Persoonlijke instellingen

Rail (spoorstaaf), hoogte en materiaal

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie door Fred (overleg | bijdragen) op 10 okt 2013 om 19:29
Ga naar: navigatie, zoeken
Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Hans van de Burgt


De loc of trein rijdt over de rails c.q. de spoorstaven. Deze zijn er in verschillende maten en uitvoeringen. De gebruikte uitvoering is afhankelijk van het land, het tijdperk en de functie van de spoorlijn. Voor modeltreinen geldt niets anders. Daar zijn ook diverse uitvoeringen, typen en maten te verkrijgen. In de loop der jaren zijn er steeds meer rails op de markt gekomen, die meer de werkelijkheid benaderen. In dit artikel geven we een korte uitleg over rails in model.


Grootspoor

Hieronder staat een tabel met een aantal veelgebruikte profielen, de hoogte in de verschillende schalen en de bijbehorende railcode. De benamingen van de railssoorten zijn in de loop der tijd aangepast, onder andere door Europese wetgeving c.q. normen. Het getal in de benaming gaf en geeft nog steeds het gewicht in kilogrammen per meter (kg/m¹) aan.
Zoals uit de tabel kan worden opgemerkt, is het gewicht van de spoorstaaf afhankelijk van het gebruik van de spoorlijn. Voor zijlijnen bijvoorbeeld, is een lichtere spoorstaaf voldoende. Voor de Betuweroute dient een zwaarder type te worden toegepast, omdat de Betuweroute zwaarder wordt belast dan een zijlijn.


Profiel Hoogte 1:1 Schaal 0 (1:43,5) Rail code model Schaal H0 (1:87) Rail code model Schaal N (1:160) Rail code model Gebruikt bij
NP46 (46E3) 142 mm 3,26 mm 128 1,63 mm 64 0,89 mm 35 Zijlijnen
UIC50 151 mm 3,47 mm 137 1,74 mm 69 0,95 mm 37 De Belgische spoorwegen
UIC54 (54E1) 159 mm 3,65 mm 144 1,82 mm 72 0,99 mm 39 Hoofdlijnen
UIC60 (60E1) 172 mm 3,95 mm 155 1,98 mm 78 1,075 mm 43 Betuweroute
Tabel: 01
Tabel gemaakt door: Hans van de Burgt


Modelspoor

Net als in het echt, zijn in de modelspoorwereld verschillende typen rails te verkrijgen. Er zijn diverse fabrikanten die een aantal verschillende typen rails produceren. Dit heeft te maken met de steeds betere fabricagetechnieken. De drang om op schaal te gaan werken, zorgt ervoor dat, voor zowel schaal H0, als voor schaal N, de railprofielen naar een lager profiel zijn gegaan.

Schaal H0

Bij schaal H0 bijvoorbeeld ging dit van Fleischmann Modellgleis, met een hoogte van 2,70 mm (code 120), via Fleischmann Profigleiss met een hoogte van 2,50 mm (code 100), naar Roco Rocoline met een profielhoogte van 2,10 mm (code 83). Daarnaast leveren nog een aantal andere fabrikanten, waaronder Peco, nóg lagere profielen dan 2,10 mm. Dit zijn de spoorstaven voor de Proto-87 en de finescale-bouwers.

Schaal N

Voor schaal N zijn de spoorstaven ook steeds lager geworden. Een profielhoogte van 1,40 mm (code 55) is standaard geworden, naast de hogere rails met profielhoogte van 2,00 mm (code 80). Net als in schaal H0, zijn er modelbouwers die ook in schaal N voor puur op schaal 1:160 gaan. Daarvoor zijn er bij een aantal fabrikanten ook lagere profielen te verkrijgen.

Code XXX

Bij veel railsoorten leest u 'Code xxx'. Dit is de maat van de rails, beter gezegd, de hoogte van de rails. De code geeft de hoogte van de spoorstaaf aan in duizendsten van een Inch (Inch = 25,4 mm). Dit is een traditionele Engelse maat, die zich in de modelspoorwereld heeft weten te handhaven. Een voorbeeld: code 100 rails is 0,1 inch (100/1000 = 0,1 inch) hoog, dat is dus 2,54 mm.

Spoorstaaf-hoogte Code Schaal T Schaal Z Schaal TT Schaal N Schaal H0 Schaal 0e Schaal 0 Schaal 1 Schaal G / IIm Schaal II
1,00 mm 40 X X X X - - - - - -
1,30 mm 55 - X X X - - - - - -
1,60 mm 60 - - X X X - - - - -
1,80 mm 70 - - - X X - - - - -
1,90 mm 75 - - - X X - - - - -
2,00 mm 80 - - - X X - - - - -
2,10 mm 83 - - - X X - - - - -
2,30 mm 90 - - - - X - - - - -
2,50 mm 100 - - - - X X - - - -
2,70 mm 120 - - - - X - X - - -
3,15 mm 124 - - - - - - X - - -
3,30 mm 130 - - - - - - X - - -
3,55 mm 140 - - - - - - X - - -
3,55 mm 143 - - - - - X X - - -
5,10 mm 200 - - - - - - - X X X
5,90 mm 232 - - - - - - - - X -
6,35 mm 250 - - - - - - - X X X
Tabel: 02
Tabel gemaakt door: Fred Eikelboom


Overgangraillasjes

Veel fabrikanten leveren speciale overgangraillasjes, om het hoogteverschil tussen de verschillende railsoorten te overbruggen. Daarnaast leveren diverse fabrikanten overgangrails van de ene railsoort naar de andere railsoort, zoals de overgang van rails zonder bedding naar rails met bedding (zie hieronder bij 'Meer informatie'). Rails met dezelfde hoogte zou zonder problemen op elkaar moeten passen, behoudens het hoogteverschil met ballastbed, of de hoogte van de dwarsliggers. Soms is de breedte van de railvoet ook nog wel eens niet aan elkaar gelijk.

Wielen

Net als voor alles in de modelspoorwereld, zijn er een aantal normen beschikbaar voor de wielen. Er zijn de NEM-normen van Morop en de normen van de NMRA. Ouder materieel voldoet meestal niet aan de huidige (strengere) normen van de NEM.


NEM/MOROP-normen

Tegenwoordig voldoen alle Europese fabrikanten aan de NEM-normen voor wielen (NEM 310). In de NEM zijn de eisen omschreven, waaraan de wielen moeten voldoen. Daardoor kunt u zonder problemen 'code 83'-rails gebruiken voor de huidige loc's, treinstellen en treinen.

Lagere profielen & wielflenzen

Met de komst van de lagere profielen bij de grotere fabrikanten van rails, kan het zijn dat er een klein probleem op gaat treden bij wat oudere treinen. Het kan namelijk zo zijn dat de wielflenzen van de wielen de bovenkant van de bielzen of de imitatie-bevestigingen raken. Daardoor kunt u een ratelend geluid horen.

Het ratelen kunt u verhelpen door het vervangen van de wielen van uw modeltreinen. Dit is de gemakkelijkste oplossing, Mocht het vervangen niet mogelijk zijn, dan kunt u nog proberen de wielflenzen af te (laten) draaien. Op het Beneluxspoor.net-forum zijn een aantal draadjes c.q. topics over het afdraaien van de wielflenzen te vinden.


NMRA-Normen

Naast de NEM-Normen bestaan er ook de normen van de NMRA, de Amerikaanse organisatie voor modelspoorders. Een van de normen is de RP25, de 'Recommended Practice 25', voor wielen van materieel. In deze normen zijn sommige maten afwijkend van de Europese normen. De voornaamste afwijking is de hoogte en de dikte van de wielflens. Deze is in de Amerikaanse normen minder dik en lager dan de Europese norm.

Problemen RP25 en wissels

Door de lagere en minder dikke wielflens kunnen er problemen ontstaan op de 'oudere' railssystemen. Niet iedereen, die met RP25 wielen over oud spoor rijdt heeft problemen, maar over het algemeen zijn de klachten 'het niet goed rijden over de wissels'.

Wegzakken

Het kan gebeuren dat de RP25 wielen wegzakken in de puntstukken van de wissels. Dit komt, doordat de wielflenzen bij RP25 dunner kunnen zijn dan bij wielen, die volgens de NEM-normen gefabriceert zijn. Hierdoor is de ruimte tussen spoorstaaf en strijkregel (contrarail) groot genoeg om het wiel 'er in te laten vallen'. Soms ziet u alleen een hipje en hoort u wat geluid bij het rijden over de wissels, soms ontsporen de loc's en/of de treinen.

Een mogelijke oplossing is het aanbrengen van een verdikking op de strijkregel. Deze kan van polystyreen of een andere materiaal gemaakt zijn. Door de verdikking wordt de ruimte tussen de spoorstaaf en strijkregel kleiner en kan het wiel niet meer wegzakken. U kunt dan alléén nog met RP25-wielen gaan rijden, omdat ander materieel klemvast komt te zitten tussen de strijkregel en de spoorstaaf.

Blijven staan op wissels

Sommige wissels hebben géén, of maar een gedeeltelijk, metalen puntstuk. Sommige fabrikanten hebben een metalen plaatje aangebracht in het kunststof puntstuk, dit moet er voor zorgen dat de loc's en/of treinen via de flenzen alsnog spanning krijgen. Bij wielen volgens de RP25-norm raken de flenzen de metalen plaatjes niet. Daardoor krijgen de loc's en/of treinen geen, of onvoldoende, spanning en gaan haperen of blijven staan.

Een oplossing kan zijn om een extra plaatje metaal in het puntstuk aan te brengen. Dit moet dan zo gebeuren dat de wielflens weer geraakt (gesteund) wordt. Bij deze oplossing kan in principe ook alleen maar gereden worden met RP25-wielen. Een andere oplossing is, om het complete puntstuk te vervangen door een metalen puntstuk.


Materiaal

Zoveel fabrikanten, zoveel materialen worden er gebruikt voor de spoorstaven. Märklin gebruikt nog altijd staal met een extra legering erover. Andere fabrikanten zijn overgestapt op nieuwzilver, een legering van koper, zink en nikkel. De oudere Fleischmann Modell-gleis zijn gemaakt van een messinglegering.

Het profiel van de spoorstaaf

Voor de meeste modelspoorliefhebbers maakt het niet uit welk profiel het spoor heeft, als de trein er maar mooi op rijdt. Toch zit er verschil tussen de profielen van de spoorstaven en dat is per fabrikant verschillend. Sommige fabrikanten hebben een Duits profiel als voorbeeld, anderen hebben bijvoorbeeld een Engels of een Amerikaans profiel.

Tabellen met railhoogtes

Hieronder staan tabellen met railhoogtes, en door welke fabrikant deze hoogte geleverd wordt.

N Code 83 N Code 80
Arnold Kato
MiniTrix
Tabel: 03
Tabel gemaakt door: Hans van de Burgt


H0 Code 120 H0 Code 100 H0 Code 90 H0 Code 83 H0 Code 75
Märklin M-rails Märklin K-rails Märklin C-rails Trix C-rails
Fleischmann Modellgleis Fleischmann Profi-gleis Roco Rocoline
Piko A-gleis Roco Geoline
Roco Modelrails Tillig Elite
Peco H0 Streamline-rails Peco H0 Streamline-rails Peco H0 Streamline-rails
Tabel: 04
Tabel gemaakt door: Hans van de Burgt



Meer informatie

Encyclopedie:


Gerelateerde termen: Marklin, Maerklin, Mærklin



Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie