|
|
Regel 1: |
Regel 1: |
| <small><center>'''[[E10 - Digitale besturing]] - Vorige | Volgende - [[E10.02 - Uitleg Digitaal]]'''</center> | | <small><center>'''[[E10 - Digitale besturing]] - Vorige | Volgende - [[E10.02 - Uitleg Digitaal]]'''</center> |
| ---- | | ---- |
− | <small>Onder redactie van: BeneluxSpoor.net</small><br> | + | <small>Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Stevens</small></small> |
− | <small>Tekst en afbeeldingen: Fred Stevens</small></small>
| + | == Inleiding digitale baanbesturing == |
− | <br />
| |
| <br /> | | <br /> |
| '''Digitaal versus analoog''' | | '''Digitaal versus analoog''' |
Regel 16: |
Regel 15: |
| | | |
| [[Bestand:SignaalAnaloog.gif]] | | [[Bestand:SignaalAnaloog.gif]] |
| + | <br /> |
| + | <i><small><small>E10.01-01<br /> |
| + | Tekening: Fred Stevens</small></small></i> |
| | | |
| Een kenmerkend nadeel van deze methode is te zien aan de verlichting in de lok of trein. Deze zal immers afhankelijk van de aangeboden spanning helder of zwak oplichten. Bovendien biedt deze methode weinig mogelijkheden om meer dan één trein te besturen. Immers, alle treinen op de rails zullen rijden als er spanning wordt aangeboden. Dit probleem kan worden opgelost door zogenaamde baanvakken te maken, die elk met een afzonderlijke transformator geregeld worden. De trein die zich in een bepaald baanvak bevindt, kan zo afzonderlijk van de overige treinen bestuurd worden. | | Een kenmerkend nadeel van deze methode is te zien aan de verlichting in de lok of trein. Deze zal immers afhankelijk van de aangeboden spanning helder of zwak oplichten. Bovendien biedt deze methode weinig mogelijkheden om meer dan één trein te besturen. Immers, alle treinen op de rails zullen rijden als er spanning wordt aangeboden. Dit probleem kan worden opgelost door zogenaamde baanvakken te maken, die elk met een afzonderlijke transformator geregeld worden. De trein die zich in een bepaald baanvak bevindt, kan zo afzonderlijk van de overige treinen bestuurd worden. |
Regel 24: |
Regel 26: |
| | | |
| [[Bestand:Signaaldigitaal.gif]] | | [[Bestand:Signaaldigitaal.gif]] |
| + | <br /> |
| + | <i><small><small>E10.01-02<br /> |
| + | Tekening: Fred Stevens</small></small></i> |
| | | |
| '''Extra's''' | | '''Extra's''' |
Regel 30: |
Regel 35: |
| Denk daarbij aan verlichting, geluiden, rookgenerator of een ontkoppelaar. Maar ook de bediening van vele andere objecten op de modelspoorbaan, zoals wissels, seinen e.d. kunnen met hetzelfde digitaal systeem bediend worden. | | Denk daarbij aan verlichting, geluiden, rookgenerator of een ontkoppelaar. Maar ook de bediening van vele andere objecten op de modelspoorbaan, zoals wissels, seinen e.d. kunnen met hetzelfde digitaal systeem bediend worden. |
| Een groot schakelbord met allerhande knoppen, toetsen, indicatielampjes en regelaars is daarbij volledig overbodig! | | Een groot schakelbord met allerhande knoppen, toetsen, indicatielampjes en regelaars is daarbij volledig overbodig! |
− |
| |
| ---- | | ---- |
| + | <small><center>'''[[E10 - Digitale besturing]] - Vorige | Volgende - [[E10.02 - Uitleg Digitaal]]'''</center> |
Versie van 5 feb 2010 om 12:33
E10 - Digitale besturing - Vorige | Volgende - E10.02 - Uitleg Digitaal
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Stevens
Inleiding digitale baanbesturing
Digitaal versus analoog
Om een goed beeld te verkrijgen van een digitale besturing, kijken we eerst eens naar de verschillen tussen digitaal en analoog. Voordat we treinen digitaal konden besturen, zo'n 25 jaar geleden, was een analoge besturing de enige mogelijke wijze.
Analoog
Bij een analoog bestuurde modelspoorbaan worden de treinen bestuurd door het variëren van de spanning op de rails.
De trein of lok pikt die spanning via de wielen op en zal al naar gelang de hoeveelheid spanning, sneller of langzamer rijden.
Het regelen van deze spanning gebeurde meestal met een regelbare transformator. Deze methode is eenvoudig maar ook zéér beperkt.
E10.01-01
Tekening: Fred Stevens
Een kenmerkend nadeel van deze methode is te zien aan de verlichting in de lok of trein. Deze zal immers afhankelijk van de aangeboden spanning helder of zwak oplichten. Bovendien biedt deze methode weinig mogelijkheden om meer dan één trein te besturen. Immers, alle treinen op de rails zullen rijden als er spanning wordt aangeboden. Dit probleem kan worden opgelost door zogenaamde baanvakken te maken, die elk met een afzonderlijke transformator geregeld worden. De trein die zich in een bepaald baanvak bevindt, kan zo afzonderlijk van de overige treinen bestuurd worden.
Digitaal
Vrijwel alle eerder bij analoog genoemde nadelen, zijn opgelost met een digitale besturing. In tegenstelling tot de analoge besturing, wordt bij een digitale besturing doorlopend een vaste spanning op de rails aangeboden. Door deze vaste spanning zal de verlichting in de trein nu wel doorlopend met dezelfde helderheid oplichten. De plaats op de baan, waar een trein zich bevindt, is nu niet meer bepalend voor de besturing. Elke trein kan op elke plaats van de baan - onafhankelijk van de andere - bestuurd worden. Dit is mogelijk doordat elke trein of lok, een eigen stukje elektronica bevat, de zogenaamde locdecoder, die op basis van digitale commando's de locomotief bestuurt. De benodigde digitale commando's worden nu niet meer via een regelbare transformator gegeven, maar via het zogenaamd digitaal systeem.
E10.01-02
Tekening: Fred Stevens
Extra's
Digitaal biedt bovendien nog veel extra mogelijkheden. Zo kunnen per locomtief of trein extra functies bediend worden.
Denk daarbij aan verlichting, geluiden, rookgenerator of een ontkoppelaar. Maar ook de bediening van vele andere objecten op de modelspoorbaan, zoals wissels, seinen e.d. kunnen met hetzelfde digitaal systeem bediend worden.
Een groot schakelbord met allerhande knoppen, toetsen, indicatielampjes en regelaars is daarbij volledig overbodig!
E10 - Digitale besturing - Vorige | Volgende - E10.02 - Uitleg Digitaal