TreinbesturingssoftwareUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur : Ronald Koerts
InleidingHet besturen van modeltreinen met de computer is niet iets van de laatste jaren. Dit gebeurt al sinds de komst van de eerste personal computer. Vanaf eind ’jaren 70’ biedt de ’Hobby Computer Club! Modelbaan- automatisering gg’ (gg=Gebruikers Groep) een systeem aan om modeltreinen via de computer te besturen. In de loop van de jaren zijn de technieken veranderd en verbeterd maar het basisprincipe blijft hetzelfde. Een grotere vlucht van het computer- gestuurd rijden kwam met de betere beschikbaarheid van de computers, vrij verkrijgbare software en goedkopere digitale systemen die direct op de computer aan te sluiten zijn. De huidige software is zeer uitgebreid en de mogelijkheden zijn eigenlijk oneindig. Kan het analoog of moet het digitaal?Bij het aansturen van modeltreinen via de computer denkt men als eerste aan digitaal rijden. Dat hoeft niet! Er zijn systemen waarbij een analoge trein bestuurd kan worden via de computer. Het systeem van de HCCM en het dinamo-systeem van Van Perlo. Elektronica en Besturingstechniek zijn wel de bekendste computergestuurde analoge blokgestuurde systemen. Zoals met een standaard transformator, worden de treinen in de blokken gestuurd door de spanning op de rails te verhogen (sneller te laten rijden) of te verlagen (langzamer te laten rijden). Dit noemt men ook wel 'Blokgestuurd'. Het aansturen via een digitaal systeem kent een paar verschillen ten opzichte van het analoog rijden. Bij digitale systemen staat er een constante spanning op de rails. Naast de constante spanning wordt een signaal op de rails gezet, dit wordt geproduceerd door de centrale unit. In de locomotieven zijn decoders (minicomputers) ingebouwd die luisteren naar het signaal op de rails. De centrale geeft iedere locomotief commando’s wat te doen (rijden, stoppen, lichten aan, richting wijzigen, enz …). Dit noemt men ook wel ’treingestuurd’. Hoe begin je? Groot of klein?Het algemene advies voor het beginnen met het besturen van je treinen met de computer is: Begin heel eenvoudig … Maak een simpele treintafel en leg daarop een leuk test-ovaaltje met een inhaalspoor. Daarmee kan je dan naar hartenlust experimenteren met het rijden van meerdere treinen, het indelen van de modelbaan in blokken en het invoeren van de gegevens in de software. Daarna kan je overstappen op de bouw van je echte baan of juist het testovaaltje uitbouwen tot een mooie baan. Kost het veel geld?Je kunt het zo gek maken als je zelf wilt. Dat betekent dat je alles in de winkels kant-en-klaar gebouwd kan kopen en dan kost het inderdaad redelijk wat geld. Je kunt ook werken met zelfbouw terug/bezetmelders en wisseldecoders, gratis software, een oude PC en een mooi digitaal beginsetje. Dan zou je met een kleine modelbaan voor minder dan €300 je eerste trein computergestuurd digitaal kunnen laten rijden. De software: Gratis of betalen?Je blijft de keuze houden tussen commerciële pakketten en vrij verkrijgbare pakketten. Dat is voor eenieder een persoonlijke keuze. De commerciële pakketten kosten van een paar tientjes tot enkele honderden euro’s.
Het blijft een persoonlijke keuze om voor een bepaald pakket te kiezen. Kan je alleen maar automatisch rijden?Bij de meeste softwarepakketten is het mogelijk naast het automatisch rijden ook nog met de 'hand' te rijden, of het omzetten van wissels met de hand te doen.
