SchaduwstationsUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur Ronald Koerts Bijna iedereen is wel begonnen met een ovaaltje op een platte plaat. Je zag de trein het hele rondje maken. Bij uitbreiding werd meestal een berg gemaakt waar de trein onderdoor reed. Nog steeds blijft het hetzelfde rondje en is er weinig afwisseling in de dienstregeling. Daar is een oplossing voor: het schaduwstation. Waarom een schaduwstation?Een schaduwstation kan zorgen voor een afwisselender beeld op de modelbaan. Door treinen tijdelijk in een schaduwstation te 'parkeren' kan een andere trein op het zichtbare gedeelte rijden. Dat geeft een afwisselender beeld. Door een goede planning van het schaduwstation kan je modelbaan voor de toeschouwer verrassender worden. Hij of zij weet dan niet meer waar een trein te voorschijn komt. LocatiesDe locatie van een schaduwstation is afhankelijk van de ruimte die men heeft. De meest voorkomende locaties zijn:
Aan de achterzijde van de baanBij deze oplossing ligt het schaduwstation aan de achterzijde van de baan. Meestal ligt het schaduwstation op hetzelfde niveau als het zichtbare gedeelte. Deze vorm wordt veel gebruikt bij tentoonstellingsbanen.
Aan de zijkanten van de baanDit is een veel gebruikte oplossing bij pendelbanen. Het schaduwstation ligt op het zelfde niveau als het zichtbare gedeelte. Het schaduwstation kan dan aan één zijde zitten of aan de beide zijden. De uitvoering kan in de vorm van een keerlus met kopsporen of juist alleen maar kopsporen.
Onder het zichtbare gedeelte van de baanDit is een veel gebruikte constructie. Onder het zichtbare gedeelte worden de treinen gestald. Dit vereist dat er ook ruimte moet zijn om tot op het onderste niveau te kunnen komen. Dit kan met hellingen en klimspiralen. Het onderste niveau moet wel bereikbaar zijn voor calamiteiten. Dit betekent dat er genoeg ruimte tussen de twee niveaus nodig is.
Hoe groot moet het schaduwstation zijn?De grootte van het schaduwstation is afhankelijk van de ruimte die beschikbaar is. Daarnaast is het zichtbare gedeelte van de baan ook bepalend. Het heeft namelijk geen zin om een schaduwstation van 10 sporen aan te leggen bij een klein station met maar twee sporen. Het schaduwstation moet dus afgestemd zijn op de baan. Toch is het verstandig om het schaduwstation te bouwen op 'de groei' dus niet van 'ik heb nu maar vier treinen dus mijn schaduwstation hoeft maar drie sporen te hebben'. Maar enkele reserve-opstelsporen in verhouding tot de baan, is eigenlijk een must. Lengte van de sporenDe lengte van de sporen in je schaduwstation moeten afgestemd zijn op de maximale lengte van stationssporen in het zichtbare gedeelte of juist de maximale lengte van een (elektrisch) blok. Bij voldoende lengte kan je op een opstelspoor in je schaduwstation meerdere treinen stallen. BoogstralenIn het schaduwstation kunnen kleinere boogstralen gebruikt worden dan in het zichtbare gedeelte. Je dient er alleen op te letten of een locomotief of treinstel wel door de geringere boogstraal kan rijden. Daardoor is een minimale boogstraal voor schaal H0: 420 mm en voor schaal N: 300 mm het minimum dat aanbevolen wordt. Doorgaande- en kopsporenEen schaduwstation kan doorgaande sporen, kopsporen of een combinatie van die twee hebben. Kopsporen worden veelal gereserveerd voor treinstellen of trek-duw-treinen; deze kunnen dan in de tegenovergestelde richting terugrijden. Voor getrokken treinen zijn doorgaande sporen gemakkelijk, deze kunnen eventueel gecombineerd worden met een keerlus. KeerlusEen schaduwstation kan ook een keerlus zijn. Hierdoor kunnen getrokken treinen zonder het wisselen of omlopen van een locomotief doorrijden. In de keerlus kunnen dan ook opstelsporen opgenomen worden. Als je geen mangaten nodig hebt voor de bereikbaarheid kan je ook extra kopsporen opnemen voor treinstellen. Bij een keerlus moet je er op letten dat er een keerlusschakeling toegepast moet worden. Dit voorkomt problemen met kortsluiting in de modelbaan.
Fiddle YardLetterlijk vertaald: 'rommeltuin'. Het is een soort schaduwstation dat veel ruimte kan besparen en toch veel opstelruimte bied. Meestal bestaat het uit een aantal rechte opstelsporen naast elkaar, waar complete treinen op kunnen staan. Om alle sporen te kunnen gebruiken schuift men alle opstelsporen heen en weer. Een nadeel kan zijn dat er in de Fiddle Yard gerangeerd moet worden met locomotieven om deze weer voor de rijtuigen te krijgen. De bouw en automatisering van dit soort constructies zijn wel complete zelfbouwprojecten. Zie voor een aantal voorbeeldprojecten onder meer informatie en downloads.
Grote draaischijfDit is een variant op het bekende Fiddle Yard concept. Ook hier liggen veel opstelsporen naast elkaar en bieden de ruimte om complete treinen op te stellen. Door deze uit te voeren als 'draaischijf' kunnen nu complete treinen gedraaid worden, waardoor er niet gerangeerd hoeft te worden bij getrokken treinen. Deze constructie neemt nogal wat ruimte in. Het draaien kan natuurlijk zowel met de hand als geautomatiseerd gebeuren. De bouw en automatisering van dit soort constructie zijn wel complete zelfbouwprojecten. ÉénrichtingsverkeerHet mooiste is als er in het schaduwstation al het treinverkeer één richting op rijdt. Door het éénrichtingsverkeer is het mogelijk dat de uitrijdtwissels niet bediend hoeven te worden. Deze kunnen door de treinen zelf omgelegd worden. Dit kan schelen in de kosten. Mocht het eenrichtingsverkeer niet mogelijk zijn door bijvoorbeeld door gebrek aan ruimte, dan kan je een aantal sporen toewijzen aan een bepaalde richting. BereikbaarheidOm bij calamiteiten toch nog bij gestrande treinen te kunnen komen moet een schaduwstation goed bereikbaar zijn. Bij de bereikbaarheid dient men aan de volgende punten te denken:
Ruimte tussen de niveausDit onderdeel wordt nog wel eens onderschat. Men denkt dat een hoogte van 60 of 70 mm tussen de twee platen genoeg is. Dat is meestal net genoeg om een trein onderdoor te laten rijden maar dan is er geen ruimte meer om met bijvoorbeeld een hand over de trein te kunnen reiken. Het is beter om meer ruimte tussen de twee niveaus aan te houden. De benodigde hoogte kan men zelf bepalen, voor zowel schaal H0 als de schaal N is de minimaal benodigde hoogte ongeveer hetzelfde. Je hebt namelijk altijd met de volgende zaken rekening te houden:
ReikwijdteDit wordt nog wel-eens overschat door de meeste mensen. Onder gunstige omstandigheden heeft een normaal mens een maximale reikwijdte van ongeveer 800 mm (80 cm). Bij gedeeltes 'ondergronds' is dat niet mogelijk. Door de aanwezigheid van treinen, wisselaandrijvingen, delen van de onderbouw, printplaten en bedrading is deze minder groot. Men kan wel stellen dat meer ruimte tussen de niveaus meer reikwijdte geeft. Houdt voor de schaduwgedeeltes van een modelbaan een reikwijdte van 500 mm (50cm) aan, dan blijft alles goed bereikbaar. Het advies is dan ook om het schaduwstation op een gemakkelijke locatie te hebben, zoals aan de voorzijde van de baan. DraaischijfBij het ontwerpen van een baanplan wordt meestal de inbouwdiepte van de draaischijf vergeten. Onder de draaischijf wordt meestal nog het schaduwstation gesitueerd. Met een te kleine hoogte tussen de niveaus kan het net niet goed gaan.
MangatenIn de praktijk is het gewoon; hoe groter het mangat, hoe gemakkelijker dit te gebruiken is. Een mangat van 500 mm×500 mm is toch wel de minimale maat. Hoe minder ruimte tussen het onderste niveau van de baan en de vloer hoe groter het mangat moet zijn. Hoogte vanaf de vloer
|