|
|
Regel 32: |
Regel 32: |
| === Beveiliging en bediening === | | === Beveiliging en bediening === |
| De belangrijkste taak van de computer is de beveiliging. De plaatsen (posities) van alle treinen zijn ten allen tijde bekend, en de computer verzorgt de stroomtoevoer naar een blok, afhankelijk van de ingestelde rijweg. | | De belangrijkste taak van de computer is de beveiliging. De plaatsen (posities) van alle treinen zijn ten allen tijde bekend, en de computer verzorgt de stroomtoevoer naar een blok, afhankelijk van de ingestelde rijweg. |
− | Je kunt één- of meer bedieningspanelen gebruiken, en daarop de treinen zien rijden aan de hand van rode, gele en groene Led’s. Je hebt steeds de keus tussen 'volledig automatisch rijden' of 'volledig handgestuurd', danwel een mengvorm van die twee. Maar de beveiliging blijft steeds in handen van de computer.<br /><br /> | + | Je kunt één- of meer bedieningspanelen gebruiken, en daarop de treinen zien rijden aan de hand van rode, gele en groene Led’s. Je hebt steeds de keus tussen 'volledig automatisch rijden' of 'volledig handgestuurd', danwel een mengvorm van die twee. Maar de beveiliging blijft steeds in handen van de computer. Die zorgt er dus bijvoorbeeld voor dat geen tegenstrijdige rijwegen kunnen worden ingesteld.<br /><br /> |
| Er bestaat de mogelijkheid om vaste routes te rijden, als je die maar beschreven hebt. Ook pendeltreinen op een enkelsporig baanvak kunnen zo eindeloos heen-en-weer rijden. De kunst is dan om een aantal treinen op routes te zetten en met de handbesturing andere treinen daar tussendoor te leiden. | | Er bestaat de mogelijkheid om vaste routes te rijden, als je die maar beschreven hebt. Ook pendeltreinen op een enkelsporig baanvak kunnen zo eindeloos heen-en-weer rijden. De kunst is dan om een aantal treinen op routes te zetten en met de handbesturing andere treinen daar tussendoor te leiden. |
| Het voordeel, in het bijzonder voor een clubbaan, is dat in de gemotoriseerde voertuigen geen decoder behoeft te worden ingebouwd. Het systeem is voor alle schalen geschikt (ook schaal Z, 1:220), maar alléén voor gelijkstroom.<br /> | | Het voordeel, in het bijzonder voor een clubbaan, is dat in de gemotoriseerde voertuigen geen decoder behoeft te worden ingebouwd. Het systeem is voor alle schalen geschikt (ook schaal Z, 1:220), maar alléén voor gelijkstroom.<br /> |
Versie van 8 jun 2010 om 10:59
E10.13.02 - Systeem DINAMO - Vorige | Volgende - E10.13.04 - Systeem MIRACOS
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Dick van der Knaap
35px
Inleiding
Het systeem MpC (van Gahler und Ringstmeier) is een in Nederland relatief onbekend - zogenaamd blokgestuurd - systeem. Dat houdt in dat de modelspoorbaan in blokken is verdeeld, waarbij elk blok zijn eigen elektronica heeft, die weer de rijstroom van de verschillende treinen regelt. Het geheel wordt bestuurd met behulp van een DOS-gebaseerd programma, waarvoor slechts een oude computer voldoende is (DOS is de afkorting van 'Disk Operating System').
Interfacekaart, Blokkaarten en voeding
In een 19 Inch-rek worden insteekkaarten gemonteerd. Dit geheel communiceert met de computer via een interface-kaart, met daarop een speciaal geprogrammeerde Eprom. Deze is verkrijgbaar bij de heer Ringstmeier en voor het gebruik moet een licentie worden aangeschaft.
Elke gemonteerde kaart heeft ofwel twee blokaansluitingen, óf vier hulp-blokaansluitingen, danwel acht bezetmelders, acht wisselaansluitingen, 32 schakelaars of 32 Led-aansluitingen. Op deze kaarten gebeurt dus, wat bij andere systemen door decoders en terugmelders wordt gedaan.
De voeding wordt verzorgd door middel van enkele ringkerntrafo’s. Enige elektronica regelt het geheel, en dient onder meer om alles tegen kortsluiting te beveiligen.
Werking systeem
Wat betreft de werking is het systeem vergelijkbaar met andere digitale systemen, met als bijzonderheid dat de regeling werkt doordat de chips (IC's) op de insteekkaarten zitten, en niet in de locs en de decoders.
Zoals bij alle computerbesturingen het geval is, dienen van tevoren de nodige gegevens aan de computer te worden verteld door middel van invulformulieren. Daardoor weet de computer bijvoorbeeld;
- de volgorde van de blokken en hulpblokken
- wat de doorrijdblokken zijn (die hebben dus geen stopsectie)
- welke wissels moeten worden omgezet voor een bepaalde rijweg
- welke rijwegen er zijn, met bijbehorende wissels
- wat de eigenschappen van een blok zijn (maximumsnelheid, lengte)
- welke terugmelders bij een baandeel horen
- welk sein bij een blok hoort (regeling correcte seinbeeld)
- wat de rijeigenschappen van een loc, treinstel of trein zijn (optrekken, afremmen, maximum snelheid, kruipsnelheid tot stop).
Maximaal kan het systeem 400 treinen aan.
De terugmelding gebeurt, doordat de computer vaststelt dat er een stroomverbruiker op een melder aanwezig is. Daarom moet de laatste as van een trein iets stroom afnemen, wat eventueel bereikt wordt door het aanbrengen van weerstandslak.
Bij een weerstand van ongeveer 10 tot 15 kΩ (kiloOhm) wordt het einde van een trein netjes gedetecteerd.
Beveiliging en bediening
De belangrijkste taak van de computer is de beveiliging. De plaatsen (posities) van alle treinen zijn ten allen tijde bekend, en de computer verzorgt de stroomtoevoer naar een blok, afhankelijk van de ingestelde rijweg.
Je kunt één- of meer bedieningspanelen gebruiken, en daarop de treinen zien rijden aan de hand van rode, gele en groene Led’s. Je hebt steeds de keus tussen 'volledig automatisch rijden' of 'volledig handgestuurd', danwel een mengvorm van die twee. Maar de beveiliging blijft steeds in handen van de computer. Die zorgt er dus bijvoorbeeld voor dat geen tegenstrijdige rijwegen kunnen worden ingesteld.
Er bestaat de mogelijkheid om vaste routes te rijden, als je die maar beschreven hebt. Ook pendeltreinen op een enkelsporig baanvak kunnen zo eindeloos heen-en-weer rijden. De kunst is dan om een aantal treinen op routes te zetten en met de handbesturing andere treinen daar tussendoor te leiden.
Het voordeel, in het bijzonder voor een clubbaan, is dat in de gemotoriseerde voertuigen geen decoder behoeft te worden ingebouwd. Het systeem is voor alle schalen geschikt (ook schaal Z, 1:220), maar alléén voor gelijkstroom.
Er is ook een nadeel: bijzondere functies zoals fluiten, motorgeluid, rangeerseinen en dergelijke, worden niet ondersteund.
Meer informatie en downloads:
Voor meer informatie zie de website van Gahler und Ringstmeier: MpC
E10.13.02 - Systeem DINAMO - Vorige | Volgende - E10.14 - Centrale voedingsleiding