Minimale led serieweerstand berekenen: verschil tussen versiesUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie van 4 okt 2017 om 18:54
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom
InleidingEr bestaan leds met (korte, stugge) draadjes er aan gemonteerd, die in een print gestoken worden (zogenaamde Through-hole technologie), en er bestaan SMD-leds, die rechtstreeks op de print gemonteerd worden. Bij een led hebben we inwendig niet te maken met een gloeidraad, maar met een speciale diode. De hoogte van de stroom bepaalt hoeveel licht de led geeft. De spanning over de diode blijft echter (nagenoeg) gelijk. Een led is dus stroomgestuurd. De fabrikant geeft daarom een maximale waarde voor de led-stroom op (staat vermeldt in de datasheet). Bij die waarde kunt u een redelijke levensduur van de led verwachten. Soms wordt door iemand gewoon de maximaal toelaatbare stroom op een led gezet. Dat houdt echter een zeer groot risico in. Zodra de voedingsspanning ook maar even iets hoger wordt dan de normale spanningswaarde, zal de led-stroom sterk toenemen en zit u (of beter gezegd, de led) meteen in de gevarenzone! En dan is het nagenoeg uitgesloten dat de led dit overleeft! Bij leds moet u dus een voorschakelweerstand toepassen, om de stroom door de led te beperken. Gebruikt u géén voorschakelweerstand (of een weerstand met een te lage waarde), dan gaat de led meteen naar de eeuwige elektronische jachtvelden, ofwel de led raakt gegarandeerd defect!! De term 'voorschakelweerstand' zou tot verwarring kunnen leiden. Beter zou het zijn om van 'serieweerstand' te spreken. Het is namelijk een weerstand die altijd in serie met een ander onderdeel geschakeld wordt. U zou kunnen denken dat de voorschakelweerstand altijd vòòr de led(s) moet worden gemonteerd. Het maakt echter elektrisch gezien totaal niet uit aan welke kant van de led(s) u de voorschakelweerstand monteert. Het ligt er maar net aan wat gemakkelijker uitkomt in de locomotief/het rijtuig. U hoeft er alleen maar voor te zorgen dat u de led in de doorlaatrichting aansluit (met de anode aan de plus c.q. de blauwe draad van de decoder). Zie ook: De plaats van de voorschakelweerstand in het artikel Hoe sluit u leds aan. Voor het berekenenEr zijn drie dingen die u moet weten om een juiste berekening te maken.
Minimale waarde van de voorschakelweerstand
Om er voor te zorgen dat de stroom door de led niet te hoog kan worden, zal de voorschakelweerstand een bepaalde minimale waarde moeten hebben. Die minimale weerstandwaarde dient er voor dat de maximale stroom door de led(s)niet wordt overschreden. De gewone formule voor het berekenen van de weerstandwaarde is: R = U / I, ofwel; weerstand is spanning gedeeld door stroom (volt / ampères = ohm). Omdat we hier echter ook te maken hebben met de drempelspanning van de led(s) gebruiken we de formule: R = (U - Uled) / Iled. Hierbij is R de waarde van de weerstand die we willen berekenen, U de voedingsspanning in volt, ULed de drempelspanning over de led in volt en Iledde stroom door de led in ampère;. Hier een rekenvoorbeeld: We hebben nu een aantal gegevens voor de berekening:
Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we: R = (U - Uled) / Iled ofwel R = (16 - 1,9) / 0,012 ofwel R = 14,1 / 0,012. De uitkomst is dan: 1175 ohm. De dichtstbijzijnde hogere waarde in de E12-reeks is 1200 ohm. Dus we gebruiken in dit rekenvoorbeeld een weerstand van 1200 ohm (1k2). Bij gebruik van SMD-leds gebruikt u natuurlijk SMD-weerstanden. We zien dus in bovenstaande voorbeeldberekening dat, bij een voedingsspanning van 16 volt, een stroom van 12 milliampère, en twee leds in serie, de minimale waarde van de voorschakelweerstand 1175 ohm moet zijn. Een maximale waarde voor de weerstand is niet te berekenen, want dat is een kwestie van gewoon uitproberen. Wanneer de weerstandswaarde te hoog gekozen wordt, geeft de led gewoon geen licht meer. Het enige waar u dus rekening mee moet houden, is de minimale waarde van de voorschakelweerstand. Dus alle waarden tussen de berekende 1175 ohm, en de experimenteel vastgestelde maximumwaarde kunt u toepassen.
De praktijkIn de praktijk zult u voor de locomotiefverlichting ongeveer 6 tot 8 milliampère door de leds sturen. We hoeven namelijk als frontverlichting van de loc geen vérstralers te hebben en aan de achterzijde hoeft de verlichting ook niet zo sterk te branden als aan de voorzijde. Voor de frontverlichting is een stroom van 8 milliampère meestal ruim voldoende. Bij de achterverlichting gaan we uit van 6 milliampère. Bij een dergelijke stroom geven de moderne leds een zee van licht. Ook bij interieurverlichting van rijtuigen moet u altijd in gedachten houden dat het meestal helemaal niet fraai is om de maximaal toegelaten stroom op de binnenverlichting of om het even welke led te zetten. Rekenvoorbeeld 1:
We hebben nu weer twee waarden voor de formule. Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we: R = (U - Uled) / Iled ofwel R = (18 - 1,4) / 0,01 ofwel R = 16,6 / 0,01 De uitkomst is dan: 1660 ohm. De dichtstbijzijnde hogere waarde in de E12-reeks is 1800 ohm. Dus we gebruiken in dit rekenvoorbeeld een weerstand van 1k8. Rekenvoorbeeld 2: We hebben nu weer een aantal gegevens voor de berekening:
Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we: R = (U - Uled) / Iled ofwel R = (18 - 3,1) / 0,012 ofwel R = 14,9 / 0,01 De uitkomst is dan: 1490 ohm. We zien in bovenstaande berekening dat, bij een voedingsspanning van 18 volt, en een maximale stroom van 10 milliampère, de waarde van de voorschakelweerstand 1490 ohm is. De dichtstbijzijnde hogere waarde in de E-reeks is 1500 ohm. Dus we gebruiken in dit rekenvoorbeeld een weerstand van 1k5. Twee (of meer) leds in serie
Bij twee (of meer) leds in serie voor de frontverlichting, moet u het aantal leds maal de drempelspanning nemen en gaat de berekening als volgt:
Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we: R = (Uvoeding - Aantal x Uled) / Iled = (18V - 2 x 2,9V) / 10mA = (18V - 2,8V) / 0,01A R = (Uvoeding - aantal leds x Uled) / Iled ofwel R = (18V - 2 x 2,9V / 0,01A ofwel R = 12,2 / 0,01 De uitkomst is dan: 1220 ohm De dichtstbijzijnde hogere waarde in de E12-reeks is 1400 ohm. Dus we gebruiken in dit rekenvoorbeeld een weerstand van 1400 ohm (1k4). De High Efficiency/Low Current ledRekenvoorbeeld 3: Een High Efficiency/Low Current led geeft bij ongeveer twee milliampère al een zee van licht. Stel, we hebben een voedingsspanning van 16 volt. In het volgende rekenvoorbeeld is de drempelspanning over de led (volgens de datasheet) ongeveer 3,2 volt. We hebben nu weer een aantal gegevens voor de berekening:
Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we: R = (U - Uled) / Iled ofwel R = (16 - 3,2) / 0,012 ofwel R = 12,8 / 0,002 De uitkomst is dan: 6400 ohm. We zien in bovenstaande voorbeeldberekening, dat bij een voedingsspanning van 16 volt, en een maximale stroom van 2 milliampère, de waarde van de voorschakelweerstand 6400 ohm is. De dichtstbijzijnde hogere waarde in de E-reeks is 6800 ohm. Dus we gebruiken in dit rekenvoorbeeld een weerstand van 6k8. Rekenvoorbeeld 4: We hebben een simpele voeding: een trafo met een bruggelijkrichter en een elco van 470 µF. Op de elco meten we 17,5 volt. Voor de leds gaan we weer uit van 'Low Current' types, dus de maximale stroomsterkte is twee milliampère ofwel 0,002 A. De drempelspanning over een 'Low Current'-led is ongeveer 2 volt. We passen twee leds toe. We hebben nu weer een aantal gegevens voor de berekening:
Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we: R = (U - Uled) / Iled ofwel R = (17,5 - 4) / 0,002 ofwel R = 13,5 / 0,002 De uitkomst is dan: 6750 Ohm. Eerstvolgende hogere waarde in de E12-Reeks is 6800 Ohm. We nemen dus een weerstand van 6k8. Rekenvoorbeeld 5: Hier geven we een voorbeeld dat eigenlijk onrealistisch is, want bij een analoge baan brandt de verlichting alleen op volle sterkte wanneer de regelaar helemaal open staat. Zodra u de snelheid van de locomotief terugnemen, zal ook de verlichting minder fel gaan branden. Bij een analoge baan wordt gebruik gemaakt van een trafo met een gelijkspanning van 14 volt op de railsaansluiting. We gebruiken een bruggelijkrichter en daaraan gekoppeld een elco. Over de bruggelijkrichter valt 1,4 volt. Over de elco staat dan een spanning van 14 - 1,4 = 12,6 volt. Voor de Drie <u>Drie leds in serie.
Zetten we die waarden in de formule dan krijgen we: R = (U - Uled) / Iled ofwel R = (17,5 - 6) / 0,002 ofwel R = 11,5 / 0,002 De uitkomst is dan: 5750 Ohm. Eerstvolgende hogere waarde in de E12-Reeks is 6800 Ohm. We nemen dus bij drie leds een weerstand van 6k8. Rekenvoorbeeld 6: Wanneer u een spanningstabilisatie IC toepast zoals de uA78L12 ziet de berekening er zo uit:
Zetten we die waarden in de formule, dan krijgen we: R = (U - Uleds) / Ileds ofwel R = (12 - 4) / 0,002 ofwel R = 8 / 0,002 De uitkomst is dan 4000 Ohm. Eerstvolgende hogere waarde in de E12-Reeks is 4k2. We nemen in dit rekenvoorbeeld dus een weerstand van 4k2. Rekenvoorbeeld 7, 'Low Current'-led
P = U × I, dus P = 12,8 × 0,002 = 0,0256 watt. Een weerstand met een belastbaarheid van ⅛ (éénachtste) watt is in dit rekenvoorbeeld dus meer dan voldoende. Berekening van de belastbaarheid van de voorschakelweerstand bij een hogere spanningRekenvoorbeeld 8:
P = U × I, dus P = 15,1 × 0,01 = 0,151 watt (afgerond 0,16 watt) We gebruiken in dit rekenvoorbeeld dus een weerstand met een belastbaarheid van ¼ (0,25) watt. Koolfilm of metaalfilm?Er zijn twee typen weerstanden in de handel verkrijgbaar; koolfilm en metaalfilm. Voor toepassingen met leds voldoet een koolfilmweerstand uit de E12 reeks prima. Als laatste nog even dit: Zoals u ziet wordt hierboven altijd naar de eerstvolgende hogere waarde in de E-reeks verwezen. De reden waarom in de elektronica altijd de eerstvolgende hogere waarde in de E-Reeks gekozen wordt, is dat weerstanden altijd een bepaalde tolerantie bezitten (bijv. 10 procent in de E-12 Reeks en vijf procent in de E24-Reeks). Door nu de eerstvolgende hogere waarde te nemen wordt voorkomen dat de stroom door een component (zoals een led) te hoog kan worden. Bij deze hogere weerstandswaarde loopt er weliswaar iets minder stroom door de leds, maar dat is geen enkel probleem. De moderne leds geven zoveel licht dat het effect van die iets lagere stroomsterkte verwaarloosbaar is. De hier vermelde weerstandswaarden zijn richtwaarden. Wanneer de verlichting te fel is, kunt u altijd een hogere weerstandswaarde toepassen. Meer informatie
Overgenomen van "https://encyclopedie.beneluxspoor.eu/index.php?title=Minimale_led_serieweerstand_berekenen&oldid=44239"
Verborgen categorie: |