|
|
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) |
Regel 5: |
Regel 5: |
| |Auteur= Ronald Koerts | | |Auteur= Ronald Koerts |
| }} | | }} |
− | In dit artikel wordt de '''straatverlichting''' behandeld. | + | In dit artikel wordt de '''straatverlichting met gloeilampjes''' behandeld. |
| {{Inhoudsopgave||Klein|GeenTekst}} | | {{Inhoudsopgave||Klein|GeenTekst}} |
− | Op een modelbaan hoort openbare verlichting, onze Preisers en modelauto's moeten ook in het donker iets kunnen zien. Daarvoor worden door veel fabrikanten lichtmasten/lantaarnpalen geleverd, maar we kunnen ze ook zelf bouwen. We kunnen er voor kiezen om uitsluitend een situatie bij daglicht weer te geven, met niet-werkende verlichting, maar tóch zullen we lantaarnpalen willen aanbrengen, al dan niet werkend. | + | Op een modelbaan hoort openbare verlichting, onze Preisers en modelauto's moeten ook in het donker iets kunnen zien. Daarvoor worden door veel fabrikanten lantaarnpalen geleverd, maar we kunnen ze ook zelf bouwen. We kunnen er voor kiezen om uitsluitend een situatie bij daglicht weer te geven, met niet-werkende verlichting, maar tóch zullen we lantaarnpalen willen aanbrengen, al dan niet werkend. |
− | ==== Soorten verlichting ==== | + | === Straatverlichting === |
− | ===== - Openbare verlichting =====
| + | Dit is alle straatverlichting (ook openbare verlichting genoemd) voor het verlichten van straten, fietspaden en voetpaden in de dorpen en steden. Buiten het dorp of de stad worden meestal alleen de gevaarlijke punten, zoals kruispunten en overwegen, verlicht door een enkele lantaarnpaal. |
− | Dit is alle verlichting voor het verlichten van wegen, straten, fietspaden en voetpaden in dorpen en steden. Buiten het dorp worden meestal alleen de gevaarlijke punten, zoals kruispunten en overwegen, verlicht door een enkele lichtmast/lantaarnpaal. | |
− | ===== - Wegverlichting =====
| |
− | Dit is alle straatverlichting voor het verlichten van wegen, fietspaden en voetpaden in de dorpen. Buiten het dorp worden meestal alleen de gevaarlijke punten, zoals kruispunten en overwegen, verlicht door een enkele lichtmast.
| |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= Brawa_5093_stads-verl.jpg | | |Bestand= Brawa_5093_stads-verl.jpg |
Regel 30: |
Regel 27: |
| }} | | }} |
| === Wisselspanning of gelijkspanning?=== | | === Wisselspanning of gelijkspanning?=== |
− | Bij lampjes maakt dat niets uit. Een [[Woorden - G#Gloeilamp|lampje]] brandt zowel op wisselspanning als op gelijkspanning. Een [[Wat is een led|led]] moet echter gevoed worden met gelijkspanning via een serieweerstand of een [[Woorden - S#Stroombron|stroombron]]. Daarbij moeten we goed oppassen dat de plus (anode) en min (kathode) niet verwisseld worden. Indien de led niet brandt, kan het goed zijn dat de aansluitingen zijn verwisseld en de led dus abusievelijk in de sperrichting is aangesloten. De kans is dan echter ook aanwezig dat de led inmiddels door te hoge [[Woorden - R#Reverse voltage|tegenspanning]] reeds overleden is. Dus controleer, voordat de spanning op de leds gezet worden, of alles correct aangesloten is. '''Vergeet bij gebruik van [[Elektronica basis#De led|leds]] tevens de [[Woorden - S#Serieweerstand|serieweerstand]] of de stroombron niet!''' Zie voor meer informatie over het toepassen van leds het artikel: [[Minimale led serieweerstand berekenen]] en het artikel [[Het aansluiten van leds]]. | + | Bij lampjes maakt dat niets uit. Een [[Woorden - G#Gloeilamp|lampje]] brandt zowel op wisselspanning als op gelijkspanning. |
| === Hoe hoog moet de werkspanning zijn? === | | === Hoe hoog moet de werkspanning zijn? === |
| De meeste fabrikanten leveren [[Woorden - G#Gloeilampje|lampjes]] voor 12 tot 16 volt. Zij verkopen meestal ook transformatoren die deze spanning leveren. We kunnen lampjes met een lagere werkspanning wel aansluiten op zo'n trafo, maar dan in [[Woorden - S#Serieschakeling|serie]] of met een extra weerstand, om de spanning te verlagen.<br /> | | De meeste fabrikanten leveren [[Woorden - G#Gloeilampje|lampjes]] voor 12 tot 16 volt. Zij verkopen meestal ook transformatoren die deze spanning leveren. We kunnen lampjes met een lagere werkspanning wel aansluiten op zo'n trafo, maar dan in [[Woorden - S#Serieschakeling|serie]] of met een extra weerstand, om de spanning te verlagen.<br /> |
− | Bij leds is de [[Woorden - D#Drempelspanning van een led|drempelspanning]] zo rond de twee á drie volt. Deze leds dienen altijd via een [[Woorden - S#Serieweerstand|serieweerstand]] aangesloten te worden. We kunnen ook meerdere leds in serie zetten, en dan via één serieweerstand op de voedingsspanning aansluiten. Hierbij moeten we er op letten dat de totale drempelspanning van de in serie geschakelde [[Elektronica basis#De led|leds]] ongeveer ¾ van de voedingsspanning bedraagt. De rest van het verschil tussen de totale drempelspanning en de voedingsspanning moet dan m.b.v. de serieweerstand geregeld worden (eigenlijk: in de weerstand in warmte omgezet worden).
| |
| === Hebben we een aparte transformator nodig? === | | === Hebben we een aparte transformator nodig? === |
− | Wanneer we een digitale baan hebben, zullen we een extra transformator nodig hebben. Dit omdat de meeste digitale systemen geen aansluitingen voor lampjes hebben. Bij een analoge baan heeft de rijregelaar vaak een aparte aansluiting voor lampjes, meestal wisselspanning, wat dan aangegeven wordt met het symbool <big>~</big>. Bij weinig [[Woorden - G#Gloeilamp|lampjes]] kunnen we deze gewoon aansluiten op de wisselspanningaansluiting van de rijregelaar. Bij gebruik van veel lampjes of [[Elektronica basis#De led|leds]] moeten we een extra transformator aansluiten. Dat is afhankelijk van het vermogen dat de bestaande transformator kan leveren. | + | Wanneer we een digitale baan hebben, zullen we een extra transformator nodig hebben. Dit omdat de meeste digitale systemen geen lichtaansluiting hebben. Bij een analoge baan heeft de rijregelaar vaak een aparte aansluiting voor lampjes, meestal wisselspanning, wat dan aangegeven wordt met het symbool <big>~</big>. Bij weinig [[Woorden - G#Gloeilamp|lampjes]] kunnen we deze gewoon aansluiten op de wisselspanningaansluiting van de rijregelaar. Bij gebruik van veel lampjes moeten we een extra transformator aansluiten. Dat is afhankelijk van het vermogen dat de bestaande transformator kan leveren. |
| === Hoe aan te sluiten? === | | === Hoe aan te sluiten? === |
| Het is natuurlijk heel simpel om de twee draadjes direct op de transformator aan te sluiten. Helaas gaan de lampjes dan meteen branden, en ze blijven branden totdat we de transformator uitzetten. Met een schakelaar ertussen, kunnen we de verlichting laten branden op het moment dat we dat zelf willen. Veel modelspoorfabrikanten leveren schakelaars, maar we kunnen ze ook kopen bij een elektronicawinkel en zelf inbouwen in een bedienings- en/of schakelpaneel. Zie ook de afbeeldingen 03 en 04 hieronder voor nadere uitleg. | | Het is natuurlijk heel simpel om de twee draadjes direct op de transformator aan te sluiten. Helaas gaan de lampjes dan meteen branden, en ze blijven branden totdat we de transformator uitzetten. Met een schakelaar ertussen, kunnen we de verlichting laten branden op het moment dat we dat zelf willen. Veel modelspoorfabrikanten leveren schakelaars, maar we kunnen ze ook kopen bij een elektronicawinkel en zelf inbouwen in een bedienings- en/of schakelpaneel. Zie ook de afbeeldingen 03 en 04 hieronder voor nadere uitleg. |
Regel 41: |
Regel 37: |
| Er zijn een aantal manieren om meerdere [[Woorden - G#Gloeilamp|lampjes]] op een voeding aan te sluiten. Hieronder staan de twee belangrijkste aangegeven: | | Er zijn een aantal manieren om meerdere [[Woorden - G#Gloeilamp|lampjes]] op een voeding aan te sluiten. Hieronder staan de twee belangrijkste aangegeven: |
| ====- Seriëel aansluiten ==== | | ====- Seriëel aansluiten ==== |
− | Dit gaat eigenlijk net zoals bij de oude kerstboomverlichting. Alle lampjes zijn met elkaar doorverbonden. Het nadeel is, dat wanneer er één lampje of led defect is, de rest ook meteen uitgaat. Daarnaast moeten we van tevoren berekenen hoeveel lampjes of [[Elektronica basis#De led|leds]] achter elkaar aangesloten kunnen worden. Voor lampjes kunnen we dat gemakkelijk doen met de formule: "spanning van de transformator" gedeeld door "spanning van één lampje" = "maximaal aantal aan te sluiten lampjes". Voor leds, zie het artikel [[Minimale led serieweerstand berekenen]].<br>In tekening 03 staan 4 lampen in serie. Daar de voedingsspanning 14 volt is, zullen de lampen op een iets lagere spanning werken. Dit verlengd de levensduur. | + | Dit gaat eigenlijk net zoals bij de oude kerstboomverlichting. Alle lampjes zijn met elkaar doorverbonden. Het nadeel is, dat wanneer er één lampje defect is, de rest ook meteen uitgaat. Daarnaast moeten we van tevoren berekenen hoeveel lampjes achter elkaar aangesloten kunnen worden. Voor lampjes kunnen we dat gemakkelijk doen met de formule: "spanning van de transformator" gedeeld door "spanning van één lampje" = "maximaal aantal aan te sluiten lampjes". ].<br>In tekening 03 staan 4 lampjes in serie. Daar de voedingsspanning 14 volt is, zullen de lampen op een iets lagere spanning werken. Dit verlengd de levensduur. |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= aansl-lampjes-ser-rk.png | | |Bestand= aansl-lampjes-ser-rk.png |
Regel 61: |
Regel 57: |
| }} | | }} |
| Het grote nadeel van parallel aansluiten is, dat er veel meer [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] verbruikt wordt, dan noodzakelijk is. Door de verlichting in [[Woorden - S#Serieschakeling|serie]] aan te sluiten, kunnen we meer verlichting op een trafo aansluiten én hebben we minder trafo's nodig. Dus serieschakeling is beter voor onze portemonnee. | | Het grote nadeel van parallel aansluiten is, dat er veel meer [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] verbruikt wordt, dan noodzakelijk is. Door de verlichting in [[Woorden - S#Serieschakeling|serie]] aan te sluiten, kunnen we meer verlichting op een trafo aansluiten én hebben we minder trafo's nodig. Dus serieschakeling is beter voor onze portemonnee. |
| + | === Welke kleur licht? === |
| + | Wanneer de baan gesitueerd is in de jaren vóór 1965 kunnen we prima geel licht ([[De gasfabriek|gasverlichting]]) gebruiken. In de baan na 1965 gesitueerd, dan gebruiken we wit (tl-buizen) of warmwit licht (gloeilampen). |
| === De hoeveelheid licht === | | === De hoeveelheid licht === |
| Op heel veel modelspoorbanen zien we dat straten doorgaans (veel) te fel worden verlicht. Less is more... anders krijgen we van die situaties dat de hele straat wordt verlicht door één straatlantaarn. In werkelijkheid zien we rondom een straatlantaarn onder de lantaarn een heldere lichtcirkel, een stukje verderop is de straat maar heel weinig verlicht. Door te spelen met de waarde van [[Elektronica basis#De weerstand|weerstanden]] in het circuit, is het mogelijk de [[Woorden - L#Licht|licht]]opbrengst in te stellen. | | Op heel veel modelspoorbanen zien we dat straten doorgaans (veel) te fel worden verlicht. Less is more... anders krijgen we van die situaties dat de hele straat wordt verlicht door één straatlantaarn. In werkelijkheid zien we rondom een straatlantaarn onder de lantaarn een heldere lichtcirkel, een stukje verderop is de straat maar heel weinig verlicht. Door te spelen met de waarde van [[Elektronica basis#De weerstand|weerstanden]] in het circuit, is het mogelijk de [[Woorden - L#Licht|licht]]opbrengst in te stellen. |
Regel 66: |
Regel 64: |
| Het zelf bouwen van lantaarns is goed te doen, het kost alleen maar wat materiaal, geduld en tijd. Op het Internet zijn zeer veel bouwhandleidingen te vinden. De kosten voor het zelfbouwen zijn meestal lager dan het kopen van kant-en-klare lantaarns. | | Het zelf bouwen van lantaarns is goed te doen, het kost alleen maar wat materiaal, geduld en tijd. Op het Internet zijn zeer veel bouwhandleidingen te vinden. De kosten voor het zelfbouwen zijn meestal lager dan het kopen van kant-en-klare lantaarns. |
| | | |
− | <small>Er zijn tientallen leveranciers en fabrikanten die lantaarns en lichtmasten leveren.<br /> | + | <small>Er zijn tientallen leveranciers en fabrikanten die lantaarns leveren.<br /> |
| Hieronder staan een aantal bekende leveranciers genoemd. Deze merken zijn in de meeste modelspoorwinkels, op beurzen en via het internet te verkrijgen.</small> | | Hieronder staan een aantal bekende leveranciers genoemd. Deze merken zijn in de meeste modelspoorwinkels, op beurzen en via het internet te verkrijgen.</small> |
| {{Linkssectie begin | | {{Linkssectie begin |
Regel 84: |
Regel 82: |
| }} | | }} |
| {{Link intern | | {{Link intern |
− | |Link= Minimale led serieweerstand berekenen | + | |Link= Straatverlichting met leds |
− | |Linknaam= Minimale led serieweerstand berekenen | + | |Linknaam= Straatverlichting met leds |
| }} | | }} |
| {{Linkssectie scheiding}} | | {{Linkssectie scheiding}} |
Regel 119: |
Regel 117: |
| |- valign= "top" | | |- valign= "top" |
| ! scope= "row" width="70%" | | | ! scope= "row" width="70%" | |
− | | <small>Laatste wijziging: 24 nov 2024 10:44 (CET)</small> | + | | <small>Laatste wijziging: 28 nov 2024 10:34 (CET)</small> |
| |} | | |} |
| [[Categorie: Alles|S]] | | [[Categorie: Alles|S]] |
Regel 126: |
Regel 124: |
| [[Categorie: Elektronica|S]] | | [[Categorie: Elektronica|S]] |
| [[Categorie: Elektronica analoog|S]] | | [[Categorie: Elektronica analoog|S]] |
− | [[Categorie: Led|S]]
| |
| [[Categorie: Praktijk|S]] | | [[Categorie: Praktijk|S]] |
| [[Categorie: Scenery|S]] | | [[Categorie: Scenery|S]] |
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Ronald Koerts
In dit artikel wordt de straatverlichting met gloeilampjes behandeld.
Op een modelbaan hoort openbare verlichting, onze Preisers en modelauto's moeten ook in het donker iets kunnen zien. Daarvoor worden door veel fabrikanten lantaarnpalen geleverd, maar we kunnen ze ook zelf bouwen. We kunnen er voor kiezen om uitsluitend een situatie bij daglicht weer te geven, met niet-werkende verlichting, maar tóch zullen we lantaarnpalen willen aanbrengen, al dan niet werkend.
Straatverlichting
Dit is alle straatverlichting (ook openbare verlichting genoemd) voor het verlichten van straten, fietspaden en voetpaden in de dorpen en steden. Buiten het dorp of de stad worden meestal alleen de gevaarlijke punten, zoals kruispunten en overwegen, verlicht door een enkele lantaarnpaal.
|
Afbeelding: 01
|
Voorbeeld van straatverlichting
|
Bron: Website Brawa
|
- Aanlichtverlichting (strijklicht of in het Engels: floodlight)
Bijzondere gebouwen als kerken, molens of gemeentehuizen worden soms ook in het licht gezet. Hierdoor worden deze gebouwen een mooi baken in het donker. Hiervoor worden meestal verstralers en spots gebruikt.
|
Afbeelding: 02
|
Voorbeeld aanlichtverlichting
|
Bron: Website Brawa
|
Wisselspanning of gelijkspanning?
Bij lampjes maakt dat niets uit. Een lampje brandt zowel op wisselspanning als op gelijkspanning.
Hoe hoog moet de werkspanning zijn?
De meeste fabrikanten leveren lampjes voor 12 tot 16 volt. Zij verkopen meestal ook transformatoren die deze spanning leveren. We kunnen lampjes met een lagere werkspanning wel aansluiten op zo'n trafo, maar dan in serie of met een extra weerstand, om de spanning te verlagen.
Hebben we een aparte transformator nodig?
