Treinbesturingssoftware: verschil tussen versiesUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie van 14 mrt 2023 om 12:18
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Ronald Koerts - Update door Fred Eikelboom
InleidingTreinbesturingssoftware is niet iets van de laatste jaren. Het bestaat al sinds de komst van de eerste personal computers. Al vanaf eind jaren 1970 biedt de 'Hobby Computer Club! Modelbaan-automatisering gg' (gg=Gebruikers Groep) een systeem aan om modeltreinen via de computer te besturen.
In de loop der jaren zijn de technieken veranderd en verbeterd, maar het basisprincipe blijft hetzelfde. Computergestuurd rijden nam een grote vlucht met de brede beschikbaarheid van computers, vrij verkrijgbare software en goedkopere digitale systemen die direct op de computer aan te sluiten waren. De huidige software is zeer uitgebreid en de mogelijkheden zijn eigenlijk oneindig. Analoog of digitaal?Bij het aansturen van modeltreinen via de computer denkt men als eerste aan 'digitaal' rijden. Dat hoeft echter niet. Er zijn ook systemen waarbij een analoge trein bestuurd kan worden via de computer. Hiervoor is gebruik te maken van het systeem van de HCCM, MpC Classic van Gahler und Ringstmeier, MIRACOS of het Dinamo-systeem van Leon Van Perlo (zie 'Meer informatie'). Dit zijn wel de bekendste computergestuurde analoge blokgestuurde systemen. Net zoals met een standaard transformator, worden de treinen in de blokken gestuurd door de spanning op de rails te verhogen (sneller te laten rijden) of te verlagen (langzamer te laten rijden). Dit noemt men ook wel 'blokgestuurd rijden'. Het aansturen via een digitaal systeem kent een paar verschillen ten opzichte van het analoog rijden. Bij digitale systemen staat er een blokgolfvormige spanning op de rails; deze spanning wordt geproduceerd door de centrale unit. In de blokgolf zijn gegevens gecodeerd, bestaande uit een adres en een commando. In de locomotieven zijn decoders (minicomputers) ingebouwd, ieder met een uniek adres, die 'luisteren' naar het signaal op de rails. De centrale geeft de decoder (het adres) in de locomotief commando's zodat deze 'weet' wat te doen (rijden, stoppen, rijrichting wijzigen, lichten aan, enz …). Dit noemt men ook wel 'treingestuurd rijden'. Hoe beginnen, groot of klein?Het algemene advies voor het beginnen met het besturen van de treinen met de computer is: begin eenvoudig. Maak een simpele treintafel en leg daarop een ovaal met een inhaalspoor. Daarmee is dan te experimenteren met het rijden/besturen van meerdere treinen, het indelen van de modelbaan in blokken en het invoeren van de gegevens in de software. Daarna kan worden overgestapt op de bouw van een 'echte' baan of het ovaal kan worden uitgebouwd tot een grotere baan. Kost het veel geld?Als alles voor een grote baan kant-en-klaar gekocht wordt dan kost het inderdaad behoorlijk wat geld. Zelf bouwen van terug/bezetmelders en wisseldecoders, gratis software, een oude PC en een 2ehands digitaal beginsetje is ook mogelijk. Dan zou met een kleine modelbaan voor minder dan €300 de eerste trein computergestuurd digitaal kunnen rijden. De software: gratis of betalen?De keuze blijft bestaan tussen commerciële en vrij verkrijgbare softwarepakketten. De kosten van de commerciële pakketten variëren van een paar tientjes tot enkele honderden Euro's. Enkele vaak gestelde vagen zijn:
Is er alleen maar automatisch te rijden?Bij de meeste softwarepakketten is het mogelijk, naast het automatisch rijden, ook nog 'met de hand' te rijden, of het omzetten van wissels met de hand te doen.
