Persoonlijke instellingen

Minimale led serieweerstand berekenen: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k (De High Efficency/Low Current-LED)
k (Artikel her-ingedeeld en uitleg verbetert)
Regel 11: Regel 11:
 
{{Inhoudsopgave||Klein}}
 
{{Inhoudsopgave||Klein}}
 
=== Inleiding ===
 
=== Inleiding ===
Bij LED's <u>moeten</u> we een voorschakelweerstand toepassen om de stroom door de LED te beperken. Gebruikt u g&eacute;&eacute;n voorschakelweerstand (of een weerstand met een te lage waarde), dan kunt u de LED meteen naar de eeuwige elektronische jachtvelden brengen, ofwel de LED raakt defect!  
+
Een LED werkt fundamenteel anders dan een gloeilamp. Bij een gloeilamp bepalen de spanning die er over staat, &eacute;n de weerstand van de gloeidraad, hoeveel stroom er door de gloeilamp loopt. Een gloeilamp is dus <u>spanninggestuurd</u>. Hoe meer spanning er over de lamp staat, hoe meer licht deze geeft.<br />
 +
Bij een LED hebben we inwendig niet te maken met een gloeidraad, maar met een speciale diode. De hoogte van de stroom bepaald hoeveel licht de LED geeft. De spanning over de diode blijft echter (nagenoeg) gelijk. Een LED is dus <u>stroomgestuurd</u>. De fabrikant geeft dan ook een maximale waarde voor de LED-stroom op. Bij die waarde kunt u een redelijke levensduur van de LED verwachten.
 +
 
 +
Bij LEDs <u>moeten</u> we dus een voorschakelweerstand toepassen, om de stroom door de LED te beperken. Gebruikt u g&eacute;&eacute;n voorschakelweerstand (of een weerstand met een te lage waarde), dan gaat de LED meteen naar de eeuwige elektronische jachtvelden, ofwel de LED raakt gegarandeerd defect!!
 +
 +
De term 'voorschakelweerstand' zou tot verwarring kunnen leiden. U zou kunnen denken dat de weerstand altijd v&ograve;&ograve;r de LED(s) moet worden gemonteert. Het maakt echter elektrisch gezien totaal niet uit aan welke kant van de LED(s) u de voorschakelweerstand monteert. Het ligt er maar net aan wat gemakkelijker uitkomt in de locomotief. U hoeft er alleen maar voor te zorgen dat u de LED in de doorlaatrichting aansluit (met de Anode aan de plus).
 +
 
 +
Er zijn drie dingen die u moet weten om een juiste berekening te maken.
 +
 
 +
- <u>''Ten eerste;''</u> hoeveel spanning de decoder afgeeft op de verlichtingsaansluiting. (gemeten tussen de blauwe en de witte, of tussen de blauwe en de gele draad. De diverse merken decoders geven (afhankelijk van de toegepaste centrale) niet allemaal dezelfde spanning af (bij diverse decoders zijn spanningen gemeten tussen 14,8 Volt en 19,6 Volt).<br />
 +
Die spanning zult u dus moeten meten, en aan de hand van de gemeten spanning de juiste weerstandwaarde gaan berekenen.<br />
 +
 
 +
 
 +
- <u>''Ten tweede;''</u> hoe hoog is de brandspanning ('stapspanning' genoemd) over de LED? Die stapspanning (V<sub>f</sub> ofwel Vforward) staat in de datasheet van de fabrikant (te vinden met Google op het 'WereldWijdeWeb'). Kunnen we de stapspanning niet op Internet vinden, dan kunnen we de stapspanning ook heel eenvoudig zelf opmeten.<br />
 +
Sluit een weerstand van 1K2 (1200 &Omega;) aan op de Anode van de LED en sluit de andere zijde van de weerstand aan op de plus van een voeding van 12 Volt. Sluit de Kathode van de LED aan op de min van de voeding, en meet nu met een universeelmeter hoeveel spanning er over de LED staat (rode draad van de meter aan de plus-zijde van de LED).<br />
 +
Hoe u LED's aan moet sluiten kunt u zien in het artikel 'Hoe sluit u LED's aan?' (zie: "Meer informatie').
 +
 
 +
 
 +
- <u>''Ten derde;''</u> hoeveel stroom mag er maximaal door de LED lopen? Die maximale stroomsterkte (I<sub>f</sub> ofwel Iforward) staat in de datasheet van de fabrikant (te vinden met Google op het 'WereldWijdeWeb').
 +
 
 +
 
 +
=== Minimale waarde van de voorschakelweerstand ===
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
|Bestand= leds_ser.gif
+
|Bestand= LED_vsw01.gif
 +
|Grootte= 170px
 +
|Volgnummer= 01
 +
|Omschrijving= LED met voorschakelweerstand
 +
|Maker= Fred Eikelboom
 +
|Type= Tekening
 +
}}
 +
 
 +
 
 +
Om er voor te zorgen dat de stroom door de LED niet te hoog kan worden, zal de voorschakelweerstand een bepaalde <u>minimale waarde</u> moeten hebben. Voor het berekenen van die minimale waarde van de voorschakelweerstand passen we de Wet van Ohm toe. Dat gaat volgens de formule: Rx = (U - U<sup>Led</sup>) / I<sup>Led.</sup>  Hierbij is U de voedingsspanning, U<sup>Led</sup> de stapspanning over de LED en I<sup>Led</sup>de stroom door de LED.
 +
 
 +
 
 +
Hier een rekenvoorbeeld:<br />
 +
Stel, we hebben een LED die, volgens de datasheet van de fabrikant, maximaal 20 mA mag hebben (kan verwerken) en we sluiten die LED aan op een locdecoder. Een locdecoder geeft een gelijkspanning van 16 tot 18 Volt af op de blauwe (plus)draad. We gaan in dit voorbeeld even uit van een voedingsspanning van 16 Volt. Over de LED valt, volgens de datasheet, een (stap)spanning van ongeveer 1,4 Volt.
 +
 
 +
De formule voor het berekenen van de weerstandwaarde is: R = U / I, ofwel; weerstand is spanning gedeeld door stroom (V/I = &Omega;).
 +
 
 +
We hebben nu een aantal gegevens voor de berekening:
 +
 
 +
:* Voedingsspanning is 16 Volt
 +
:* Stapspanning over de LED is 1,4 Volt
 +
:* Spanning over de weerstand is 16 - 1,4 = 14,6 Volt
 +
:* Stroomsterkte door de LED is max. 20 mA = 0,02 Amp&egrave;re
 +
 
 +
Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we:
 +
 
 +
R = (U - U<sup>Led</sup>) / I<sup>Led</sup> ofwel R = 14,6 / 0,02 (V/I = &Omega;)
 +
 
 +
De uitkomst is dan: 730 &Omega; (Ohm).
 +
 
 +
De dichtstbijzijnde hogere waarde in de E12-reeks is 820 &Omega;. Dus we gebruiken hier een koolfilmweerstand van 820 &Omega; of een metaalfilmweerstand van 750 &Omega;
 +
 
 +
We zien dus in bovenstaande berekening, dat bij een voedingsspanning van 16 Volt, en een maximale stoom van 20 mA, de minimale waarde van de voorschakelweerstand 730 &Omega; is. Een maximale waarde is niet te berekenen, want dat is een kwestie van gewoon uitproberen. Wanneer de weerstandswaarde te hoog gekozen wordt, geeft de LED gewoon geen licht meer. Het enige waar u dus rekening mee moet houden, is de minimale waarde van de voorschakelweerstand. Dus alle waarden tussen de berekende 730 &Omega;, en de experimenteel vastgestelde maximumwaarde kunt u toepassen.
 +
 
 +
Het toepassen van de maximaal toelaatbare stroomsterkte houdt echter een groot risico in. Zodra de voedingsspanning ook maar even iets hoger wordt dan de gemeten waarde, zal de LED-stroom sterk toenemen en zitten we meteen in de gevarenzone!
 +
 
 +
 
 +
=== De praktijk ===
 +
In de praktijk zullen we voor de locomotiefverlichting geen 20 mA door de LEDs sturen. We hoeven namelijk als frontverlichting van de loc geen v&eacute;rstralers te hebben en aan de achterzijde hoeft de verlichting ook niet zo sterk te branden als aan de voorzijde. Voor de frontverlichting is een stroom van 10 mA al ruim voldoende. Bij de achterverlichting gaan we uit van 8 mA. Bij een dergelijke stroom geven de moderne LEDs een zee van licht.
 +
 
 +
Hier een rekenvoorbeeld, waarbij we ervan uitgaan dat de decoder meer spanning afgeeft, namelijk 18 Volt. We berekenen nu een voorschakelweerstand voor een LED-stroom van 10 mA.
 +
 
 +
:* Voedingsspanning is 18 Volt
 +
:* Stapspanning over de LED is 1,4 Volt
 +
:* Spanning over de weerstand 18 - 1,4 = 16,6 Volt
 +
:* Stroomsterkte door de LED is 10 mA = 0,01 Amp&egrave;re
 +
 
 +
We hebben nu weer twee waarden voor de formule. Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we:
 +
 
 +
R = (U - U<sup>Led</sup>) / I<sup>Led</sup> ofwel R = 16,6 / 0,01
 +
 
 +
De uitkomst is dan: 1660 &Omega;
 +
 
 +
De dichtstbijzijnde hogere waarde in de E12-reeks is 1800 &Omega;. Dus we gebruiken hier een koolfilmweerstand van 1800 &Omega; (1K8) of een metaalfilmweerstand van 1690 &Omega; (1K69).
 +
 
 +
 
 +
=== Twee LEDs in serie ===
 +
{{Afbeelding
 +
|Bestand= Twee_LEDs_ser02.gif
 
|Grootte= Zeer klein
 
|Grootte= Zeer klein
|Volgnummer= E16.02.02-01
+
|Volgnummer= 02
|Omschrijving= Serie-schakeling
+
|Omschrijving= Serie-schakeling twee LEDs
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
|Type= Tekening
 
|Type= Tekening
 
}}
 
}}
  
Voor het berekenen van de minimale waarde van de voorschakelweerstand passen we de Wet van Ohm toe. Dat gaat als volgt:
 
  
Stel, we hebben een rode LED die maximaal 20 mA mag hebben (kan verwerken) en we sluiten die LED aan op een locdecoder. Een locdecoder geeft een gelijkspanning van 16 tot 18 Volt af op de blauwe draad. We gaan in dit voorbeeld even uit van een voedingsspanning van 16 Volt. Over de LED valt een spanning van ongeveer 1,4 Volt.
+
Bij twee LEDs in serie voor de frontverlichting, moet u twee maal de stapspanning nemen en gaat de berekening als volgt:
:* Effectieve spanning over de LED is 16 - 1,4 = 14,6 Volt
 
:* Stroomsterkte door de LED is 20 mA = 0,02 Amp&egrave;re
 
  
 +
:* Voedingsspanning is 18 Volt
 +
:* Stapspanning over de LED is 1,4 Volt
 +
:* Spanning over de weerstand 18 - (2 x 1,4) = 15,2 Volt
 +
:* Stroomsterkte door de LED is 10 mA = 0,01 Amp&egrave;re
  
We hebben nu twee waarden voor de formule. Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we:
+
Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we:
:* R = U / I oftewel R = 14,6 / 0,02 (V/A=&Omega;)
+
 
:* De uitkomst is dan: 730 &Omega; (Ohm).
+
R = (U - U<sup>Led</sup>) / I<sup>Led</sup> ofwel R = 15,2 / 0,01
:* De dichtstbijzijnde hogere waarde in de E-reeks is 820 &Omega;. Dus we gebruiken hier een weerstand van 820 &Omega;
+
 
 +
De uitkomst is dan: 1520 &Omega;
 +
 
 +
De dichtstbijzijnde hogere waarde in de E12-reeks is 1600 &Omega;. Dus we gebruiken hier een koolfilmweerstand van 1600 &Omega; (1K6) of een metaalfilmweerstand van 1540 &Omega; (1K54).
 +
 
 +
Voor de achterverlichting, met twee LEDs in serie, komen we bij een stroom van 8 mA op een weerstandswaarde van 1900 &Omega;. Dus we gebruiken hier een metaalfilmweerstand van 1910 &Omega; of 1960 &Omega; (ofwel 1K91 0f 1K96).
  
  
 
=== De High Efficency/Low Current-LED ===
 
=== De High Efficency/Low Current-LED ===
Een High Efficency/Low Current-LED geeft bij ongeveer 2 mA al een zee van licht. Stel, we hebben een voedingsspanning van 16 Volt. Over de LED is (volgens de datasheet) de spanningsval ongeveer 3,2 Volt.
+
Een High Efficency/Low Current-LED geeft bij ongeveer 2 mA al een zee van licht. Stel, we hebben een voedingsspanning van 16 Volt. Over de LED is (volgens de datasheet) de stapspanning ongeveer 3,2 Volt.
:* Spanning over de LED is 16 - 3,2 = 12,8 Volt
+
 
:* Stroomsterkte door de LED is 2 mA = 0,002 Amp&egrave;re
+
We hebben nu weer een aantal gegevens voor de berekening:
 +
:* Voedingsspanning is 16 Volt
 +
:* Stapspanning over de LED is 3,2 Volt
 +
:* Spanning over de weerstand is 16 - 3,2 = 12,8 Volt
 +
:* Stroomsterkte door de LED is max. 2 mA = 0,002 Amp&egrave;re
 +
 
 +
Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we:
 +
 
 +
R = (U - U<sup>Led</sup>) / I<sup>Led</sup> ofwel R = 12,8 / 0,002
  
 +
De uitkomst is dan: 6400 &Omega;
  
We hebben nu weer twee waarden voor de formule.
+
We zien in bovenstaande berekening, dat bij een voedingsspanning van 16 Volt, en een maximale stoom van 2 mA, de minimale waarde van de voorschakelweerstand 6400 &Omega; is. De dichtstbijzijnde hogere waarde in de E-reeks is 6800 &Omega;. Dus we gebruiken hier een weerstand van 6K8.
:* R = U / I oftewel R = 12,8 / 0,002 (V/A=&Omega;)
 
:* De uitkomst is dan: 6400 &Omega;
 
  
 
De dichtstbijzijnde hogere waarde in de E-reeks is 6800 &Omega;. Dus we gebruiken hier een weerstand van 6K8.
 
  
 +
{| class="wikitable"
 +
| valign='center'| [[Bestand:Let-op.jpg|50px|center]]<small>&nbsp;&nbsp;'''LET OP'''</small>||valign='top'|Neem <u>nooit</u> een lagere waarde dan u berekend heeft, want dan is de stroom door de LED te hoog en zal deze gegarandeert defect raken!!
 +
|-
 +
|}
  
Doordat we een hogere weerstandwaarde nemen, zal de stroom door de LED iets minder dan het maximum zijn, maar dat maakt voor de lichtopbrengst heel weinig uit.
 
  
Neem <u>nooit</u> een lagere waarde dan u berekend heeft, want dan is de stroom door de LED te hoog en zal deze defect raken!
 
  
 
=== Berekening van de belastbaarheid van de voorschakelweerstand ===
 
=== Berekening van de belastbaarheid van de voorschakelweerstand ===
<u>De belastbaarheid ofwel 'het vermogen' van de voorschakelweerstand berekenen we als volgt:</u>
+
De belastbaarheid ofwel 'het vermogen' van de voorschakelweerstand berekent u met de volgende formule:
  
(voorbeeld 1, gewone LED)
+
P = U x I. Hierbij is P het vermogen, U de voedingsspanning en I de stroomsterkte.
:* Spanning over de weerstand is 14,6 Volt
 
:* Stroom door de weerstand is 20 milliAmp&egrave;re.
 
:* P = U &times; I, dus P = 14,6 &times; 0,02 = 0,292 Watt. (afgerond 0,3 Watt)
 
:* Een weerstand met een belastbaar vermogen van &#8531; (&eacute;&eacute;nderde) Watt is hier voldoende.
 
  
+
(voorbeeld 1, standaard LED)  
(voorbeeld 2, LowCurrent-LED)
+
:* Voedingsspanning is 16 Volt
:* Spanning over de weerstand is 12,8 Volt
+
:* Stapspanning over de LED is 1,4 Volt
:* Stroom door de weerstand is twee milliAmp&egrave;re.
+
:* Spanning over de weerstand is 16 - 1,4 = 14,6 Volt
:* P = U &times; I, dus P = 12,8 &times; 0,002 = 0,0256 Watt.
+
:* Stroomsterkte door de LED is 10 milliAmp&egrave;re.  
:* Een weerstand(je) met een belastbaar vermogen van &#8539; (&eacute;&eacute;nachtste) Watt is hier dus meer dan voldoende.
 
  
We zien dus in bovenstaande berekening dat, bij een voedingsspanning van 16 Volt, de minimale waarde van de voorschakelweerstand 820 &Omega; is. De maximale waarde is niet te berekenen, want dat is een kwestie van gewoon uitproberen. Wanneer de weerstandswaarde te hoog gekozen wordt, geeft de LED gewoon geen licht meer. Het enige waar u dus rekening mee moet houden, is de minimale waarde van de voorschakelweerstand.  Dus alle waarden tussen die berekende 820 &Omega;, en de experimenteel vastgesteld maximumwaarde kunt u toepassen (mits de LED een 20 mA-type is). Bij een 2 milliAmp&egrave;re-LED en 16 Volt is 6K8 de minimale waarde.<br />
+
P = U &times; I, dus P = 14,6 &times; 0,01 = 0,146 Watt. (afgerond 0,15 Watt)
Maar wat gebeurt er, wanneer de decoder meer spanning afgeeft, bijv. 18 Volt? Dat gaan we weer berekenen:
 
:* Spanning over de LED is bijv. 1,4 Volt
 
:* Spanning over de voorschakelweerstand 18 - 1,4 = 16,6 Volt
 
:* Stroom door LED en weerstand: 20 mA = 0,02 Amp&egrave;re
 
  
 +
Een weerstand met een belastbaar vermogen van &frac14; Watt (&eacute;&eacute;nvierde) Watt is hier voldoende.
  
We hebben nu weer twee waarden voor de formule. Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we:
+
:* R = U / I oftewel R = 16,6 / 0,02
+
(voorbeeld 2, LowCurrent-LED)
:* De uitkomst is dan: 830 &Omega;
+
:* Voedingsspanning is 16 Volt
 +
:* Stapspanning over de diode is 3,2 Volt
 +
:* Spanning over de weerstand is 16 - 3,2 = 12,8 Volt
 +
:* Stroomsterkte door de LED is twee milliAmp&egrave;re.
  
 +
P = U &times; I, dus P = 12,8 &times; 0,002 = 0,0256 Watt.
  
De dichtstbijzijnde hogere waarde in de E-reeks = 1000 &Omega;. Dus we gebruiken hier een weerstand van 1000 &Omega; (oftewel 1K).<br />Zoals hierboven al aangegeven is, moeten we ook hier weer de belastbaarheid van de voorschakelweerstand uitrekenen:
+
Een weerstand met een belastbaar vermogen van &#8539; (&eacute;&eacute;nachtste) Watt is hier dus meer dan voldoende.
  
  
 
=== Berekening van de belastbaarheid van de voorschakelweerstand bij een hogere spanning ===
 
=== Berekening van de belastbaarheid van de voorschakelweerstand bij een hogere spanning ===
 
+
:* Voedingsspanning is 18 Volt
De belastbaarheid van de weerstand bij 18 Volt:
+
:* Stapspanning over de LED 2,9 Volt
:* Over de LED valt bijv. een spanning van ongeveer 2,9 Volt
 
 
:* Spanning over de weerstand is 18 - 2,9 = 15,1 Volt
 
:* Spanning over de weerstand is 18 - 2,9 = 15,1 Volt
:* Stroom door de weerstand is 20 milliAmp&egrave;re
+
:* Stroom door de LED is 20 milliAmp&egrave;re
:* P = U &times; I, dus P = 15,1 &times; 0,02 = 0,302 Watt (afgerond 0,3 Watt)
 
  
 +
P = U &times; I, dus P = 15,1 &times; 0,02 = 0,302 Watt (afgerond 0,3 Watt)
  
Een weerstand met een belastbaarheid van &#8531; (&eacute;&eacute;nderde of 0,33) Watt is hier voldoende.<br />
+
We gebruiken hier dus g&eacute;&eacute;n weerstand van &frac14; Watt, want die is net te licht, en wordt dus veel te warm. We nemen dus een weerstand met een belastbaarheid van &frac12; Watt.
Daar die vaak niet in de winkels verkrijgbaar zijn, nemen we dus g&eacute;&eacute;n weerstand van &frac14; Watt, want die is net te licht, en wordt dus te warm.<br />
 
We nemen dan een weerstand met een belastbaarheid van &frac12; Watt.
 
  
Er zijn nu twee dingen die u moet weten om een juiste berekening te maken.
 
  
- <u>''Ten eerste;''</u> hoeveel spanning de decoder afgeeft op de verlichtingsaansluiting. (gemeten tussen de blauwe en witte, of tussen de blauwe en gele draad. De diverse merken decoders geven niet allemaal dezelfde spanning af (heb spanningen gemeten tussen 14,8 Volt en 19,6 Volt).<br />
+
=== Koolfilm of metaalfilm? ===
Die spanning zult u dus moeten meten, en aan de hand van de gemeten spanning - volgens de formule - de juiste weerstandwaarde gaan berekenen.<br />
+
Er zijn twee typen weerstanden in de handel verkrijgbaar; koolfilm en metaalfilm. Voor toepassingen met LEDs voldoet een koolfilmweerstand prima. Probleem is alleen dat de weerstandwaarden in de E12 en E24-reeksen nogal ver uit elkaar liggen. Bij de (iets duurdere) metaalfilmweerstanden zijn in de E48, E96 en E192-reeksen vaak weerstandwaarden te vinden die dichter in de buurt van de berekende waarden liggen.  
  
- <u>''Ten tweede;''</u> hoe hoog is de brandspanning ('stapspanning' genoemd) over de LED? Die brandspanning staat in de datasheet van de fabrikant (te vinden met Google op het 'WereldWijde Web'). Kunnen we de brandspanning niet op Internet vinden, dan kunnen we de brandspanning ook heel eenvoudig zelf opmeten.<br />
+
Als laatste nog even dit:<br />
Sluit een weerstand van 1K2 (1200 &Omega;) aan op de Anode van de LED en sluit de andere zijde van de weerstand aan op de plus van een voeding van 12 Volt. Sluit de Kathode van de LED aan op de min van de voeding, en meet nu met een universeelmeter hoeveel spanning er over de LED staat (rode draad van de meter aan de plus-zijde van de LED).<br />
+
De elektronicus gebruikt voor de belastbaarheid van een weerstand ook wel de term 'zwaarte'. Wanneer hij het heeft over een 'zwaardere weerstand', bedoeld hij een weerstand met een groter belastbaar vermogen. De zwaarte van een weerstand heeft dus totaal niets met de weerstandwaarde, of met het gewicht ervan, te maken.
Hoe u LED's aan moet sluiten kunt u zien in het artikel ''Hoe sluit u LED's aan?'' (zie: "Meer informatie').
 
 
 
Nog een advies wat betreft het type weerstand. Het geniet de voorkeur om altijd 'Metaalfilm-weerstanden' te gebruiken, vanwege het zeer geringe verloop op de lange duur. 'Koolfilm-weerstanden' hebben de onhebbelijkheid dat de waarde nog wel eens wil veranderen na verloop van tijd. (Er is een gevalletje bekend waar een koolfilm-weerstand van 470K (470000 &Omega;) na ruim vier jaar een waarde van meer dan 650K (650000 &Omega;) gekregen had). Dus, om de betrouwbaarheid van een schakeling te verhogen, is het beter om voor Metaalfilm-weerstanden te kiezen. Het is weliswaar niet direct noodzakelijk om Metaalfilmweerstanden te gebruiken voor aansluiting van LED's op een decoder, maar voor de geringe meerkosten hoeft u het niet te laten.
 
