Persoonlijke instellingen

Binnenverlichting voor rijtuigen: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k
Regel 20: Regel 20:
 
|Omschrijving= Diverse typen LED-strips
 
|Omschrijving= Diverse typen LED-strips
 
}}
 
}}
 +
  
 
LED-strips zijn er in vijf hoofdvarianten:
 
LED-strips zijn er in vijf hoofdvarianten:
Regel 28: Regel 29:
 
:*de vierde versie heeft een gelijkrichter, een spanningsstabilisator en de mogelijkheid de lichtsterkte te regelen door een regelbare weerstand te verdraaien (zie: fig. D)
 
:*de vierde versie heeft een gelijkrichter, een spanningsstabilisator en de mogelijkheid de lichtsterkte te regelen door een regelbare weerstand te verdraaien (zie: fig. D)
 
:*de vijfde versie heeft een gelijkrichter, een spanningsstabilisator, de mogelijkheid de lichtsterkte te regelen door een regelbare weerstand te verdraaien, en tevens een bufferElco om het knipperen van de LED's tegen te gaan  (zie: fig. E)
 
:*de vijfde versie heeft een gelijkrichter, een spanningsstabilisator, de mogelijkheid de lichtsterkte te regelen door een regelbare weerstand te verdraaien, en tevens een bufferElco om het knipperen van de LED's tegen te gaan  (zie: fig. E)
 +
  
 
Bij de versies A, B, C en D is het vaak nodig om een bufferElco aan te brengen om het knipperen van de LED's tegen te gaan. De plaats waar deze Elco gemonteerd moet worden is altijd ná de gelijkrichter en vòòr een eventuele spanningsstabilisator.
 
Bij de versies A, B, C en D is het vaak nodig om een bufferElco aan te brengen om het knipperen van de LED's tegen te gaan. De plaats waar deze Elco gemonteerd moet worden is altijd ná de gelijkrichter en vòòr een eventuele spanningsstabilisator.
Regel 35: Regel 37:
 
|-
 
|-
 
|}
 
|}
 +
  
 
Voor de Elco neemt u een exemplaar van minimaal 35 Volt werkspanning. De waarde moet minimaal 470 µF zijn. Hoe meer capaciteit, hoe langer de LED's 'nabranden'. Maar helaas kunt u meestal geen grote Elco in het rijtuig kwijt. U zou wel twee kleinere exemplaren parallel kunnen schakelen (bijv. twee stuks 330 µF/35V). Die zijn gemakkelijker 'weg te werken'.
 
Voor de Elco neemt u een exemplaar van minimaal 35 Volt werkspanning. De waarde moet minimaal 470 µF zijn. Hoe meer capaciteit, hoe langer de LED's 'nabranden'. Maar helaas kunt u meestal geen grote Elco in het rijtuig kwijt. U zou wel twee kleinere exemplaren parallel kunnen schakelen (bijv. twee stuks 330 µF/35V). Die zijn gemakkelijker 'weg te werken'.
Regel 72: Regel 75:
 
=== Nog even een waarschuwing: ===
 
=== Nog even een waarschuwing: ===
 
Probeer ''nooit'' - inplaats van een Elco - een Goldcap op de LED-strip aan te sluiten! Dit werkt gegarandeerd niet, vanwege het feit dat de werkspanning van een Goldcap in deze situatie te laag is, ten opzichte van de voedingsspanning (na de bruggelijkrichter) van de LED-strip. De gangbare GoldCaps hebben een werkspanning van 5,5 Volt. Dus wanneer de LED-strip een voeding heeft met een spanning hoger dan 5,5 Volt, zijn GoldCap's ''niet'' bruikbaar.
 
