Persoonlijke instellingen

Centrale voedingsleiding

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie door Fred (overleg | bijdragen) op 19 mei 2010 om 18:21
Ga naar: navigatie, zoeken
E10.13.03 - Systeem MpC - Vorige | Volgende - E11 - Methoden, technieken, materialen en gereedschap

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net




In bewerking door Fred.




Dit is een onderwerp wat veel vragen bij beginners oproept. Van 'wat is een ringleiding of centrale voedingsleiding?' tot 'Hoe moet ik een ringleiding aanleggen?'. Vroeger werd digitaal verkocht met de opmerking dat maar twee draden genoeg waren om de gehele modelbaan aan te sluiten en te besturen. Helaas is dat niet het geval, je hebt meerdere draden nodig om je digitale baan te besturen. In dit artikelen proberen wij wat nader uitleg te geven over ringleidingen oftewel centrale voedingsleidingen.

Ringleiding of centrale voedingsleiding?

Het woord ringleiding dekt eigenlijk niet de gehele lading. Het andere woord wat gebruikt wordt is dan ook Centrale Voedingsleiding, afgekort CVL. Een ringleiding loopt namelijk meestal niet rond maar is meestal meer in de vorm van een stam met aftakkingen.
E10.14-01.jpg
E10.14-01
voorbeeld ringleiding met bezetmelders
Foto gemaakt door M. de Deugd

Waarom een ringleiding of centrale voedingsleiding gebruiken?

Het gebruiken van een centrale voedingsleiding zorgt voor een beter treinbedrijf op je baan. Het is niet zo dat kleine modelbanen geen centrale voedingsleiding nodig hebben en grote banen juist wel. Een kleine baan kan juist ook baat hebben met een centrale voedingsleiding. Ook bij het bouwen met modules kan het heel gemakkelijk zijn om een centrale voedingsleiding te gebruiken. De verschillende modulenormen hebben ook een norm voor het aanleggen van een centrale voedingsleiding.

Mag een centrale voedingsleiding rondlopen?

Daarover verschillen nog de meningen en zorgt iedere keer voor een discussie op het forum van Beneluxspoor.net. Het is aan te bevelen om een centrale voedingsleiding niet rond te laten lopen. Dit heeft geen wetenschappelijke basis maar is een aanbeveling. De meest gebruikte vorm is een stam met aftakkingen, dit is voor de meeste banen de geschikte vorm.

Hoeveel draden heeft een voedingsleiding?

Dat ligt aan hoeveel je wil aansluiten op een voedingsleiding. Voor iedere functie van de centrale voedingsleiding heb je extra draden nodig. Hieronder volgt een overzicht met de meest gebruikte functies voor de centrale voedingsleiding:

  1. Voeding van de rails
  2. Voeding van de ongedetecteerde stukken rails
  3. Voeding diverse decoders baanbesturing
  4. Voeding verlichting gebouwen en straatverlichting

Voeding van de rails

Voor de voeding van de rails zijn twee draden nodig. Hier op staat het (digitale) signaal. De meest gebruikte kleuren voor deze twee draden zijn: Bruin voor de massadraad en Rood voor het signaaldraad.

Voeding van de ongedetecteerde stukken rails

Deze draad is alleen nodig als men met tweerail digitaal gebruikt en bezetmelders als terugmelding gebruikt. In deze draad wordt een diodeschakeling opgenomen. Aan deze draad kunnen dan alle ongedetecteerde stukken van de modelbaan aangesloten worden. De kleur van deze draad is meestal een aparte kleur zoals groen of blauw. Zie voor meer informatie: E10.05.01 - Diodeschakeling

Voeding diverse decoders baanbesturing

De meeste decoders (wisseldecoders en seindecoders) hebben een extra aansluiting om stroom van een extra transformator te gebruiken. Door de extra aansluiting hoef je geen ‘dure’ digitale stroom te gebruiken voor het omzetten van je wissels of seinen. Meestal wordt deze stroom geleverd door een oude analoge treintransformator met een wisselspanning uitgang. Je kan eventueel daarvoor ook een bekende blauwe Märklin analoge transformator. De twee draden voor deze functie hebben meestal de kleuren wit en zwart.

Voeding verlichting gebouwen en straatverlichting

Het geeft een sfeervolle uitstraling de gebouwen verlicht en de straatverlichting aan op de modelbaan. Deze moeten allemaal gevoed worden. Nu is het vrij simpel om als je toch aan het draden trekken bent een tweetal extra draden mee te nemen.

Resumé

Als we alle functies met de centrale voedingleiding willen voeden dan hebben we het volgende aantal draden nodig:

  • 2 draden voor de railspanning
  • 1 draad voor ongedetecteerde secties
  • 2 draden voor voeding decoders
  • 2 draden voor verlichting gebouwen en straatverlichting
  • 7 draden totaal


E10.14-06.jpg
E10.14-02
Principe schema centrale voedingsleiding
Getekend door R. Koerts

Kan het met minder draden?

ja en nee In principe kan het met minder draden als je digitale centrale die gebruikt maakt het zogenaamde ‘common ground’-principe oftewel gezamenlijke massa. Hierbij mogen alle massadraden vervangen worden voor één gezamelijke massadraad.

LET OP! Dit mag alleen als je digitale centrale hier geschikt voor is. Lees daarvoor de handleiding van je digitale centrale.

Welke draad te gebruiken?

Je kan in principe ieder elektro kabeldraad gebruiken. Voor de hoofdaders zijn dikkere kabeladers beter. Door het gebruik van dikkere aders verkom je veel spanningsverlies in je centrale voedingsleiding, dat uit zich vooral in een lager voltage aan het eind van de centrale voedingsleiding.

E10.14-02.jpg 250px
E10.14-03
Installatiedraad
Bron Conrad
E10.14-04
Schakeldraad
Bron Conrad

Hoofdaders

Voor de hoofdaders is installatiedraad, ook wel VD-draad of schakeldraad genoemd, het gemakkelijkst te gebruiken. Het is in meerdere kleuren en in een aantal diktes, zoals 1.5 mm2 en 2.5mm2 te verkrijgen.

Aansluitingen

Voor de draden naar de rails, decoders en lampjes kan er gewoon standaard modelspoor kabeldraad van bijvoorbeeld 0.14 mm2 te gebruiken.

Aanleg centrale voedingsleiding

Het aanleggen van een centrale voedingleiding is heel eenvoudig. Je hebt geen bijzondere materialen en / of gereedschappen nodig. Een goede tang, schroevendraaiers, soldeerbout, klein mesje, kroonstenen en kleine schroefjes zijn voldoende.

Bevestigen

Je kan bijvoorbeeld vrij eenvoudig het installatiedraad met kroonstenen aan de onderbouw bevestigen. Met de kroonstenen kunnen ook eventueel de draden wat meer gespannen worden. Let op dat de draad met isolatie door de kroonsteen heen kan. De kleinere draden kunnen bijvoorbeeld met de kabelhouders van Conrad onder de baan geplakt worden.

E10.14-04.jpg E10.14-05.JPG
E10.14-05
Voorbeeld centrale voedingsleiding
Foto gemaakt door beneluxspoor forum gebruiker Ferry!
E10.14-06
Voorbeeld kroonstenen en kabelhouders
Foto gemaakt door R. Koerts

Aansluitingen

Aansluitingen maken op de hoofdaders, zoals bij het gebruik van installatiedraad, is het draad vrij maken van isolatie. Op de plek waar deze vrij is van isolatie kan je een aftakking aan de hoofdader solderen.

Decoders zonder aansluiting voor hulpvoeding

Er zijn wisseldecoders, zoals de Roco 10775, zonder extra aansluiting voor een hulpvoeding. Deze wisseldecoders halen zowel het digitale signaal als de spanning voor het omzetten van de rails. Met veel wisseldecoders van dit type is het verstandig om een extra aparte versterker met eigen traformator aan te schaffen en deze te koppelen aan het digitale systeem. Dan kan je de wissels aansluiten op hun eigen CVL met digitale spanning.


E10.13.03 - Systeem MpC - Vorige | Volgende - E11 - Methoden, technieken, materialen en gereedschap