Bouwbeschrijving schakeltableau: verschil tussen versiesUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie van 15 aug 2017 om 13:24
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Henk Phielix
Onderstaand vindt u een bouwbeschrijving voor een schakeltableau. Met dit schakeltableau kunt u de wissels en seinen schakelen en de wisselstand teruggemeld krijgen. Er zijn verschillende methoden voor het bouwen van een schakeltableau. Dit is er maar één van. Het bouwen van een schakeltableau is niet moeilijk, maar een beetje ervaring met solderen is wel gemakkelijk.
AfmetingenDe afmetingen van het schakeltableau in deze bouwbeschrijving zijn; 420 mm. lang en 297 mm. breed (de grootte van een vel A3). De totale grootte zal ongeveer 500 mm. breed en 300 - 350 mm. hoog zijn. Voor heel grote modelbanen kan het verstandiger zijn om een groter schakeltableau te bouwen.
MaterialenVoor het bouwen van het schakeltableau heeft u de volgende materialen nodig:
Drukschakelaars of tuimelschakelaars?In plaats van bovengenoemde drukschakelaars, kunt u ook terugverende tuimelschakelaars toepassen.
Verkrijgbaarheid van de onderdelenHet meeste materiaal is normaal verkrijgbaar bij de reguliere bouwmarkt en de elektro(nica)vakhandel. De verschillende onderdelen zijn ook te verkrijgen via de diverse internetwinkels, zoals Dick Best, Conrad, Fakkert en/of Mecktronics etc.
BaanplanEen schakeltabelau heeft een weergave van het baanplan. Dat kunt u op verschillende manieren weergeven en maken op uw schakeltableau:
Het tekenen van het baanplanIn dit voorbeeld is gekozen voor het tekenen van het baanplan in Excel. Dit omdat het een vrij gemakkelijk programma is, wat bijna iedereen op zijn of haar computer heeft. Natuurlijk kan het ook met het programma OpenOffice Calc gedaan worden.
PrintenU kunt op een aantal manieren het baanplan op de gewenste grootte van A3 krijgen. Op A4 printen en dan vergroten onder het kopiëerapparaat naar A3. Dit is wel te doen, maar de kwaliteit van de afdruk kan minder zijn. Het direct printen op A3-formaat geeft het beste resultaat. Kunt u niet zelf op A3-formaat printen, dan kunt u dat eventueel bij een printshop laten doen. LaminerenNadat het baanplan is uitgeprint op A3 formaat, moet deze print worden gelamineerd. Hierdoor blijft de tekening netter. Het plastic beschermt de print tegen vuil en vermindert de vervaging van de print. Het lamineren kan bij de printshop worden gedaan. Advies: laat meerdere exemplaren printen en lamineren. De kosten zijn minimaal. Mocht u in het vervolgproces een foutje maken, dan heeft u nog een exemplaar achter de hand en kunt u verder werken.
Aftekenen schakelaars en LED-houdersNu u het baanplan geprint en gelamineerd heeft, kunt u verder met het aftekenen van de posities van de schakelaars en de LED-houders. Om de juiste posities van de schakelaars en LED-houders te bepalen, is het aan te raden een setje schakelaars en LED-houders bij de hand te hebben. De afmetingen van de schakelaars en LED-houders bepalen waar de gaten in de print gemaakt moeten worden. Let dan op dat u het gat voor de schakelaar op de juiste plek boort. Het maakt namelijk verschil uit of u een drukknop of een tuimelschakelaar gaat gebruiken. Zie: Drukschakelaars of tuimelschakelaars? hierboven.
Gaten stansen in de gelamineerde printNu de posities van de te boren gaten zijn bepaald, komen we bij de volgende stap. Het direct gaten boren in een gelamineerd document is meestal geen succes. De kans dat het boortje de zaak stuktrekt is groot. We kiezen dus de veilige weg door de gaten er met een holpijp uit te slaan. Leg het document op een stuk hout en stans de gaten erin. Let even goed op de doorsnede, de doorsnede van de schakelaars is vaak anders dan van de LED-houders.
Bevestigen baanplanAls alle gaten zijn gestanst, kan het baanplan op de bovenplaat worden bevestigd. BovenplaatAls ondergrond gebruiken we hier een plaatje MDF met een dikte van vier mm. Waar u even op moet letten is de maximale dikte van het plaatje MDF, die wordt bepaald door de maximale ruimte tussen de onderkant van de drukknoppen en de bevestigingsmoer en de ruimte tussen de onderkant van LED-houders en de bevestigingsmoer. SchilderenU kunt er voor kiezen om uw schakeltableau te schilderen in de gewenste kleur. Dat kunt u het gemakkelijkst doen voordat de A3 print wordt bevestigd. VerlijmenWanneer het plaatje op maat gezaagd is, kan het baanplan op het plaatje worden gelijmd. U kunt dit met meerdere soorten lijm doen, maar gewone houtlijm werkt prima. Let er wel op dat het geheel mooi strak en vlak is, dus geen bobbels door lijmkluiten. Laat het geheel goed drogen (één dag).
Montage van schakelaars en LED-houdersWanneer alle gaten geboord zijn, kunnen de schakelaars en LED-houders gemonteerd worden op het schakeltableau. Let op dat u, voor wat betreft de kleur, consequent bent bij het plaatsen van de schakelaars. Welke kleur is niet belangrijk, als alle schakelaars voor 'rechtdoor' maar van één en dezelfde kleur zijn en alle schakelaars voor 'afbuigend' ook allemaal van dezelfde, maar een andere, kleur zijn.
Het elektrische deelNu gaan we verder met het elektrische gedeelte van de bouw van het schakeltableau. Hierbij dienen de verschillende onderdelen aan elkaar gesoldeerd te worden. Enige ervaring maakt het project wel eenvoudiger. Neem voor het solderen ruim de tijd. Meer informatie over solderen is te vinden in het artikel Het solderen (zie: 'Meer informatie'). Het schemaVolgens onderstaand schema worden de schakelaars en LEDs aangesloten op de wissels. Daarbij wordt er uitgegaan van een analoge baan. Dit schema is ook te gebruiken op een digitale baan voor het analoog bedienen van de wissels. Let op! De schakeling voor dit schakeltableau is gebaseerd op wissels met 'eindafschakeling'.
KroonstenenMonteer aan de onderkant van het schakeltableau enkele klemmenstrippen. Klein formaat kroonstenen voldoen prima. Geef duidelijk aan voor welke aansluiting de klemmen bedoeld zijn. Net zoals op het baanplan bijv. W1, W2, enz.
LEDsBreng nu de LEDs aan in de LED-houders van drie mm. De juiste kleuren op de juiste plaats. Groen voor 'rechtdoor' en rood voor 'afbuigend'. LEDs hebben een lange en een korte stugge aansluitdraad. De lange draad geeft de + (plus) van de LED aan. Om het uzelf gemakkelijk te maken en de kans op fouten te minimaliseren, is het aan te bevelen de LEDs allemaal met b.v. de lange stugge draad in dezelfde richting te monteren. DiodesLet ook goed op hoe u de diodes aansluit. De kant zonder ring (= de anode) moet met de + (plus) van de LED verbonden worden.
SchakelaarsNu kunt u beginnen met het doorverbinden van de schakelaar en LEDs per wisselsituatie, volgens het schema. Het kan verstandig zijn, om op een klad-blad een overzicht te maken met alle verbindingen en nummering.
Voorschakelweerstand
De waarde van de weerstand is afhankelijk van de te gebruiken spanning én de doorlaatspanningswaarden (ook wel 'stapspanning' genoemd) van de LED. Uitleg over het berekenen van de waarde van de weerstand kunt u in het artikel LED voorschakelweerstand berekenen vinden, zie hieronder bij 'Meer informatie'. Als vuistregel kunt u een waarde van 1K nemen voor de voorschakelweerstand van de groene LED. Voor de rode LED gebruikt u een 1K2 weerstand omdat een rode LED een lagere doorlaatspanning heeft. Tip: bouw of soldeer eerst een testschakeling c.q. in een testopstelling, zodat u weet hoe het precies moet. Dat voorkomt teleurstellingen en veel (zoek)ellende achteraf.
Koppeling baan - SchakeltableauHoe u de koppeling tussen de baan en het schakeltableau wilt gaan doen (wilt verwezenlijken), is een persoonlijke keuze. U kunt er voor kiezen dit met een kabel rechtstreeks te doen, of u kunt er voor kiezen de aansluiting via een steker/contactdoos uit te voeren. Voordeel van het laatste is, dat u het schakeltableau in geval van werkzaamheden of storingen, los kunt koppelen om elders te kunnen werken.
Rechtstreekse aansluiting d.m.v. kabelWanneer u er voor kiest het schakeltableau rechtstreeks met een kabel aan te sluiten, dan moeten de draden (paren) die naar de wissels gaan, worden aangesloten op de respectievelijke plaatsen op het klemmenblok.
Aansluiting d.m.v. stekers en chassisdelen (mini-contactdozen)Wanneer u er voor kiest het schakeltableau via een kabel met steker aan te sluiten, dan moeten er doorverbindingen komen tussen het klemmenblok (W1, W2, voeding, enz.) en het (de) chassisde(e)l(en) die u in de achterwand hebt gemonteerd. Ook hier dient u dan weer duidelijk aan te geven welke klemmen waarvoor zijn bedoeld (W1, W2, voeding, enz.) Afhankelijk van het aantal wissels en het aantal beschikbare contacten, zult u dus met één of meerdere chassisdelen moeten gaan werken. Er zijn verschillende uitvoeringen in de handel met verschillend aantal contacten. Aan het uiteinde van de aansluitkabel zult u dus ook per wissel een aderpaartje krijgen, die u weer moet nummeren (W1, W2, voeding (+), enz.). Deze aderparen worden dan weer aangesloten op de respectievelijke wissels en op de voeding. Alle massa-aansluitingen van de wissels worden aangesloten op de massa van de voeding, al-dan-niet via een ringleiding onder de baan.
TestenAls het schakeltableau gereed is, de draden voor de aansluitingen van de wissels (W1, W2, enz.) komende vanuit het schakeltableau zijn aangesloten aan de respectievelijke wissels, de voeding is aangesloten (de plus (+) aan het schakeltableau en de min (-) aan de min-aansluiting van de wissels), dan kan het geheel worden getest.
OnderbouwVoor de onderbouw is, net als het bovenblad, gekozen voor MDF. Voor de stevigheid is hier gekozen voor MDF met een dikte 9mm. Om het schakeltableau een schuine opstelling te geven, is de achterzijde hoger dan de voorzijde. De zijkanten hebben dan aan de achterzijde de hoogte van de achterwand en aan de voorzijde de hoogte van de voorwand.
Bereikbaarheid van de bedradingOm de bedrading onder de bovenplaat bereikbaar te houden, kunt u de bovenplaat met een (piano)scharnier bevestigen aan de onderbouw. U kunt er ook voor kiezen om de onderbouw aan de onderkant open te laten. SchilderenAlvorens de onderbouw in elkaar te zetten, kunt u deze van een verflaag voorzien. Gaten en solderenAlvorens de onderbouw in elkaar te lijmen, is het raadzaam eerst de gaten voor de eventuele chassisdelen aan te brengen. Het is tevens raadzaam vòòr de montage van de eventuele chassisdelen de draden hier aan te solderen, deze worden dan later weer aan het klemmenblok aangesloten. Denk aan het nummeren. In elkaar zettenDaarna kan de onderbouw simpel met een viertal klossen in de hoeken in elkaar gelijmd worden (eventueel kan dit ook met schroefjes). Om een goed resultaat te verkrijgen, is het aan te bevelen de onderbouw na het lijmen goed in elkaar te klemmen met lijmtangen.
Meer informatie
|