|
|
Regel 4: |
Regel 4: |
| <small>Onder redactie van: BeneluxSpoor.net</small></small> | | <small>Onder redactie van: BeneluxSpoor.net</small></small> |
| ---- | | ---- |
| + | |
| + | |
| + | |
| + | |
| + | In bewerking door Fred. |
| + | |
| + | |
| + | |
| + | |
| + | |
| Bij een modelbaan moet een trein even van het toneel verdwijnen en later weer terugkeren op de baan. Het is natuurlijk mooi als de trein met de locomotief voorop weer terugkeert. Meestal geldt dit probleem niet voor treinstellen, deze kunnen gewoon heen en weer rijden. Hieronder staan enkele oplossingen benoemd: | | Bij een modelbaan moet een trein even van het toneel verdwijnen en later weer terugkeren op de baan. Het is natuurlijk mooi als de trein met de locomotief voorop weer terugkeert. Meestal geldt dit probleem niet voor treinstellen, deze kunnen gewoon heen en weer rijden. Hieronder staan enkele oplossingen benoemd: |
| | | |
Regel 12: |
Regel 22: |
| | | |
| === De keerlus === | | === De keerlus === |
− | Dit is é én van de meest gebruikte oplossing. Hierdoor kunnen getrokken treinen zonder het wisselen of omlopen van een locomotief doorrijden. Door de keerlus groot en met extra sporen uit te voeren kan de keerlus als stalling van treinen worden gebruikt. De tekening hieronder geeft een minimale maat voor keerlus aan. | + | Dit is é én van de meest gebruikte oplossing. Hierdoor kunnen getrokken treinen zonder het wisselen of omlopen van een locomotief doorrijden. Door de keerlus groot en met extra sporen uit te voeren, kan de keerlus als stalling van treinen worden gebruikt. De tekening hieronder geeft een minimale maat voor keerlus aan. |
| | | |
| <br />[[Bestand:E04.07-04.jpg|400px]] | | <br />[[Bestand:E04.07-04.jpg|400px]] |
| <br /><i><small>E04.08-01 | | <br /><i><small>E04.08-01 |
| <br />Benodigde ruimte voor keerlus | | <br />Benodigde ruimte voor keerlus |
− | <br />Getekend door R. Koerts<br /></small></i> | + | <br />Getekend door: R. Koerts<br /></small></i> |
| | | |
− | Bij tweerail-systemen moet men opletten voor kortsluiting. Om kortsluiting in de keerlus te voorkomen moet men een keerlusschakeling toepassen. | + | Bij tweerail-systemen moet men opletten dat er geen kortsluiting ontstaat. Om kortsluiting in de keerlus te voorkomen moet men een keerlusschakeling toepassen. |
| | | |
| === Grote draaischijf === | | === Grote draaischijf === |
− | Dit is een variant op het bekende Fiddle Yard concept. Ook hier liggen veel opstelsporen naast elkaar en bieden de ruimte om complete treinen op te stellen. Door deze uit te voeren als 'draaischijf' kunnen nu complete treinen gedraaid worden, waardoor er niet gerangeerd hoeft te worden bij getrokken treinen. Deze constructie neemt nogal wat ruimte in want een complete trein moet op de draaischijf passen. Dat betekent al gauw een diameter van 1.50 meter (dat is in H0 niet meer dan een locomotief met 4 rijtuigen op de juiste lengte schaal). | + | Dit is een variant op het bekende Fiddle Yard concept. Ook hier liggen veel opstelsporen naast elkaar en bieden de ruimte om complete treinen op te stellen. Door deze uit te voeren als 'draaischijf' kunnen nu complete treinen gedraaid worden, waardoor er niet gerangeerd hoeft te worden bij getrokken treinen. Deze constructie neemt nogal wat ruimte in want een complete trein moet op de draaischijf passen. Dat betekent al gauw een diameter van 1,50 meter (dat is in H0 niet meer dan een locomotief met vier rijtuigen op de juiste lengteschaal). |
| | | |
| <br />[[Bestand:E04.08-01.jpg|400px]] | | <br />[[Bestand:E04.08-01.jpg|400px]] |
| <br /><i><small>E04.08-02 | | <br /><i><small>E04.08-02 |
| <br />Grote draaischijf voor complete treinen | | <br />Grote draaischijf voor complete treinen |
− | <br />Getekend door R. Koerts<br /></small></i> | + | <br />Getekend door: R. Koerts</small></i> |
− | | + | <br /><br /> |
| Het draaien kan natuurlijk zowel met de hand als geautomatiseerd gebeuren. De bouw en automatisering van dit soort constructies zijn wel complete zelfbouwprojecten. | | Het draaien kan natuurlijk zowel met de hand als geautomatiseerd gebeuren. De bouw en automatisering van dit soort constructies zijn wel complete zelfbouwprojecten. |
| | | |
Versie van 25 mei 2010 om 19:51
E04.07 - Schaduwstations - Vorige | Volgende - E04.09 - Voorbeelden baanplannen
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net
In bewerking door Fred.
