MiddengroepUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteurs: Daniel van der Ree en Hans van de Burgt
Door de golf van moderniseringen is in de 20e eeuw het zogenaamde "Los hoes" (open huis) verdwenen. Hierbij woonde en werkte men in een ongedeelde middenbeuk, met in het midden een open stookplaats. Het los hoes kwam voor in de Achterhoek en Twente.
Een "los hoes" had een steil dak en een houten gevel, vakwerkgevel of wolfseind. In de zijmuren waren kleine raampjes. In de zijbeuken stond het vee op stal. De stal was verdiept aangelegd. De deel was gemaakt van aangestampte leem. De zolder had in het midden een gat: het slop. Door het slop werd de oogst op de zolder gebracht. In het midden van een los hoes of aan de voorgevel was een open vuur. Dit werd gebruikt om te koken en voor de warmte. Oorspronkelijk was er geen schoorsteen; de rook verdween door het slop en de kieren in de dak naar buiten. De rook droogde de oogst op zolder en conserveerde het slachtvlees dat bovenin was opgehangen. De voorkant van een los hoes werd gebruikt als woongedeelte. Om te voorkomen dat het rieten of strooien dak opwaaide, werd soms op de top van de puntgevel een gevelteken aangebracht. Bij een los hoes bestond dit aan het staleinde vaak uit een paar gestileerde paardenhoofden. Deze werden uitgezaagd uit de elkaar kruisende windveren. Paarden waren voor boeren een belangrijk bezit. Meer informatie
Verborgen categorie: |