Basis-instellingen locdecoderUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom
InleidingHet is helaas niet zo dat u alle decoders simpel op dezelfde waarden in kunt stellen en dan klaar bent. Daar de verschillende types locomotieven, zoals stoomlocs, diesel of elektrische locs allemaal een andere rijkarakteristiek hebben, zult u dus per decoder bepaalde parameters (CV-waarden) in moeten voeren, om een natuurgetrouw rijgedrag te verwezenlijken.
VoorbereidingAlvorens u de decoder af gaat regelen, dient u er voor te zorgen dat de loc gesmeerd is én goed ingelopen is (zie: 'Stappenplan decoderinbouw' bij 'Meer informatie'). Tip: maak een lijst (bijv. in Word of Excell) met daarop het locnummer, decodermerk en type, de uitgelezen waarde van een CV en de door u ingestelde waarde van een CV. Daar heeft u later veel gemak van, wanneer u bijvoorbeeld een tweede loc van het zelfde type van een decoder wilt voorzien. Ook is zo'n lijst heel handig, wanneer u een decoder moet vervangen. U kunt dan heel snel de door u genoteerde waarden inprogrammeren.
Instellen van de maximale rijsnelheidHet instellen van de maximale snelheid doet u d.m.v. het ingeven (programmeren) van de gewenste waarde in CV6. De maximale rijsnelheid moet overeenkomen met de schaalsnelheid t.o.v. de werkelijkheid zoals bij de NS, DB enz. Alles moet natuurlijk in verhouding zijn.
Instellen van de minimale rijsnelheidHet instellen van de minimale snelheid doet u d.m.v. het ingeven (programmeren) van de gewenste waarde in CV2. Zoals bekend, heeft een stilstaande elektromotor iets meer stroom nodig om op gang te komen. Draait de motor eenmaal, dan neemt de stroomsterkte iets af. Om ervoor te zorgen dat de loc vanuit stilstand gemakkelijker begint te rijden, is CV65 (de zogenaamde 'Kickstart') toegevoegd. Door deze CV te programmeren krijgt de loc, zodra rijstap één vanuit de nul-stand ingeschakeld wordt, een klein beetje extra spanning in de vorm van extra pulsen. Het vereist een beetje experimenteren met de waarde in CV65 voor een juiste instelling. Na het aanpassen van de waarde in CV65 kan het noodzakelijk zijn om de waarde van CV2 iets te verminderen (zie: tabel 01 en 02).
Instellen van de gemiddelde rijsnelheidHet instellen van de gemiddelde snelheid doet u d.m.v. het ingeven (programmeren) van de gewenste waarde in CV5. Als basis-instelling neemt u voor CV5 ongeveer de helft tot ⅔ van de waarde van CV6. Bij een Lenz-decoder is een CV5-instelling van ⅔ van de waarde in CV6 ongeveer goed. Bij andere decoders is geconstateerd dat, als basis-instelling, CV5 ongeveer op de helft van de waarde in CV6 ingesteld kan worden.
Instellen van het optrekgedrag(optrekvertraging)Het instellen van het optrekgedrag (ook wel 'optrekvertraging' genoemd) doet u d.m.v. het ingeven (programmeren) van de gewenste waarde in CV3. Het optrekgedrag is veelal een kwestie van persoonlijke smaak. Een rangeerloc zal eerder op snelheid zijn dan een stoomloc met negen rijtuigen. Een regel die u voor uzelf kunt aanhouden is b.v. dat de trein pas op volle snelheid is, na twee of drie keer de afstand van de totale treinlengte afgelegd te hebben. Stel om te beginnen CV3 in op een waarde van ongeveer 18 en controleer of deze waarde overeenkomt met de gewenste optreksnelheid.
Instellen van het afremgedrag (afremvertraging)Het instellen van het afremgedrag (ook wel 'afremvertraging' genoemd) doet u d.m.v. het ingeven (programmeren) van de gewenste waarde in CV4. De waarde in CV4 is afhankelijk van de afstand waarbinnen de trein tot stilstand moet komen. Die afstand is gelijk aan de (minimale) bloklengte. Bij erg korte blokken moet eerder afgeremd worden.
Instellen van het verschil in maximale snelheid tussen vooruit- en achteruitrijdenDit is alleen van belang bij stoomlocs, omdat die vaak bij het achteruitrijden langzamer mogen rijden dan vooruit. In CV66 kan de begrenzing 'vooruit' ingesteld worden (deze waarde laat u normaliter op de fabrieks-instelling staan) en in CV95 kan de waarde van de 'achteruit'-snelheid ingesteld worden (zie: tabel 02).
Uitgebreidere instellingsmogelijkhedenEen veel uitgebreidere instelling kan verkregen worden met CV67 t/m CV94. Dit is de snelheids-tabel (speedtable). In de handleiding van de decoder staat of deze CV's voor dat doel beschikbaar zijn. Er kunnen dan 28 punten ingesteld worden. De bedoeling is dat de waarden in CV67 t/m CV94 een (bij voorkeur) lineair verloop hebben. Het 'omschakelen' van CV2, 5 en 6 naar CV67 t/m CV94 gaat via CV29 bit 4 (5e bit bij Lenz). Door bit 4 op '0' in te stellen gebruikt u de waarden in CV2, 5 en 6. Stelt u CV29 bit 4 in op '1' dan worden de waarden in CV67 t/m CV94 gebruikt. De eerste 10 instelpunten CV67 t/m CV77 geven de trein weliswaar een mooi optrekbeeld, maar het duurt allemaal wel erg lang.
Meer informatie
|