Persoonlijke instellingen

Inleiding locdecoders: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
(Decoders)
(Decoders)
Regel 93: Regel 93:
 
'''Lange adressen'''
 
'''Lange adressen'''
  
'''Hier verder R.'''
+
Omdat korte adressen nog wel eens lastig te onthouden zijn is het hanidg dat er lange adressen zijn. Hierin kun je adressen kwijt tot 9999 ( Afhankelijk per decoder ). Adressen zoals locomotiefnummers als 1601 kun je gewoon invoeren zonder problemen. Hiervoor zijn 2 CV's, 17 en 18. Moderne centrales kunnen zonder problemen een lang adres programeren en in CV17/18 plaatsen.

Versie van 8 feb 2010 om 21:22

E10.07 - Centrales - Vorige | Volgende - E10.09 - Verder

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Remco Poppen

Decoders

In het hoofdstuk E10.02 - Uitleg Digitaal hebben we gezien dat we een decoder nodig hebben in elke locomotief. Nu zijn decoders tegenwoordig erg slimme apparaten geworden.

Connector

Er zijn verschillende aansluitingen in omloop om een decoder op aan te sluiten. We kennen de volgende aansluitingen:

Omschrijving# pinsAfbeelding
E10.08.01 - NEM6516 pinsDigitaalNEM651.jpg
E10.08.02 - NEM6528 pinsDigitaalNEM652.jpg
E10.08.03 - 21MTC21 pinsDigitaal21MTC.jpg

Functieuitgangen

Zoals te zien is in de specifieke pagina's over de connectoren neemt naarmate de connector groter wordt, ook het aantal extra uitgangen toe. Deze uitgangen ( AUX # ) zijn noodzakelijk om bepaalde mogelijkheden toe te voegen aan je model. Denk hierbij aan een zwaailamp, rangeersein, elektrische ontkoppeling en cabineverlichting.

De meeste 8-polige decoders beschikken over een AUX2. Deze wordt aangeboden als een paarse losse draad welke alleen aan de decoder is verbonden. Je kunt deze in principe vrij aansluiten op datgene wat je wilt schakelen ( Evt wel weerstanden gebruiken maar dat is afhankelijk van de manier hoe je het wilt toepassen )

Configuratievariabelen

Programeren van een decoder, ongetwijfeld heb je er al eens over gelezen op het forum, wat is dat nu precies ? Eigenlijk is het niets meer als het instellen van de decoder zodanig dat de decoder doet wat jij wilt dat hij doet.

Om te weten hoe je moet programeren is het prettig om te weten wat je feitelijk doet als je programeert. Elke decoder heeft een aantal configuratie variabelen ( CV's ). Deze CV's moet je zien als een bakje waar de decoder de gewenste instelling in opbergt of wanneer nodig uit haalt om te gebruiken/lezen.

Bepaalde CV's zijn standaard voor elke decoder. Een kleine handige selectie van CV's wil ik graag hier behandelen:

CVOmschrijving
1Verplicht: Korte adres, in deze variabele kun je het adres programeren of lezen van de decoder. De waarde kan liggen tussen de 0 en 255 ( Waarbij 255 afhankelijk is van het type decoder ) ( Standaardwaarde is 3 )
7Verplicht: Versie nummer van de decoder, de fabrikant voert deze in
8Verplicht: Fabrikant nummer, deze code wordt door de NMRA bepaald
17 & 18Optioneel: Deze twee CV's zijn voor het configureren van een lang adres ( Bijv. 2433 )
29Configuratie CV, deze is verplicht indien de te configureren opties aanwezig zijn in de decoder

Voor de volledige lijst met standaard CV's wil ik graag verwijzen naar: [1]

Programeren

Programeren kan op veel verschillende manieren maar voor de moderne decoders heb je eigenlijk 2 praktische keuzes, Program-on-Main ( POM ) en programeren op een programeerspoor. POM houdt kortweg in dat je een decoder programeert terwijl deze op de hoofdbaan staat. Programeren op een programeerspoor, de naam zegt het al, is programeren wanneer een trein op een speciaal spoortje staat.

