|
|
Regel 7: |
Regel 7: |
| }} | | }} |
| {{Inhoudsopgave||Klein|GeenTekst}} | | {{Inhoudsopgave||Klein|GeenTekst}} |
| + | |
| === Inleiding === | | === Inleiding === |
− | Nu we handmatig digitaal kunnen rijden, willen we dit een beetje uit gaan breiden; we willen graag de wissels digitaal bedienen. Om wissels te 'digitaliseren' hebben we een aantal onderdelen nodig:
| + | Om '''wissels te digitaliseren''' is behalve een wissel nog een tweetal onderdelen nodig: |
− | :*[[#Wisselaandrijving|Een wisselaandrijving]].
| + | # [[#Wisselaandrijving|een aandrijving]] |
− | :*[[#Wisseldecoder|Een wisseldecoder]].
| + | # [[#Wisseldecoder|een decoder]] |
− | Deze twee onderdelen samen, zorgen ervoor dat we de wissels vanaf de centrale digitaal kunnen bedienen. | + | Deze onderdelen samen zorgen ervoor dat wissels vanaf de centrale digitaal bediend kunnen worden. |
− | === Wisselaandrijvingen === | + | |
− | Wanneer de wissels nog geen aandrijving hebben, moeten deze eerst voorzien worden van een elektrische aandrijving (ook elektromagnetische wisselaandrijving genaamd). De fabrikanten van railsystemen, zoals Roco, Fleischmann, Piko en Märklin leveren eigen aandrijvingen voor hun wissels. Daarnaast zijn er diverse andere leveranciers, zoals Hoffmann, Conrad, Tortoise en Fulgurex die universele wisselaandrijvingen leveren. Deze kunnen meestal zonder daadwerkelijke (of ingrijpende) aanpassingen aan het wissel gebruikt worden. Wisselaandrijvingen zijn te onderscheiden in een aantal groepen. Iedereen heeft meestal een persoonlijke voorkeur om voor een bepaald type- en merk wisselaandrijving te kiezen. | + | === Wisselaandrijving === |
− | :*[[#Aandrijvingen met magneetspoel|Aandrijvingen met magneetspoel]].
| + | Wanneer de wissels nog geen aandrijving hebben, moeten ze alsnog daarvan worden voorzien. Iedere fabrikant van railsystemen levert een eigen aandrijvingen voor hun wissels. Daarnaast zijn er diverse andere leveranciers, zoals Hoffmann, Conrad, Tortoise en Fulgurex die universele wisselaandrijvingen leveren. Deze kunnen meestal zonder daadwerkelijke (of ingrijpende) aanpassingen aan het wissel gebruikt worden. Wisselaandrijvingen zijn te onderscheiden in een aantal groepen. Iedereen heeft meestal een persoonlijke voorkeur om voor een bepaald type- en merk wisselaandrijving te kiezen. |
− | :*[[#Aandrijvingen met elektro-motor|Aandrijvingen met elektro-motor]].
| + | *[[#Aandrijvingen met magneetspoel|Aandrijvingen met magneetspoel]]. |
− | :*[[#Servo's|Servo's]].
| + | *[[#Aandrijvingen met elektromotor|Aandrijvingen met elektromotor]]. |
− | :*[[#Geheugendraad-aandrijving|Geheugendraad-aandrijvingen]].
| + | *[[#Servo's|Servo's]]. |
| + | *[[#Geheugendraad|Geheugendraad]]. |
| + | |
| ==== Aandrijvingen met magneetspoel ==== | | ==== Aandrijvingen met magneetspoel ==== |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
Regel 27: |
Regel 30: |
| }} | | }} |
| Dit type wisselaandrijving wordt geleverd door de meeste fabrikanten van railsystemen. Bij dit type aandrijving wordt het wissel omgezet door het activeren van een spoel d.m.v. een stroompuls. Het omzetten van het wissel gebeurt meestal met een klap, die goed hoorbaar is. | | Dit type wisselaandrijving wordt geleverd door de meeste fabrikanten van railsystemen. Bij dit type aandrijving wordt het wissel omgezet door het activeren van een spoel d.m.v. een stroompuls. Het omzetten van het wissel gebeurt meestal met een klap, die goed hoorbaar is. |
− | ==== Aandrijvingen met elektro-motor ==== | + | |
| + | ==== Aandrijvingen met elektromotor ==== |
| {{Afbeelding 2 naast elkaar | | {{Afbeelding 2 naast elkaar |
| |Bestand= DigitaalTortoise.jpg | | |Bestand= DigitaalTortoise.jpg |
Regel 53: |
Regel 57: |
| *Type CBA is voor analoge banen. Deze kan op een voedingsspanning van 9 tot 15 volt= aangesloten worden. | | *Type CBA is voor analoge banen. Deze kan op een voedingsspanning van 9 tot 15 volt= aangesloten worden. |
| *Type CBD is voor digitale banen en kan direct op de centrale of de CVL (ringleiding) aangesloten worden. | | *Type CBD is voor digitale banen en kan direct op de centrale of de CVL (ringleiding) aangesloten worden. |
| + | |
| ==== Servo's ==== | | ==== Servo's ==== |
− | Het omzetten van het wissel met een servo wordt steeds populairder. De benodigde servo's worden steeds betaalbaarder en zijn meestal niet duurder dan een aandrijving met elektro-motor. Daarnaast is een servo heel stil en is op een aantal punten heel nauwkeurig af te stellen, zoals de uitslag en de snelheid. Bij gebruik van servo's dient u een servo-decoder aan te schaffen. | + | Het omzetten van het wissel met een servo wordt steeds populairder. De benodigde servo's worden steeds betaalbaarder en zijn niet duurder dan een aandrijving met spoelen of met elektromotor. Daarnaast is een servo heel stil en is op een aantal punten heel nauwkeurig af te stellen, zoals de uitslag en de snelheid. Bij gebruik van servo's moet ook een servodecoder worden aangeschaft. |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= DigitaalServouh.jpg | | |Bestand= DigitaalServouh.jpg |
Regel 62: |
Regel 67: |
| |Bron= [http://www.uhlenbrock.de Uhlenbrock] | | |Bron= [http://www.uhlenbrock.de Uhlenbrock] |
| }} | | }} |
| + | |
| ==== De dikte van de treintafel ==== | | ==== De dikte van de treintafel ==== |
− | Bij gebruik van Tortoise wisselaandrijvingen en servo's dient rekening gehouden te worden met het feit dat, hoe langer de steldraad, hoe minder kracht deze uitoefent op de wisseltongen. Indien deze kracht te laag is, kan dat leiden tot ontsporingen, omdat de wisseltong niet goed aansluit. Het is daarom raadzaam de tafel niet dikker te maken dan 10 mm. voor het hout en 5 of 6 mm. voor de dempingsplaten onder de rails. Dus totaal 15 tot 16 mm. | + | Bij gebruik van Tortoise wisselaandrijvingen en servo's dient rekening gehouden te worden met het maximale koppel van de aandrijving en de lengte van de steldraad; hoe langer de draad, hoe minder kracht deze uitoefent op de wisseltongen. Indien de arm te lang is (en daardoor de kracht te laag), kan dat leiden tot ontsporingen, omdat de wisseltong niet helemaal goed aansluit. Het is daarom raadzaam de tafel niet dikker te maken dan 10 mm voor het hout en 5 of 6 mm voor de dempingsplaten onder de rails. Dus totaal 15 tot 16 mm. |
− | ==== Geheugendraad-aandrijving ==== | + | |
| + | ==== Geheugendraad ==== |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= Info_wissel_geheugendraad_1_2.gif | | |Bestand= Info_wissel_geheugendraad_1_2.gif |
Regel 72: |
Regel 79: |
| |Bron= [http://www.floodland.nl/aim/index.htm Huib Maaskant] | | |Bron= [http://www.floodland.nl/aim/index.htm Huib Maaskant] |
| }} | | }} |
− | Dit is de stilste aandrijving van alle verkrijgbare aandrijvingen. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van de 'geheugen'-functie van dat draad. Bij het onder spanning zetten van deze speciale draad zal deze verkorten (krimpen). Na het onderbreken van de spanning zal het geheugendraad weer terug gaan naar zijn oude vorm (originele lengte). Sinds kort levert Viessmann ook deze vorm van aandrijvingen kant-en-klaar. Omdat deze vorm van wissels omzetten vooral zelfbouw is, is deze minder geschikt voor de echte beginner. Voor informatie over geheugendraad-aandrijving, zie het artikel [[Toepassing van geheugenmetaal]]. | + | Dit is de stilste aandrijving van alle verkrijgbare aandrijvingen. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van de geheugenfunctie van dat draad. Bij het onder elektrische spanning zetten van deze speciale draad zal deze warm worden en verkorten (krimpen). Na het onderbreken van de spanning zal het geheugendraad weer afkoelen en teruggaan naar zijn originele lengte. Viessmann levert ook deze vorm van aandrijvingen kant-en-klaar. Omdat deze vorm van wissels omzetten vooral zelfbouw is, is deze minder geschikt voor de echte beginner. Voor informatie over geheugendraadaandrijving, zie het artikel [[Toepassing van geheugenmetaal]]. |
| + | |
| ==== Puntstuk van het wissel polariseren ==== | | ==== Puntstuk van het wissel polariseren ==== |
− | Met het aandrijven van het wissel moet ook het puntstuk van het wissel worden gepolariseerd. Dit voorkomt dat treinen op het wissel blijven staan of dat kortsluiting tijdens het berijden van het wissel onstaat. Zie het artikel [[Puntstuk van het wissel polariseren]], over het polariseren van het puntstuk. | + | Met het aandrijven van het wissel kan ook het puntstuk van het wissel worden gepolariseerd. Dit voorkomt dat treinen op het wissel blijven staan of dat kortsluiting ontstaat tijdens het berijden van het wissel. Zie het artikel [[Puntstuk van het wissel polariseren]], over het polariseren van het puntstuk. |
− | ==== Zichtbaar of onder de 'vloer'? ==== | + | |
− | Dat hangt af van de situatie waarin u de aandrijving nodig heeft. Voor het schaduwstation is het niet erg wanneer er wisselaandrijvingen zichtbaar zijn. Voor gedeelten waar de toeschouwer naar kijkt, is het mooier dat de aandrijving niet- of nauwelijks zichtbaar is. De meeste magneetspoel-aandrijvingen kunnen op twee manieren gemonteerd worden. Zichtbaar langs het wissel of omgekeerd (op de kop) onzichtbaar naast het wissel. De meeste motorische wisselaandrijvingen, servo-aandrijvingen en geheugendraad-aandrijvingen kunnen meestal onder het wissel gemonteerd worden.
