Multi-tractie rijdenUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: / Auteurs: Karst Drenth & Ronald Koerts
Het is een mooi gezicht om een tweede locomotief of misschien wel drie locomotieven voor een lange trein te hebben staan. Kan dat ook model? Er zijn diverse opties: Van het uitslopen van motoren tot instellen in een lokdecoder.
Gelijke snelhedenVoor zowel analoog als digitaal geldt: De locomotieven moeten ongeveer even snel rijden. Verschillen deze te veel dan kan je problemen krijgen. Van ontsporende treinen tot verbrandde motoren. Bij analoge locomotieven is het wat moeilijker om de snelheden gelijk te krijgen, dan zal je toch wat aanpassingen in de locomotief moeten maken. Dummy locomotievenE zijn er fabrikanten die “dummy” locomotieven aanbieden. Dit zijn locomotieven die geen motor in zich hebben en daardoor als rijtuig of wagon meerijden. Echte dubbeltractieHoe je in dubbeltractie kan rijden ligt aan het systeem en digitale protocol dat je gebruikt. De mogelijkheden op een rijtje De digitale centraleMet sommige digitale centrales is het mogelijk om dubbeltractie direct in de centrale in te stellen. Sommige centrales zorgen voor het aanpassen van de rijeigenschappen van de betreffende locomotieven. Bij andere centrales moet je zelf een aantal CV’s zelf instellen, dit zijn de CV’s van minimale snelheid (CV 2), maximale snelheid (CV 5)en gemiddelde snelheid (CV 6). Motorola-protocolHet Motorola-protocol heeft geen standaard om dubbeltractie in te stellen. Het is mogelijk om in sommige decoders een tweede adres te programmeren waar de decoder dan op reageert. Ook is het mogelijk om twee decoders op hetzelfde adres te laten rijden. DCC-protocolDe specificaties van DCC verplichten iedereen die het protocol in zijn / haar locomotieven-decoder inbouwen bepaalde functies te ondersteunen. Één van de verplichte functies is het “consist”-adres oftewel: CV 19. Door deze CV te programmeren kan je ervoor zorgen dat meerdere decoders op 1 loc-adres reageren. De locomotieven dienen wel dezelfde beginsnelheid te hebben (Vmin: CV2) en dezelfde eindsnelheid (Vmax: CV5). Daarnast moet je aan de gang met de gemiddelde snelheid (Vmid: CV 6 ) zodanig instellen ( in feite uit te schakelen) dat er een lineaire snelheids grafiek is tussen Vmin en Vmax. Op deze manier is relatief gemakkelijk in dubbeltractie te rijden. Stappenplan DubbeltractieEen stappenplan voor het instellen van dubbeltractie rijden met de multimaus, in het voorbeeld worden een aantal 2200-en genoemd. Let op! Voor het instellen van je multimaus in POM (Programming On Maintrack) of CV-modus (programmeren in CV-modus)
Let op! Als je ze kop aan kont wilt rijden is bovenstaand genoeg, wil je ze kop aan kop of kont aan kont, programmeer je van 1 van de twee 22 + 128 in CV 19. Dit om aan te geven dat bij één van de locomotieven de rijrichting anders moet zijn. Opheffen DubbeltractieOpheffen van de dubbeltractie doe je volgens de volgende stappen:
TreinbesturingssoftwareEen andere optie is om via de treinbesturingssoftware in dubbeltractie te gaan rijden. Dit is meestal ook de gemakkelijkste optie omdat voor het rijden met de software de treinen al “geijkt” zijn. Daardoor zijn alle rijsnelheden van de locomotieven bekend in de software. De software regelt alles betreffende de verschillende snelheden en rijstappen van de locomotieven.
Overgenomen van "https://encyclopedie.beneluxspoor.eu/index.php?title=Multi-tractie_rijden&oldid=11712"
Verborgen categorieën: |