Wat is er nodig?Voor het automatisch besturen van de modelbaan met treinbesturingssoftware zijn een aantal extra zaken nodig. Uitgaande van een treingestuurd digitaal systeem dat in de standaard modelspoorwinkel te koop is, dus geen HCCM of Dinamo-systeem dat (deels) zelf nog in elkaar gesoldeerd moet worden. Om te beginnen is dan in het kort het volgende nodig:
Alleen voor treinen?Nee, in principe kunnen met alle treinbesturingssoftware ook aangepaste modelauto's van bijvoorbeeld het Faller Car System aangestuurd worden. Dit is een ontwikkeling die bijvoorbeeld wordt gebruikt bij de grotere tentoonstellingsbanen als Miniworld Rotterdam en Miniatuurwelt Hamburg. De werking is bijna hetzelfde als bij modeltreinen. Net als bij de treinen krijgt de auto een decoder die opdrachten van de centrale/computersoftware uitvoert. De weg voor de auto's moet worden aangepast, zodat een draad (die in de weg geplaatst is), de opdrachten kan verzenden en de weg verdeeld wordt in blokken. Een aantal pakketten is aangepast op het gebruik met de autosystemen, zoals de aansturing van verkeerslichten, enzovoort. De softwarepakkettenHieronder volgt een klein overzicht van een aantal pakketten die verkrijgbaar zijn. Ieder pakket heeft zijn voor- en nadelen. In deze lijst staan niet alle pakketten genoemd en ze is dus verre van compleet, maar geeft een indicatie van wat beschikbaar is:
Het basisprincipeAlle softwarepakketten werken volgens hetzelfde basisprincipe, gebaseerd op de beveiliging van de 'grote' spoorwegen. Daarbij wordt een traject tussen twee stations opgedeeld in één of meerdere logische stukken, de zogenaamde 'blokken'. In één blok mag zich nooit meer dan één trein bevinden. Om de machinist van de trein te laten weten dat een blok vrij is om in te rijden, gebruikt men seinen. Bij een bezet blok geeft het sein 'rood' aan en mag een trein niet in dat blok komen en moet wachten totdat het blok vrij is. Zo wordt voorkomen dat de treinen met elkaar botsen.
Dit principe wordt ook toegepast bij de modelbaan. De modelbaan wordt opgedeeld in een aantal blokken. Via modules onder de baan en een computer-interface of digitale centrale wordt de complete modelbaan aangesloten op de computer. Op de computer draait de treinbesturingssoftware die de treinen via de computer-interface c.q. centrale aanstuurt. Via de modules krijgt de computer door dat een blok bezet is en dat er dus geen tweede trein in dat blok mag komen. De volgende trein mag niet eerder het blok in dan wanneer het blok weer vrij is. BlokkenDe modelbaan moet logisch in blokken verdeeld worden. Ieder softwarepakket stelt zijn eigen eisen aan een blok. Bij de meeste softwarepakketten moet het blok minimaal één (bezet)meldpunt hebben, hiermee kan gedetecteerd worden of een trein het blok ingereden is. De meeste pakketten geven de voorkeur aan minimaal twee (bezet)meldpunten per blok. Het is verstandig om de blokken zo groot te maken dat de langste trein die op de baan rijdt geheel in een blok past. WisselsWissels dienen aangesloten te worden op een wisseldecoder. Deze decoder wordt ingevoerd in het softwarepakket, waardoor deze aangestuurd kan worden. Bij de meeste pakketten moet worden aangeven van welk blok naar welk blok gereden kan worden. SeinenIn principe staan deze voor de volledigheid langs de digitale baan en datzelfde geldt ook bij het besturen van de baan via de computersoftware. In veel software is het wel mogelijk om een compleet werkend seinstelsel in te voeren, zodat de seinen de juiste seinbeelden tonen. Net als bij het handmatige digitale bedrijf, dienen de seinen aangesloten te zijn op een speciale seindecoder (of op een wisseldecoder). OntkoppelaarsAls deze zijn aangesloten op een wisseldecoder, kunnen de ontkoppelaars gebruikt worden vanuit de software. Dan is het mogelijk om bijvoorbeeld een locomotief te ontkoppelen van de trein en op het station te laten omlopen.
Digitale modelspoorbaanbesturing met Rocrail
Meer informatie
|