| + | ==== Zichtbaar of onder de vloer ==== |
| + | Het hangt af van de situatie af waarin de aandrijving nodig is. Voor een schaduwstation is het niet erg wanneer er wisselaandrijvingen zichtbaar zijn. Voor zichtbare gedeelten is het mooier dat de aandrijving niet- of nauwelijks zichtbaar is. De meeste magneetspoelaandrijvingen kunnen op twee manieren gemonteerd worden. Zichtbaar langs het wissel of omgekeerd (op de kop) onzichtbaar naast het wissel. De meeste motorische wisselaandrijvingen, servo-aandrijvingen en geheugendraad-aandrijvingen kunnen meestal onder het wissel gemonteerd worden. |
| + | |
| === Wisseldecoder === | | === Wisseldecoder === |
− | Om de wissels vanaf de centrale om te kunnen zetten, hebt u een speciale decoder nodig. Deze decoder luistert naar de commando's van de centrale. In de praktijk noemen we dit dan ook een wisseldecoder. Het type decoder dat u nodig heeft, is afhankelijk van het type wisselaandrijvingen dat u heeft. Net als bij de soorten wisselaandrijvingen, is ook hiervoor de bijhorende wisseldecoder. Dus een servo-aandrijving kan alléén met een servo-wisseldecoder aangestuurd worden. | + | Om de wissels vanaf de centrale om te kunnen zetten, is een speciale decoder nodig. Deze decoder 'luistert' naar de commando's van de centrale. In de praktijk heet dit type dan ook een wisseldecoder. Het benodigde type decoder is afhankelijk van het type wisselaandrijving. Net als bij de soorten wisselaandrijvingen, is ook hiervoor de bijhorende wisseldecoder. Dus een servo-aandrijving kan alleen met een servo-wisseldecoder aangestuurd worden. |
| {{Afbeelding 3 naast elkaar | | {{Afbeelding 3 naast elkaar |
| |Bestand=DigitaalWisseldecoder.jpg | | |Bestand=DigitaalWisseldecoder.jpg |
Regel 99: |
Regel 109: |
| |Tussenruimte3= 10px | | |Tussenruimte3= 10px |
| }} | | }} |
| + | |
| ==== Digitaal signaal ==== | | ==== Digitaal signaal ==== |
− | Om te kunnen communiceren en de commando's van de centrale te kunnen begrijpen moeten de wisseldecoders en de centrale hetzelfde protocol hebben. Dit is de taal die de onderdelen onderling spreken. Er zijn veel protocollen die gebruikt worden, maar de twee belangrijkste zijn het Motorola-protocol (afgekort MM) en het DCC-protocol. | + | Om de commando's van de centrale te kunnen begrijpen moeten de wisseldecoders en de centrale hetzelfde protocol hebben. Dit is de taal die de onderdelen onderling spreken. Er zijn veel protocollen die gebruikt worden, maar de twee belangrijkste zijn het Motorola-protocol (afgekort MM) en het DCC-protocol. |
− | ==== Hulpschakeling voor het aansluiten van motorische wisselaandrijvingen op magneetspoel-decoders ==== | + | |
− | Met een kunstgreep is het mogelijk om wisselaandrijvingen met elektro-motor aan te sluiten op een normale magneetspoel-wisseldecoder. Deze hulpschakeling staat beschreven in het artikel [[Hulpschakeling motorische wisselaandrijvingen]]. | + | ==== Hulpschakeling ==== |
− | ==== Hoeveel wisselaandrijvingen op één decoder? ==== | + | Met een kunstgreep is het mogelijk om wisselaandrijvingen met elektromotor aan te sluiten op een normale magneetspoel-wisseldecoder. Deze hulpschakeling staat beschreven in het artikel [[Hulpschakeling motorische wisselaandrijvingen]]. |
− | Tegenwoordig zijn de wisseldecoders in alle maten te krijgen. Er zijn wisseldecoders die maar één wisselaandrijving kunnen omzetten tot wisseldecoders die acht aansluitingen hebben. Het is een beetje afhankelijk van hoe het ontwerp van de baan is. Heeft u veel wissels bij elkaar liggen, dan kunt u goed werken met een wisseldecoder met acht aansluitingen, want dan hoeft u niet zoveel lange draden te trekken. Liggen uw wissels verder uit elkaar, dan kunt u beter met wisseldecoders werken die minder aansluitingen hebben. Dan hoeft u minder lange draden te trekken. | + | |
| + | ==== Hoeveel wisselaandrijvingen op één decoder? ==== |
| + | Tegenwoordig zijn de wisseldecoders in alle maten te krijgen. Er zijn wisseldecoders die maar één wisselaandrijving kunnen omzetten, tot wisseldecoders die acht aansluitingen hebben. Het is een beetje afhankelijk van hoe het ontwerp van de baan is. Liggen er veel wissels bij elkaar, dan is goed te werken met een wisseldecoder met acht aansluitingen, dan hoeven er niet zoveel lange draden te worden gelegd. Liggen de wissels verder uit elkaar, dan is het beter te werken met wisseldecoders die minder aansluitingen hebben. |
| + | |
| === Aansluiten van wisseldecoders === | | === Aansluiten van wisseldecoders === |
− | Om te kunnen werken heeft een wisseldecoder twee zaken nodig: Commando's van de centrale en spanning om te werken. Bij veel wisseldecoders zijn daarom twee aparte aansluitingen (aansluitconnectoren) aanwezig voor deze twee zaken. | + | Om te kunnen werken heeft een wisseldecoder twee zaken nodig: commando's van de centrale en spanning om te werken. Bij veel wisseldecoders zijn daarom twee aparte aansluitingen (aansluitconnectoren) aanwezig voor deze twee zaken. |
− | ==== Digitale spanning-aansluiting ==== | + | |
| + | ==== Digitale spanning ==== |
| Deze aansluiting is op iedere wisseldecoder aanwezig. Deze aansluitingen zijn meestal rood en bruin van kleur of hebben de letters J en K. De decoder ontvangt op deze aansluiting de digitale signalen van de centrale. Bij sommige wisseldecoders zorgt deze aansluiting tevens voor de schakelstroom die benodigd is voor het laten werken van de wisselaandrijvingen. | | Deze aansluiting is op iedere wisseldecoder aanwezig. Deze aansluitingen zijn meestal rood en bruin van kleur of hebben de letters J en K. De decoder ontvangt op deze aansluiting de digitale signalen van de centrale. Bij sommige wisseldecoders zorgt deze aansluiting tevens voor de schakelstroom die benodigd is voor het laten werken van de wisselaandrijvingen. |
| {| class="wikitable" | | {| class="wikitable" |
− | | valign='center'| [[Bestand:Let-op.jpg|50px|center]]<small> '''LET OP'''</small>||valign='top'| Deze draden zijn ook aangesloten op de rails en hebben gewoon digitale spanning. | + | | valign='center'| [[Bestand:Let-op.jpg|50px|center]]<small> '''LET OP'''</small>||valign='top'| Deze draden zijn ook aangesloten op de rails en hebben digitale spanning. |
| |- | | |- |
| |} | | |} |
− | ==== Hulpspanning-aansluiting ==== | + | |
− | Deze voedings-aansluiting is niet altijd aanwezig bij wisseldecoders. Dan is de digitale spanning-aansluiting de enige aansluiting op de wisseldecoder. Deze gebruikt dan 'dure' digitale spanning voor het laten werken van de wisselaandrijvingen. Daar in tegen hebben veel wisseldecoders een extra voedings-aansluiting om daar eventueel een aparte standaard (wisselspanning-)(trein)transformator aan te sluiten. De reden hiervoor is dat een digitale booster duurder is dan een standaard (trein)transformator. Dan worden de wisselaandrijvingen met de 'goedkopere' standaard-stroom gevoed. | + | ==== Hulpspanning ==== |
− | ==== Overzicht schema aansluiten wisseldecoders ==== | + | Deze aansluiting is niet altijd aanwezig bij wisseldecoders en in dat geval is de digitale spanning de enige aansluiting op de wisseldecoder. Deze gebruikt dan 'dure' digitale spanning voor het laten werken van de wisselaandrijvingen. Veel wisseldecoders hebben echter ook een aansluiting om eventueel een aparte standaard transformator op aan te sluiten. Een digitale booster is duurder is dan een standaard transformator. De wisselaandrijvingen worden dan met de goedkopere spanning gevoed. |
− | Hieronder staat een algemeen schema hoe wisseldecoders worden aangesloten. De meeste wisseldecoders zijn aan te sluiten volgens methode 2 of methode 3. De Roco wisseldecoder 10775 is alléén met methode 1 aan te sluiten, deze heeft namelijk geen extra aansluitingen voor aparte voeding van de wissels. Deze worden gevoed door de spanning op de baan. | + | |
| + | ==== Overzicht aansluiten wisseldecoders ==== |
| + | Hieronder staat een algemeen schema hoe wisseldecoders worden aangesloten. De meeste wisseldecoders zijn aan te sluiten volgens methode 2 of methode 3. De Roco wisseldecoder 10775 is alleen met methode 1 aan te sluiten, deze heeft namelijk geen extra aansluitingen voor aparte voeding van de wissels. Deze worden gevoed door de spanning op de baan. |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= Aansl-wiss-dec-rk.jpg | | |Bestand= Aansl-wiss-dec-rk.jpg |
Regel 125: |
Regel 142: |
| |Type= Tekening | | |Type= Tekening |
| }} | | }} |
| + | |
| ==== Mogelijk probleem met het programmeren ==== | | ==== Mogelijk probleem met het programmeren ==== |
− | Het kan zijn dat een wisseldecoder, die geschikt is voor het DCC-protocol, niet goed reageert op het programmeren of juist helemaal niet wil programmeren. Dan kan het een oplossing zijn om de draden voor het digitale signaal (de J- en K-aansluitingen) om te wisselen. Dit probleem wordt veroorzaakt door interpretatieverschillen van het DCC-protocol door de fabrikant. | + | Het kan zijn dat een wisseldecoder geschikt is voor het DCC-protocol, niet of niet goed reageert op het configureren. Dan kan het een oplossing zijn om de draden voor het digitale signaal (de J- en K-aansluitingen) om te wisselen. Dit probleem wordt veroorzaakt door interpretatieverschillen van het DCC-protocol door de fabrikant. |
− | === Daadwerkelijk wissels schakelen === | + | |
− | Zoals locomotieven luisteren naar adressen, zo luistert ook de wisseldecoder naar adressen. Deze adressen moeten we programmeren. Op vrijwel alle gangbare wisseldecoders bevindt zich een programmeerknopje. Wanneer u dit knopje indrukt, en een wisselcommando geeft op een bepaald adres, worden alle wisseladressen van die decoder geprogrammeerd.
| + | === Wissels schakelen === |
− | ==== Voorbeeld: ==== | + | Decoders 'luisteren' naar adressen, zo ook de wisseldecoder. Deze adressen moeten worden ingesteld. Op alle gangbare wisseldecoders zit een programmeerknopje. Wanneer dit knopje is ingedrukt en er wordt een wisselcommando gegeven op een bepaald adres, dan worden alle wisseladressen van die decoder ingesteld. |
− | We gaan in dit voorbeeld een viervoudige wisseldecoder programmeren:
| + | |
| + | ==== Voorbeeld ==== |
| + | In dit voorbeeld wordt een viervoudige wisseldecoder ingesteld: |
| + | # sluit de wisseldecoder aan volgens de handleiding |
| + | # vóór het aanzetten van alle systemen, goed controleren of alles aangesloten is |
| + | # druk het programmeerknopje in. De meeste decoders hebben minimaal één wisselaandrijving op de eerste aansluiting nodig om deze te kunnen programmeren. |
| + | # selecteer wisseladres 5 en geef het commando om te schakelen. De decoder zal er op reageren met de eerste aandrijving en vanaf dat moment zijn ook de 3 daaropvolgende adressen ingesteld: de eerste aandrijving is adres 5, de tweede aandrijving is adres 6, de derde is 7 en de vierde is 8 |
| + | # als daarna nog een wisseldecoder moet worden ingesteld, moet die dus beginnen op adres 9 of hoger, anders ontstaat er een overlap en zullen twee- of meer wissels tegelijk gaan reageren |
| | | |
− | :#Sluit de wisseldecoder volgens de handleiding aan.
| |
− | :#Vòòr het aanzetten van alle systemen, goed controleren of alles aangesloten is.
| |
− | :#U drukt het programmeerknopje in. De meeste decoders hebben minimaal één wisselaandrijving op de eerste aansluiting nodig om deze te kunnen programmeren.
| |
− | :#U selecteert wisseladres 5 en geeft het commando om te schakelen. De decoder zal er op reageren met de eerste aandrijving, en vanaf dat moment zijn de adressen ingesteld.
| |
− | :#De eerste aandrijving is adres 5, de tweede aandrijving is adres 6, de derde is 7 en de vierde is 8.
| |
− | :#Als u daarna nòg een wisseldecoder wilt programmeren moet u die dus niet op adres 6 programmeren, maar op adres 9! Want anders krijgt u een overlap en zullen twee- of meer wissels tegelijk gaan reageren!
| |
− | Nu zijn we in staat handmatig digitaal te rijden met gedigitaliseerde wissels!
| |
| ---- | | ---- |
− | === Waar moet u op letten bij het kopen? === | + | === Waarop letten bij aanschaf === |
− | De keuze voor een bepaalde wisselaandrijving en wisseldecoder is puur een eigen keuze. Het is natuurlijk afhankelijk van het beschikbare budget. In ieder geval moet u op de volgende dingen letten bij de aankoop: | + | De keuze voor een bepaalde wisselaandrijving en wisseldecoder is puur een eigen keuze. Het is natuurlijk afhankelijk van het beschikbare budget. In ieder geval moet bij aanschaf op de volgende dingen gelet worden: |
− | :*''Kan de wisselaandrijving uw wissels omzetten?''
| + | * Kan de wisselaandrijving de wissels omzetten? |
− | :*''Past de wisseldecoder bij de wisselaandrijving? Bijvoorbeeld een motor-wisseldecoder bij een motorische wisselaandrijving.''
| + | * Past de wisseldecoder bij de wisselaandrijving? Bijvoorbeeld een motor-wisseldecoder bij een motorische wisselaandrijving |
− | :*''Is de decoder geschikt voor het juiste digitale protocol c.q. signaal? Bijvoorbeeld Motorola of DCC.''
| + | * Is de decoder geschikt voor het juiste digitale protocol c.q. signaal? Bijvoorbeeld Motorola of DCC? |
− | Wanneer u de bovenstaande punten met 'ja' kunt beantwoorden, dan weet u zeker dat u de juiste wisselaandrijving en wisseldecoder voor uw digitale systeem koopt.
| + | |
− | === Gecombineerde wisseldecoders/seindecoders === | + | === Gecombineerde wissel/seindecoders === |
| De nieuwste generatie wisseldecoders (zoals de DR4018) kan naast wissels ook seinen en/of AKI's aansturen. Er kunnen gelijktijdig wissels en seinen op de DR4018 aangesloten worden. | | De nieuwste generatie wisseldecoders (zoals de DR4018) kan naast wissels ook seinen en/of AKI's aansturen. Er kunnen gelijktijdig wissels en seinen op de DR4018 aangesloten worden. |
− | {| <!-- twee-koloms Linkssectie! --> | + | {| <!-- twee-koloms Linkssectie! --> |
| |- valign="top" | | |- valign="top" |
| | | | | |
Regel 205: |
Regel 223: |
| }} | | }} |
| | | | | |
− | {|width="1" <!-- scheiding tussen linker en rechter kolom --> | + | {|width="1" <!-- scheiding tussen linker en rechter kolom --> |
| | | | | |
| |- | | |- |
| |} | | |} |
| | | | | |
− | {{Linkssectie begin2eKolom | + | {{Linkssectie begin2eKolom |
| |Box= Geen | | |Box= Geen |
| |Lijn= Geen | | |Lijn= Geen |
Regel 286: |
Regel 304: |
| |- valign="top" | | |- valign="top" |
| ! scope="row" width="77%" | | | ! scope="row" width="77%" | |
− | | <small>Laatste wijziging: 26 jan 2018 18:45 (CET)</small> | + | | <small>Laatste wijziging: 29 juli 2020 18:45 (CET)</small> |
| |} | | |} |
| [[Categorie: Alles|W]] | | [[Categorie: Alles|W]] |
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Ronald Koerts - Bewerkt door Fred Eikelboom
Inleiding
Om wissels te digitaliseren is behalve een wissel nog een tweetal onderdelen nodig:
- een aandrijving
- een decoder
Deze onderdelen samen zorgen ervoor dat wissels vanaf de centrale digitaal bediend kunnen worden.
Wisselaandrijving
Wanneer de wissels nog geen aandrijving hebben, moeten ze alsnog daarvan worden voorzien. Iedere fabrikant van railsystemen levert een eigen aandrijvingen voor hun wissels. Daarnaast zijn er diverse andere leveranciers, zoals Hoffmann, Conrad, Tortoise en Fulgurex die universele wisselaandrijvingen leveren. Deze kunnen meestal zonder daadwerkelijke (of ingrijpende) aanpassingen aan het wissel gebruikt worden. Wisselaandrijvingen zijn te onderscheiden in een aantal groepen. Iedereen heeft meestal een persoonlijke voorkeur om voor een bepaald type- en merk wisselaandrijving te kiezen.
Aandrijvingen met magneetspoel
|
Afbeelding: 01
|
Voorbeeld magneetspoel-aandrijving
|
Bron: Roco
|
Dit type wisselaandrijving wordt geleverd door de meeste fabrikanten van railsystemen. Bij dit type aandrijving wordt het wissel omgezet door het activeren van een spoel d.m.v. een stroompuls. Het omzetten van het wissel gebeurt meestal met een klap, die goed hoorbaar is.
Aandrijvingen met elektromotor
|
|
|
Afbeelding: 02
|
|
Afbeelding: 03
|
Voorbeeld wisselaandrijving
|
|
Wisselaandrijving 'The Mole' (De Mol)
|
Bron: Circuitron
|
|
Bron: Andy Reichert
|
Bij dit type aandrijving zorgt een elektro-motor voor het omzetten van het wissel. In de praktijk wordt voor aandrijvingen met elektro-motor gekozen omdat deze:
- Goedkoper in aanschaf zijn dan aandrijvingen met magneetspoel.
- Meestal betrouwbaarder zijn dan aandrijvingen met magneetspoel.
- Meestal in snelheid van omzetten (lees: het langzamer of sneller -verschuiven van de wisseltongen) aan te passen zijn.
Meestal betreft het hier aandrijvingen met elektro-motor, zonder ingebouwde elektronica, maar er bestaan ook typen met ingebouwde elektronica, zoals de Tortoise Smail.
Opmerking
Let bij de aanschaf van een Cobalt wisselaandrijving op het typenummer.
- Type CBA is voor analoge banen. Deze kan op een voedingsspanning van 9 tot 15 volt= aangesloten worden.
- Type CBD is voor digitale banen en kan direct op de centrale of de CVL (ringleiding) aangesloten worden.
Servo's
Het omzetten van het wissel met een servo wordt steeds populairder. De benodigde servo's worden steeds betaalbaarder en zijn niet duurder dan een aandrijving met spoelen of met elektromotor. Daarnaast is een servo heel stil en is op een aantal punten heel nauwkeurig af te stellen, zoals de uitslag en de snelheid. Bij gebruik van servo's moet ook een servodecoder worden aangeschaft.
|
Afbeelding: 04
|
Voorbeeld servo-aandrijving
|
Bron: Uhlenbrock
|
De dikte van de treintafel
Bij gebruik van Tortoise wisselaandrijvingen en servo's dient rekening gehouden te worden met het maximale koppel van de aandrijving en de lengte van de steldraad; hoe langer de draad, hoe minder kracht deze uitoefent op de wisseltongen. Indien de arm te lang is (en daardoor de kracht te laag), kan dat leiden tot ontsporingen, omdat de wisseltong niet helemaal goed aansluit. Het is daarom raadzaam de tafel niet dikker te maken dan 10 mm voor het hout en 5 of 6 mm voor de dempingsplaten onder de rails. Dus totaal 15 tot 16 mm.
Geheugendraad
|
Afbeelding: 05
|
Principe geheugendraadaandrijving
|
Bron: Huib Maaskant
|
Dit is de stilste aandrijving van alle verkrijgbare aandrijvingen. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van de geheugenfunctie van dat draad. Bij het onder elektrische spanning zetten van deze speciale draad zal deze warm worden en verkorten (krimpen). Na het onderbreken van de spanning zal het geheugendraad weer afkoelen en teruggaan naar zijn originele lengte. Viessmann levert ook deze vorm van aandrijvingen kant-en-klaar. Omdat deze vorm van wissels omzetten vooral zelfbouw is, is deze minder geschikt voor de echte beginner. Voor informatie over geheugendraadaandrijving, zie het artikel Toepassing van geheugenmetaal.
Puntstuk van het wissel polariseren
Met het aandrijven van het wissel kan ook het puntstuk van het wissel worden gepolariseerd. Dit voorkomt dat treinen op het wissel blijven staan of dat kortsluiting ontstaat tijdens het berijden van het wissel. Zie het artikel Puntstuk van het wissel polariseren, over het polariseren van het puntstuk.
Zichtbaar of onder de vloer
Het hangt af van de situatie af waarin de aandrijving nodig is. Voor een schaduwstation is het niet erg wanneer er wisselaandrijvingen zichtbaar zijn. Voor zichtbare gedeelten is het mooier dat de aandrijving niet- of nauwelijks zichtbaar is. De meeste magneetspoelaandrijvingen kunnen op twee manieren gemonteerd worden. Zichtbaar langs het wissel of omgekeerd (op de kop) onzichtbaar naast het wissel. De meeste motorische wisselaandrijvingen, servo-aandrijvingen en geheugendraad-aandrijvingen kunnen meestal onder het wissel gemonteerd worden.
Wisseldecoder
Om de wissels vanaf de centrale om te kunnen zetten, is een speciale decoder nodig. Deze decoder 'luistert' naar de commando's van de centrale. In de praktijk heet dit type dan ook een wisseldecoder. Het benodigde type decoder is afhankelijk van het type wisselaandrijving. Net als bij de soorten wisselaandrijvingen, is ook hiervoor de bijhorende wisseldecoder. Dus een servo-aandrijving kan alleen met een servo-wisseldecoder aangestuurd worden.
|
|
|
|
|
Afbeelding: 06
|
|
Afbeelding: 07
|
|
Afbeelding: 08
|
Roco 10775 8-voudige magneetspoel-decoder
|
|
Uhlenbrock 67800 4-voudige servo-decoder
|
|
LDT MDEC Decoder 4-voudige motor-decoder
|
Bron: Roco.cc
|
|
Bron: Uhlenbrock.de
|
|
Bron: Conrad.nl
|
Digitaal signaal
Om de commando's van de centrale te kunnen begrijpen moeten de wisseldecoders en de centrale hetzelfde protocol hebben. Dit is de taal die de onderdelen onderling spreken. Er zijn veel protocollen die gebruikt worden, maar de twee belangrijkste zijn het Motorola-protocol (afgekort MM) en het DCC-protocol.
Hulpschakeling
Met een kunstgreep is het mogelijk om wisselaandrijvingen met elektromotor aan te sluiten op een normale magneetspoel-wisseldecoder. Deze hulpschakeling staat beschreven in het artikel Hulpschakeling motorische wisselaandrijvingen.
Hoeveel wisselaandrijvingen op één decoder?
Tegenwoordig zijn de wisseldecoders in alle maten te krijgen. Er zijn wisseldecoders die maar één wisselaandrijving kunnen omzetten, tot wisseldecoders die acht aansluitingen hebben. Het is een beetje afhankelijk van hoe het ontwerp van de baan is. Liggen er veel wissels bij elkaar, dan is goed te werken met een wisseldecoder met acht aansluitingen, dan hoeven er niet zoveel lange draden te worden gelegd. Liggen de wissels verder uit elkaar, dan is het beter te werken met wisseldecoders die minder aansluitingen hebben.
Aansluiten van wisseldecoders
Om te kunnen werken heeft een wisseldecoder twee zaken nodig: commando's van de centrale en spanning om te werken. Bij veel wisseldecoders zijn daarom twee aparte aansluitingen (aansluitconnectoren) aanwezig voor deze twee zaken.
Digitale spanning
Deze aansluiting is op iedere wisseldecoder aanwezig. Deze aansluitingen zijn meestal rood en bruin van kleur of hebben de letters J en K. De decoder ontvangt op deze aansluiting de digitale signalen van de centrale. Bij sommige wisseldecoders zorgt deze aansluiting tevens voor de schakelstroom die benodigd is voor het laten werken van de wisselaandrijvingen.
LET OP |
Deze draden zijn ook aangesloten op de rails en hebben digitale spanning.
|
Hulpspanning
Deze aansluiting is niet altijd aanwezig bij wisseldecoders en in dat geval is de digitale spanning de enige aansluiting op de wisseldecoder. Deze gebruikt dan 'dure' digitale spanning voor het laten werken van de wisselaandrijvingen. Veel wisseldecoders hebben echter ook een aansluiting om eventueel een aparte standaard transformator op aan te sluiten. Een digitale booster is duurder is dan een standaard transformator. De wisselaandrijvingen worden dan met de goedkopere spanning gevoed.
Overzicht aansluiten wisseldecoders
Hieronder staat een algemeen schema hoe wisseldecoders worden aangesloten. De meeste wisseldecoders zijn aan te sluiten volgens methode 2 of methode 3. De Roco wisseldecoder 10775 is alleen met methode 1 aan te sluiten, deze heeft namelijk geen extra aansluitingen voor aparte voeding van de wissels. Deze worden gevoed door de spanning op de baan.
|
Afbeelding: 09
|
Schema aansluiten wisseldecoders
|
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
|
Mogelijk probleem met het programmeren
Het kan zijn dat een wisseldecoder geschikt is voor het DCC-protocol, niet of niet goed reageert op het configureren. Dan kan het een oplossing zijn om de draden voor het digitale signaal (de J- en K-aansluitingen) om te wisselen. Dit probleem wordt veroorzaakt door interpretatieverschillen van het DCC-protocol door de fabrikant.
Wissels schakelen
Decoders 'luisteren' naar adressen, zo ook de wisseldecoder. Deze adressen moeten worden ingesteld. Op alle gangbare wisseldecoders zit een programmeerknopje. Wanneer dit knopje is ingedrukt en er wordt een wisselcommando gegeven op een bepaald adres, dan worden alle wisseladressen van die decoder ingesteld.
Voorbeeld
In dit voorbeeld wordt een viervoudige wisseldecoder ingesteld:
- sluit de wisseldecoder aan volgens de handleiding
- vóór het aanzetten van alle systemen, goed controleren of alles aangesloten is
- druk het programmeerknopje in. De meeste decoders hebben minimaal één wisselaandrijving op de eerste aansluiting nodig om deze te kunnen programmeren.
- selecteer wisseladres 5 en geef het commando om te schakelen. De decoder zal er op reageren met de eerste aandrijving en vanaf dat moment zijn ook de 3 daaropvolgende adressen ingesteld: de eerste aandrijving is adres 5, de tweede aandrijving is adres 6, de derde is 7 en de vierde is 8
- als daarna nog een wisseldecoder moet worden ingesteld, moet die dus beginnen op adres 9 of hoger, anders ontstaat er een overlap en zullen twee- of meer wissels tegelijk gaan reageren
Waarop letten bij aanschaf
De keuze voor een bepaalde wisselaandrijving en wisseldecoder is puur een eigen keuze. Het is natuurlijk afhankelijk van het beschikbare budget. In ieder geval moet bij aanschaf op de volgende dingen gelet worden:
- Kan de wisselaandrijving de wissels omzetten?
- Past de wisseldecoder bij de wisselaandrijving? Bijvoorbeeld een motor-wisseldecoder bij een motorische wisselaandrijving
- Is de decoder geschikt voor het juiste digitale protocol c.q. signaal? Bijvoorbeeld Motorola of DCC?
Gecombineerde wissel/seindecoders
De nieuwste generatie wisseldecoders (zoals de DR4018) kan naast wissels ook seinen en/of AKI's aansturen. Er kunnen gelijktijdig wissels en seinen op de DR4018 aangesloten worden.
|
Meer informatie
Beneluxspoor.net:
|
|
over de DR4010 en/of DR4018.
|
|
over de DR4018 (aansluiting van AKI).
|
|
|
|
|
Gerelateerde termen: Marklin, Maerklin, Mærklin
|
Laatste wijziging: 29 juli 2020 18:45 (CET)
|