Wissels digitaliseren: verschil tussen versiesUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie van 1 mei 2010 om 07:30Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Remco Poppen
Nu we handmatig digitaal kunnen rijden, willen we dit een beetje uitbreiden, we willen graag de wissels digitaal bedienen. Om wissels te 'digitaliseren' hebben we een aantal onderdelen nodig. Decoder We hebben een decoder nodig welke kan luisteren naar de commando's van de centrale. In de praktijk noemen we dit dan ook een wisseldecoder. Wisseldecoders zijn in verschillende vormen te koop. Je hebt ze voor één, twee, vier of acht wissels tegelijk. Daarbij verschillen wisseldecoders ook in de aandrijving waar ze voor bedoeld zijn.
Aandrijving De aandrijving is het laatste onderdeel wat we nodig hebben. Hiervoor zijn verschillende soorten te koop. Je kunt aandrijvingen eigenlijk in twee soorten groeperen, de magneetspoelaandrijving, en de servo/vertragingsmotoraandrijving. Elke aandrijving vereist een andere decoder.
Alle aandrijvingen hebben hun voors en tegens. De magneetspoelen zijn eenvoudig aan te brengen, maar zitten in het zicht. In een schaduwstation is dat geen probleem, maar op je baan staat dat niet zo heel erg mooi. Een magneetspoel gaat ook in één klap om, dus je hoort een tikje en de wissel is om. Niet realistisch dus. De servoaandrijvingen zijn wat lastiger aan te brengen omdat ze onder je baan geplaatst moeten worden. De decoder is volledig te programmeren in snelheid en uitslag. Het gevolg is dat je niets ziet op je baan en de wissels netjes rustig omgaan zonder veel geluid. De Tortoise vertragingsmotoraandrijving is ontzettend betrouwbaar en erg sterk en kan ook net als een servo rustig omgaan. Het enige nadeel van de Tortoise is de afmeting, ze steken vrij ver uit naar beneden. Ze zijn wel bijzonder geschikt voor de grotere schalen in verband met hun kracht. De magneetspoel en de vertragingsmotor decoders hebben ook nog extra een spanningsbron nodig die wisselstroom (14-16V) levert voor het omzetten van het wissel. De servo aandrijvingen hoeven die niet te hebben, maar gebruiken dan een klein beetje 'dure' digitale spanning. Indien je ze wel wilt voeden met extra wisselspanning, dan kan dat wel! De wisselaandrijvingen van Tortoise en de servoaandrijvingen zijn zogenaamde 'ondervloeraandrijvingen' Voor informatie over geheugendraad-aandrijving zie: E11.14 - Toepassing geheugenmetaal
Zoals locomotieven luisteren naar adressen, zo luistert ook de wisseldecoder naar adressen. Deze adressen moeten we programmeren. Op vrijwel alle gangbare wisseldecoders bevind zich een programmeerknopje. Als je dit knopje indrukt, en een wisselcommando geeft op een bepaald adres, worden alle wisseladressen van die decoder geprogrammeerd. Voorbeeld: Je hebt een viervoudige wisseldecoder en je drukt het programmeerknopje in. Je selecteert wisseladres 5 en geeft het commando om te schakelen. De decoder zal er op reageren met de eerste aandrijving, en vanaf dat moment zijn de adressen ingesteld. De eerste aandrijving is adres 5, de tweede aandrijving is adres 6, de derde is 7 en de vierde is 8. Als je daarna nòg een wisseldecoder wilt programmeren moet je die dus niet op adres 6 programmeren, maar op adres 9! Want anders krijg je een overlap en zullen twee of meer wissels tegelijk gaan reageren. Nu zijn we in staat handmatig digitaal te rijden met gedigitaliseerde wissels! Overzicht schema aansluiten wisseldecoders Hieronder staat een algemeen schema hoe wisseldecoders worden aangesloten. De meeste wisseldecoders zijn aan te sluiten volgens methode 2 of methode 3. De Roco wisseldecoder 10775 is alléén met methode 1 aan te sluiten, deze heeft namelijk geen extra aansluitingen voor aparte voeding van de wissels. Deze worden gevoed door de spanning op de baan.
Digitaliseren van Hoffmann / Conrad wisselaandrijvingen De Conrad wisselaandrijvingen (artikelnummers 219998 en 219999) zijn populair onder de Nederlandse modelspoorder; goedkoop en een goede prijs / kwaliteit verhouding. De Hoffmann wisselaandrijvingen zijn eigenlijk het orgineel van de Conrad aandrijvingen, ze zijn kwalitatief beter, maar duurder. Daarnaast kan je onder andere de snelheid van het omzetten instellen. Aansluiten Doordat dit motoraandrijvingen zijn, kunnen deze niet op iedere wisseldecoder aangesloten worden. Het gemakkelijkst digitaliseren gaat door gebruik te maken van speciale motor-wisseldecoders. Bijna alle fabrikanten leveren een motor-versie van hun wisseldecoder. Deze motor-wisseldecoders zijn meestal iets duurder dan de standaard spoelen-wisseldecoders. Hulpschakeling Rechtstreeks aansluiten van deze aandrijvingen op een normale spoelen-wisseldecoder zal een bijzonder effect geven: De aandrijving zal maar naar één kant werken. Dit effect is met een kleine hulpschakeling op te lossen. Met deze hulpschakeling zal de aandrijving wel naar twee kanten werken.
Twee versies Er zijn twee versies van de hulpschakeling 'in omloop'. één voor wisseldecoders zoals de populaire ROCO 10775 en één voor wisseldecoders zoals de Viessman 5211 en de Märklin K83. De verschillen hebben te maken met de polariteit van de gezamelijke aansluiting van de wisseldecoder. Deze is plus (+) of min (-) en dan is het schema iets anders. Versie voor gemeenschappelijke plus Dit is de LENZ LA010 hulpschakeling. De firma Lenz levert deze kant-en-klare hulpschakeling om motoraandrijvingen om te zetten. De hulpschakeling is onder artikelnummer LA010 bij de firma Lenz te krijgen. Zelfbouw van de schakeling is goed te doen. Er zijn maar een paar onderdelen en een stukje experimenteer-printplaat voor nodig. Het schema van de schakeling staat hieronder aangegeven. Deze schakeling werkt met de populaire ROCO 10775 wisseldecoder.
Deze versie is voor wisseldecoders met een gemeenschappelijke min. Daarvoor heb je een iets ander schema en print nodig. Deze schakeling werkt met de Viessman 5211 wisseldecoder en de Märklin K83 wisseldecoder.
Meer informatie en downloads:
|