Sluitseinen of sluitverlichting: verschil tussen versiesUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie van 6 sep 2017 om 16:22
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom - Update door Fred Eikelboom
Schakeling 1Sluitsein met toepassing van stroombron U wilt op de modeltreinbaan graag dat alles zo natuurgetrouw mogelijk nagebootst is. U wilt dan vanzelfsprekend ook wagens en/of rijtuigen met ingebouwde sluitverlichting.
Deze eenvoudige schakeling past door het bescheiden aantal onderdelen in schaal H0 rijtuigen, maar ook in TT en N-materieel. De led krijgt zijn voedingsspanning d.m.v. een eenvoudig stukje elektronica. Bij een voedingsspanning van 4 tot 30 volt levert de schakeling een constante stroom van 15 milliAmpère aan de led en maakt het daardoor mogelijk dat de led een gelijkmatige helderheid heeft (voor informatie over leds, zie het artikel Wat is een led bij 'Meer informatie').
De werking bij het voeden met gelijkspanning (Tweerail)(beschrijving geldt voor afbeelding 1) (beschrijving geldt voor afbeelding 2)
De werking bij het voeden met wisselspanning (Drierail)(beschrijving geldt voor afbeelding 1) (beschrijving geldt voor afbeelding 2)
De werking bij het voeden met digitale spanning(beschrijving geldt voor afbeelding 1) (beschrijving geldt voor afbeelding 2)
De werking van de schakelingDe schakeling bestaat uit een zogenaamde stroombron. De transistoren T1 en T2 beïnvloeden elkaar onderling en regelen daarmee de stroom door de led af op een gemiddelde stroom van 15 milliAmpère. De condensator dient ter ontstoring en zorgt tevens voor een soepel regelgedrag van de schakeling. In plaats van de standaard 3 mm-led kunt u natuurlijk ook gebruikmaken van een '0805' SMD-led. Wilt u het lastige 'draadjes aan de led solderen' vermijden, dan kunt u gebruikmaken van kant-en-klare leds met aangesoldeerde draden van 24 cm lengte (zie link hieronder bij 'Meer informatie'). Sjabloon:Onderdelenlijst begin Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst einde
Sjabloon:Onderdelenlijst begin Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst einde
Schakeling 2Sluitsein voor goederenwagen op een analoge baan
Sjabloon:Onderdelenlijst begin Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst einde
Schakeling 3Sluitsein voor goederenwagen op een digitale baan
Voor het sluitsein zijn de volgende onderdelen benodigd: Sjabloon:Onderdelenlijst begin Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst einde
Sjabloon:Onderdelenlijst begin Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst onderdeel Sjabloon:Onderdelenlijst einde
De spanningsregelaar
Het grote voordeel van het gebruik van een spanningsregelaar is, dat de werkspanning van de elco na de regelaar maar 16 volt hoeft te zijn. Daarmee zijn ook de afmetingen een stuk kleiner. Bij gebruik van een tantaal-elco is nog minder ruimte noodzakelijk. De 78L05 en 78L12 hebben een zogenaamde TO92 behuizing (zie afbeelding 05). Voor de spanningsregelaar kan, voor de 'analoge' versie, elk 5 volt-type, met een uitgangsstroom van 100 milliAmpère (of hoger) gebruikt worden.
Verder is benodigd:
Na het aan elkaar solderen van de onderdelen, plaats u het geheel in de wagen. Doe er een dun stukje schuimplastic onder tegen eventueel rammelen/trillen. Daarna aan de zijkanten een paar stukjes schuimplastic er tussen doen om de zaak op zijn plaats te houden. Later nog een paar stukjes schuimplastic aan weerszijden van de led + weerstand aanbrengen (dit laatste is voor de foto maar even weggelaten, zie foto 06).
Van een wattenstaafje wordt een lichtgeleider gemaakt (zie: foto 07). Het stukje wattenstaaf-buis geleidt zeer goed het licht van de led via de spiegelgladde binnenkant. Ook de mantel van de buis geleidt prima het licht van de led.
Stukje printplaat passend maken, zodanig dat het zichzelf in de ruimte onder de wagen klemt. Hieraan twee blanke draden van acht cm lang solderen, en deze draden door twee gaatjes in de wagenbodem (zie grootste opening in de metalen plaat, links op foto 08) naar binnen voeren en de draden aan de gelijkrichter solderen. Daarna het aansluitdraadje van de weerstand zodanig verbuigen dat het kopje van de led vrij strak tegen de lichtgeleider aandrukt.
Van fosforbronsdraad (of messingdraad) met een diameter van 0,3 mm maakt u een viertal stroomafnemers. Aan de ene kant de stroomafnemer haaks ombuigen op twee mm vanaf het uiteinde, zodat er een haakje ontstaat, dat in een gaatje van de print past. Dit voorkomt dat de stroomafnemer straks tijdens het solderen wegglijd (zie foto 09).
Daarna de stroomafnemers op het printje solderen. Tijdens het solderen wordt bij voorkeur een 'derde handje' gebruikt, met daarin een stukje koperdraad, van ongeveer één mm doorsnede om de stroomafnemer even vast te klemmen tegen de print. Zo hebt u twee handen vrij voor het solderen (zie foto 10).
Nu de stroomafnemers afstellen (zo weinig mogelijk druk, maar toch een goed contact). Tip: controleer ook even of bij zijdelingse beweging van de assen, of de sleepcontacten nog voldoende tegen de wielen drukken.
Mocht u tijdens het proefrijden (of naderhand), last hebben van piepende stroomafnemers, doe dan een stukje isolatiemantel van een draadje om de stroomafnemers en zet dit aan de printzijde vast met een heel klein druppeltje lijm (wél zorgen dat het gedeelte dat tegen het wiel aan komt, nog vrij blijft). Door de grotere massa van het geheel (draadje + mantel) verandert de resonantiefrequentie van de stroomafnemers, en is het geluid een stuk minder, of is zelfs niet meer waarneembaar. Ook kan er, met behulp van een wattenstaafje, een heel klein beetje contactspray (verkrijgbaar in de elektronicawinkel en o.a. bij Conrad) op de binnenkant van de wielen aangebracht worden.
Meer informatie
|