Rail (spoorstaaf), hoogte en materiaalUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net
De trein rijdt over de rails c.q. spoorstaven. Deze zijn in verschillende maten en uitvoeringen. De gebruikte uitvoering is afhankelijk van het land, het tijdperk en de functie van de spoorlijn. Voor modeltreinen geld niets anders. Daar zijn ook diverse uitvoeringen, type en maten te verkrijgen. In de loop van de jaren zijn er steeds meer rails op de markt gekomen die meer de werkelijkheid benaderen In dit artikel geven we een korte uitleg over rails in model. GrootspoorHier onder staat een tabel met een aantal veel gebruikte profielen, de hoogte in de verschillende schalen en bijhorden railcode. De benamingen van de railsoorten zijn in de loop van de tijd aangepast, onder andere door europese wetgeving c.q. normen. Het getal in de benaming gaf en geeft nog steeds het gewicht in kilogrammen per meter (kg/m1) aan.
Zoals uit de tabel kan worden opgemerkt is het gewicht van de spoorstaaf afhankelijk van het gebruik van de spoorlijn. Voor zijlijnen is bijvoorbeeld een lichtere spoorstaaf voldoende dan voor de Betuweroute. De Betuweroute wordt zwaarder belast dan een zijlijn. ModelspoorNet als in het echt zijn in de modelspoorwereld verschillende typen rails te verkrijgen. Er zijn diverse fabrikanten die een aantal typen rail te verkrijgen. Dit heeft te maken met de steeds beter fabricagetechnieken en de drang om op schaal schaal te gaan werken zorgt ervoor dat voor zowel schaal H0 als voor schaal N de railprofielen naar een lager profiel zijn gegaan. schaal H0Bijvoorbeeld in H0 van Fleischmann Modellgleis met een hoogte van 2,70mm, code 120, via Fleischmann Profigleiss met een hoogte van 2,50mm, code 100, naar Roco Rocoline met een profielhoogte van 2,10mm, code 83. Daarnaast leveren nog een aantal andere fabrikanten waaronder Peco nog lagere profielen dan 2,10mm. Dit zijn de spoorstaven voor de Proto-87 en de finescale-bouwers. schaal NVoor schaal N zijn de hoogtes van de spoorstaven ook steeds lager geworden. Een profielhoogte van 1,40mm (code 55) is naast de hogere rails met profielhoogte van 2.00mm, code 80, standaard geworden. Net als in H0 zijn er modekbouwers die ook in N voor puur op schaal 1:160 gaan. Daarvoor zijn er bij een aantal fabrikanten ook lagere profielen te krijgen. Code XXXBij veel railssoorten lees men "CODE XXX" dit is de maat van de rails, beter gezegd, de hoogte van de rails. De code geeft de hoogte van de rails aan. Dit is een afgeleide van de engelse maat "de INCH" en wel een 1000ste van een inch. Een bijvoorbeeld: code 100 rails is 0,1 inch (100/1000 = 0,1 inch), dus 2,54mm.
OvergangraillasjesVeel fabrikanten leveren speciale raillasjes om het hoogteverschil tussen de verschillende railsoorten te overbruggen. Daarnaast leveren diverse fabrikanten overgangrailsen van de ene railssoort naar de andere railsoort zoals de overgang van rails zonder bedding naar een rails met bedding.. De railzen met dezelfde hoogte zouden zonder problemen op elkaar moeten passen. Behoudens het hoogteverschil met ballastbed of hoogte van de liggers. WielenNet als voor alles in de modelspoorwereld zijn er een aantal normen beschikbaar voor de wielen. Je hebt de NEM-normen van Morop en de normen van de NMRA. Ouder materieel voldoet meestal niet aan de huidige (strengere) normen van de NEM NEM / MOROP-normenTegenwoordig voldoen alle europese fabrikanten aan de NEM-normen voor wielen (nem-norm 310). In de NEM-normen zijn de eisen omschreven waaraan de wielen moeten voldoen. Daardoor kan je zonder problemen code 83 rails gebruiken voor de huidige treinen. Lagere profielen & wielflenzen =Met de komst van de lagere profielen bij de grotere fabrikanten van rails kan het zijn dat het een klein probleem gaat geven met wat oudere treinen. Het kan namelijk zo zijn dat je wielflenzen van de wielen de bovenkant van de bielzen of de immitatie bevestigingen raken. Daardoor kan je een ratelend geluid horen. Het ratelen kan je verhelpen door het vervangen van de wielen van je modeltreinen. Dit is de gemakkelijkste oplossing, Mocht het vervangen niet mogelijk zijn dan kan je nog proberen de wielflenzen worden af te draaien. Op het forum beneluxspoor.net zijn een aantal draadjes c.q. topics over het afdraaien van flenzen. NMRA-NormenNaast de NEM-Normen bestaan er ook de normen van de NMRA, de amerikaanse organisatie voor modelspoorders. Deze heeft eigen normen opgesteld. Een van de normen is de RP25. Dit is de Recommend Practice 25, voor wielen van materieel. In deze normen zijn sommige maten afwijkend van de Europese normen. De voornaamste afwijking is de hoogte en de dikte van de wielflens. Deze is in de Amerikaanse normen minder dik en lager dan de Europese norm. Problemen RP25 en wisselsDoor de lagere en minder dikke wielflens kunnen er problemen ontstaan op de "oudere" railsystemen. Niet iedereen die met RP25 wielen over oud spoor rijdt heeft problemen maar over het algemeen zijn de klachten het niet goed rijden over de wissels. WegzakkenHet kan voorkomen dat RP25 wielen wegzakken in de de wissels, dit komt doordat de wielflenzen bij RP25 dunner kunnen zijn dan bij de NEM-normen. Hierdoor is de ruimte tussen spoorstaaf en de strijkpoorstaaf groot genoeg om het wiel er in te laten vallen. Soms zie je alleen een hipje en hoor je wat geluid bij het rijden over de wissels, soms ontsporen de treinen. Een mogelijke oplossing is het aanbrengen van een verdikking op de strijkspoorstaaf. Deze kan van styreen of een andere materiaal. Door de verdikking wordt de ruimte tussen de twee railsen kleiner en kan het wiel niet meer wegzakken. Je kan dan alleen nog met RP25 wielen gaan rijden, dit omdat ander materieel klem vast komt te zitten tussen de strijkspoorstaaf en de spoorstaaf. Blijven staan op wisselsSommige wissels hebben geen of maar een gedeeltelijk metalen puntstuk. Sommige fabrikanten hebben een metalen plaatje aangebracht in het plastik puntstuk, dit moet er voor zorgen dat de trein via de flenzen alsnog spanning krijgen. Bij wielen volgens de RP25-norm raken deze metalen plaatjes niet, daardoor krijgt de trein geen spanning of onvoldoende en gaan haperen of blijven staan. Een oplossing kan zijn om de een extra plaatje metaal in het puntstuk aan te brengen. Dit moet dan zo gebeuren zodat de wielflens weer geraakt wordt. Bij deze oplossing kan in principe ook alleen maar meer gereden worden met RP25-wielen Een andere oplossing is om het complete puntstuk te vervangen voor een metalen puntstuk. MateriaalZoveel fabrikanten zoveel materialen gebruikt voor de spoorstaven. Marklin gebruikt nog altijd staal met een extra legering erover. Andere fabrikanten zijn overgestapt op legeringen met nikkel en zilver. De oudere fleischmann modell-gleis zijn gemaakt van een messinglegering. Profiel spoorstaafVoor de meeste modelspoorliefhebbers maakt het niet uit welk profiel het spoor heeft, als de trein er maar mooi op rijdt. Toch is zit er verschil in profielen tussen de spoorstaven en dat is per fabrikant verschillend. Sommige fabrikanten hebben een duits profiel als voorbeeld, andere bijvorobeeld engels of amerikaans profiel. Tabel met railhoogtesHier onder staat een tabel met een railhoogtes en door welke fabrikant deze hoogte geleverd wordt.
|