RailgeometrieUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Bron: Wikipedia.NL
In bewerking door Fred 27-3 9:57
Bij grote stationsemplacementen waar veel spoorlijnen samenkomen uit verschillende richtingen zijn er vaak 'wisselstraten'. Dit is een spoor dat de andere sporen diagonaal kruist met een reeks van Engelse wissels. Met een wisselstraat per richting kunnen de treinen in noodgevallen van elk spoor naar alle andere sporen gestuurd worden. Zo kan bijvoorbeeld elk perronspoor voor iedere bestemming gebruikt worden bij verstoringen. Op hoofdsporen worden de wissels meestal centraal bediend, maar op industriesporen moeten de wissels handmatig worden omgelegd, meestal door de machinist. Wisselhoek De hoekverhouding van een wissel bepaalt de snelheid waarmee het in de afbuigende stand bereden mag worden. In de rechtdoorgaande stand is de snelheid over het algemeen begrensd tot de plaatselijke snelheid. Veel voorkomende wisselverhoudingen in Nederland zijn de 1:9, 1:12 en 1:15. Dit is de tangens van de wisselhoek. Voor hogere snelheden worden wissels met een nog kleinere hoek toegepast: 1:34,7 en 1:39. Van deze laatste liggen er momenteel drie in Nederland, alle zijn onderdeel van de Utrechtboog. Het 1:9-wissel is een wissel met scherpe boog (195 m). Dit wissel mag maximaal met 40 km/u bereden worden. 1:9-wissels komen veel voor op stationsemplacementen. Het 1:34,7-wissel heeft een minder scherpe boog voor het afbuigende spoor. De maximale snelheid op zo'n wissel in afbuigende richting bedraagt 140 km/u. Er zijn ook hogesnelheidswissels met op het afbuigende spoor een maximum snelheid tot 220 km/u.
Spoorafstanden Voor het landelijke spoorwegnet geldt bij meersporigheden een uit veiligheids-oogpunt wenselijke spoorafstand 400 cm hart-op-hart (h.o.h.). Op stations, en bij perrons houdt men echter 450 cm aan. In H0(1:87) komt dat uit op 4,598 cm. Railgeometrie Wisselhoek en spoorafstanden bepalen in hoge mate de aard en vorm van de railfiguren. Om bijvoorbeeld van spoor te wisselen, heeft men te maken met (a.) de lengte van de wissels en (b.) de gekozen wisselhoek. Beide bepalen daarmee ook de feitelijk te realiseren spoorafstand. Nu is spoorwegmodelbouw altijd een compromis, en bij gebruik van standaard railmaterieel van bijvoorbeeld Fleischmann, Märklin, Roco of een railspecialist als Tillig, zult u zien dat dit behoorlijke consequenties heeft voor de layout van uw modelspoorbaan.
De standaard spoorafstanden van de 'bekende'merken:
Om duidelijk te maken wat de consequenties van e.e.a. zijn, geven we een railfiguur dat uitgewerkt is met verschillend railmateriaal.
Märklin K-rails Tillig-Elite Als u beide bovenstaande figuren vergelijkt, ziet u dat de breedte van beide railfiguren ongeveer gelijk is.
Fleischmann De lengte van het railfiguur is ongeveer 100 mm breder. Duidelijk is te zien dat het Fleischmann-wissel weliswaar een behoorlijke lengte heeft, maar dat de wisselhoek tamelijk hoog is. Roco-line Het railprogramma van Roco bevat erg slanke, maar daardoor ook erg lange wissels. Deze zijn maar liefst 345 mm. Dat levert weliswaar een mooi plaatje op, maar kost erg veel ruimte ... in de lengte dan. En omdat de h.o.h. afstand die Roco hanteert (62 mm) heeft u ook in de diepte meer ruimte nodig (M*: 171 mm versus R*: 186 mm). Emplacementen op uw modelspoorbaan Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat de lengte van de wissels, een relatief grotere inpact heeft voor uw modelspoorbaan, dan de per railmerk gedefinieerde h.o.h. afstanden. Om een stations-emplacement weer te geven, dient u - als u geen kopstation wilt bouwen - immers twee van de getoonde of vergelijkbare wisselstraten te gebruiken. Dat betekent dus dat u voor het wisselen alleen al tussen de 1,80 en 2,76 m. kwijt bent. Daartussen komen de opstelsporen waar u de treinen 'wegzet'. Bedenk dat deze sporen zo lang moeten zijn als uw langste trein: Locomotief en vier tot zes rijtuigen. Daar is in H0 (1:87) toch al snel 1,8 tot 2,5 meter voor nodig. Kunt u smokkelen? Ja, de keuze is aan u. Enkele merken leveren namelijk ook korte wissels, met doorgaans grotere wisselhoeken. Daarmee wint u behoorlijk wat ruimte voor uw opstelsporen. Gerelateerde termen: Marklin, Maerklin, Mærklin.
|