Het grote verschil tussen POM en het programeerspoor is dat wanneer je via POM programeert, je het adres van de decoder niet kunt wijzigen, want je stuurt de programeercommando's naar dat specifieke adres.

Als je op het programeerspoor programeert worden de commando's naar alle decoders gestuurt. Hier zit dus gelijk een risico in. Als er 2 locomotieven op het programeerspoor staan, zullen beiden dezelfde waardes geprogrameerd krijgen.

Stel je programeert het adres op 5 dan zullen na de programeeractie beide locs adres 5 hebben.

Dus altijd 1 locomotief op het programeerspoor tenzij je bijvoorbeeld een stuurstand en locomotief hetzelfde adres wil geven in verband met het schakelen van de verlichting. Hoe dat precies in zijn werk gaat, daar komen we later op terug.

Niet elke centrale heeft een programeerspoor, de Intellibox bijvoorbeeld wel, de Multimaus niet. Als je centrale niet is voorzien van een programeerspoor, dien je alle locs van de baan te halen als je gaat programeren.

Adres wijzigen

Wanneer we nu een nieuwe digitale locomotief hebben, willen we deze voorzien van een ander adres, namelijk 5. Hoe pakken we dit nu precies aan ? Wel, als volgt:

We plaatsen deze locomotief op het programeerspoor. We schakelen nu de centrale in de programeerstand en gaan een CV programeren. We selecteren nu CV 1 en geven aan, waarde 5 te willen laden. We bevestigen de keuze en de locomotief zal een kleine beweging maken ten teken dat het programeren gelukt is.

Nu kunnen we de locomotief besturen op adres 5.

Hoe het programeren per centrale specifiek staat in hun respectievelijke handleidingen, hiervoor verwijs ik graag naar het hoofdstuk over centrales.

Decoder resetten

Een decoder kun je ook resetten naar fabrieksinstelling. De meeste decoders doen dit als je of 8 schrijft naar CV 8 of een specifieke in de handleiding vermelde waarde.

CV 29: Configuratie

We behandelen eerst CV 29 omdat deze noodzakelijk is om de lange adressen in te schakelen. Voor dit voorbeeld gaan we gebruik maken van het configuratie CV van de Esu Lokpilot 3.0. Een zeer goede en zeer betaalbare decoder welke in zowel NEM651, NEM652 als 21MTC te koop is.

De Lokpilot 3 kent 6 configuratie bits te weten:

BitOmschrijvingStandaardKeuze
0Rijrichting00/1
1Rijstappen 14 of 28/12800/2
2Analoog bedrijf40/4
3Railcom communicatie00/8
4Motorinstellingen volgens CV 2,5&6
of via snelheidstabel
00/16
5Korte/Lange adressen00/32

Standaard reageert de decoder op analoge spanning, dat komt omdat bit 2 geactiveerd is door waarde 4. Als wij dit willen uitschakelen moeten we naar CV29 de waarde 0 schrijven. Hierna zal de decoder niet meer reageren op analoge rijspanning.

Maar het bijzondere is dat je meerdere opties tegelijk kunt aanzetten. Stel nu dat we lange adressen willen en 28 rijstappen. In de tabel is te zien dat rijstappen waarde 2 is en lange adressen de waarde 32 is. Deze waarden tellen we op, 2+32=34 en deze waarde schrijven we naar CV 29. Nu zal de rijstappen ingesteld staan op 28/128 en hebben we de beschikking over lange adressen.

Lange adressen

Omdat korte adressen nog wel eens lastig te onthouden zijn is het hanidg dat er lange adressen zijn. Hierin kun je adressen kwijt tot 9999 ( Afhankelijk per decoder ). Adressen zoals locomotiefnummers als 1601 kun je gewoon invoeren zonder problemen. Hiervoor zijn 2 CV's, 17 en 18. Moderne centrales kunnen zonder problemen een lang adres programeren en in CV17/18 plaatsen.