Persoonlijke instellingen

Het Motorola protocol

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie door Fred (overleg | bijdragen) op 19 feb 2011 om 18:07
Ga naar: navigatie, zoeken
Hoofdpagina  Categorie-index  Index
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Ronald Koerts


Inleiding

Dit protocol is ontwikkeld voor industriële toepassingen, maar door de firma Märklin voor modelspoortoepassingen gereed gemaakt. Al in 1979 werd het protocol met bijhorende apparaten gepresenteerd. In 1985 kwam het in Europa op de markt.

Naamgeving

De naam Motorola-protocol komt van de door Märklin gebruikte chips in de digitale centrale en locdecoders. Deze werden, en worden nog, geleverd door de firma Motorola.

Alleen voor Drierail?

Het protocol was eigenlijk alleen geschikt voor gebruik bij Drierail. Doordat het signaal niet symmetrisch is, kan de decoder bij het verwisselen van de aansluitdraden de signalen niet meer herkennen. De huidige Motorola-decoders draaien het signaal om als het niet goed staat. Daardoor is het ook te gebruiken op Tweerail-systemen.

Verschillende versies

Märklin heeft sinds de introductie van het Motorola-protocol een aantal wijzigingen en toevoegingen aan het protocol gemaakt. Daardoor is er sprake van een oud en een nieuw protocol.

Rijrichting

Een van de belangrijkste wijzigingen bij het Motorola protocol is het onthouden van de rijrichting. Bij het oude Motorola protocol hadden de decoders een 'voorkeurs'-rijrichting die iedere keer na het uitschakelen van de (rij)spanning werd aangehouden. Het Motorola II protocol heeft nu een instelling voor de rijrichting, waardoor de locdecoder de rijrichting onthoudt.

Aantal locomotieven

Het Motorola protocol kent een maximum van 80 adressen, 01 - 80. Marklin heeft ook decoders uitgebracht die adressen boven de 80 kunnen verwerken, meestal tot 99 of 127. Een aantal andere fabrikanten leveren ook decoders die dit aantal aankunnen.

Rijstappen

Het aantal rijstappen is afhankelijk van de versie van het protocol. De eerste versie, Motorola I ondersteunt 14 rijstappen. Motorola II (of New) ondersteunt naast 14 ook 27 rijstappen. De 27 rijstappen zijn eigenlijk een halve oplossing. Een aantal decoders van Märklin zetten tussen de normale 14 stappen, 13 extra halve stappen. Om deze 13 extra stappen te gebruiken, moet de digitale centrale dit wel ondersteunen (een extra commandoset). Daarnaast zijn er een aantal fabrikanten die niet alleen de 13 halve stappen ondersteunen, maar ook 14 extra stappen ingebouwd hebben. Hierdoor komt het aantal rijstappen op 28, dit aantal rijstappen wordt niet door iedere centrale ondersteund.

Functies

Door de verschillende versies van het Motorola protocol zijn er ook verschillen in het aantal functies dat ondersteund wordt. Het Motorola I protocol ondersteunt maar 1 extra functie, meestal is dat de verlichting van de locomotief.

Het Motorola II-protocol ondersteunt maximaal 5 functies F0 (licht) en F1 t/m F4. Met een truc is het aantal functies uit te breiden tot 8 zodat ook F5 t/m F8 bruikbaar zijn. Dit is te bereiken wanneer de locdecoder geschikt is voor het inprogrammeren van een tweede adres. Via dit tweede adres zijn dan de extra functies te bereiken. Het tweede adres is standaard het eerste adres + 1 of het adres 255. Het tweede adres mag totaal anders zijn dan het eerste adres.

Accessoires

Met het Motorola-protocol zijn maximaal 255 digitale accessoires aan te sturen. Veel centrales bieden de mogelijk om maximaal 320 accessoires aan te sturen. Dit is een interpretatieverschil in de adressering van het protocol.

Kort overzicht

Motorola I (oud) Motorola II (nieuw) Opmerkingen
Aantal locs aan te sturen 80 80
Aantal locadressen 80 255
Aantal rijstappen 14 27 (28) 28: afhankelijk van centrale
Aantal locfuncties 1 5 (8) 8: met gebruik van extra adres
Aantal accessoires 255 320

Sjabloon:Link extern



Hoofdpagina  Categorie-index  Index
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie