|
|
Regel 3: |
Regel 3: |
| ---- | | ---- |
| <small>Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Remco Poppen, Fred Stevens</small> | | <small>Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Remco Poppen, Fred Stevens</small> |
− | <br /><br />[[bestand:NiveauBeginner.PNG|35px]] | + | <br /><br />[[bestand:NiveauBeginner.PNG|35px]] [[Bestand:E-Mail_icon.png|link=Speciaal:Contactpagina|Contact met de redactie]] |
| ---- | | ---- |
| Nu we digitaal kunnen rijden en de wissels digitaal kunnen omzetten is de basis gelegd voor het geautomatiseerd rijden. Wij, als mens, kunnen zien waar een trein zich bevindt. Wij hebben de handen om de rijregelaar en de wissels te bedienen.<br /><br />Wil je dit door een computer doen dan moet de computer 'handen', 'ogen' en 'hersens' krijgen. Met deze drie onderdelen kan de computer jouw modeltreinen laten rijden. In dit en de volgende hoofdstukken leggen wij uit wat de ogen, handen en de hersenen van de computer zijn.<br /><br />De terugmelding noemen we de ogen van de computer. Hierdoor weet de computer waar een locomotief zich op de modelbaan bevind. | | Nu we digitaal kunnen rijden en de wissels digitaal kunnen omzetten is de basis gelegd voor het geautomatiseerd rijden. Wij, als mens, kunnen zien waar een trein zich bevindt. Wij hebben de handen om de rijregelaar en de wissels te bedienen.<br /><br />Wil je dit door een computer doen dan moet de computer 'handen', 'ogen' en 'hersens' krijgen. Met deze drie onderdelen kan de computer jouw modeltreinen laten rijden. In dit en de volgende hoofdstukken leggen wij uit wat de ogen, handen en de hersenen van de computer zijn.<br /><br />De terugmelding noemen we de ogen van de computer. Hierdoor weet de computer waar een locomotief zich op de modelbaan bevind. |
Versie van 10 jul 2010 om 17:39
E10.04.02 - Puntstuk wissel polariseren - Vorige | Volgende - E10.05.01 - Diodeschakeling
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Remco Poppen, Fred Stevens
35px
Nu we digitaal kunnen rijden en de wissels digitaal kunnen omzetten is de basis gelegd voor het geautomatiseerd rijden. Wij, als mens, kunnen zien waar een trein zich bevindt. Wij hebben de handen om de rijregelaar en de wissels te bedienen.
Wil je dit door een computer doen dan moet de computer 'handen', 'ogen' en 'hersens' krijgen. Met deze drie onderdelen kan de computer jouw modeltreinen laten rijden. In dit en de volgende hoofdstukken leggen wij uit wat de ogen, handen en de hersenen van de computer zijn.
De terugmelding noemen we de ogen van de computer. Hierdoor weet de computer waar een locomotief zich op de modelbaan bevind.
Terugmelders
De 'ogen' dus. Terugmelders zijn er in veel verschillende varianten. De meest bekende terugmelders/bezetmelders zijn de volgende:
- Reedcontacten (Terugmelder)
- Schakelrails (Terugmelder)
- Massadetectie (Terugmelder)
- Stroomdetectie (Bezetmelder)
Reedcontacten
Reedcontacten of schakelrails zijn zogenaamde pulscontacten. Als een trein voorbij rijdt genereren ze heel kort een pulsje, dat door de terugmelder moet worden gezien. Het Reedrelais is een klein schakelaartje in een glazen buisje. Dit schakelaartje wordt geactiveerd als er een magneet in de buurt komt. Door een reedrelais tussen de spoorstaven te plaatsen, èn een magneetje onder de trein te bevestigen, zal bij het voorbijrijden van de trein de Reed-schakelaar bekrachtigd worden.
Fout bij het aanmaken van de miniatuurafbeelding: Bestand is zoek
E10.05-01
Reed-contact
Bron: André Karwath http://nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:Reed_switch_(aka).jpg
Schakelrails
Märklin biedt een speciale schakelrails. Deze rails is voorzien van twee kleine pallen, die boven de railbedding uitsteken, en twee schakelaars bedienen. De sleper onder de loc drukt - afhankelijk van de rijrichting - de ene of de andere schakelaar kortstondig in.

E10.05-02
Märklin schakelrails
Bron: www.conrad.nl
Massadetectie
Massadetectie is een terugmeldtechniek voor Drierail. Bij Drierail staat de + (plus) op de puntcontacten en de massa op de spoorstaven. Je zult nu één spoorstaaf moeten isoleren in de rails. Op deze geïsoleerde rail sluit je de terugmelder aan.
Wanneer nu een trein over de geïsoleerde spoorstaaf rijdt, en daarmee dus beide spoorstaven verbindt, genereer je een terugmelding. Het systeem weet nu dat er zich een trein bevindt op de plek van die terugmelder.
Bij massadetectie is de kans op een correcte terugmelding veel groter dan bij een reedcontact of schakelrails. Deze laatste twee geven één enkele puls af, en als die gemist wordt (of niet komt), zal er geen terugmelding plaatsvinden. Bij massadetectie is er, als gevolg van de lengte van het geïsoleerde deel, een veel grotere kans op detectie, en daarmee neemt de betrouwbaarheid toe.