Probeer ''nooit'' - inplaats van een Elco - een Goldcap op de LED-strip aan te sluiten! Dit werkt gegarandeerd niet, vanwege het feit dat de werkspanning van een Goldcap in deze situatie te laag is, ten opzichte van de voedingsspanning (na de bruggelijkrichter) van de LED-strip. De gangbare GoldCaps hebben een werkspanning van 5,5 Volt. Dus wanneer de LED-strip een voeding heeft met een spanning hoger dan 5,5 Volt, zijn GoldCap's ''niet'' bruikbaar.
 +
 
{{Linkssectie begin
 
{{Linkssectie begin
 
|Box= AlleenInfo
 
|Box= AlleenInfo
 +
}}
 +
{{Linkssectie tussenkop
 +
|Koptekst= Externe website:
 
}}
 
}}
 
{{Link extern
 
{{Link extern
|Link=http://www.digirails.nl Digirails.
+
|Link=http://www.digirails.nl
|Linknaam= Fabrikant/leverancier van LED-strips
+
|Linknaam= digirails.nl
 +
|ExtraInfo= Fabrikant/leverancier van LED-strips
 +
}}
 +
{{Linkssectie einde
 
}}
 
}}
{{Linkssectie einde}}
 
 
{{Voettekst
 
{{Voettekst
 
|Vorige= E08.06 - Locomotief en treinstelverlichting (front- en sluitseinen)
 
|Vorige= E08.06 - Locomotief en treinstelverlichting (front- en sluitseinen)

Versie van 6 sep 2012 om 15:15

Hoofdpagina  Categorie-index  Index
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom


LED-strips

De uitvoeringen

Ledstrip1.gif
Afbeelding: E08.07-01
Diverse typen LED-strips
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom


LED-strips zijn er in vijf hoofdvarianten:

  • de eenvoudigste uitvoering heeft alleen een gelijkrichter  (zie: fig. A)
  • de tweede versie heeft een gelijkrichter en een spanningsstabilisator  (zie: fig. B)
  • de derde versie heeft een gelijkrichter, een spanningsstabilisator en de mogelijkheid de lichtsterkte te verminderen door een 0 Ω (Ohm) weerstand te vervangen door één van bijv. 220 Ω   (zie fig. C)
  • de vierde versie heeft een gelijkrichter, een spanningsstabilisator en de mogelijkheid de lichtsterkte te regelen door een regelbare weerstand te verdraaien (zie: fig. D)
  • de vijfde versie heeft een gelijkrichter, een spanningsstabilisator, de mogelijkheid de lichtsterkte te regelen door een regelbare weerstand te verdraaien, en tevens een bufferElco om het knipperen van de LED's tegen te gaan  (zie: fig. E)


Bij de versies A, B, C en D is het vaak nodig om een bufferElco aan te brengen om het knipperen van de LED's tegen te gaan. De plaats waar deze Elco gemonteerd moet worden is altijd ná de gelijkrichter en vòòr een eventuele spanningsstabilisator.

Let-op.jpg
  LET OP
Sluit nooit een Elco vòòr de gelijkrichter aan, want dan is het vrijwel zeker dat de Elco naar de eeuwige jachtvelden gaat, en - wat nog erger is - in het ergste geval kan zelfs de LED-strip defect raken!


Voor de Elco neemt u een exemplaar van minimaal 35 Volt werkspanning. De waarde moet minimaal 470 µF zijn. Hoe meer capaciteit, hoe langer de LED's 'nabranden'. Maar helaas kunt u meestal geen grote Elco in het rijtuig kwijt. U zou wel twee kleinere exemplaren parallel kunnen schakelen (bijv. twee stuks 330 µF/35V). Die zijn gemakkelijker 'weg te werken'.

In een goede gebruiksaanwijzing, zoals bijv. van de firma Digirails, staat aangegeven hoe, en waar, een eventuele bufferElco op de LED-strip aangesloten dient te worden. Staat er echter niets in de gebruiksaanwijzing, dan gaat u als volgt te werk:

Het aansluiten van een bufferElco op een diodebrug


Ledstrip2.gif
Afbeelding: E08.07-02
Diverse gelijkrichters
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom


Indien een op de print te monteren Elco te veel ruimte inneemt (zodat de LED-strip niet goed meer in het rijtuig past), zou u kunnen overwegen om de extra Elco('s) met twee stukjes draad op een beter geschikte plaats te monteren. In veel gevallen kunt u op deze manier de Elco('s) mooi 'wegwerken'.
(indien er een SMD-bruggelijkrichter gemonteerd is, dan hieronder verdergaan bij 'SMD-bruggelijkrichter')

Eerst zoekt u de plus- en min aansluitingen van de gelijkrichter op. U volt (bij afbeelding A of B) vanaf het punt AC (waar de aansluitdraden zitten naar de sleepcontacten) de printsporen (of geleiderbanen), welke naar de gelijkrichter gaan. U ziet dan dat er op die punten één diode met de Kathode (aangegeven door een streep-, stip- of inkeping op de behuizing) naar dat punt toe zit, en een andere diode met de Kathode er vanaf. Op die punten mag u absoluut geen Elco aansluiten omdat op die punten wisselspanning staat!
Ook ziet u dat er op één aansluitpunt twee diodes zijn, die met de Kathodes vlak bij elkaar zitten. Dat punt is altijd de plus-aansluiting. Aan de andere zijde ziet u twee diodes, waarvan de Anodes vlak bij elkaar zitten. Dat is altijd de min-aansluiting. Verbind de LED-strip met de digitale spanning en controleer met een multimeter en of hier een gelijkspanning (meter op het DC-bereik instellen) van ongeveer 23 tot 26 Volt aanwezig is.

Verbreek daarna de verbinding met de digitale spanning. Hierna monteert u de min-aansluiting van de bufferElco('s) aan de min van de gelijkrichter. De plusaansluiting van de bufferElco('s) verbindt u met de plus van de gelijkrichter.


SMD-bruggelijkrichter

Indien er op de LED-strip een SMD-bruggelijkrichter (welke inwendig uit vier diodes bestaat) aanwezig is, dan is het vaak meteen duidelijk wat de plus en de min zijn, wanneer dit op de behuizing aangegeven is (zie: afbeelding C).
Staat er niets op de behuizing, dan gaat u als volgt te werk: Eerst zoekt u de plus- en min aansluitingen van de gelijkrichter op. U volgt (zie: afbeelding C) vanaf het punt AC (waar de aansluitdraden zitten naar de sleepcontacten) de printsporen (of geleiderbanen), welke naar de SMD-gelijkrichter gaan. Op die punten bij de gelijkrichter mag u geen Elco aansluiten! U doet dat aan de andere twee aansluitingen. Verbind daarna de LED-strip met de digitale spanning en controleer met een multimeter of hier een gelijkspanning van ongeveer 23 tot 26 Volt aanwezig is (multimeter op het DC-bereik instellen).

Verbreek daarna de verbinding met de digitale spanning. Hierna monteert (soldeert) u de min-aansluiting van de bufferElco aan de min van de gelijkrichter. De plus-aansluiting van de bufferElco verbindt u met de plus van de gelijkrichter.

Mocht er bij montage van de Elco - direct op de print - te weinig ruimte zijn om de LED-strip in een rijtuig te bouwen, dan kunt u de Elco ook d.m.v. een paar stukjes soepel - niet te dun - montagedraad (0,25 mm kwadraat of dikker) met de LED-strip verbinden.


Nog even een waarschuwing:

Probeer nooit - inplaats van een Elco - een Goldcap op de LED-strip aan te sluiten! Dit werkt gegarandeerd niet, vanwege het feit dat de werkspanning van een Goldcap in deze situatie te laag is, ten opzichte van de voedingsspanning (na de bruggelijkrichter) van de LED-strip. De gangbare GoldCaps hebben een werkspanning van 5,5 Volt. Dus wanneer de LED-strip een voeding heeft met een spanning hoger dan 5,5 Volt, zijn GoldCap's niet bruikbaar.


Meer informatie

Sjabloon:Link extern
Externe website:



Hoofdpagina  Categorie-index  Index
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie