Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Rainer Lüssi - Vertaling door Hans van de Burgt
Op het gebied van koppelingen in schaal H0 is min of meer sprake van een chaos. Veel fabrikanten hanteren eigen systemen die (deels) niet compatible (uitwisselbaar) zijn met de koppelingen van andere merken. Op deze pagina proberen we daarom een overzicht te schetsen van de (on-)mogelijkheden van de verschillende koppelsystemen binnen H0.
Per definitie gaat het bij een koppeling om een 'los-vaste' verbinding tussen locomotief en wagens/rijtuigen, en tussen wagens/rijtuigen onderling. Bij modelspoorwegen is het gebruikelijk dat we rollend materieel aan- en af te kunnen koppelen.
In toenemende mate dienen de koppelingen echter ook voor het verbinden van elektrische circuits. In dat geval spreken we van 'stroomvoerende' koppelingen.
De koppelingen moeten aan verschillende criteria voldoen, die soms een beetje strijdig zijn met elkaar. Zo moet het ruimtegebruik zo klein mogelijk zijn, het uiterlijk zoveel mogelijk de werkelijkheid benaderen, en op zijn minst zo onopvallend als mogelijk zijn uitgevoerd. Maar bovenal, moeten de koppelingen bedrijfszeker zijn.
De normschacht
De enorme variëteit in koppelingen in schaal H0 heeft geleid tot het ontwikkelen van de zogenaamde 'NEM-normschacht'. Daarmee bedoelt men de uniforme vatting waarmee de koppeling aan het materieel bevestigd wordt. De koppelingen zelf worden dus niet (meer) aan de wagens of locomotief bevestigd, maar worden in een voorgeschreven schacht gestoken (zie: NEM362 bij 'Meer informatie'). Ook de plaats waar de schacht aan de wagen of loc moet worden bevestigd, is daarbij voorgeschreven. De koppelingen worden eenvoudig in de schacht gestoken, en blijven daar stevig zitten door de zwaluwstaartconstructie. Om de koppelingen te verwijderen, drukt u de uiteinden van de zwaluwstaart enigszins naar elkaar toe en kunt u de koppelingen eruit trekken. Door het toepassen van de standaard-schacht, is het nu ook mogelijk verschillende koppelingen van verschillende fabrikanten toe te passen. Alle fabrikanten leveren thans koppelingen die gebruik maken van de 'NEM-normschacht'.
|
Afbeelding: 01
|
Normschacht H0 - NEM362
|
Bron: Rainer Lüssi
|
Standaardkoppelingen
Vroeger waren de zaken nog eenvoudig. Naast de beugel-koppelingen, werden de zogenaamde 'valhaak-koppelingen' toegepast. Beide systemen konden zich lange tijd onveranderd handhaven op de modelspoormarkt. De invoering van de 'vòòrontkoppeling' bij de beugel-koppeling - bij Märklin 'Relex-koppeling' genoemd - was een echte verbetering. Daarmee kon een treindeel op een ontkoppelrails gesplitst worden en naar een opstelspoor geduwd worden, zonder dat het afgesplitste deel weer werd aangekoppeld.
|
|
|
Afbeelding: 02
|
|
Afbeelding: 03
|
Beugel-koppeling
|
|
Märklin Relex-koppeling
|
Bron: Rainer Lüssi
|
|
Bron: Rainer Lüssi
|
Vergelijking tussen beugel-koppeling en de Märklin Relex-koppeling.
De beugel-koppeling (links) is nog altijd de meest gebruikte koppeling. De Relex-koppeling (rechts) is een verdergaande ontwikkeling van de standaard beugel-koppeling.
|
Afbeelding: 04
|
Haakkoppeling
|
Bron: Rainer Lüssi
|
Vooral bij oudere locomotieven volstond men soms met het gebruik van een simpele haak. Moderne locomotieven zijn vrijwel uitsluitend voorzien van een NEM-normschacht.
|
Afbeelding: 05
|
Valhaakkoppeling
|
Bron: Rainer Lüssi
|
Fleischmann gebruikte lange tijd een 'valhaak-koppeling' (zie de foto hierboven). Deze wordt tegenwoordig nog maar zelden toegepast. Het was ook een lastige koppeling. Wagens konden maar moeilijk uit een trein worden weggenomen. De beugel-koppeling echter is nog steeds sterk vertegenwoordigd. Tot op de dag van vandaag wordt deze toegepast bij merken als Roco, Märklin, Bachmann, Liliput en HAG.
De beugel-koppeling - zeker als deze genormeerd is volgens de NEM-normen - heeft ontegenzeggelijk een aantal voordelen:
- licht aankoppelen;
- hoge bedrijfszekerheid (weinig kans op ongewenst ontkoppelen);
- koppelt ook in bogen;
- grote verspreiding;
- ontkoppelen op ontkoppelrails mogelijk.
|
Afbeelding: 06
|
Beugelkoppelingen
|
Bron: Rainer Lüssi
|
Beugel-koppelingen zijn er in vele soorten. Zij worden in allerlei vormen en maten aangeboden. De meesten worden vervaardigd uit kunststof met een metalen beugel.
Links de moderne beugel-koppeling voor de NEM-schacht, in het midden de Märklin Relex-koppeling, en rechts de inmiddels antieke, buitenproportionele, koppeling van Lima.
|
|
|
Afbeelding: 07
|
|
Afbeelding: 08
|
Gekoppeld
|
|
Voor-ontkoppelt
|
Bron: Rainer Lüssi
|
|
Bron: Rainer Lüssi
|
Voorontkoppelen met de Märklin Relex-koppeling
Links ziet u de Relex-koppeling gekoppeld. Een beugel is over de tegenover gelegen haak gehangen. Na het ontkoppelen met de hand of met behulp van een ontkoppelrails, is de beugel naar boven gebogen en gefixeerd. Het ontkoppelde treindeel kan nu naar zijn bestemming worden geschoven, zonder dat de beugel weer naar beneden valt.
|
Afbeelding: 09
|
Te grote buffer-afstand
|
Bron: Rainer Lüssi
|
Het nadeel van de beugel-koppeling en nog meer van de Relex-koppeling is de relatief grote afstand tussen de verschillende wagens en/of locomotief. Het is dus onmogelijk om buffer-aan-buffer te koppelen.
Veel modelspoorhobbyisten hebben dan ook gekozen voor een compromis: men gebruikt beugel-koppelingen voor goederenwagens omdat daarmee redelijk gemakkelijk gerangeerd kan worden. Maar bij rijtuigen, die vaak als complete stam worden ingezet, kiest men voor de zogenaamde kortkoppelingen.
Kortkoppelingen
Steeds vaker kwam de roep om de afstand tussen de locomotieven en/of wagens korter te maken. Het optimum was natuurlijk om precies zoals bij het origineel, buffer-aan-buffer te kunnen koppelen. Op rechte stukken rails is dat in principe ook geen probleem, maar in bogen daarentegen juist wel. Dat komt omdat de buffers doorgaans star zijn bevestigd en de boogstralen doorgaans veel te krap.
|
Afbeelding: 10
|
Rijtuigen kort gekoppelt
|
Bron: Rainer Lüssi
|
Zò dicht tegen elkaar kunnen de wagens op de foto hierboven, voorzien van het zogenaamde kortkoppelings-mechanisme en daarbij passende kortkoppelingen, door een boog rijden. Deze combinatie rijdt zelfs probleemloos door een boog van 360 mm (Märklin R1).
Het kortkoppelings-mechanisme zorgt ervoor, dat de afstand tussen de wagens in de bogen ruimer wordt dan op de rechte stukken. Om dat voor elkaar te krijgen, dient echter ook een aparte kortkoppeling te worden toegepast. Zou u hetzelfde willen bereiken met een beugel-koppeling, dan blijft het resultaat wat mager. De truc zit hem erin dat de kortkoppeling zorgt voor een zogenaamde 'starre' verbinding. Dat zorgt ervoor dat het kortkoppelings-mechanisme in de bogen haar werk kan doen.
Werking van het kortkoppelings-mechanisme
|
|
|
Afbeelding: 11
|
|
Afbeelding: 12
|
Koppeling in de rechtuit-stand
|
|
Stand van de koppeling in bogen
|
Bron: Rainer Lüssi
|
|
Bron: Rainer Lüssi
|
Op rechte stukken (zie: foto links) is de koppeling dicht tegen de wagen aan gepositioneerd. Daardoor is de afstand tussen de wagens zo klein mogelijk. Afhankelijk van het gekozen kortkoppelings-systeem is zelfs buffer-aan-buffer bedrijf mogelijk. In de bogen (foto rechts) wordt de koppeling naar buiten gedrukt, waardoor de wagens verder uit elkaar komen te staan. Daardoor wordt voorkomen dat de buffers in elkaar haken.
Hieronder staan foto's van dezelfde wagens, maar met verschillende koppelingstechnieken. De blauwe wagen is uitgerust met een kortkoppeling, de groene heeft een traditionele Relex-koppeling.
|
Afbeelding: 13
|
Bovenaanzicht
|
Bron: Rainer Lüssi
|
En zo ziet het er van onderen uit:
|
Afbeelding: 14
|
Onderaanzicht
|
Bron: Rainer Lüssi
|
Bij de kortkoppeling is duidelijk het verschil in constructie te zien. De kortkoppeling is helaas niet compatible met de traditionele beugel-koppelingen. Maar e.e.a. is minder erg dan het lijkt. Eerder spraken we al van de normschacht. Welnu, in toenemende mate voorzien de fabrikanten hun rijdend materieel niet alleen van een dergelijke normschacht en koppeling, maar ook van de kortkoppel-techniek, zodat de hobbyïst zelf kan kiezen of hij gebruik wil maken van een beugel-koppeling of van een kortkoppeling.
Assortiment kortkoppelingen
De Märklin kortkoppeling
|
|
|
Afbeelding: 15
|
|
Afbeelding: 16
|
Standaard Märklin kortkoppeling
|
|
Märklin kortkoppeling voor wagens zonder NEM-schacht
|
Bron: Rainer Lüssi
|
|
Bron: Rainer Lüssi
|
De Märklin kortkoppeling (links) is de standaardkoppeling van dit merk, voor wagens die voorzien zijn van een kortkoppelings-mechanisme. Deze kortkoppeling is compatible met de beugel-koppeling. De kortkoppeling (rechts) is ook van Märklin. Deze kan gebruikt worden voor wagens zonder normschacht. Het gebruik ervan kan mogelijk tot problemen leiden, want de wagens zijn immers niet voorzien van een kortkoppelings-mechanisme.
De RiBu SKD kortkoppeling
Dit is een in hoogte verstelbare uitvoering van de firma Rietze, voorzien van NEM-schachten (artikelnummer: 85504). De beweeglijkheid is zoals een Symoba. Als onderdeel voor de Ribu koppeling én de Symoba koppeling is er ook een speciale, starre verbindingsstrip (Artikelnummer: 85505) in de houders aan te brengen. Als nadeeltje moet worden gezegd, dat dit een mogelijkheid is, die alleen bij vaste stammen voor een trein gebruikt kan worden. U kunt dus niet uitgebreid rangeren met zo'n stam.
De Roco universeel kortkoppeling
|
|
|
Afbeelding: 17
|
|
Afbeelding: 18
|
Standaard universeelkoppeling (Roco)
|
|
In hoogte verstelbare universeelkoppeling (Roco)
|
Bron: Rainer Lüssi
|
|
Bron: Rainer Lüssi
|
De volgende twee koppelingen zijn van Roco. Het zijn de zogenaamde universele koppelingen. Deze worden geleverd in twee uitvoeringen. Standaard (links) en de in hoogte verstelbare uitvoering (rechts). De Roco 'universele koppelingen' zijn iets vlakker uitgevoerd dan de Märklin kortkoppelingen, waardoor ze juist ook in de wereld van het Drierail-bedrijf worden toegepast. Door de open bouwwijze van de beugel kan de koppeling in krappe bogen echter soms ongewenst losschieten. De universele koppelingen zijn verder goed te koppelen met de standaard beugel-koppeling.
De verstelbare universele kortkoppeling kan soms goede diensten bewijzen. Bij sommige rijtuigen haakt de kortkoppelingsbeugel namelijk achter de buffers. Door de koppeling iets in hoogte te verschuiven, kunt u het probleem oplossen. Wel vraagt deze kortkoppeling iets meer ruimte tussen de wagens.
De Fleischmann kortkoppeling
|
Afbeelding: 19
|
Fleischmann kortkoppeling
|
Bron: Rainer Lüssi
|
De Fleischmann kortkoppeling is zeer geslaagd. Hij is door zijn bouwwijze zeer onopvallend. Bij gebruik van deze kortkoppeling kunt u nagenoeg buffer-aan-buffer rijden. Verder is het een groot voordeel dat de wagens, die voorzien zijn van deze koppeling, eenvoudig uit de trein genomen kunnen worden door ze naar boven te tillen. Het nadeel van deze koppeling is dat hij niet te combineren is met de standaard beugel-koppeling.
De Roco kortkoppeling
|
Afbeelding: 20
|
Roco kortkoppeling
|
Bron: Rainer Lüssi
|
De Roco kortkoppeling koppelt buitengewoon gemakkelijk. Wel kan het voorkomen dat deze kortkoppeling losschiet op onregelmatig gelegde railstukken (denk hierbij aan ongelijke spoorstaafhoogte bij lassen e.d.). Ook deze koppeling is niet te combineren met de beugel-koppelingen, maar laat wel een bijna perfect buffer-aan-buffer gedrag zien. Het nadeel van deze kortkoppeling is dat hij tamelijk ver uitsteekt, wat vooral storend opvalt bij het laatste rijtuig of de laatste wagen.
|
Afbeelding: 20a
|
Roco kortkoppeling met oog.
|
Bron: BNLS-forum
|
Er bestaat ook een uitvoering voorzien van een oog (zie: afbeelding 20a). De koppeling is deelbaar d.m.v. een zwaluwstaartverbinding. De korte uitvoering heeft het nummer 40472 (oud nummer 40234). De lange uitvoering heeft het nummer 40473 (oud nummer 40254).
De Ade kortkoppeling
|
Afbeelding: 21
|
Ade kortkoppeling
|
Bron: Rainer Lüssi
|
De Ade kortkoppeling (genoemd naar Willy Ade) is erg compact en sierlijk gebouwd. Hij koppelt wat stroef, maar eenmaal gekoppeld is hij erg bedrijfszeker. De kortkoppeling bestaat uit twee niet-symmetrische delen. Om goed te functioneren moet bij deze kortkoppeling de hoogte precies worden afgesteld. Ook de combinatie van koppeling en kortkoppelings-mechanisme is erg kritisch, anders kunt u met deze koppeling nauwelijks buffer-aan-buffer rijden.
Combinatie kortkoppelingen & beugelkoppelingen
|
|
|
Afbeelding: 22
|
|
Afbeelding: 23
|
Voor het koppelen
|
|
Na het koppelen
|
Bron: Rainer Lüssi
|
|
Bron: Rainer Lüssi
|
Zowel de Märklin kortkoppeling als ook de Roco universele koppelingen zijn compatible met de beugel-koppeling. Maar... wanneer één van beide wagens niet voorzien is van een kortkoppelings-mechanisme kan de verbinding tussen de twee wagens niet volledig naar buiten getrokken worden. In dat geval kan de beugel in de buffer geklemd komen te zitten. Vooral in krappe bogen kan zich deze situatie voordoen. Een ander probleem kan zijn dat de beugel-koppeling doorgaans wat hoger zit dan beide kortkoppelingen.
Stroomvoerende koppelingen
Bij het gebruik van rijtuigen, kwam al snel de wens om voorzieningen te treffen om deze te kunnen uitrusten met binnenverlichting. Om dit te realiseren bij het Drierail-bedrijf, moest elk rijtuig voorzien zijn van een middensleper. Naast het ongemak, moest men in dat geval rekening houden met voldoende trekkracht van de locomotief. De oplossing kwam met het uitbrengen van stroomvoerende koppelingen. Op die manier kon de hele rijtuigstam eenvoudig van stroom worden voorzien. Wanneer het rijtuig dat als 'stroomstation' dienst doet, ook nog eens voorzien wordt van een functiedecoder, kan bij digitaal modelspoorverkeer de verlichting ook nog eens op afstand aan- en uitgezet worden. Zie het artikel Rijtuigverlichting (interieurverlichting) bij 'Meer informatie'.
Alle hieronder getoonde stroomvoerende koppelingen zijn geschikt voor de NEM-normschacht. Het is dus meestal geen probleem om rijtuigen te voorzien van deze koppelingen. Wel moeten de rijtuigen voorzien zijn van het hierboven genoemde kortkoppelings-mechanisme.
Almrose
|
|
|
Afbeelding: 24
|
|
Afbeelding: 25
|
De Almrose stroomvoerende magnetische koppeling
|
|
Het ding koppelt prachtig kort.
|
Foto gemaakt door: Henk van der Velden
|
|
Foto gemaakt door: Henk van der Velden
|
Het Italiaanse bedrijf(je) Almrose produceert stroomvoerende koppelingen, welke voorzien zijn van vier magneten. De magneten zorgen paargewijs voor de stroomgeleiding. Door de geleidenokken (één aan elke koppelingshelft) ontstaat een zeer starre verbinding. De rijtuigen kunnen daardoor, bij gebruik van dit soort koppelingen alleen maar (in de rijrichting) met enige kracht (circa 600 gram) afgekoppeld worden. Maar daar staat tegenover dat dit soort koppelingen zeer bedrijfszeker is, en ze koppelen net zo mooi kort als de Roco kortkoppeling. In de praktijk zal dit soort koppelingen enkel toegepast worden bij vaste treinstammen. Automatisch ontkoppelen is door deze constructie niet mogelijk.
Krois
|
|
|
Afbeelding: 24
|
|
Afbeelding: 25
|
Krois tweepolige koppeling
|
|
Krois zespolige koppeling
|
Foto gemaakt door: Krois
|
|
Foto gemaakt door: Krois
|
RTS
|
Afbeelding: 26
|
RTS stroomvoerende koppeling
|
Bron: RTS
|
De RTS één- en tweepolige koppeling lijkt op de Märklin kortkoppeling. Deze RTS koppeling is met- en zonder beugel verkrijgbaar, en moet steeds paarsgewijze worden toegepast. Op de foto is de versie afgebeeld zonder beugel.
Märklin
|
Afbeelding: 27
|
Märklin stroomvoerende koppeling
|
Foto gemaakt door: Märklin
|
De stroomvoerende koppeling van Märklin (type 72020) is nagenoeg identiek gebouwd aan de koppeling van RTS, maar wordt uitsluitend met beugel geleverd.
Roco
|
Afbeelding: 28
|
Roco stroomvoerende koppeling
|
Tekening gemaakt door: Roco Modelleisenbahnen
|
De Roco vierpolige stroomvoerende koppeling is tamelijk groot uitgevoerd. De koppeling kan zowel automatisch als niet-automatisch worden toegepast. De koppeling is met geen enkele andere koppeling compatible (uitwisselbaar). Om ervoor te zorgen dat de vier polen op de juiste wijze met elkaar verbonden worden, dienen de rijtuigen nauwkeurig aan elkaar te worden gekoppeld. Dit om te voorkomen dat de aansluitingen links/rechts verwisseld worden.
Tams
|
Afbeelding: 29
|
TAMS stroomvoerende koppeling
|
Foto gemaakt door: TAMS
|
De TAMS-koppeling is gebaseerd op de Fleischmann Profi-kortkoppeling. Hij is zowel als één- en als tweepolige variant verkrijgbaar.
Viessmann
|
|
|
Afbeelding: 30
|
|
Afbeelding: 31
|
Viessmann tweepolige koppeling
|
|
Fleischman Profi-kortkoppeling
|
Foto gemaakt door: Viessmann
|
|
Foto gemaakt door: Fleischmann
|
De Viessmann tweepolige koppeling (links) lijkt ook op de Fleischman Profi-kortkoppeling. Hij heeft het voordeel dat deze normaal koppelen en vòòr-ontkoppelen mogelijk maakt. Overigens levert Fleischmann zelf ook een stroomvoerende variant van haar Profi-kortkoppeling (rechts).
|
Afbeelding: 32
|
Heljan stroomvoerende koppelingen type 850211/Viessmann 5071
|
Foto gemaakt door: Viessmann
|
Viessmann voert sinds kort een H0 - 4-polige Stroomvoerende koppelingen, voor NEM362 schacht, type 5071. De koppeling is ontwikkeld door Heljan.
Beide firma's brengen deze koppeling uit.
Märklin
|
|
|
Afbeelding: 33
|
|
Afbeelding: 34
|
Märklin starre stroomvoerende koppeling (Bovenaanzicht)
|
|
Märklin starre stroomvoerende koppeling (Onderaanzicht)
|
Foto gemaakt door: Märklin
|
|
Foto gemaakt door: Märklin
|
De laatste stroomvoerende koppeling is de starre verbinding van Märklin (type 7319). Uiteraard kunnen de rijtuigen bij gebruik van dit soort koppelingen niet meer aan- en afgekoppeld worden. Maar daar staat tegenover dat dit soort koppelingen bijzonder onopvallend zijn en zeer bedrijfszeker. In de praktijk worden dit soort koppelingen enkel toegepast bij vaste treinstammen.
Bij erg lange treinsamenstellingen blijken deze koppelingen toch niet erg praktisch in gebruik.
Automatische koppelingen
Met de toepassing van automatische koppelingen kan op afstand aan- en afgekoppeld worden. Het voordeel is dat dit in feite op iedere gewenste plek kan geschieden. De locomotief wordt voorzien van een automatische koppeling die elektrisch verbonden is met een functie-decoder. Via het digitaal-treinbesturingssysteem wordt het aan- en afkoppelen geregeld. Hieronder staan enkele varianten:
|
Afbeelding: 35
|
Automatische koppeling
|
Foto gemaakt door: Pobox
|
Märklin heeft een nieuwe automatische Telex-koppeling uitgebracht voor de NEM-normschacht. Het is dus vrij eenvoudig om locomotieven te voorzien van deze koppeling. De koppeling wordt verbonden met een functiedecoder. Deze moet echter voorzien zijn van een tijdschakeling, teneinde doorbranden van de koppeling te voorkomen.
|
|
|
Afbeelding: 36
|
|
Afbeelding: 37
|
Krois automatische koppeling
|
|
Roco automatische koppeling
|
Foto gemaakt door: Krois
|
|
Foto gemaakt door: Roco Modelleisenbahnen
|
De zeer populaire automatische Krois-koppeling (links) lijkt erg op de universele koppeling van Roco. Ook de Krois koppeling past perfect in de NEM-normschacht. Het zal geen verbazing wekken dat de Krois-koppeling goed te combineren is met de Roco universele koppeling en de Märklin-kortkoppeling. Zelfs het koppelen met gewone beugel-koppelingen is mogelijk. Hierdoor is de Krois-koppeling breed- en universeel inzetbaar. Roco zelf levert inmiddels ook een automatische koppeling (rechts). Duidelijk is te zien dat deze wat zwaarder is uitgevoerd dan de Krois koppeling. Voor beide koppelingen geldt, net als bij de automatische Telex-koppeling, dat gebruik moet worden gemaakt van een functiedecoder met tijdschakeling.
De T4T (tec4trains) koppeling
De firma tec4trains levert een automatische koppeling voor schaal H0, de TC-H0.
Hiermee kunt u iedere wagen/rijtuig digitaal, waar dan ook, afkoppelen. Iedere wagen/rijtuig moet dan wel een decoder hebben. De decoder kan dan, naast de koppeling, tevens de verlichting en sluitverlichting schakelen.
Amerikaanse koppelingen
In Amerika is het rollend materieel niet uitgerust met buffers. De trek- en drukkrachten worden volledig opgevangen door de koppelingen. Ook de modellocomotieven en -wagens worden uiteraard niet voorzien van buffers. Het gevolg hiervan is dat in de USA andere modelkoppelingen worden toegepast, zoals de US Standard NMRA-koppeling en de zeer realistisch uitgevoerde Kadee-koppeling. Door het ontbreken van de buffers, is zelfs een kortkoppelings-mechanisme niet nodig. Het ontbreken van de buffers leidt so-wie-so tot zeer bedrijfszekere koppelingen.
|
Afbeelding: 38
|
USA Standaard-koppeling
|
Foto gemaakt door: NMRA
|
De USA Standaard-koppeling van de NMRA is een tamelijk eenvoudige koppeling, die volledig gemaakt is van kunststof. Met deze koppeling kan echter geen starre verbinding worden gemaakt, net zo min als met die andere bekende Amerikaanse koppeling, de Kadde-koppeling.
|
Afbeelding: 39
|
Kadee koppeling
|
Foto gemaakt door: Kadee
|
De Kadee koppeling ziet er erg fraai uit. Hij is verkrijgbaar in verschillende lengtes. Hij koppelt bijzonder licht, en is ook verkrijgbaar voor toepassing in de NEM-normschacht. Het nadeel van deze koppeling is, dat hij niet te gebruiken is voor het Drierail bedrijf. Vooral bij wissels en op de puntcontacten geeft deze koppeling problemen.
Voor meer informatie over de toepassing van de Kadee koppelingen, zie het artikel Kadee koppelingen bij 'Meer informatie'.
Een buitenbeentje: de Alex Jackson koppeling
Deze relatief onbekende koppeling is bedacht door Alex Jackson, een Brit die lid was van de modelspoorclub van Manchester. Het idee erachter, is later nog door diverse personen verbeterd. In Nederland is Vincent de Bode daarmee bezig geweest. Hij heeft verschillende artikelen over dit onderwerp gepubliceerd, zie bijvoorbeeld Rail Magazine 150, blz. 74 of Modelspoor Magazine 81, blz. 38.
De koppeling is niet te koop, maar moet zelf gemaakt worden uit verenstaal (0,1 tot 0,3 mm diameter), bijvoorbeeld een gitaarsnaar. Het geheim zit in de vorm van de kop, die op een speciale wijze gebogen wordt. Door het gebruik van verenstaal is de koppeling onopvallend. Een 'hangertje' van weekijzer (paperclip) maakt ontkoppelen via een (elektro)magneet mogelijk. Een uitgebreide beschrijving is, in het Engels, te vinden op de website van de Manchester Model Railway Society (zie: 'MMRS' bij 'Meer informatie onderaan de pagina).
In de afgelopen tijd is deze koppeling, in principe bedoeld voor schaal H0 en groter, ook met succes op schaal N toegepast. Nadelen heeft deze koppeling echter ook. Zo is het opduwen van rijtuigen of goederenwagens met AJ-koppeling wat lastiger, vooral in bogen. Bovendien is het buigen van verenstaal niet eenvoudig. U heeft er een mal voor nodig (in Engeland te koop). Ook past hij niet in een standaard koppelinghouder.
Starre koppelingen
Wanneer de koppelingen uitsluitend gebruikt worden om wagens te verbinden tot vaste stammen, kunt u ook kiezen voor het gebruik van vaste koppelingen. Beide uiteinden van een dergelijke koppeling kunnen in de NEM-normschacht gestoken worden. Doorgaans gaat het om sierlijk uitgevoerde koppelingen die een natuurgetrouw beeld weergeven.
|
|
|
Afbeelding: 42
|
|
Afbeelding: 43
|
Ribu starre kortkoppeling (Conrad 241256)
|
|
Märklin starre stroomvoerende koppeling (onderaanzicht)
|
Foto gemaakt door: Conrad.nl
|
|
Foto gemaakt door: Märklin
|
De Ribu starre kortkoppeling maakt het mogelijk om mooi kort te koppelen (zie: afbeelding 42). Er zijn twee uitvoeringen: wèl en niet stroomgeleidend. Eerstgenoemde heeft een dun metaallaagje, met een weerstand van 1-2 Ohm.
De starre koppeling van Märklin (type7319) werd hierboven al besproken. Het voordeel van deze koppeling is, dat ook deze stroomvoerend is uitgevoerd.
|
Afbeelding: 42
|
Brawa starre koppeling
|
Foto gemaakt door: Brawa
|
Een erg mooie starre koppeling is deze filigrane versie van Brawa.
|
Afbeelding: 43
|
Symoba starre koppeling
|
Foto gemaakt door: Symoba
|
Een mooi alternatief is de K107 starre kortkoppeling van Symoba. Deze is verkrijgbaar via de firma Keuterman in Borne.
Ontkoppelen
Naast het gebruik van ontkoppelrails en de eerder beschreven automatische koppelingen, kunt u de wagens ook met de hand ontkoppelen. U kunt daarvoor ook ontkoppelhulpjes gebruiken.
Een simpel ijsstokje voldoet trouwens al.
|
|
|
Afbeelding: 44
|
|
Afbeelding: 45
|
Ontkoppelhulpstuk
|
|
Ontkoppelhulpstuk
|
Foto gemaakt door: Märklin
|
|
Foto gemaakt door: Roco Modelleisenbahnen
|
Kortkoppelings-mechanisme later inbouwen
|
Afbeelding: 46
|
Symoba koppeling
|
Foto gemaakt door: Symoba
|
Hierboven hebben we gezien dat zowat iedere modelspoorfabrikant tegenwoordig zijn wagens en rijtuigen standaard uitvoert met een kortkoppelings-mechanisme. Maar wat te doen met de oudere wagens of -rijtuigen die niet voorzien zijn van dergelijke kortkoppelings-mechanieken? Symoba biedt dan de oplossing. De Symoba kortkoppelings-mechanieken zijn speciaal ontwikkeld voor het ombouwen van oudere wagens en -rijtuigen. De mechanieken zijn simpel in te bouwen en zorgen voor een afstand van krap 0,5 mm. tussen de wagens. Hierdoor behoren gapende gaten tussen wagens en rijtuigen tot het verleden. Zie verder ook het PDF-document bij Downloads.
|
|
|
Afbeelding: 47
|
|
Afbeelding: 48
|
Werking Symoba-mechaniek
|
|
Werking Symoba-mechaniek
|
Tekening gemaakt door: Symoba
|
|
Tekening gemaakt door: Symoba
|
Voor het instellen van de koppelinghoogte heeft Symoba een handig hulpstukje ontworpen:
|
|
|
Afbeelding: 49
|
|
Afbeelding: 50
|
Hulpstukje voor het instellen van de koppelinghoogte
|
|
Hulpstukje voor het instellen van de koppelinghoogte
|
Foto gemaakt door: Symoba
|
|
Foto gemaakt door: Symoba
|
In memoriam
Helaas is Willy Ade (geboren in 1923) op 27 mei 2011 overleden.
Al in 1952 presenteerde hij zijn eerste modelgebouw in schaal 1:87 (H0).
Later richtte hij samen met de heer Röchling de firma RöWA (Röchling Willy Ade) op.
Door het overlijden van Willy Ade ging een der grootste modelbaanpioniers van de laatste decennia van ons heen.
Bron: modellbahntechnik-aktuell.de
Informatie over het kortkoppel-mechaniek.
Meer informatie
Beneluxspoor.net:
|
|
over de Almrose koppeling.
|
Gerelateerde termen: Marklin, Maerklin, Mærklin