Wat heb je nodig?Voor het besturen van de modelbaan met treinbesturingssoftware heb je een aantal extra zaken nodig. We gaan uit van een normaal 'treingestuurd' digitaal systeem, dat gewoon in de standaard modelspoorwinkel te koop is. Geen HCCM of Dinamo-systeem dat je (deels) zelf nog in elkaar moet solderen. Om te beginnen heb je in het kort het volgende nodig:
Alleen voor treinen?Nee, je kunt in principe met alle treinbesturingssoftware ook aangepaste modelauto’s van het Faller-Car-System aansturen. Dit is een nieuwe ontwikkeling en wordt bijvoorbeeld bij de grotere tentoonstellingsbanen als Railz Miniworld en Miniatuurwelt Hamburg gebruikt. De werking is bijna hetzelfde als bij treinen. Net als met de treinen krijgt de auto een decoder die opdrachten van de centrale/computersoftware uitvoert. Je moet de weg voor de auto’s aanpassen zodat deze de opdrachten kan verzenden en verdeeld wordt in blokken. Een aantal softwarepakketten zijn aangepast op het gebruik met de autosystemen, zoals de aansturing van verkeerslichten, enzovoort. De softwarepakkettenHieronder volgt een klein overzicht van een aantal pakketten die heden ten dage te krijgen zijn. Ieder pakket heeft zijn voor- en nadelen. In deze lijst staan niet alle pakketten genoemd en ze is dus verre van compleet. Maar dit geeft een goede indicatie van wat beschikbaar is:
Het BasisprincipeAlle softwarepakketten werken volgens hetzelfde basisprincipe. Het basisprincipe is gebaseerd op de beveiliging van de ’grote’ spoorwegen. Daarbij wordt een traject tussen twee stations opgedeeld in één of meerdere logische stukken, de zogenaamde ’blokken’. In één blok mag zich niet meer dan één trein bevinden. Om de machinist van de trein te laten weten dat een blok vrij is om in te rijden, gebruikt men seinen. Bij een vol blok geeft het sein rood aan, en mag de volgende trein niet in dat blok en moet wachten, totdat het blok vrij is. Zo wordt voorkomen dat de treinen met elkaar botsen.
Dit principe wordt ook toegepast bij de modelbaan. De modelbaan wordt opgedeeld in een aantal blokken. Via hulpprinten onder de baan en een hulpprint (computerinterface) of digitale centrale wordt de complete modelbaan aangesloten op de computer. Op de computer draait de treinbesturingssoftware die de treinen via de computerinterface c.q. centrale aanstuurt. Via de hulpprinten krijgt de software door dat een blok bezet is en dat er dus geen tweede trein in dat blok mag komen. De volgende trein mag niet eerder het blok in dan wanneer het blok weer vrij is. BlokkenDe modelbaan moet logisch in blokken verdeeld worden. Ieder softwarepakket stelt zijn eigen eisen aan een blok. Bij de meeste softwarepakketten moet het blok minimaal één (bezet)meldpunt hebben, hiermee kan gedetecteerd worden dat een trein het blok ingereden is. De meeste pakketten geven de voorkeur aan minimaal twee (bezet)meldpunten per blok. Het is verstandig om de blokken zo groot te maken dat de langste trein die op je baan rijdt, in een blok past. WisselsWissels dienen aangesloten te worden op een wisseldecoder. Deze wordt ingevoerd in het softwarepakket, waardoor deze aangestuurd kan worden. Bij de meeste pakketten moet je dan nog aangeven van welk blok naar welk blok gereden kan worden. SeinenIn principe staan deze voor de sier langs de digitale baan en dus ook bij het besturen via de computersoftware. In veel software is het wel mogelijk om een compleet werkend seinstelsel in te voeren zodat de juiste seinbeelden op de seinen staan. Net als bij het handmatige digitale bedrijf dienen de seinen aangesloten te zijn op een speciale seindecoder of een wisseldecoder. OntkoppelaarsAls deze zijn aangesloten op een wisseldecoder kunnen ontkoppelaars gewoon gebruikt worden in de software. Dan is het mogelijk om via de software bijvoorbeeld een locomotief op het station te laten omlopen. Meer informatieKijk voor vragen op het forum van beneluxspoor.net en dan de digitale vraagbaak: |