
− | | [[Bestand:E10.14-04.jpg|250px]] | + | |Bestand= E10.14-05.JPG |
− | | [[Bestand:E10.14-05.JPG|250px]]
| + | |Grootte= 250px |
− | |- | + | |Bestand2= E10.14-04.jpg |
− | | <i><small>E10.14-05 <br />Voorbeeld centrale voedingsleiding <br />Foto gemaakt door beneluxspoor forum gebruiker Ferry!<br /></small></i> | + | |Grootte2= 250px |
− | | <i><small>E10.14-06 <br />Voorbeeld kroonstenen en kabelhouders <br />Foto gemaakt door R. Koerts<br /></small></i> | + | |Volgnummer= 05 |
| + | |Omschrijving= Voorbeeld kroonstenen en kabelhouders |
| + | |Maker= Ronald Koerts |
| + | |Volgnummer2= 06 |
| + | |Omschrijving2= Voorbeeld centrale voedingsleiding |
| + | |Maker2= Beneluxspoor Forumgebruiker Ferry! |
| + | }} |
| + | ==== Aansluitingen ==== |
| + | Een aansluitingen maken op de hoofdaders, zoals bij het gebruik van installatiedraad, betekent dat het draad vrijgemaakt moet worden van de isolatie; "strippen". Op de plek waar de koperkern vrij is van isolatie is een aftakking aan de hoofdader te solderen. Zorg er daarbij wel voor dat de draden na [[Het solderen]] - dus tijdens het afkoelen - niet kunnen bewegen, anders ontstaat een zogenaamde "koude las". De verbinding kan dan weer losgaan en tevens bestaat de kans op zeer moelijk te vinden storingen in de voedingsaansluitingen. |
| + | === Wisseldecoders zonder aansluiting voor een hulpvoeding === |
| + | Er zijn [[Woorden - W#Wisseldecoder|wisseldecoders]], zoals de Roco 10775, zonder extra aansluiting voor een hulpvoeding. Deze wisseldecoders krijgen zowel het digitale signaal, als de spanning voor het omzetten van de wissels op dezelfde ingang. Met gebruik van meerdere wisseldecoders van dit type tegelijkertijd, is het verstandig om een extra aparte [[Boosters|booster]], met eigen transformator aan te schaffen en deze booster te koppelen aan het digitale systeem. Dan kunnen de wissels worden aangesloten op hun eigen CVL met digitale spanning. |
| + | {{Linkssectie begin |
| + | |Box= AlleenInfo |
| + | }} |
| + | {{Link intern |
| + | |Omschrijving= Encyclopedie artikel |
| + | |Link= Diodeschakeling |
| + | |Linknaam= De diodeschakeling |
| + | |Opmerking= Extra informatie over niet bewaakte baanstukken. |
| + | }} |
| + | {{Linkssectie scheiding}} |
| + | {{Linkssectie tussenkop |
| + | |Koptekst= Externe website: |
| + | }} |
| + | {{Link Conrad-Meerkeuze |
| + | |Volgnr= 1 <!-- conrad --> |
| + | }} |
| + | {{Linkssectie tussenkop |
| + | |Koptekst= Beneluxspoor.net: |
| + | }} |
| + | {{Link Forum-Meerkeuze |
| + | |Volgnr = 79 |
| + | |ExtraInfo= Voorbeeld van een centrale voedingsleiding. |
| + | }} |
| + | {{Link Forum-Meerkeuze |
| + | |Volgnr = 80 |
| + | |ExtraInfo= Het aansluiten van de bedrading. |
| + | }} |
| + | {{Linkssectie einde}} |
| + | {{Gerelateerde termen |
| + | |Termen= Marklin, Maerklin, Mærklin |
| + | }} |
| + | {{Voettekst |
| + | |Vorige= Seinen digitaliseren |
| + | |Volgende= Het schakeltableau |
| + | |VorigeMenu= Wissels digitaliseren |
| + | }} {| width= "100%" |
| + | |- valign= "top" |
| + | ! scope= "row" width="70%" | |
| + | | <small>Laatste wijziging: 8 feb 2025 11:02 (CET)</small> |
| |} | | |} |
− | ==== Aansluitingen ====
| + | [[Categorie: Alles|C]] |
− | Aansluitingen maken op de hoofdaders, zoals bij het gebruik van installatiedraad, is het draad vrij maken van isolatie. Op de plek waar deze vrij is van isolatie kan je een aftakking aan de hoofdader solderen.