  
Als laatste nog even dit:<br />
 
De elektronicus gebruikt voor de belastbaarheid van een weerstand ook wel de term 'zwaarte'. Wanneer hij het heeft over een 'zwaardere weerstand', bedoeld hij een weerstand met een groter belastbaar vermogen. De zwaarte van een weerstand heeft dus totaal niets met de weerstandwaarde te maken.
 
  
 
{{Linkssectie begin
 
{{Linkssectie begin
Regel 131: Regel 210:
 
{{Linkssectie scheiding}}
 
{{Linkssectie scheiding}}
 
{{Linkssectie tussenkop
 
{{Linkssectie tussenkop
|Koptekst= Externe website:
+
|Koptekst= Externe websites:
 +
}}
 +
{{Link extern
 +
|Omschrijving= Conrad.nl
 +
|Link= http://www.conrad.nl/ce/nl/category/SHOP_AREA_17441/Weerstanden
 +
|ExtraInfo= Weerstanden
 
}}
 
}}
 
{{Link extern
 
{{Link extern
Regel 137: Regel 221:
 
|Link= http://faq.tweakers.net/cme/ledweerstand.html
 
|Link= http://faq.tweakers.net/cme/ledweerstand.html
 
|ExtraInfo= Hulpmiddel voor het berekenen van de waarde van de voorschakelweerstand
 
|ExtraInfo= Hulpmiddel voor het berekenen van de waarde van de voorschakelweerstand
 +
}}
 +
{{Link extern
 +
|Omschrijving= Wikipedia.org
 +
|Link= http://nl.wikipedia.org/wiki/E-reeks
 +
|ExtraInfo= Overzicht E-reeksen
 
}}
 
}}
 
{{Linkssectie einde
 
{{Linkssectie einde

Versie van 13 feb 2013 om 22:53

Hoofdpagina  Categorie-index  Index
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom


Inleiding

Een LED werkt fundamenteel anders dan een gloeilamp. Bij een gloeilamp bepalen de spanning die er over staat, én de weerstand van de gloeidraad, hoeveel stroom er door de gloeilamp loopt. Een gloeilamp is dus spanninggestuurd. Hoe meer spanning er over de lamp staat, hoe meer licht deze geeft.
Bij een LED hebben we inwendig niet te maken met een gloeidraad, maar met een speciale diode. De hoogte van de stroom bepaald hoeveel licht de LED geeft. De spanning over de diode blijft echter (nagenoeg) gelijk. Een LED is dus stroomgestuurd. De fabrikant geeft dan ook een maximale waarde voor de LED-stroom op. Bij die waarde kunt u een redelijke levensduur van de LED verwachten.

Bij LEDs moeten we dus een voorschakelweerstand toepassen, om de stroom door de LED te beperken. Gebruikt u géén voorschakelweerstand (of een weerstand met een te lage waarde), dan gaat de LED meteen naar de eeuwige elektronische jachtvelden, ofwel de LED raakt gegarandeerd defect!!

De term 'voorschakelweerstand' zou tot verwarring kunnen leiden. U zou kunnen denken dat de weerstand altijd vòòr de LED(s) moet worden gemonteert. Het maakt echter elektrisch gezien totaal niet uit aan welke kant van de LED(s) u de voorschakelweerstand monteert. Het ligt er maar net aan wat gemakkelijker uitkomt in de locomotief. U hoeft er alleen maar voor te zorgen dat u de LED in de doorlaatrichting aansluit (met de Anode aan de plus).

Er zijn drie dingen die u moet weten om een juiste berekening te maken.

- Ten eerste; hoeveel spanning de decoder afgeeft op de verlichtingsaansluiting. (gemeten tussen de blauwe en de witte, of tussen de blauwe en de gele draad. De diverse merken decoders geven (afhankelijk van de toegepaste centrale) niet allemaal dezelfde spanning af (bij diverse decoders zijn spanningen gemeten tussen 14,8 Volt en 19,6 Volt).
Die spanning zult u dus moeten meten, en aan de hand van de gemeten spanning de juiste weerstandwaarde gaan berekenen.


- Ten tweede; hoe hoog is de brandspanning ('stapspanning' genoemd) over de LED? Die stapspanning (Vf ofwel Vforward) staat in de datasheet van de fabrikant (te vinden met Google op het 'WereldWijdeWeb'). Kunnen we de stapspanning niet op Internet vinden, dan kunnen we de stapspanning ook heel eenvoudig zelf opmeten.
Sluit een weerstand van 1K2 (1200 Ω) aan op de Anode van de LED en sluit de andere zijde van de weerstand aan op de plus van een voeding van 12 Volt. Sluit de Kathode van de LED aan op de min van de voeding, en meet nu met een universeelmeter hoeveel spanning er over de LED staat (rode draad van de meter aan de plus-zijde van de LED).
Hoe u LED's aan moet sluiten kunt u zien in het artikel 'Hoe sluit u LED's aan?' (zie: "Meer informatie').


- Ten derde; hoeveel stroom mag er maximaal door de LED lopen? Die maximale stroomsterkte (If ofwel Iforward) staat in de datasheet van de fabrikant (te vinden met Google op het 'WereldWijdeWeb').


Minimale waarde van de voorschakelweerstand

LED vsw01.gif
Afbeelding: 01
LED met voorschakelweerstand
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom


Om er voor te zorgen dat de stroom door de LED niet te hoog kan worden, zal de voorschakelweerstand een bepaalde minimale waarde moeten hebben. Voor het berekenen van die minimale waarde van de voorschakelweerstand passen we de Wet van Ohm toe. Dat gaat volgens de formule: Rx = (U - ULed) / ILed. Hierbij is U de voedingsspanning, ULed de stapspanning over de LED en ILedde stroom door de LED.


Hier een rekenvoorbeeld:
Stel, we hebben een LED die, volgens de datasheet van de fabrikant, maximaal 20 mA mag hebben (kan verwerken) en we sluiten die LED aan op een locdecoder. Een locdecoder geeft een gelijkspanning van 16 tot 18 Volt af op de blauwe (plus)draad. We gaan in dit voorbeeld even uit van een voedingsspanning van 16 Volt. Over de LED valt, volgens de datasheet, een (stap)spanning van ongeveer 1,4 Volt.

De formule voor het berekenen van de weerstandwaarde is: R = U / I, ofwel; weerstand is spanning gedeeld door stroom (V/I = Ω).

We hebben nu een aantal gegevens voor de berekening:

  • Voedingsspanning is 16 Volt
  • Stapspanning over de LED is 1,4 Volt
  • Spanning over de weerstand is 16 - 1,4 = 14,6 Volt
  • Stroomsterkte door de LED is max. 20 mA = 0,02 Ampère

Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we:

R = (U - ULed) / ILed ofwel R = 14,6 / 0,02 (V/I = Ω)

De uitkomst is dan: 730 Ω (Ohm).

De dichtstbijzijnde hogere waarde in de E12-reeks is 820 Ω. Dus we gebruiken hier een koolfilmweerstand van 820 Ω of een metaalfilmweerstand van 750 Ω

We zien dus in bovenstaande berekening, dat bij een voedingsspanning van 16 Volt, en een maximale stoom van 20 mA, de minimale waarde van de voorschakelweerstand 730 Ω is. Een maximale waarde is niet te berekenen, want dat is een kwestie van gewoon uitproberen. Wanneer de weerstandswaarde te hoog gekozen wordt, geeft de LED gewoon geen licht meer. Het enige waar u dus rekening mee moet houden, is de minimale waarde van de voorschakelweerstand. Dus alle waarden tussen de berekende 730 Ω, en de experimenteel vastgestelde maximumwaarde kunt u toepassen.

Het toepassen van de maximaal toelaatbare stroomsterkte houdt echter een groot risico in. Zodra de voedingsspanning ook maar even iets hoger wordt dan de gemeten waarde, zal de LED-stroom sterk toenemen en zitten we meteen in de gevarenzone!


De praktijk

In de praktijk zullen we voor de locomotiefverlichting geen 20 mA door de LEDs sturen. We hoeven namelijk als frontverlichting van de loc geen vérstralers te hebben en aan de achterzijde hoeft de verlichting ook niet zo sterk te branden als aan de voorzijde. Voor de frontverlichting is een stroom van 10 mA al ruim voldoende. Bij de achterverlichting gaan we uit van 8 mA. Bij een dergelijke stroom geven de moderne LEDs een zee van licht.

Hier een rekenvoorbeeld, waarbij we ervan uitgaan dat de decoder meer spanning afgeeft, namelijk 18 Volt. We berekenen nu een voorschakelweerstand voor een LED-stroom van 10 mA.

  • Voedingsspanning is 18 Volt
  • Stapspanning over de LED is 1,4 Volt
  • Spanning over de weerstand 18 - 1,4 = 16,6 Volt
  • Stroomsterkte door de LED is 10 mA = 0,01 Ampère

We hebben nu weer twee waarden voor de formule. Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we:

R = (U - ULed) / ILed ofwel R = 16,6 / 0,01

De uitkomst is dan: 1660 Ω

De dichtstbijzijnde hogere waarde in de E12-reeks is 1800 Ω. Dus we gebruiken hier een koolfilmweerstand van 1800 Ω (1K8) of een metaalfilmweerstand van 1690 Ω (1K69).


Twee LEDs in serie

Twee LEDs ser02.gif
Afbeelding: 02
Serie-schakeling twee LEDs
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom


Bij twee LEDs in serie voor de frontverlichting, moet u twee maal de stapspanning nemen en gaat de berekening als volgt:

  • Voedingsspanning is 18 Volt
  • Stapspanning over de LED is 1,4 Volt
  • Spanning over de weerstand 18 - (2 x 1,4) = 15,2 Volt
  • Stroomsterkte door de LED is 10 mA = 0,01 Ampère

Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we:

R = (U - ULed) / ILed ofwel R = 15,2 / 0,01

De uitkomst is dan: 1520 Ω

De dichtstbijzijnde hogere waarde in de E12-reeks is 1600 Ω. Dus we gebruiken hier een koolfilmweerstand van 1600 Ω (1K6) of een metaalfilmweerstand van 1540 Ω (1K54).

Voor de achterverlichting, met twee LEDs in serie, komen we bij een stroom van 8 mA op een weerstandswaarde van 1900 Ω. Dus we gebruiken hier een metaalfilmweerstand van 1910 Ω of 1960 Ω (ofwel 1K91 0f 1K96).


De High Efficency/Low Current-LED

Een High Efficency/Low Current-LED geeft bij ongeveer 2 mA al een zee van licht. Stel, we hebben een voedingsspanning van 16 Volt. Over de LED is (volgens de datasheet) de stapspanning ongeveer 3,2 Volt.

We hebben nu weer een aantal gegevens voor de berekening:

  • Voedingsspanning is 16 Volt
  • Stapspanning over de LED is 3,2 Volt
  • Spanning over de weerstand is 16 - 3,2 = 12,8 Volt
  • Stroomsterkte door de LED is max. 2 mA = 0,002 Ampère

Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we:

R = (U - ULed) / ILed ofwel R = 12,8 / 0,002

De uitkomst is dan: 6400 Ω

We zien in bovenstaande berekening, dat bij een voedingsspanning van 16 Volt, en een maximale stoom van 2 mA, de minimale waarde van de voorschakelweerstand 6400 Ω is. De dichtstbijzijnde hogere waarde in de E-reeks is 6800 Ω. Dus we gebruiken hier een weerstand van 6K8.


Let-op.jpg
  LET OP
Neem nooit een lagere waarde dan u berekend heeft, want dan is de stroom door de LED te hoog en zal deze gegarandeert defect raken!!


Berekening van de belastbaarheid van de voorschakelweerstand

De belastbaarheid ofwel 'het vermogen' van de voorschakelweerstand berekent u met de volgende formule:

P = U x I. Hierbij is P het vermogen, U de voedingsspanning en I de stroomsterkte.

(voorbeeld 1, standaard LED)

  • Voedingsspanning is 16 Volt
  • Stapspanning over de LED is 1,4 Volt
  • Spanning over de weerstand is 16 - 1,4 = 14,6 Volt
  • Stroomsterkte door de LED is 10 milliAmpère.

P = U × I, dus P = 14,6 × 0,01 = 0,146 Watt. (afgerond 0,15 Watt)

Een weerstand met een belastbaar vermogen van ¼ Watt (éénvierde) Watt is hier voldoende.


(voorbeeld 2, LowCurrent-LED)

  • Voedingsspanning is 16 Volt
  • Stapspanning over de diode is 3,2 Volt
  • Spanning over de weerstand is 16 - 3,2 = 12,8 Volt
  • Stroomsterkte door de LED is twee milliAmpère.

P = U × I, dus P = 12,8 × 0,002 = 0,0256 Watt.

Een weerstand met een belastbaar vermogen van ⅛ (éénachtste) Watt is hier dus meer dan voldoende.


Berekening van de belastbaarheid van de voorschakelweerstand bij een hogere spanning

  • Voedingsspanning is 18 Volt
  • Stapspanning over de LED 2,9 Volt
  • Spanning over de weerstand is 18 - 2,9 = 15,1 Volt
  • Stroom door de LED is 20 milliAmpère

P = U × I, dus P = 15,1 × 0,02 = 0,302 Watt (afgerond 0,3 Watt)

We gebruiken hier dus géén weerstand van ¼ Watt, want die is net te licht, en wordt dus veel te warm. We nemen dus een weerstand met een belastbaarheid van ½ Watt.


Koolfilm of metaalfilm?

Er zijn twee typen weerstanden in de handel verkrijgbaar; koolfilm en metaalfilm. Voor toepassingen met LEDs voldoet een koolfilmweerstand prima. Probleem is alleen dat de weerstandwaarden in de E12 en E24-reeksen nogal ver uit elkaar liggen. Bij de (iets duurdere) metaalfilmweerstanden zijn in de E48, E96 en E192-reeksen vaak weerstandwaarden te vinden die dichter in de buurt van de berekende waarden liggen.

Als laatste nog even dit:
De elektronicus gebruikt voor de belastbaarheid van een weerstand ook wel de term 'zwaarte'. Wanneer hij het heeft over een 'zwaardere weerstand', bedoeld hij een weerstand met een groter belastbaar vermogen. De zwaarte van een weerstand heeft dus totaal niets met de weerstandwaarde, of met het gewicht ervan, te maken.



Meer informatie

Encyclopedie:
(zie: Cursussen)
Sjabloon:Link externSjabloon:Link externSjabloon:Link extern
Externe websites:




Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie