Persoonlijke instellingen

Railgeometrie

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie door Hans (overleg | bijdragen) op 24 mrt 2010 om 00:32
Ga naar: navigatie, zoeken
E04.02.02 - Basisvormen - Vorige | Volgende - E04.02.04 - Rail (spoorstaaf), hoogte en materiaal

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Bron: Wikipedia.NL

In bewerking H. 22.03

Wisselstraten

Bij grote stationsemplacementen waar veel spoorlijnen samenkomen uit verschillende richtingen zijn er vaak 'wisselstraten'. Dit is een spoor dat de andere sporen diagonaal kruist met een reeks van Engelse wissels. Met een wisselstraat per richting kunnen de treinen in noodgevallen van elk spoor naar alle andere sporen gestuurd worden. Zo kan bijvoorbeeld elk perronspoor voor iedere bestemming gebruikt worden bij verstoringen.

Handbediening-Wissel.jpg
E04.02.03-01

Op hoofdsporen worden de wissels meestal centraal bediend, maar op industriesporen moeten de wissels handmatig worden omgelegd, meestal door de machinist.

Wisselhoek

De hoekverhouding van een wissel bepaalt de snelheid waarmee het in de afbuigende stand bereden mag worden. In de rechtdoorgaande stand is de snelheid over het algemeen begrensd tot de plaatselijke snelheid. Veel voorkomende wisselverhoudingen in Nederland zijn de 1:9, 1:12 en 1:15. Dit is de tangens van de wisselhoek. Voor hogere snelheden worden wissels met een nog kleinere hoek toegepast: 1:34,7 en 1:39. Van deze laatste liggen er momenteel drie in Nederland, alle zijn onderdeel van de Utrechtboog. Het 1:9-wissel is een wissel met scherpe boog (195 m). Dit wissel mag maximaal met 40 km/u bereden worden. 1:9-wissels komen veel voor op stationsemplacementen. Het 1:34,7-wissel heeft een minder scherpe boog voor het afbuigende spoor. De maximale snelheid op zo'n wissel in afbuigende richting bedraagt 140 km/u.

Er zijn ook hogesnelheidswissels met op het afbuigende spoor een maximum snelheid tot 220 km/u.
Wissels met een hoek van 1:34,7 en kleiner hebben een bewegend puntstuk waardoor overrijden zonder onderbrekingen in het spoor gebeurt. Het beweegbare puntstuk heeft het nadeel dat er bij openrijden grote schade ontstaat. Dat houdt in dat het puntstuk met de punt mee wordt bereden terwijl het wissel in de verkeerde stand staat. Ook bij andere wissels is openrijden niet toegestaan, maar de schade valt dan meestal wel mee. Op uw modelspoorbaan is het daarentegen geen enkel probleem om een wissel 'open te rijden'.

Spoorafstanden

Voor het landelijke spoorwegnet geldt bij meersporigheden een uit veiligheids-oogpunt wenselijke spoorafstand 400 cm. hart-op-hart (h.o.h.). Op veel locaties ligt deze ergens tussen de 360 cm. en 400 cm. Wanneer voor het veilig kunnen uitvoeren van werkzaamheden de spoorafstand van belang is, dient deze ter plaatse te worden bepaald. Basis is hierbij het voorkomen van aanrijdgevaar door treinen. In H0(1:87) komt dat uit op 4,598 cm.

Railgeometrie

Wisselhoek en spoorafstanden bepalen in hoge mate de aard en vorm van de railfiguren. Om bijvoorbeeld van spoor te wisselen, heeft men te maken met (a.) de lengte van de wissels en (b.) de gekozen wisselhoek. Beide bepalen daarmee ook de feitelijk te realiseren spoorafstand. Nu is spoorwegmodelbouw altijd een compromis, en bij gebruik van standaard railmaterieel van bijvoorbeeld Fleischmann, Märklin, Roco of een railspecialist als Tillig, zult u zien dat dit behoorlijke consequenties heeft voor de layout van uw modelspoorbaan.
Aard en vorm van het railmateriaal wordt ook wel aangeduid met railgeometrie. En een ding is daarbij meteen duidelijk, de standaard h.o.h.-maat van 4,598 cm. wordt met het meeste standaard railprogramma niet gerealiseerd. Het Tillig Elite programma benaderd de werkelijkheid duidelijk het beste met 43,0 mm.

De standaard spoorafstanden van de 'bekende'merken:

  • Fleischmann - 63,5 mm.
  • Märklin C-rails (slanke wissels) - 64,3 mm.
  • Märklin C-rails (standaard wissels)- 77,5 mm.
  • Märklin K-rails - 57,0 mm.
  • Roco Line - 62,0 mm.
  • Tillig Elite - 43,0 mm.

Om duidelijk te maken wat de consequenties van e.e.a. zijn, geven we een railfiguur dat uitgewerkt is met verschillend railmateriaal.

(wordt vervolgd)


E04.02.02 - Basisvormen - Vorige | Volgende - E04.02.04 - Rail (spoorstaaf), hoogte en materiaal