Persoonlijke instellingen

Schaduwstations: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k
k (txt)
 
(93 tussenliggende versies door 6 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
<small><center>'''[[E04.06 - Coulissen en verdwijnpunten]] - Vorige | Volgende - [[E04.08 - Treinen keren]]'''</center>
+
{{Koptekst
----
+
|Vorige= Coulissen en verdwijnpunten
<small>Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / auteur Ronald Koerts </small></small>
+
|Volgende= Treinen keren
----
+
|VorigeMenu= Ontwerp baanplan
<br />Bijna iedereen is wel begonnen met een ovaal op een platte plaat. Je zag de trein het hele rondje maken. Bij uitbreiding werd meestal een berg gemaakt waar de trein onderdoor rijdt. Nog steeds blijft hetzelfde rondje en weinig afwisseling in de dienstregeling. Daar zijn oplossingen voor: het schaduwstation.
+
|Auteur= Ronald Koerts
<br />
+
}}
<br />'''Waarom een schaduwstation?'''
+
{{Inhoudsopgave||Klein}}
<br />Een schaduwstation kan zorgen voor een afwisselender beeld op de modelbaan. Door treinen tijdelijk in een schaduwstation te “parkeren” kan een andere trein op het zichtbare gedeelte rijden. Dat geeft een afwisselender beeld. Door een goede planning van het schaduwstation kan je modelbaan voor de toeschouwer verrassender worden. Hij of zij weet dan niet meer waar een trein te voorschijn komt.
 
<br />
 
<br />'''Locaties'''
 
<br />De locatie van een schaduwstation ligt aan de ruimte die men heeft. De meest voorkomende locaties zijn:
 
#Aan de achterzijde van de baan
 
#Aan de zijkanten van de baan
 
#Onder het zichtbare gedeelte van de baan
 
 
 
<br />''Aan de achterzijde van de baan''
 
<br />Bij deze oplossing ligt het schaduwstation aan de achterkant van de baan. Meestal liggen het schaduwstation op hetzelfde niveau als het zichtbare gedeelte. Deze vorm wordt veel gebruikt bij tentoonstellingbanen.
 
<br />[[Bestand:E04.07-01.jpg|400px]]
 
<br /><i><small>E04.07-01 schaduwstation aan achterzijde
 
<br />Getekend R. Koerts<br /></small></i>
 
 
 
<br />''Zijkanten van de baan''
 
<br />Dit is een veel gebruikte oplossing bij pendelbanen. Het schaduwstation ligt op het zelfde niveau als het zichtbare gedeelte. Het schaduwstation kan dan aan één zijde zitten of aan de beide zijden. De uitvoering kan in de vorm van een keerlus met kopsporen of juist alleen kopsporen.
 
<br />[[Bestand:E04.07-02.jpg|400px]]
 
<br /><i><small>E04.07-02 schaduwstation aan zijkanten
 
<br />Getekend R. Koerts<br /></small></i>
 
 
 
<br />''Onder het zichtbare gedeelte''
 
<br />Dit is een veel gebruikte constructie. Onder het zichtbare gedeelte worden de treinen gestald. Dit vergt eerst dat er ook ruimte gebruikt moet worden om tot op het onderste niveau te kunnen komen. Dit kan met hellingen en klimspiralen. Het onderste niveau moet wel bereikbaar zijn voor calamiteiten. Dit betekent dat er genoeg ruimte tussen de twee niveaus nodig is.
 
<br />[[Bestand:E04.07-03.jpg|400px]]
 
<br /><i><small>E04.07-03 schaduwstation onder zichtbaar gedeelte
 
<br />Getekend R. Koerts<br /></small></i>
 
 
 
<br />'''Hoe groot moet het schaduwstation zijn?'''
 
<br />De grootte van het schaduwstation is afhankelijk van de ruimte die beschikbaar is. Daarnaast is het zichtbare gedeelte van de baan ook bepalend. Het heeft namelijk geen zin om een schaduwstation van 10 sporen aan te leggen bij een klein station met maar 2 sporen. Het schaduwstation moet dus afgestemd zijn op de baan. Toch is het verstandig om het schaduwstation te bouwen op “de groei” dus niet van “ik heb nu maar 4 treinen dus mijn schaduwstation hoeft maar 3 sporen te hebben”. Maar een enkele reserve opstelsporen naar verhouding van de baan is eigenlijk een must.
 
<br />
 
<br />'''Lengte sporen'''
 
<br />De lengte van de sporen in je schaduwstation moeten afgestemd zijn op de maximale lengte van stationssporen in het zichtbare gedeelte of juist de maximale lengte van een (elektrisch) blok. Bij voldoende lengte kan je op een opstelspoor in je schaduwstation meerdere treinen stallen.
 
<br />
 
<br />'''Boogstralen'''
 
<br />In het schaduwstation kunnen kleinere boogstralen gebruikt worden dan in het zichtbare gedeelte. Je dient alleen op te letten of een locomotief of treinstel wel door de straal kan rijden. Daardoor is een minimale boogstraal van 420mm tegenwoordig het minimum dat aanbevolen wordt.
 
<br />
 
<br />'''Doorgaande en kopsporen'''
 
<br />Een schaduwstation kan doorgaande sporen, kopsporen of een combinatie van die twee hebben. Kopsporen worden veel al gereserveerd voor treinstellen of trek-duw-treinen, deze kunnen dan met de andere kant terug rijden. Voor getrokken treinen zijn doorgaande sporen zijn gemakkelijk, dit kan eventueel gecombineerd worden met een keerlus.
 
<br />
 
<br />'''Keerlus'''
 
<br />Een schaduwstation kan ook een keerlus zijn. Hierdoor kunnen getrokken treinen zonder het wisselen of omlopen van een locomotief door rijden. In de keerlus kunnen dan ook opstelsporen opgenomen worden. Als je geen mangaten nodig hebt voor de bereikbaarheid kan je ook extra kopsporen opnemen voor treinstellen. Bij een keerlus moet opgelet worden, er moet een keerlusschakeling toegepast worden. Dit voorkomt problemen met kortsluiting in de modelbaan.
 
<br />[[Bestand:E04.07-04.jpg|400px]]
 
<br /><i><small>E04.07-04 Benodigde ruimte keerlus
 
<br />Getekend R. Koerts<br /></small></i>
 
 
 
<br />
 
<br />'''Fiddle Yard'''
 
<br />Letterlijk vertaald “rommeltuin”. Het is een soort schaduwstation dat veel ruimte kan besparen en toch veel opstelruimte. Meestal bestaat het uit een aantal rechte opstelsporen naast elkaar waar complete treinen op kunnen staan. Om alle sporen te kunnen gebruiken schuift men alle opstelsporen heen en weer. Een nadeel kan zijn dat er in de fiddle yard gerangeerd moet worden met locomotieven om deze weer voor de rijtuigen te krijgen. De bouw en automatisering van dit soort constructie zijn wel complete zelfbouwprojecten. Zie voor een aantal voorbeeldprojecten onder meer informatie en downloads.
 
<br />
 
<br />'''Grote draaischijf.'''
 
<br />Dit is een variant op het bekende fiddle yard concept. Ook hier liggen veel opstelsporen naast elkaar en bieden de ruimte om complete treinen op te stellen. Door deze uit te voeren als “draaischijf” kunnen nu complete treinen gedraaid worden waardoor er niet gerangeerd hoeft te worden bij getrokken treinen. Deze constructie neemt nogal wat ruimte in. Het draaien kan natuurlijk zowel met de hand als geautomatiseerd gebeuren. De bouw en automatisering van dit soort constructie zijn wel complete zelfbouwprojecten.
 
<br />
 
<br />'''Eenrichtingsverkeer'''
 
<br />Het mooiste is als er in het schaduwstation al het treinverkeer één richting op rijdt. Door het eenrichtingsverkeer is het mogelijk dat de uitrijwissels niet bediend hoeven te worden. Deze kunnen door de treinen zelf omgelegd worden. Dit kan schelen in de kosten. Mocht het eenrichtingsverkeer niet mogelijk zijn door bijvoorbeeld door gebrek aan ruimte, dan kan je een aantal sporen toewijzen aan een bepaalde richting.
 
<br />
 
<br />'''Bereikbaarheid.'''
 
<br />Om bij calamiteiten toch nog bij gestrande treinen te kunnen komen moet een schaduwstation goed bereikbaar zijn. Bij de bereikbaarheid dient men aan de volgende punten te denken:
 
<br />
 
#Ruimte tussen de niveaus
 
#Reikwijdte
 
<br />''Ruimte tussen de niveaus''
 
<br />Dit onderdeel wordt nog wel eens onderschat. Men denkt dat een hoogte van 60 of 70mm tussen de twee platen genoeg is. Dat is meestal net genoeg om een trein onder door te laten rijden maar om dan is er geen ruimte meer om met bijvoorbeeld een hand over de trein te kunnen reiken. Het is beter om meer ruimte tussen de twee niveaus aan te houden. De benodigde hoogte kan men zelf bepalen, voor zowel schaal H0 als de schaal N is de minimaal benodigde hoogte ongeveer hetzelfde. Je hebt namelijk altijd met de volgende zaken rekening te houden:
 
<br />
 
#Profiel van vrije ruimte voor het rijden van de treinen
 
:Dit is afhankelijk van de schaal en deze maat kunnen gevonden worden in de NEM-normen.
 
#Hoogte van de rails
 
:Deze maat is afhankelijk van welke rails gebruikt wordt. Of de rails met bedding of zonder bedding is uitgevoerd.
 
#Geluidsisolatie onder de rails
 
:Sommige mensen gebruiken geen geluidsisolatie onder de rails, dit is afhankelijk van de dikte het gebruikte materiaal. De bekende blauwe ondervloerplaten zijn bijvoorbeeld 3mm dikt.
 
#Hoogte van ondergrondse wisselaandrijvingen
 
:Afhankelijk van het gebruikt van welke aandrijvingen gebruikt wordt. De bekende Tortoise aandrijvingen (oftewel “Turtles”) zijn bijvoorbeeld een mm of 70 hoog. De bekende aandrijvingen van Conrad zijn bijvoorbeeld maar 22mm hoog.
 
#Dikte van de platen
 
:Deze maat is natuurlijk afhankelijke van welke plaatmateriaal gebruikt wordt.
 
#Constructiedikte van de onderbouw
 
 
 
<br />
 
<br />De totaalmaat is natuurlijk afhankelijk van welke onderbouw je hebt, de dikte van je platen, welke wisselaandrijvingen je gebruikt, enzovoort. Een algemene regel kan je wel zeggen dat een minimale maat voor schaal N uit op een minimale hoogte van 100mm en voor de schaal H0 op een minimale hoogte van 140mm. Bij alle twee de maten zou het rijden met bovenleiding geen probleem moeten zijn. Helaas is het dan nauwelijks mogelijk om tussen de plaat en eventuele modeltreinen een hand te houden.
 
<br />
 
  
 +
Een '''schaduwstation''' is een onzichtbaar deel van een modelbaan waar meerdere treinen tijdelijk kunnen worden "geparkeerd".
 +
=== Waarom een schaduwstation? ===
 +
Een schaduwstation kan zorgen voor meer afwisseling op de modelbaan. Door treinen tijdelijk in een schaduwstation te "parkeren" kan een andere trein op het zichtbare gedeelte rijden. Dat geeft een gevarieerder beeld. Door een goede planning van het schaduwstation kan de modelbaan voor de toeschouwer verrassender worden. Het is dan niet meer direct te zien welke trein waar te voorschijn komt.
 +
=== Locaties ===
 +
De locatie van een schaduwstation is afhankelijk van de ruimte die beschikbaar is. De meest voorkomende locaties zijn:
 +
* aan de achterzijde van de baan;
 +
* aan de zijkanten van de baan;
 +
* onder het zichtbare gedeelte van de baan.
 +
==== Aan de achterzijde van de baan ====
 +
Bij deze oplossing ligt het schaduwstation aan de achterzijde van de baan. Meestal ligt het schaduwstation dan op hetzelfde niveau als het zichtbare gedeelte. Deze vorm wordt veel gebruikt bij tentoonstellingsbanen.
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= E04.07-01.jpg
 +
|Grootte= Normaal
 +
|Volgnummer= 01
 +
|Omschrijving= Schaduwstation aan achterzijde
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
==== Aan de zijkanten van de baan ====
 +
Dit is een veel gebruikte oplossing bij pendelbanen. Het schaduwstation ligt op het zelfde niveau als het zichtbare gedeelte. Het schaduwstation kan dan aan één zijde zitten of aan de beide zijden. De uitvoering kan in de vorm van een keerlus met kopsporen of juist alleen maar kopsporen (zie het artikel [[Keerlus]]).
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= E04.07-02.jpg
 +
|Grootte= Normaal
 +
|Volgnummer= 02
 +
|Omschrijving= Schaduwstation aan zijkanten
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
==== Onder het zichtbare gedeelte van de baan ====
 +
Dit is een veel gebruikte constructie. Onder het zichtbare gedeelte worden de treinen gestald. Dit vereist dat er ook ruimte moet zijn om op het onderste niveau te kunnen komen. Dit kan met hellingen en klimspiralen. Het onderste niveau moet wel bereikbaar zijn bij calamiteiten. Dit betekent dat er genoeg ruimte tussen de twee niveaus nodig is.
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= E04.07-03.jpg
 +
|Grootte= Normaal
 +
|Volgnummer= 03
 +
|Omschrijving= Schaduwstation onder het zichtbare gedeelte
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
=== Hoe groot moet het schaduwstation zijn? ===
 +
De grootte van het schaduwstation is afhankelijk van de ruimte die beschikbaar is. Daarnaast is het zichtbare gedeelte van de baan ook bepalend. Het heeft geen zin om een schaduwstation van 10 sporen aan te leggen bij een klein station met maar twee sporen. Het schaduwstation moet dus afgestemd zijn op de baan. Toch is het verstandig om het schaduwstation te bouwen op "de groei" dus niet van '''ik heb op dit moment maar vier treinen, dus mijn schaduwstation hoeft maar drie sporen te hebben.''' Enkele reserve-opstelsporen in verhouding tot de baan, zijn wel nodig.
 +
=== Lengte van de sporen ===
 +
De lengte van de sporen in het schaduwstation moet afgestemd zijn op de maximale lengte van de stationssporen in het zichtbare gedeelte, of juist de maximale lengte van een (elektrisch) blok. Bij voldoende lengte zijn met digitale besturing in het schaduwstation meerdere treinen te stallen.
 +
=== Boogstralen ===
 +
In het schaduwstation kunnen kleinere boogstralen gebruikt worden dan in het zichtbare gedeelte. Er moet echter wel op gelet worden dat een locomotief of treinstel wel door de geringere boogstraal kan rijden. Daarom wordt een minimale boogstraal aanbevolen van 420 mm voor schaal H0 en van 300 mm voor schaal N.
 +
=== Doorgaande- en kopsporen ===
 +
Een schaduwstation kan doorgaande sporen, kopsporen of een combinatie van die twee hebben. Kopsporen worden veelal gereserveerd voor treinstellen of trek-duw-treinen; deze kunnen dan in de tegenovergestelde richting terugrijden. Voor getrokken treinen zijn doorgaande sporen gemakkelijk, deze kunnen eventueel gecombineerd worden met een keerlus.
 +
=== Keerlus ===
 +
Een schaduwstation kan ook een [[keerlus]] (of onderdeel van een keerlus) zijn. Hierdoor kunnen getrokken treinen, zonder het wisselen of omlopen van een locomotief, doorrijden. In de keerlus kunnen dan ook opstelsporen opgenomen worden. Wanneer mangaten niet nodig zijn voor de bereikbaarheid, kunnen ook extra kopsporen worden opgenomen voor treinstellen. Bij een keerlus in een tweerailbaan moet er op gelet worden dat er een [[Woorden - K#Keerlusschakeling|keerlusschakeling]] toegepast moet worden om kortsluiting te voorkomen.
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= E04.07-04.jpg
 +
|Grootte= Normaal
 +
|Volgnummer= 04
 +
|Omschrijving= Benodigde ruimte voor keerlus
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
=== "Fiddle yard" ===
 +
Letterlijk vertaald "rommeltuin", een soort schaduwstation dat veel ruimte kan besparen en toch veel opstelruimte biedt. Meestal bestaat het uit een aantal rechte opstelsporen naast elkaar, waar complete treinen op kunnen staan. Om alle sporen te kunnen gebruiken, schuift men de gehele constructie heen en weer. Een nadeel kan zijn dat er gerangeerd moet worden met locomotieven om deze weer voor de rijtuigen te krijgen. De bouw en automatisering van dit soort constructies zijn wel complete zelfbouwprojecten. Zie voor een aantal voorbeeldprojecten: [[Schaduwstations#Meer in formatie|"Meer informatie"]] onderaan dit artikel.
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= E04.07-24.jpg
 +
|Grootte= Normaal
 +
|Volgnummer= 05
 +
|Omschrijving= Een voorbeeld van een Fiddle Yard met kleine draaischijf voor locomotieven
 +
|Maker= R.J. de Vries
 +
}}
 +
=== Grote draaischijf ===
 +
Dit is een variant op het bekende Fiddle Yard-concept. Ook hier liggen veel opstelsporen naast elkaar en is er ruimte om complete treinen op te stellen. Door de Fiddle Yard uit te voeren als [[Draaischijfoplossingen|"draaischijf"]] kunnen nu complete treinen gedraaid worden, waardoor er bij getrokken treinen niet gerangeerd hoeft te worden. Deze constructie neemt nogal wat ruimte in. Het draaien kan natuurlijk zowel met de hand als geautomatiseerd gebeuren. De bouw en automatisering van dit soort constructies zijn wel complete zelfbouwprojecten.
 +
=== Eénrichtingsverkeer ===
 +
Het mooiste is het wanneer in het schaduwstation al het treinverkeer in één richting rijdt. Door het éénrichtingsverkeer is het mogelijk dat de uitrijwissels niet bediend hoeven te worden. Deze kunnen door de treinen zelf omgelegd worden, mits het puntstuk niet gepolariseerd is, anders ontstaat er kortsluiting op het puntstuk. Dit omleggen door de treinen kan schelen in de kosten. Mocht het éénrichtingsverkeer niet mogelijk zijn door bijvoorbeeld gebrek aan ruimte, dan kan een aantal sporen worden toegewezen aan één bepaalde rijrichting.
 +
=== Bereikbaarheid ===
 +
Om bij calamiteiten toch nog bij gestrande treinen te kunnen komen, moet een schaduwstation goed bereikbaar zijn. Bij de bereikbaarheid dient men aan de volgende punten te denken:
 +
* [[#Ruimte tussen de niveaus|Ruimte tussen de niveaus]];
 +
* [[#Reikwijdte|Reikwijdte]].
 +
==== Ruimte tussen de niveaus ====
 +
Dit onderdeel wordt nog wel eens onderschat. Men veronderstelt dan dat een hoogte van 60 of 70 mm tussen de twee platen genoeg is. Dat is meestal net genoeg om een trein onderdoor te laten rijden maar dan is er geen ruimte meer om met bijvoorbeeld een hand over de trein te kunnen reiken. Het is beter om meer ruimte tussen de twee niveaus aan te houden. De benodigde hoogte kan men zelf bepalen, voor zowel schaal H0 als schaal N is de minimaal benodigde hoogte ongeveer hetzelfde. Er moet altijd met het volgende rekening worden gehouden:
 +
:* Profiel van vrije ruimte (PVR) voor het rijden van de treinen.
 +
:: Dit is afhankelijk van de schaal en deze maten kunnen gevonden worden in de [[Modelbaannormen NEM/MOROP, NMRA en RCN]].
 +
:* De hoogte van de rails;
 +
:: Deze maat is afhankelijk van welke rails gebruikt wordt en of de rails met bedding of zonder bedding uitgevoerd is.
 +
:* Geluidisolatie onder de rails;
 +
:: Dit is afhankelijk van de dikte van het gebruikte materiaal; sommige mensen gebruiken geen geluidisolatie onder de rails. De bekende blauwe ondervloerplaten zijn bijvoorbeeld drie mm dik.
 +
:* Hoogte van ondergrondse wisselaandrijvingen;
 +
:: Afhankelijk van welke soort aandrijvingen gebruikt wordt. De bekende Tortoise aandrijvingen (oftewel Turtles) zijn bijvoorbeeld ongeveer 70 mm hoog. De bekende aandrijvingen van Conrad zijn daarentegen maar 22 mm hoog.
 +
:* Dikte van de railsdragende platen;
 +
:: Deze maat is natuurlijk afhankelijke van welk plaatmateriaal gebruikt wordt.
 +
:* Constructiedikte van de onderbouw;
 +
De totaalmaat is dus afhankelijk van welke onderbouw we hebben, de dikte van de platen, welke wisselaandrijvingen we gebruiken, enzovoort. Als algemene regel kunnen we uitgaan van een minimale hoogte van 100 mm voor schaal N en van 140 mm voor schaal H0. Bij beide maten zou het rijden met bovenleiding geen probleem moeten zijn. Helaas is het dan nauwelijks mogelijk om tussen de plaat en eventueel aanwezige modeltreinen een hand te houden, en dat is voor de bereikbaarheid bij eventuele ontsporingen eigenlijk wel een vereiste.
 
{|"
 
{|"
| [[Bestand:E04.07-05.jpg|150x200px]]
+
| Colspan="5" |'''Niveauverschillen bij schaal H0'''
| [[Bestand:E04.07-06.jpg|150x200px]]
 
| [[Bestand:E04.07-07.jpg|150x200px]]
 
| [[Bestand:E04.07-08.jpg|150x200px]]
 
| [[Bestand:E04.07-09.jpg|150x200px]]
 
| [[Bestand:E04.07-10.jpg|150x200px]]
 
 
|-
 
|-
| <i><small>E04.07-05: H0 hoogte 80mm</small></i>
+
|
| <i><small>E04.07-06: H0 hoogte 100mm</small></i>
+
{{Afbeelding
| <i><small>E04.07-07: H0 hoogte 120mm</small></i>
+
|Bestand= E04.07-05.jpg
| <i><small>E04.07-08: H0 hoogte 140mm</small></i>
+
|Grootte= 150x200px
| <i><small>E04.07-09: H0 hoogte 200mm</small></i>
+
|Volgnummer= 06
| <i><small>E04.07-10: H0 hoogte 140mm</small></i>
+
|Omschrijving= H0 hoogte 80 mm
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
|
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= E04.07-06.jpg
 +
|Grootte= 150x200px
 +
|Volgnummer= 07
 +
|Omschrijving= H0 hoogte 100 mm
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
|
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= E04.07-07.jpg
 +
|Grootte= 150x200px
 +
|Volgnummer= 08
 +
|Omschrijving= H0 hoogte 120 mm
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
|
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= E04.07-08.jpg
 +
|Grootte= 150x200px
 +
|Volgnummer= 09
 +
|Omschrijving= H0 hoogte 140 mm
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
|
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= E04.07-09.jpg
 +
|Grootte= 150x200px
 +
|Volgnummer= 10
 +
|Omschrijving= H0 hoogte 200 mm
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
|
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= E04.07-10.jpg
 +
|Grootte= 150x200px
 +
|Volgnummer= 11
 +
|Omschrijving= H0 hoogte 240 mm
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 
|-
 
|-
| [[Bestand:E04.07-11.jpg|150x200px]]
+
<!-- tweede rij -->
| [[Bestand:E04.07-12.jpg|150x200px]]
+
|<br />
| [[Bestand:E04.07-13.jpg|150x200px]]
 
| [[Bestand:E04.07-14.jpg|150x200px]]
 
| [[Bestand:E04.07-15.jpg|150x200px]]
 
| [[Bestand:E04.07-16.jpg|150x200px]]
 
 
|-
 
|-
| <i><small>E04.07-11: N hoogte 60mm</small></i>
+
| Colspan="5" |'''Niveauverschillen bij schaal N'''
| <i><small>E04.07-12: N hoogte 80mm</small></i>
+
|-
| <i><small>E04.07-13: N hoogte 100mm</small></i>
+
|
| <i><small>E04.07-14: N hoogte 120mm</small></i>
+
{{Afbeelding
| <i><small>E04.07-15: N hoogte 140mm</small></i>
+
|Bestand= E04.07-11.jpg
| <i><small>E04.07-16: N hoogte 200mm</small></i>
+
|Grootte= 150x200px
 +
|Volgnummer= 12
 +
|Omschrijving= N hoogte 60 mm
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
|
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= E04.07-12.jpg
 +
|Grootte= 150x200px
 +
|Volgnummer= 13
 +
|Omschrijving= N hoogte 80 mm
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
|
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= E04.07-13.jpg
 +
|Grootte= 150x200px
 +
|Volgnummer= 14
 +
|Omschrijving= N hoogte 100 mm
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
|
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= E04.07-14.jpg
 +
|Grootte= 150x200px
 +
|Volgnummer= 15
 +
|Omschrijving= N hoogte 120 mm
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
|
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= E04.07-15.jpg
 +
|Grootte= 150x200px
 +
|Volgnummer= 16
 +
|Omschrijving= N hoogte 140 mm
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
|
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= E04.07-16.jpg
 +
|Grootte= 150x200px
 +
|Volgnummer= 17
 +
|Omschrijving= N hoogte 200 mm
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 
|}
 
|}
<br />Een advieshoogte is eigenlijk een stuk groter dan de minimale maat. De hoogtes zijn zo groot dat je ruim met je hand tussen kan. Daarnaast zijn wisselaandrijvingen en bedrading gemakkelijk bereikbaar. De advieshoogtes zijn voor H0 240mm en voor N toch echt minimaal 200mm
+
Het advies is eigenlijk om de hoogte een stuk ruimer te nemen dan de minimale maat, zodat er ruimte is om er met de hand tussen te kunnen. Daarnaast zijn de wisselaandrijvingen en de bedrading gemakkelijk bereikbaar. De advieshoogtes zijn 240 mm voor schaal H0 en minimaal 200 mm voor schaal N.
<br />
+
==== Reikwijdte ====
<br />''Reikwijdte.''
+
Onder gunstige omstandigheden heeft een normaal mens een reikwijdte van ongeveer 800 mm (80 cm). Bij gedeeltes ondergronds is dat niet mogelijk. Door de aanwezigheid van treinen, wisselaandrijvingen, delen van de onderbouw, printplaten en bedrading is deze minder groot. Er kan gesteld worden dat meer ruimte tussen de niveaus, meer reikwijdte geeft. Houd voor de schaduwgedeeltes van een modelbaan een reikwijdte van 500 mm (50 cm) aan, dan blijft alles goed bereikbaar. Het advies is dan ook om het schaduwstation op een gemakkelijke locatie te hebben, zoals aan de voorzijde van de baan.
<br />Dit wordt nog weleens overschat bij de meeste mensen. Onder gunstige omstandigheden heeft een normaal mens heeft een maximale reikwijdte van ongeveer 800mm (80cm). Bij gedeeltes “ondergronds” is dat niet mogelijk. Door de aanwezigheid van treinen, wisselaandrijvingen, delen van de onderbouw, printplaten en bedrading is deze minder groot. Men kan wel stellen dat meer ruimte tussen de niveaus meer reikwijdte geeft. Houdt voor de schaduwgedeeltes van een modelbaan een reikwijdte van 500mm (50cm) aan, dan blijft alles goed bereikbaar. Het advies is dan ook om het schaduwstation op een gemakkelijke locatie te hebben zoals aan de voorzijde van de baan.
+
=== Draaischijf ===
<br />
+
Bij het ontwerpen van een baanplan wordt vaak de inbouwdiepte van de [[Draaischijfoplossingen|draaischijf]] vergeten. Onder de draaischijf wordt meestal nog het schaduwstation gesitueerd. Met een te kleine hoogte tussen de niveaus kan het net niet goed gaan.  
<br />'''Draaischijf'''
 
<br />Bij het ontwerpen van een baanplan wordt meestal de inbouwdiepte van de draaischijf vergeten. Onder de draaischijf wordt meestal nog het schaduwstation gesitueerd. Met een te kleine hoogte tussen de niveaus kan het net niet goed gaan.  
 
 
{|"
 
{|"
| [[Bestand:E04.07-17.jpg|150x200px]]
+
|
| [[Bestand:E04.07-18.jpg|150x200px]]
+
{{Afbeelding
| [[Bestand:E04.07-19.jpg|150x200px]]
+
|Bestand= E04.07-17.jpg
| [[Bestand:E04.07-20.jpg|150x200px]]
+
|Grootte= 150x200px
| [[Bestand:E04.07-21.jpg|150x200px]]
+
|Volgnummer= 18
| [[Bestand:E04.07-22.jpg|150x200px]]
+
|Omschrijving= H0 draaischijf 100 mm
|-
+
|Maker= Ronald Koerts
| <i><small>E04.07-17: H0 draaischijf 100mm</small></i>
+
|Type= Tekening
| <i><small>E04.07-18: H0 draaischijf 120mm</small></i>
+
}}
| <i><small>E04.07-19: H0 draaischijf 140mm</small></i>
+
|
| <i><small>E04.07-20: N draaischijf 60mm</small></i>
+
{{Afbeelding
| <i><small>E04.07-21: N draaischijf 80mm</small></i>
+
|Bestand= E04.07-18.jpg
| <i><small>E04.07-22: N draaischijf 100mm</small></i>
+
|Grootte= 150x200px
 +
|Volgnummer= 19
 +
|Omschrijving= H0 draaischijf 120 mm
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
|
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= E04.07-19.jpg
 +
|Grootte= 150x200px
 +
|Volgnummer= 20
 +
|Omschrijving= H0 draaischijf 140 mm
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
|
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= E04.07-20.jpg
 +
|Grootte= 150x200px
 +
|Volgnummer= 21
 +
|Omschrijving= N draaischijf 60 mm
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
|
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= E04.07-21.jpg
 +
|Grootte= 150x200px
 +
|Volgnummer= 22
 +
|Omschrijving= N draaischijf 80 mm
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
|
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= E04.07-22.jpg
 +
|Grootte= 150x200px
 +
|Volgnummer= 23
 +
|Omschrijving= N draaischijf 100 mm
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
|}
 +
=== Mangaten ===
 +
In de praktijk is het: hoe groter het mangat, hoe gemakkelijker dit te gebruiken is. Een mangat van 500 mm &times; 500 mm is toch wel de minimale maat. Hoe minder ruimte tussen het onderste niveau van de baan en de vloer, hoe groter het mangat moet zijn.
 +
=== Hoogte vanaf de vloer ===
 +
De meeste mensen willen zoveel mogelijk ruimte en hoogte voor hun modelbaan. Daardoor worden alle uithoeken en beschikbare hoogtes in een ruimte gebruikt. Om onder een modelbaan door kunnen kruipen, is een minimale hoogte tussen vloer en de onderkant onderbouw nodig. Voor een mens met normaal postuur is deze maat 70 cm.
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= E04.07-23.jpg
 +
|Grootte= 400px
 +
|Volgnummer= 24
 +
|Omschrijving= Principe doorsnede modelbaan
 +
|Maker= Ronald Koerts
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
{{Linkssectie begin
 +
|Box= AlleenInfo
 +
}}
 +
{{Linkssectie tussenkop
 +
|Koptekst= Encyclopedie:
 +
}}
 +
{{Link intern
 +
|Link= De afstand tussen obstakels en het hart van de rails
 +
|Linknaam= De afstand tussen obstakels en het hart van de rails
 +
|ExtraInfo= Informatie over het PVR.
 +
}}
 +
{{Link intern
 +
|Link= Hellingen/klimspiralen
 +
|Linknaam= Hellingen/klimspiralen
 +
}}
 +
{{Link intern
 +
|Link= Keerlus
 +
|Linknaam= Keerlus
 +
|ExtraInfo= Diverse keerlus-oplossingen.
 +
}}
 +
{{Link intern
 +
|Link= Modelbaannormen NEM/MOROP, NMRA en RCN
 +
|Linknaam= Modelbaannormen NEM/MOROP, NMRA en RCN
 +
}}
 +
{{Linkssectie scheiding}}
 +
{{Linkssectie tussenkop
 +
|Koptekst= Beneluxspoor.net:
 +
}}
 +
{{Link Forum-Meerkeuze
 +
|Volgnr = 23
 +
|ExtraInfo= over opstelsporen
 +
}}
 +
{{Linkssectie einde}}
 +
{{Voettekst
 +
|Vorige= Coulissen en verdwijnpunten
 +
|Volgende = Treinen keren
 +
|VorigeMenu= Ontwerp baanplan
 +
}} {| width= "100%"
 +
|- valign= "top"
 +
! scope= "row" width="70%" |
 +
|<small>Laatste wijziging: 13 jul 2024 11:30 (CET)</small>
 
|}
 
|}
<br />'''Mangaten'''
+
[[Categorie: Alles|S]]
<br />In praktijk is gewoon hoe groter het mangat hoe gemakkelijker deze te gebruiken is. Een mangat van 500x500mm toch wel de minimale maat. Hoe minder ruimte tussen het onderste niveau van de baan en de vloer hoe groter het mangat moet zijn.
+
[[Categorie: Artikel|Schaduwstations]]
<br />
+
[[Categorie: Normen|S]]
<br />'''Hoogte vanaf de vloer'''.
+
[[Categorie: Ontwerp modelbaan|S]]
<br />De meeste mensen willen zoveel mogelijk ruimte en hoogte voor hun modelbaan. Daardoor worden alle uithoeken en beschikbare hoogtes in een ruimte gebruikt. Wil je onder een modelbaan door kunnen kruipen dan heb je een minimale hoogte tussen vloer en de onderkant onderbouw nodig. Voor een mens met normaal postuur is deze maat 70cm, dit is echt een minimale maat.
+
[[Categorie: Praktijk|S]]
 
+
[[Categorie: Spoorwegbouw|S]]
[[Bestand:E04.07-23.jpg|400px]]
+
[[Categorie: Ronald Koerts|S]]
<br /><i><small>E04.07-23 Principe doorsnede modelbaan
 
<br />Getekend R. Koerts<br /></small></i>
 
 
 
<br />
 
<br />
 
----
 
<small><center>'''[[E04.06 - Coulissen en verdwijnpunten]] - Vorige | Volgende - [[E04.08 - Treinen keren]]'''</center>
 
----
 

Huidige versie van 13 jul 2024 om 11:30

Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Ronald Koerts


Een schaduwstation is een onzichtbaar deel van een modelbaan waar meerdere treinen tijdelijk kunnen worden "geparkeerd".

Waarom een schaduwstation?

Een schaduwstation kan zorgen voor meer afwisseling op de modelbaan. Door treinen tijdelijk in een schaduwstation te "parkeren" kan een andere trein op het zichtbare gedeelte rijden. Dat geeft een gevarieerder beeld. Door een goede planning van het schaduwstation kan de modelbaan voor de toeschouwer verrassender worden. Het is dan niet meer direct te zien welke trein waar te voorschijn komt.

Locaties

De locatie van een schaduwstation is afhankelijk van de ruimte die beschikbaar is. De meest voorkomende locaties zijn:

  • aan de achterzijde van de baan;
  • aan de zijkanten van de baan;
  • onder het zichtbare gedeelte van de baan.

Aan de achterzijde van de baan

Bij deze oplossing ligt het schaduwstation aan de achterzijde van de baan. Meestal ligt het schaduwstation dan op hetzelfde niveau als het zichtbare gedeelte. Deze vorm wordt veel gebruikt bij tentoonstellingsbanen.

E04.07-01.jpg
Afbeelding: 01
Schaduwstation aan achterzijde
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts

Aan de zijkanten van de baan

Dit is een veel gebruikte oplossing bij pendelbanen. Het schaduwstation ligt op het zelfde niveau als het zichtbare gedeelte. Het schaduwstation kan dan aan één zijde zitten of aan de beide zijden. De uitvoering kan in de vorm van een keerlus met kopsporen of juist alleen maar kopsporen (zie het artikel Keerlus).

E04.07-02.jpg
Afbeelding: 02
Schaduwstation aan zijkanten
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts

Onder het zichtbare gedeelte van de baan

Dit is een veel gebruikte constructie. Onder het zichtbare gedeelte worden de treinen gestald. Dit vereist dat er ook ruimte moet zijn om op het onderste niveau te kunnen komen. Dit kan met hellingen en klimspiralen. Het onderste niveau moet wel bereikbaar zijn bij calamiteiten. Dit betekent dat er genoeg ruimte tussen de twee niveaus nodig is.

E04.07-03.jpg
Afbeelding: 03
Schaduwstation onder het zichtbare gedeelte
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts

Hoe groot moet het schaduwstation zijn?

De grootte van het schaduwstation is afhankelijk van de ruimte die beschikbaar is. Daarnaast is het zichtbare gedeelte van de baan ook bepalend. Het heeft geen zin om een schaduwstation van 10 sporen aan te leggen bij een klein station met maar twee sporen. Het schaduwstation moet dus afgestemd zijn op de baan. Toch is het verstandig om het schaduwstation te bouwen op "de groei" dus niet van ik heb op dit moment maar vier treinen, dus mijn schaduwstation hoeft maar drie sporen te hebben. Enkele reserve-opstelsporen in verhouding tot de baan, zijn wel nodig.

Lengte van de sporen

De lengte van de sporen in het schaduwstation moet afgestemd zijn op de maximale lengte van de stationssporen in het zichtbare gedeelte, of juist de maximale lengte van een (elektrisch) blok. Bij voldoende lengte zijn met digitale besturing in het schaduwstation meerdere treinen te stallen.

Boogstralen

In het schaduwstation kunnen kleinere boogstralen gebruikt worden dan in het zichtbare gedeelte. Er moet echter wel op gelet worden dat een locomotief of treinstel wel door de geringere boogstraal kan rijden. Daarom wordt een minimale boogstraal aanbevolen van 420 mm voor schaal H0 en van 300 mm voor schaal N.

Doorgaande- en kopsporen

Een schaduwstation kan doorgaande sporen, kopsporen of een combinatie van die twee hebben. Kopsporen worden veelal gereserveerd voor treinstellen of trek-duw-treinen; deze kunnen dan in de tegenovergestelde richting terugrijden. Voor getrokken treinen zijn doorgaande sporen gemakkelijk, deze kunnen eventueel gecombineerd worden met een keerlus.

Keerlus

Een schaduwstation kan ook een keerlus (of onderdeel van een keerlus) zijn. Hierdoor kunnen getrokken treinen, zonder het wisselen of omlopen van een locomotief, doorrijden. In de keerlus kunnen dan ook opstelsporen opgenomen worden. Wanneer mangaten niet nodig zijn voor de bereikbaarheid, kunnen ook extra kopsporen worden opgenomen voor treinstellen. Bij een keerlus in een tweerailbaan moet er op gelet worden dat er een keerlusschakeling toegepast moet worden om kortsluiting te voorkomen.

E04.07-04.jpg
Afbeelding: 04
Benodigde ruimte voor keerlus
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts

"Fiddle yard"

Letterlijk vertaald "rommeltuin", een soort schaduwstation dat veel ruimte kan besparen en toch veel opstelruimte biedt. Meestal bestaat het uit een aantal rechte opstelsporen naast elkaar, waar complete treinen op kunnen staan. Om alle sporen te kunnen gebruiken, schuift men de gehele constructie heen en weer. Een nadeel kan zijn dat er gerangeerd moet worden met locomotieven om deze weer voor de rijtuigen te krijgen. De bouw en automatisering van dit soort constructies zijn wel complete zelfbouwprojecten. Zie voor een aantal voorbeeldprojecten: "Meer informatie" onderaan dit artikel.

E04.07-24.jpg
Afbeelding: 05
Een voorbeeld van een Fiddle Yard met kleine draaischijf voor locomotieven
Foto gemaakt door: R.J. de Vries

Grote draaischijf

Dit is een variant op het bekende Fiddle Yard-concept. Ook hier liggen veel opstelsporen naast elkaar en is er ruimte om complete treinen op te stellen. Door de Fiddle Yard uit te voeren als "draaischijf" kunnen nu complete treinen gedraaid worden, waardoor er bij getrokken treinen niet gerangeerd hoeft te worden. Deze constructie neemt nogal wat ruimte in. Het draaien kan natuurlijk zowel met de hand als geautomatiseerd gebeuren. De bouw en automatisering van dit soort constructies zijn wel complete zelfbouwprojecten.

Eénrichtingsverkeer

Het mooiste is het wanneer in het schaduwstation al het treinverkeer in één richting rijdt. Door het éénrichtingsverkeer is het mogelijk dat de uitrijwissels niet bediend hoeven te worden. Deze kunnen door de treinen zelf omgelegd worden, mits het puntstuk niet gepolariseerd is, anders ontstaat er kortsluiting op het puntstuk. Dit omleggen door de treinen kan schelen in de kosten. Mocht het éénrichtingsverkeer niet mogelijk zijn door bijvoorbeeld gebrek aan ruimte, dan kan een aantal sporen worden toegewezen aan één bepaalde rijrichting.

