Persoonlijke instellingen

Diodeschakeling

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
E10.05 - Terugmelding - Vorige | Volgende - E10.06 - Geautomatiseerd rijden

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Ronald Koerts

35px Contact met de redactie Bestand:Woorden icon.png 00000 Plaatjes_icon.png 04


Inleiding

Deze schakeling staat genoemd in veel handleidingen van bezetmelders. De diodeschakeling is een hulpschakelingen om problemen met bezetmelding op basis van stroomdetectie te voorkomen. De schakeling zorgt ervoor dat de spanning van gedetecteerde stukken en niet gedetecteerde stukken gelijk gemaakt wordt.

Wanneer de diodeschakeling gebruiken?

Deze schakeling moet u toepassen wanneer u digitaal rijdt en bezetmelders gebruikt op basis van stroomdetectie, voor de terugmelding aan de centrale en/of computer. Daarnaast zijn er 'ongedetecteerde stukken' in uw modelbaan.

Wat zijn ongedetecteerde stukken?

Dit zijn stukken rails in de modelbaan die niet zijn aangesloten op een bezetmelder. Deze zijn dus rechtstreeks met de centrale verbonden.

Waarom gebruikt men ongedetecteerde stukken?

Een bezetmelder kost geld, of u deze nu zelf bouwt of kant-en-klaar gebouwd koopt. Er kunnen maar een beperkt aantal railsstukken op een bezetmelder worden aangesloten, maximaal acht of 16 railsstukken. Hoe meer railsstukken u heeft hebt, hoe meer bezetmelders u nodig heeft, dus hoe duurder uw modelbaan wordt. Sommige treinbesturingssoftware heeft de mogelijkheid om ook goed te werken als niet alle railstukken van de modeltreinbaan (denk bijvoorbeeld aan wisselstraten) op een bezetmelder aangesloten zijn. Dat bespaart kostbare aansluitingen op een bezetmelder. Maar dan moet u wel de diodeschakeling gebruiken om detectieproblemen te voorkomen.

Het schema

De diodeschakeling is vrij gemakkelijk na te bouwen, het enige wat u nodig heeft, zijn een aantal diodes (1N4001), een weerstand van 4k7 (4700 Ω) en een stukje experimenteerprintplaat. De meeste bezetmelders hebben een spanningsval (stapspanning over de diodes in doorlaatrichting) van 1,4 Volt. Daardoor staat op een baanstuk dat niet is aangesloten op een bezetmelder, een hogere spanning ten opzichte van de aansluitende ongedetecteerde sectie. Dit verschil kun u met twee diodes (die in serie staan) vereffenen. Doordat 'digitale spanning' een soort wisselspanning is, dient u twee maal twee diodes (antiparallel geschakeld) te gebruiken (zie afbeelding E10.05.01-01). De weerstand is optioneel (hiermee wordt de 'gevoeligheid' van de detectie ingesteld. Hoe lager de weerstandswaarde, hoe minder gevoelig de schakeling werkt), het advies is dan ook, om deze er tussen te zetten.

E10.05.01-01.jpg
E10.05.01-01
Schema diodeschakeling

Meerdere ongedetecteerde baanstukken op één diodeschakeling

U kunt natuurlijk voor ieder ongedetecteerd baanstuk een diodeschakeling bouwen en plaatsen, maar dat is niet nodig. Met één diodeschakeling bij de centrale of de versterker c.q. booster en een extra draad bij de centrale voedingsleiding (CVL of ringleiding) kunt u alle ongedetecteerde baanstukken voeden. Dan ziet het geheel er uit als in het onderstaande schema.

E10.05.01-02.jpg
E10.05.01-02
Schema diodeschakeling, inclusief bezetmelders en rails


De diodeschakeling in het schema E10.05.01-01 is geschikt voor één- of twee ongedetecteerde baanstukken die gelijktijdig bereden worden. Voor het aansluiten van meerdere ongedetecteerde baanstukken - waar meer treinen in rijden - moet u een zwaarder type diodes gebruiken ('zwaarder' betekent; type dat geschikt is voor meer Ampères), zoals de 1N5408 (3 Ampère) of de BYV28-200 (3,5 Ampère). Nog beter is het toepassen van een kant-en-klare gelijkrichtbrug die geschikt is voor meer Ampères, bijv. het type B40C5000 (zie afbeelding E10.05.01-03). Deze zijn verkrijgbaar bij de elektronicawinkel. Door het doorverbinden van de plus en de min van de bruggelijkrichter onstaat hetzelfde schema als wat we in afbeelding E10.05.01-01 zien.

300px 300px
E10.05.01-03
Doorverbinden van de bruggelijkrichter
Tekening: Fred Eikelboom.
E10.05.01-04
Aansluiten van de bruggelijkrichter
Tekening: Fred Eikelboom.

De aansluiting van de bruggelijkrichter op de centrale en de ongedetecteerde stukken doen we zoals in tekening E10.05.01-04 aangegeven is.
(DS staat voor Diodeschakeling).


E10.05 - Terugmelding - Vorige | Volgende - E10.06 - Geautomatiseerd rijden