Wanneer we een digitale baan hebben, zullen we een extra transformator nodig hebben. Dit omdat de meeste digitale systemen geen lichtaansluiting hebben. Bij een analoge baan heeft de rijregelaar vaak een aparte aansluiting voor lampjes, meestal wisselspanning, wat dan aangegeven wordt met het symbool ~. Bij weinig lampjes kunnen we deze gewoon aansluiten op de wisselspanningaansluiting van de rijregelaar. Bij gebruik van veel lampjes moeten we een extra transformator aansluiten. Dat is afhankelijk van het vermogen dat de bestaande transformator kan leveren.
Hoe aan te sluiten?
Het is natuurlijk heel simpel om de twee draadjes direct op de transformator aan te sluiten. Helaas gaan de lampjes dan meteen branden, en ze blijven branden totdat we de transformator uitzetten. Met een schakelaar ertussen, kunnen we de verlichting laten branden op het moment dat we dat zelf willen. Veel modelspoorfabrikanten leveren schakelaars, maar we kunnen ze ook kopen bij een elektronicawinkel en zelf inbouwen in een bedienings- en/of schakelpaneel. Zie ook de afbeeldingen 03 en 04 hieronder voor nadere uitleg.
Hoe moeten we meerdere lampjes aansluiten?
Er zijn een aantal manieren om meerdere lampjes op een voeding aan te sluiten. Hieronder staan de twee belangrijkste aangegeven:
- Seriëel aansluiten
Dit gaat eigenlijk net zoals bij de oude kerstboomverlichting. Alle lampjes zijn met elkaar doorverbonden. Het nadeel is, dat wanneer er één lampje defect is, de rest ook meteen uitgaat. Daarnaast moeten we van tevoren berekenen hoeveel lampjes achter elkaar aangesloten kunnen worden. Voor lampjes kunnen we dat gemakkelijk doen met de formule: "spanning van de transformator" gedeeld door "spanning van één lampje" = "maximaal aantal aan te sluiten lampjes". ].
In tekening 03 staan 4 lampjes in serie. Daar de voedingsspanning 14 volt is, zullen de lampen op een iets lagere spanning werken. Dit verlengd de levensduur.
|
Afbeelding: 03
|
Aansluiten lampjes seriëel
|
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
|
- Parallel aansluiten
Hierbij worden alle lampjes apart aangesloten op een "centrale voedingsleiding" (CVL). Gaat één lampje kapot, dan blijft de rest branden. De werkspanning van de lampjes moet hetzelfde of hoger zijn dan die van de transformator, anders brandt het lampje door.
|
Afbeelding: 04
|
Aansluiten lampjes parallel
|
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
|
Het grote nadeel van parallel aansluiten is, dat er veel meer stroom verbruikt wordt, dan noodzakelijk is. Door de verlichting in serie aan te sluiten, kunnen we meer verlichting op een trafo aansluiten én hebben we minder trafo's nodig. Dus serieschakeling is beter voor onze portemonnee.
Welke kleur licht?
Wanneer de baan gesitueerd is in de jaren vóór 1965 kunnen we prima geel licht (gasverlichting) gebruiken. In de baan na 1965 gesitueerd, dan gebruiken we wit (tl-buizen) of warmwit licht (gloeilampen).
De hoeveelheid licht
Op heel veel modelspoorbanen zien we dat straten doorgaans (veel) te fel worden verlicht. Less is more... anders krijgen we van die situaties dat de hele straat wordt verlicht door één straatlantaarn. In werkelijkheid zien we rondom een straatlantaarn onder de lantaarn een heldere lichtcirkel, een stukje verderop is de straat maar heel weinig verlicht. Door te spelen met de waarde van weerstanden in het circuit, is het mogelijk de lichtopbrengst in te stellen.
Zelfbouw of kant-en-klaar kopen?
Het zelf bouwen van lantaarns is goed te doen, het kost alleen maar wat materiaal, geduld en tijd. Op het Internet zijn zeer veel bouwhandleidingen te vinden. De kosten voor het zelfbouwen zijn meestal lager dan het kopen van kant-en-klare lantaarns.
Er zijn tientallen leveranciers en fabrikanten die lantaarns leveren.
Hieronder staan een aantal bekende leveranciers genoemd. Deze merken zijn in de meeste modelspoorwinkels, op beurzen en via het internet te verkrijgen.
Meer informatie
Encyclopedie:
|
|
|
Relevante informatie over modelbaanverlichting
|
|
Externe websites:
|
|
BRAWA
|
|
Busch
|
|
Märklin
|
|
Viessmann
|
Gerelateerde termen: Marklin, Maerklin, Mærklin
|
Laatste wijziging: 28 nov 2024 10:34 (CET)
|