Bereikbaarheid

Om bij calamiteiten toch nog bij gestrande treinen te kunnen komen, moet een schaduwstation goed bereikbaar zijn. Bij de bereikbaarheid dient men aan de volgende punten te denken:

Ruimte tussen de niveaus

Dit onderdeel wordt nog wel eens onderschat. Men veronderstelt dan dat een hoogte van 60 of 70 mm tussen de twee platen genoeg is. Dat is meestal net genoeg om een trein onderdoor te laten rijden maar dan is er geen ruimte meer om met bijvoorbeeld een hand over de trein te kunnen reiken. Het is beter om meer ruimte tussen de twee niveaus aan te houden. De benodigde hoogte kan men zelf bepalen, voor zowel schaal H0 als schaal N is de minimaal benodigde hoogte ongeveer hetzelfde. Er moet altijd met het volgende rekening worden gehouden:

  • Profiel van vrije ruimte (PVR) voor het rijden van de treinen.
Dit is afhankelijk van de schaal en deze maten kunnen gevonden worden in de Modelbaannormen NEM/MOROP, NMRA en RCN.
  • De hoogte van de rails;
Deze maat is afhankelijk van welke rails gebruikt wordt en of de rails met bedding of zonder bedding uitgevoerd is.
  • Geluidisolatie onder de rails;
Dit is afhankelijk van de dikte van het gebruikte materiaal; sommige mensen gebruiken geen geluidisolatie onder de rails. De bekende blauwe ondervloerplaten zijn bijvoorbeeld drie mm dik.
  • Hoogte van ondergrondse wisselaandrijvingen;
Afhankelijk van welke soort aandrijvingen gebruikt wordt. De bekende Tortoise aandrijvingen (oftewel Turtles) zijn bijvoorbeeld ongeveer 70 mm hoog. De bekende aandrijvingen van Conrad zijn daarentegen maar 22 mm hoog.
  • Dikte van de railsdragende platen;
Deze maat is natuurlijk afhankelijke van welk plaatmateriaal gebruikt wordt.
  • Constructiedikte van de onderbouw;

De totaalmaat is dus afhankelijk van welke onderbouw we hebben, de dikte van de platen, welke wisselaandrijvingen we gebruiken, enzovoort. Als algemene regel kunnen we uitgaan van een minimale hoogte van 100 mm voor schaal N en van 140 mm voor schaal H0. Bij beide maten zou het rijden met bovenleiding geen probleem moeten zijn. Helaas is het dan nauwelijks mogelijk om tussen de plaat en eventueel aanwezige modeltreinen een hand te houden, en dat is voor de bereikbaarheid bij eventuele ontsporingen eigenlijk wel een vereiste.

Niveauverschillen bij schaal H0
E04.07-05.jpg
Afbeelding: 06
H0 hoogte 80 mm
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
E04.07-06.jpg
Afbeelding: 07
H0 hoogte 100 mm
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
E04.07-07.jpg
Afbeelding: 08
H0 hoogte 120 mm
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
E04.07-08.jpg
Afbeelding: 09
H0 hoogte 140 mm
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
E04.07-09.jpg
Afbeelding: 10
H0 hoogte 200 mm
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
E04.07-10.jpg
Afbeelding: 11
H0 hoogte 240 mm
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts

Niveauverschillen bij schaal N
E04.07-11.jpg
Afbeelding: 12
N hoogte 60 mm
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
E04.07-12.jpg
Afbeelding: 13
N hoogte 80 mm
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
E04.07-13.jpg
Afbeelding: 14
N hoogte 100 mm
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
E04.07-14.jpg
Afbeelding: 15
N hoogte 120 mm
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
E04.07-15.jpg
Afbeelding: 16
N hoogte 140 mm
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
E04.07-16.jpg
Afbeelding: 17
N hoogte 200 mm
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts

Het advies is eigenlijk om de hoogte een stuk ruimer te nemen dan de minimale maat, zodat er ruimte is om er met de hand tussen te kunnen. Daarnaast zijn de wisselaandrijvingen en de bedrading gemakkelijk bereikbaar. De advieshoogtes zijn 240 mm voor schaal H0 en minimaal 200 mm voor schaal N.

Reikwijdte

Onder gunstige omstandigheden heeft een normaal mens een reikwijdte van ongeveer 800 mm (80 cm). Bij gedeeltes ondergronds is dat niet mogelijk. Door de aanwezigheid van treinen, wisselaandrijvingen, delen van de onderbouw, printplaten en bedrading is deze minder groot. Er kan gesteld worden dat meer ruimte tussen de niveaus, meer reikwijdte geeft. Houd voor de schaduwgedeeltes van een modelbaan een reikwijdte van 500 mm (50 cm) aan, dan blijft alles goed bereikbaar. Het advies is dan ook om het schaduwstation op een gemakkelijke locatie te hebben, zoals aan de voorzijde van de baan.

Draaischijf

Bij het ontwerpen van een baanplan wordt vaak de inbouwdiepte van de draaischijf vergeten. Onder de draaischijf wordt meestal nog het schaduwstation gesitueerd. Met een te kleine hoogte tussen de niveaus kan het net niet goed gaan.

E04.07-17.jpg
Afbeelding: 18
H0 draaischijf 100 mm
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
E04.07-18.jpg
Afbeelding: 19
H0 draaischijf 120 mm
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
E04.07-19.jpg
Afbeelding: 20
H0 draaischijf 140 mm
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
E04.07-20.jpg
Afbeelding: 21
N draaischijf 60 mm
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
E04.07-21.jpg
Afbeelding: 22
N draaischijf 80 mm
Tekening gemaakt door: {{{Maker}}}
E04.07-22.jpg
Afbeelding: 23
N draaischijf 100 mm
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts

Mangaten

In de praktijk is het: hoe groter het mangat, hoe gemakkelijker dit te gebruiken is. Een mangat van 500 mm × 500 mm is toch wel de minimale maat. Hoe minder ruimte tussen het onderste niveau van de baan en de vloer, hoe groter het mangat moet zijn.

Hoogte vanaf de vloer

De meeste mensen willen zoveel mogelijk ruimte en hoogte voor hun modelbaan. Daardoor worden alle uithoeken en beschikbare hoogtes in een ruimte gebruikt. Om onder een modelbaan door kunnen kruipen, is een minimale hoogte tussen vloer en de onderkant onderbouw nodig. Voor een mens met normaal postuur is deze maat 70 cm.

E04.07-23.jpg
Afbeelding: 24
Principe doorsnede modelbaan
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts

Meer informatie

Encyclopedie:
Informatie over het PVR.
Diverse keerlus-oplossingen.
Beneluxspoor.net:
over opstelsporen



Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie 

Laatste wijziging: 13 jul 2024 11:30 (CET)