| + | [[Categorie: Artikel|Centrale voedingsleiding]] |
− | | + | [[Categorie: Baanbesturing|C]] |
− | === Decoders zonder aansluiting voor hulpvoeding ===
| + | [[Categorie: Analoge baanbesturing|C]] |
− | Er zijn wisseldecoders, zoals de Roco 10775, zonder extra aansluiting voor een hulpvoeding. Deze wisseldecoders halen zowel het digitale signaal als de spanning voor het omzetten van de rails. Met veel wisseldecoders van dit type is het verstandig om een extra aparte versterker met eigen traformator aan te schaffen en deze te koppelen aan het digitale systeem. Dan kan je de wissels aansluiten op hun eigen CVL met digitale spanning.
| + | [[Categorie: Bedrading|C]] |
− | <br />
| + | [[Categorie: Bezetmelding/Terugmelding|C]] |
− | ----
| + | [[Categorie: Decoder|C]] |
− | <small><center>'''[[E10.13.03 - Systeem MpC]] - Vorige | Volgende - [[E11 - Methoden, technieken, materialen en gereedschap]]'''</center>
| + | [[Categorie: Digitale baanbesturing|C]] |
− | ----
| + | [[Categorie: Praktijk|C]] |
| + | [[Categorie: Verlichting|C]] |
| + | [[Categorie: Ronald Koerts|C]] |
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Ronald Koerts - Update door Fred Eikelboom
Een centrale voedingsleiding (CVL) of ringleiding is iets dat bij beginners veel vragen oproept. Van "Wat is een centrale voedingsleiding?" tot "Hoe moet ik een ringleiding aanleggen?". Vroeger (medio 1985) werd "digitaal" verkocht met de opmerking dat twee draden genoeg waren om de gehele modelbaan aan te sluiten en te besturen. Helaas is dat door de komst van wissel- en schakeldecoders en bezetmelders niet meer het geval; er is veel meer draad nodig om de digitale baan te besturen. Dit artikel geeft hierover een nadere uitleg.
Ringleiding of centrale voedingsleiding?
De term "ringleiding" dekt eigenlijk niet de gehele lading. Een betere term die gebruikt wordt is dan ook "centrale voedingsleiding". Een ringleiding hoeft ook niet rond te lopen, andere vormen zijn ook mogelijk.
|
Afbeelding: 01
|
Voorbeeld ringleiding met bezetmelders
|
Foto gemaakt door: Martin de Deugd
|
Waarom een centrale voedingsleiding gebruiken?
Een centrale voedingsleiding (CVL) zorgt door de grotere draaddiameter er voor dat de voedingsspanning zonder spanningsverlies van de rijregelaar (bij analoog) of DCC centrale (bij digitaal) bij de rails komt. Het voorkomt ook dat door slechte railverbinders delen van de baan zonder spanning komen. Het is niet zo dat een kleine modelbaan geen CVL nodig heeft en een grote wel. Ook bij een kleine baan en het bouwen met modules kan het heel gemakkelijk zijn om een CVL te gebruiken. Er zijn normen voor het aanleggen van een CVL bij modules.
De vorm van de CVL
De meest gebruikte vorm voor een CVL is een "boom" met aftakkingen, dit is voor de meeste banen de geschikte vorm. Ook is het aanleggen van de CVL in stervorm een mogelijkheid.
Opmerking Klaas Zondervan: "Het woord "ringleiding" suggereert dat die in een ring loopt. Of dat handig is hangt van de vorm van de opstelling af.
Bij een langwerpige baan kun je ook een rechte voedingsleiding aanleggen en van daaruit naar de sporen aftakkingen maken."
Signaalleidingen
Een leiding kan werken als een antenne en daardoor kan het systeem gevoelig zijn voor stoorsignalen die worden opgevangen. In de hoogfrequent- en versterkertechniek wordt er altijd voor gezorgd dat er geen aardlussen ontstaan omdat die kunnen leiden tot brom in een versterker ("motorboating"). Dit kan in ernstige gevallen leiden tot vernielen van een eindtrap. Om dit probleem op te lossen, wordt een weerstand van 100 tot 220 Ω tussen de beide uiteinden van de aardlus gemonteerd. Het is dus het beste, zeker bij gebruik van "flatcable" zoals bij een S88 terugmeldsysteem, om een weerstand van 100 tot 220 Ω tussen de beide uiteinden van de ringleiding te monteren. Zo worden eventuele stoorsignalen verzwakt en kunnen ze geen schade of storingen veroorzaken op de S88 leiding.
Looptijdverschillen
Op Youtube geeft iemand aan de looptijdverschillen ook onverklaarbare storingen kunnen veroorzaken (vanaf 14:30). Zijn advies: de ringleiding op één plaats onderbreken.
Hoeveel draden heeft een centrale voedingsleiding?
Dat ligt er aan hoeveel (en wat) is aangesloten op de centrale voedingsleiding. Voor iedere functie van de centrale voedingsleiding zijn extra draden nodig. Hieronder volgt een overzicht van de meest gebruikte functies voor de centrale voedingsleiding:
Voeding van de rails
Voor de voeding van de rails zijn twee dikke draden nodig. Hierop staat spanning, al dan niet digitaal. De meest gebruikte kleuren voor deze twee draden zijn bruin voor de massadraad en rood voor de signaaldraad. naar boven
Voeding van de niet-gedetecteerdee railsecties
Deze voedingsdraad is alleen nodig bij tweerail digitaal en bezetmelders als terugmelding. In deze draad wordt dan een Diodeschakeling opgenomen. Aan één draad van de diodeschakeling kunnen dan alle niet-gedetecteerde secties van de modelbaan aangesloten worden. De andere draad vanaf de diodeschakeling gaat naar de rode draad van de centrale. De kleur van de draad naar de diodeschakeling is meestal een aparte kleur zoals groen of blauw. naar boven
Voeding van de diverse decoders
De meeste wissel- en seindecoders hebben een extra aansluiting om stroom van een externe voeding te gebruiken. Door de extra aansluiting is er geen noodzaak om "dure" digitale stroom te gebruiken voor het omzetten van de wissels en/of seinen. Meestal wordt deze stroom geleverd door een oude rijregelaar met extra een wisselspanninguitgang. Daarvoor is ook de blauwe Märklin transformator te gebruiken. De twee draden voor deze voeding hebben meestal de kleuren wit en zwart. naar boven
Voeding voor verlichting gebouwen en straatverlichting
Het geeft een sfeervolle uitstraling wanneer de gebouwen verlicht zijn en de straatverlichting aan is op de modelbaan. Deze verbruikers moeten allemaal gevoed worden. Het is vrij simpel om daarvoor tegelijk twee extra draden mee te nemen. naar boven
Resumé
Als alle functies d.m.v. de centrale voedingleiding gevoed moeten worden, dan is het volgende aantal draden nodig:
- 2 draden voor de railspanning
- 1 draad voor niet-gedetecteerde secties
- 2 draden voor voeding decoders
- 2 draden voor verlichting gebouwen en straatverlichting
7 draden totaal.
|
Afbeelding: 02
|
Principeschema van de centrale voedingsleiding
|
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
|
Kan het met minder draden?
Ja en nee. In principe kan het met minder draden wanneer de digitale centrale gebruikt maakt van het zogenaamde "common ground"-principe, oftewel gezamenlijke (of gemeenschappelijke) massa. Hierbij mogen alle massadraden vervangen worden door één gezamelijke (zwarte) massadraad.
LET OP |
Alle massadraden vervangen door één gezamelijke massadraad mag alleen als de digitale centrale hier geschikt voor is, d.w.z. als deze een "common ground" heeft. Lees daarvoor de handleiding van de digitale centrale!
|
Welke draadsoort te gebruiken?
In principe is iedere elektrokabel of -draad te gebruiken. Voor de hoofdaders is dik draad beter. Door het gebruik van dikker draad wordt spanningsverlies over de centrale voedingsleiding voorkomen. Spanningsverlies uit zich in een lagere spanning op de rails.
|
|
|
Afbeelding: 03
|
|
Afbeelding: 04
|
Installatiedraad
|
|
Modelspoordraad
|
Bron: conrad.nl
|
|
Bron: conrad.nl
|
Hoofdaders
Voor de hoofdaders is stug installatiedraad (VD-draad) het gemakkelijkst te gebruiken. Het is in meerdere kleuren en in een aantal diktes, zoals 1,5 mm² en 2,5 mm² te verkrijgen bij o.a. bouwmarkten. naar boven
Aansluitingen
Voor de draden naar de rails, decoders en verlichting (lampjes en/of leds) is gewoon standaard modelspoorkabel of -draad van bijvoorbeeld 0,14 mm² te gebruiken.
Aanleg centrale voedingsleiding
Het aanleggen van een centrale voedingsleiding is heel eenvoudig. Er zijn geen bijzondere materialen en/of -gereedschappen nodig. Een goede (zij)kniptang, schroevendraaiers, een soldeerbout en harskernsoldeer, een mesje, kroonstenen en schroefjes zijn voldoende.
Bevestigen
Het installatiedraad kan met kroonstenen aan de onderbouw worden bevestigd. Met de kroonstenen kunnen ook eventueel de draden wat meer gespannen worden. Let op dat de draad met isolatie door de kroonsteen heen kan. De kleinere draden kunnen bijvoorbeeld met kabelhouders van Conrad onder de baan geplakt worden.
|
|
|
Afbeelding: 05
|
|
Afbeelding: 06
|
Voorbeeld kroonstenen en kabelhouders
|
|
Voorbeeld centrale voedingsleiding
|
Foto gemaakt door: Ronald Koerts
|
|
Foto gemaakt door: Beneluxspoor Forumgebruiker Ferry!
|
Aansluitingen
Een aansluitingen maken op de hoofdaders, zoals bij het gebruik van installatiedraad, betekent dat het draad vrijgemaakt moet worden van de isolatie; "strippen". Op de plek waar de koperkern vrij is van isolatie is een aftakking aan de hoofdader te solderen. Zorg er daarbij wel voor dat de draden na Het solderen - dus tijdens het afkoelen - niet kunnen bewegen, anders ontstaat een zogenaamde "koude las". De verbinding kan dan weer losgaan en tevens bestaat de kans op zeer moelijk te vinden storingen in de voedingsaansluitingen.
Wisseldecoders zonder aansluiting voor een hulpvoeding
Er zijn wisseldecoders, zoals de Roco 10775, zonder extra aansluiting voor een hulpvoeding. Deze wisseldecoders krijgen zowel het digitale signaal, als de spanning voor het omzetten van de wissels op dezelfde ingang. Met gebruik van meerdere wisseldecoders van dit type tegelijkertijd, is het verstandig om een extra aparte booster, met eigen transformator aan te schaffen en deze booster te koppelen aan het digitale systeem. Dan kunnen de wissels worden aangesloten op hun eigen CVL met digitale spanning.
Meer informatie
Externe website:
|
|
Beneluxspoor.net:
|
|
Voorbeeld van een centrale voedingsleiding.
|
|
Het aansluiten van de bedrading.
|
Gerelateerde termen: Marklin, Maerklin, Mærklin
|
Laatste wijziging: 8 feb 2025 11:02 (CET)
|