E10.05-03
16-voudige massadetectie.
Bron: Huib Maaskant http://www.floodland.nl/aim/info_bmd16n_1.htm
Schematisch weergegeven ziet het er als volgt uit: (van links naar rechts) reedcontact, massadetectie, schakelrails.

E10.05-04
Bron: Huib Maaskant - http://www.floodland.nl/aim/
Stroomdetectie
Stroomdetectie is een bezetmeldingstechniek die toepasbaar is op zowel Drie- als Tweerail. Stroomdetectie werkt eigenlijk - zoals de naam al zegt - op basis van het detecteren van stroom.
Bij Tweerail isoleer je een deel van één spoorstaaf en daar sluit je de bezetmelder op aan. Zodra de trein (of loc) op dit gedeelte komt zal er, omdat de trein (of loc) een stroomverbruiker is, stroom gaan lopen over het bezetmeldcontact. Hierdoor detecteert de bezetmelder dus dat dit specifieke deel in gebruik is, en genereert een bezetmelding. Deze manier van detecteren is uiterst betrouwbaar, mits je de hieronder vermelde Diodeschakeling toepast.
Bij Drierail werkt dit hetzelfde, alleen nu isoleer je, of één van de spoorstaven, of de puntcontacten, en daar sluit je de bezetmelder op aan.

E10.05-05
16-voudige stroomdetectie.
Bron: Huib Maaskant http://www.floodland.nl/aim/info_bmd16n_sd_1.htm
Schematisch weergegeven ziet het er als volgt uit:

E10.05-06
Bron: Huib Maaskant - http://www.floodland.nl/aim/
Diodeschakeling
Bij het gebruik van stroomdetectie dien je voor je ongedetecteerde stukken een diodeschakeling toe te passen. Hiermee worden mogelijke problemen met je bezetmelding voorkomen. Zie E10.05.01 - Diodeschakeling
Nu we weten hoe alle vormen van bezetmelding werken, gaan we bekijken hoe we dit allemaal gaan aansluiten aan de centrale.
S88
Op dit moment is het S88-systeem één van de meest gangbare manieren om terugmelders/bezetmelders aan te sluiten. Het voordeel van deze melders is, dat ze vrij goedkoop zijn, en goed zelf te bouwen. Twee nadelen kenmerken het S88-systeem:
- Het ene is de gevoeligheid van de kabels waarmee je de melders aan elkaar koppelt. Hierop is tegenwoordig een oplossing bedacht in de vorm van S88-N, waarbij in plaats van de normale bandkabels, een netwerkkabel (een zogenaamde Patchcable) gebruikt wordt.
- Het andere nadeel is dat S88 één lange keten moet zijn. Dus aftakkingen zijn niet toegestaan. Nu is dit op een normale baan niet snel een probleem, maar het kan op grotere en complexere banen wel een probleem zijn.
Loconet
De andere, steeds populairdere vorm van aansluiten, is middels Loconet. Loconet is een door Digitrax ontwikkeld protocol, waarbij je vrijwel elke structuur mag implementeren behalve een ring netwerk. Deze manier van aansluiten kenmerkt zich door een zeer betrouwbaar functioneren, waarbij het grote voordeel is dat op het Loconet veel meer dan alleen maar bezetmelders aangesloten kunnen worden.
Het nadeel van Loconet is eigenlijk alleen de prijs; gemiddeld genomen betaal je het dubbele voor Loconet-melders.
Na enkele zelfbouw-initiatieven door handige hobbyïsten is door Uhlenbrock ook onderkent dat er een markt is voor een hybridevorm tussen deze twee systemen. Dus brengt dit bedrijf in 2010 de S88 - Loconetadapter op de markt. Hiermee zijn de voordelen van goedkope S88-bezetmelders te combineren met de toegestane structuur van Loconet en zijn betrouwbaarheid.
XpressNet
XpressNet is een protocol van Lenz en wordt ook gebruikt voor de Roco Multimaus.
Dit protocol kan ook gebruikt worden om Lenz stroomdetectiemelders aan te sluiten. Door het verschijnen van zelfbouwprojecten zoals de GenLI-S88 van Paco of de S88XpressNetLI van Karst Drenth waarmee S88 kan worden gebruikt op XpressNet is de specifieke Lenz/Roco -melder niet meer noodzakelijk op het XpressNet.
Gerelateerde termen: Marklin, Maerklin, Mærklin.
E10.04.02 - Puntstuk wissel polariseren - Vorige | Volgende - E10.05.01 - Diodeschakeling