Bij een modelbaan moet een trein even van het toneel verdwijnen en later weer terugkeren op de baan. Het is natuurlijk mooi als de trein met de locomotief voorop weer terugkeert. Meestal geldt dit probleem niet voor treinstellen, deze kunnen gewoon heen en weer rijden. Hieronder staan enkele oplossingen benoemd:
De keerlus
Dit is é én van de meest gebruikte oplossing. Hierdoor kunnen getrokken treinen zonder het wisselen of omlopen van een locomotief doorrijden. Door de keerlus groot en met extra sporen uit te voeren, kan de keerlus als stalling van treinen worden gebruikt. De tekening hieronder geeft een minimale maat voor keerlus aan.
E04.08-01
Benodigde ruimte voor keerlus
Getekend door: R. Koerts
Bij tweerail-systemen moet men opletten dat er geen kortsluiting ontstaat. Om kortsluiting in de keerlus te voorkomen moet men een keerlusschakeling toepassen.
Grote draaischijf
Dit is een variant op het bekende Fiddle Yard concept. Ook hier liggen veel opstelsporen naast elkaar en bieden de ruimte om complete treinen op te stellen. Door deze uit te voeren als 'draaischijf' kunnen nu complete treinen gedraaid worden, waardoor er niet gerangeerd hoeft te worden bij getrokken treinen. Deze constructie neemt nogal wat ruimte in want een complete trein moet op de draaischijf passen. Dat betekent al gauw een diameter van 1,50 meter (dat is in H0 niet meer dan een locomotief met vier rijtuigen op de juiste lengteschaal).
E04.08-02
Grote draaischijf voor complete treinen
Getekend door: R. Koerts
Het draaien kan natuurlijk zowel met de hand als geautomatiseerd gebeuren. De bouw en automatisering van dit soort constructies zijn wel complete zelfbouwprojecten.
Keren in een driehoek
Een niet vaak gekozen oplossing. Hierbij rijdt de complete trein een uithaal- c.q. keerspoor op en dan rijdt de trein (met de locomotief achterop) achteruit terug de opstelsporen op. Bij het vertrek uit het schaduwstation kan de trein gewoon rechtuit met de locomotief voorop weg rijden. De driehoek kan je natuurlijk op diverse manieren toepassen maar eigenlijk is deze oplossing alleen geschikt voor het keren van kleine treinen. De lengte van het uithaalspoor is bepalend.
E04.08-03
Keren van treinen met een keerdriehoek.
Getekend door R. Koerts
Bij tweerail-systemen moet men opletten voor kortsluiting. Om kortsluiting in de keerlus te voorkomen moet men een keerlusschakeling toepassen.
Omlopen locomotief
Dit is een rangeer oplossing in het schaduwstation. Hierbij komt de trein het opstelspoor op, koppelt af, de locomotief rijdt een uithaalspoor op, loopt over een vrij opstelspoor om naar de voorkant van de trein, koppelt daar aan. De trein is dan gereed om weer terug te rijden.
E04.08-04
Omlopen locomotief.
Getekend door R. Koerts
Met treinbesturingssoftware is het mogelijk om deze handelingen automatisch te laten verlopen. De kans dat het fout gaat tijdens het ontkoppelen en aankoppelen is zeer aanwezig. Deze oplossing wordt vooral toegepast bij de kleinere modulebanen waar geen ruimte is voor een uitgebreid schaduwstation.
E04.07 - Schaduwstations - Vorige | Volgende - E04.09 - Voorbeelden baanplannen